Landbouw en handel in de middeleeuwen
10 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat was een belangrijke landbouwactiviteit in het noorden van Europa tijdens de vroege middeleeuwen?

  • Dierhouderij (correct)
  • Vineyards
  • Fruitboomgaarden
  • Olijfbomen
  • De bevolking in Europa nam af tussen de 10e en 13e eeuw.

    False (B)

    Wat voor soort grond werd vaak ontgonnen om landbouwgrond uit te breiden?

    Moerassen

    In de vroege middeleeuwen waren de meeste mensen ____ in hun voedselvoorziening.

    <p>zelfvoorzienend</p> Signup and view all the answers

    Koppel de landbouwtechnieken aan hun beschrijvingen:

    <p>Driegraadssysteem = Verdeelt velden voor gewassen over drie jaar Wielploeg = Verbeterde grondbewerking met een wiel Horseshoe = Verhoogde efficiëntie van paarden Flail = Hulpmiddel voor het dorsen van graan</p> Signup and view all the answers

    Welk technologisch hulpmiddel werd geïntroduceerd om het bewerken van de grond te vergemakkelijken?

    <p>Wielploeg (A)</p> Signup and view all the answers

    Het aanbod van gewassen verbeterde in de 10e eeuw, wat leidde tot een groei in de handel.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Noem één luxeartikel dat in Italië werd geïmporteerd tijdens de vroege middeleeuwen.

    <p>Kruiden</p> Signup and view all the answers

    Tijdens de middeleeuwen waren de meeste mensen afhankelijk van ____ om voedsel te verkrijgen.

    <p>markten</p> Signup and view all the answers

    Wat was een gevolg van de veroveringen van Duitse edelen tussen de 12e en 13e eeuw?

    <p>Draining van moerassen (D)</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Landbouw, handel en nijverheid in de middeleeuwen

    • De moderne samenleving is een consumptiemaatschappij, met winkels, internet en supermarkten die producten uit de hele wereld aanbieden.
    • Mensen in de middeleeuwen hadden andere manieren om aan voedsel en goederen te komen.
    • Landbouw in de vroege middeleeuwen (500-900): grote delen van West-Europa waren bebost; mensen woonden op open plekken die als landbouwgrond werden gebruikt. In het zuiden heerste het Romeinse model (graan, wijn, olijven) terwijl in het noorden vee belangrijk was. Bosvruchten, jacht en visserij vullen voedsel aan. Kloosters verspreidden het Romeinse model.
    • Tussen de 10e en 13e eeuw: Bevolkingsgroei leidde tot meer landbouwgrond nodig. Ontginning van bosgebieden, veenmoerassen en heide. De Vlaamse kustvlakte is een voorbeeld van intensief gebruik. Schapenteelt was belangrijk voor wol.
    • Landbouw in Oost-Europa: Duitse vorsten en ridderorden veroverden gebied en legden moerassen droog. Vlaanderen en Nederland hadden ervaring hiermee. Voedselproductie steeg, waardoor graan ook kon worden geëxporteerd. Vlaanderen concentreerde zich dan ook meer op vlas.
    • Vernieuwende technieken:
      • Drieslagstelsel: driekwart van de landbouwgrond werd gebruikt (in plaats van de helft).
      • Karploeg: verbeterde ploegsystemen en meer effectieve grondbewerking.
      • Hoefijzer: verbeterde het comfort en duurzaamheid van trekdieren.
      • Dorsvlegel: lichter werk bij het dorsen van graan.

    Vernieuwende technieken

    • Handmatig of primitieve werktuigen waren voornamelijk in gebruik.
    • Metalen waren zeldzaam op het platteland. De sikkel en pik waren vaak van ijzer.
    • Nieuwe landbouwtechnieken kwamen in gebruik tussen de 10e en de 13e eeuw.

    Middeleeuwse handel

    • De handel in West-Europa was beperkt na de val van het West-Romeinse rijk. Mensen waren geïsoleerd.
    • Handel was vooral aan de kust (Noordzee, Oostzee, Middellandse Zee).
    • Italiaanse havensteden (Genua, Pisa, Venetië) importeur van luxeproducten uit het Oosten.
    • Karolingische rijk leidde tot tijdelijke heropleving van de handel. Friezen en Noormannen waren belangrijk.
    • Plundertochten verstoorden de handel.
    • Landbouw-overschotten zorgden voor kleinere markten.
    • Steden ontwikkelden zich tot centra van handel en nijverheid.
    • Handel tussen Noordwest-Europa en Italië nam toe.
    • Italiaanse steden namen controle over delen van het oostelijke Middellandse Zeegebied.
    • Kooplieden uit Noordwest-Europa verhandelden hout en textiel.
    • Jaarmarkten (Champagne) kwamen op als internationale handelscentrums.
    • De transcontinentale handel had nadelen: slechte wegen, geringe transportefficiëntie en piraterij.
    • Kooplieden zochten naar nieuwe zeehandelsroutes.
    • Nieuwe schepen verbeterden de scheepvaart.
    • Noord-Europese havensteden (Brugge, Londen, Lübeck) groeiden naar prominente handelscentra tijdens het einde van de 13e eeuw.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Ontdek de veranderingen in landbouw en handel tijdens de middeleeuwen. Dit quiz houdt rekening met de rol van landbouwmodellen, bevolkingsgroei en ontginning van grond in Europa. Leer hoe de middeleeuwse samenleving verschilde van de moderne consumptiemaatschappij.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser