Kwalitatief Onderzoek: Interviews

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Wat is de meest accurate beschrijving van een 'doorknob effect' in kwalitatieve interviews?

  • Een plotselinge verandering in de houding van de respondent tijdens het interview, waardoor de informatie minder betrouwbaar wordt.
  • Het moment waarop een respondent zich realiseert dat het interview voorbij is en geen informatie meer deelt.
  • Het verschijnsel waarbij belangrijke informatie pas wordt onthuld net nadat het interview officieel is afgerond. (correct)
  • Een strategie van de interviewer om aan het einde van het interview nog belangrijke informatie te ontlokken.

Welke van de volgende opties is een kenmerk van 'iterative probing' binnen een in-depth interview?

  • Het direct corrigeren van onjuiste antwoorden van de respondent.
  • Het herhaaldelijk doorvragen totdat een antwoord volledig duidelijk en eenduidig is. (correct)
  • Het stellen van gesloten vragen om specifieke antwoorden te verkrijgen.
  • Het vermijden van doorvragen om de respondent niet te beïnvloeden.

Wat is het primaire doel van het identificeren van 'sensitizing concepts' bij het uitvoeren van een kwalitatieve data-analyse?

  • Het creëren van volledig nieuwe concepten zonder bestaande kennis.
  • Het markeren van demografische informatie van de respondenten.
  • Het vinden van abstracte concepten in de literatuur die mogelijk relevant zijn voor de onderzoeksvraag. (correct)
  • Het toetsen van vooraf opgestelde hypothesen met de verzamelde data.

Welke van de volgende acties is het meest kenmerkend voor 'open coderen' in de context van Grounded Theory?

<p>Het identificeren van topics in de tekst. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van 'theoretische saturatie' in de context van kwalitatief onderzoek?

<p>Het moment waarop het toevoegen van nieuwe data geen nieuwe inzichten meer oplevert. (A)</p> Signup and view all the answers

Bij deductieve analyse, wat is de juiste volgorde van de stappen na het creëren van een categorisatiematrix?

<p>Data verzamelen, matrix toepassen, niet-passende data labelen, fit bepalen, onderliggende bevindingen verkennen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste focus van 'relational ethics' binnen onderzoek?

<p>De machtsverhouding tussen onderzoeker en participant. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke strategie is het meest effectief om vertekening door een 'observer bias' te minimaliseren in kwalitatief onderzoek?

<p>Het toepassen van data triangulatie. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen 'interpretive consistency' en 'theoretical consistency' bij het beoordelen van de kwaliteit van onderzoeksresultaten?

<p>Interpretive consistency vereist dat de conclusies overeenkomen met de bevindingen, terwijl theoretical consistency vereist dat de conclusies overeenkomen met een bestaande theorieën. (B)</p> Signup and view all the answers

In mixed methods onderzoek, wat is het primaire doel van een 'explanatory sequential design'?

<p>Het gebruiken van kwalitatieve data om de bevindingen van kwantitatieve data te interpreteren. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke methodologische benadering past men toe bij het gebruik van 'Empirisch-analytische paradigma'?

<p>De controle over de situatie staat centraal, oftewel reductionisme toepassen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is 'coverage error' (dekkingsfout) bij correlationeel onderzoek?

<p>Geen beschikbaarheid tot de hele doelgroep. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het kenmerk van 'interbeoordelaarsbetrouwbaarheid' bij correlationeel onderzoek?

<p>Beoordeelt of het meetinstrument consequente scores geeft wanneer verschillende onderzoekers het gebruiken. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de voorwaarde van 'temporal precedence' bij onderzoek naar causaal verband?

<p>Oorzaak moet voor het gevolg gebeuren. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn 'leading questions' bij correlationeel onderzoek?

<p>De woorden die in de vraag gebruikt worden de respondent naar een bepaald antwoord leiden. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van 'Acquiescene' in de context van respondentgedrag in correlationeel onderzoek?

<p>Respondent geeft neiging om het maar eens te zijn met een stelling, vooral als de respondent twijfelt. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van PMP bij bayesiaanse ANOVA.

<p>Staat voor de kans dat je de goede hypothese kiest. (D)</p> Signup and view all the answers

Wanneer dient counterbalancing te worden gedaan bij experimenteel onderzoek?

<p>Verschillende interventies tegelijk geëvalueerd moeten worden.. (E)</p> Signup and view all the answers

Wat is de 'Power problem' bij experimenteel onderzoek, wanneer er geen behandeleffect wordt gevonden?

<p>Er is wel degelijk een effect, maar er zijn te weinig patiënten. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de juiste omschrijving van 'Regression Threats' bij experimenteel onderzoek?

<p>Gemiddeld extreme waarden laten zien bij aanvang van de studie. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen een one-way design en een two-way design?

<p>Bij een eenweg design is er sprake van manipulie, bij een tweeweg wordt er een factor toegevoegd. (D)</p> Signup and view all the answers

Wanneer dient en Manipulatie-check uitgevoerd te worden?

<p>Om te kijken of de manipulatie werkt. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn 'cellen' bij factorieel design?

<p>Conditie van factoren. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is Maturation bij gerandomiseerd onderzoek?

<p>De verschillen in de test zijn ontstaan door de natuurlijke ontwikkeling. (E)</p> Signup and view all the answers

Naar welke aannames dient rekening gehouden te worden met ANOVA?

<p>De scores van de personen, er geen uitbijters aanwezig zijn ,de scores binnen de groep normaal verdeeld zijn en de varianties gelijk zijn. (E)</p> Signup and view all the answers

Wanneer spreken we wel over Sampling error?

<p>Verschil Populatie en steekproefwaarde. (E)</p> Signup and view all the answers

Wat dient bij ethische kwesties - kwalitatief onderzoek, voorkomen te worden?

<p>Ze juist niet persoonlijke dingen bespreken. (E)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Systematische observatie

Een methode van observatie waarbij de onderzoeker een checklist en tijdslijn volgt.

Reactiviteit

Deelnemers vertonen niet hun normale gedrag vanwege de aanwezigheid van de onderzoeker.

Naturalisatie

Na verloop van tijd gaan participanten weer over op normaal gedrag, zelfs in de aanwezigheid van de onderzoeker.

Going native

De onderzoeker verliest zijn objectiviteit door te nauw contact met participanten.

Signup and view all the flashcards

Subjectivity Statement

Wat de onderzoeker meebrengt naar het onderzoek: feiten en meningen.

Signup and view all the flashcards

Manifeste data

Direct zichtbare, objectieve en beschrijvende data.

Signup and view all the flashcards

Latente data

Data met interpretatie nodig om onderliggende componenten en diepere betekenis te begrijpen.

Signup and view all the flashcards

Theoretische triangulatie

Data bekeken vanuit verschillende theoretische invalshoeken

Signup and view all the flashcards

Grounded theory

Onderzoekers extraheren conceptuele relaties uit gegevens, in plaats van toetsbare hypothesen te formuleren uit bestaande gegevens.

Signup and view all the flashcards

Attribute codes

Markeren achtergrond of demografische informatie van de respondenten.

Signup and view all the flashcards

Analytic codes

Beschrijven de betekenis van specifieke stukken data, deels op basis van literatuur, deels vanuit verzamelde data.

Signup and view all the flashcards

Constant comparison

Het voortdurend vergelijken van data om tot een conclusie te komen.

Signup and view all the flashcards

Sensitizing concepts

Onderzoekers moeten conceptuele relaties uit gegevens extrapoleren i.p.v. toetsbare hypothesen te formuleren uit bestaande gegevens.

Signup and view all the flashcards

Open coderen

Data bekijken in het algemeen, waardoor je uiteindelijk een onderwerp kan identificeren

Signup and view all the flashcards

Axiaal Coderen

Structuur maken, door overkoepelende thema's te vinden en definiëren.

Signup and view all the flashcards

Selectief Coderen

Modelbouwen en zo onderzoeksvraag beantwoorden, overkoepelend verhaal vinden.

Signup and view all the flashcards

Categorisatiematrix

Totaal geheel van thema's vermaakt tot categorie

Signup and view all the flashcards

Abductief proces

Probeer theorie op te bouwen uit verrassingen in empirische gegevens.

Signup and view all the flashcards

Plausibel

Gaat over geloofwaardigheid.

Signup and view all the flashcards

Credibility

Veel data verzamelen, langdurige betrokkenheid.

Signup and view all the flashcards

Stabiel

Ondanks andere onderzoekers of manier blijft stabiel.

Signup and view all the flashcards

Neutraliteit

Niet beïnvloed door de onderzoeker, geen eigen ideeën.

Signup and view all the flashcards

Reflexiviteit

Hoe je zelf kritisch kijkt naar jezelf en naar onderzoek.

Signup and view all the flashcards

Utilitarian (teleogie)

Focus op consequenties van acties, afwegen kosten en baten.

Signup and view all the flashcards

Universalisme (deontologie)

Focus op de actie zelf en kijk naar de regels.

Signup and view all the flashcards

Casuistry

Afgaande op eerdere beslissingen.

Signup and view all the flashcards

Relational ethics

Focus op de rol participant- onderzoeker.

Signup and view all the flashcards

Primaire dataverzameling

Data verzameld door zelf (als onderzoeker) de surveys af te nemen

Signup and view all the flashcards

Cross sectionele survey

Enkele observatie survey

Signup and view all the flashcards

Panel survey

Zelfde steekproef op verschillende momenten

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Inleiding Kwalitatief onderzoek

  • Ideeën of theorieën leiden tot onderzoeksvragen, gevolgd door een onderzoeksontwerp, dataverzameling en data-analyse.
  • Kwalitatieve interviews zijn onderzoeken naar ervaringen en individuele visies.
  • Interviews kunnen ongestructureerd, semigestructureerd zijn.

Soorten Interviews

  • Face-to-face interviews zijn tijdrovend, maar leveren veel informatie op.
  • Telefonische interviews vereisen weinig tijd, maar missen mogelijk belangrijke informatie.
  • Go-along interviews zijn dynamisch en bieden informatie op verschillende manieren, maar zijn lastig te managen.
  • Etnografische interviews omvatten onderdompeling in een gemeenschap of organisatie, en maken gebruik van gatekeepers en key-informants.

Interview Onderdelen en Effecten

  • Het vraag-antwoordmodel omvat vraagstelling, begrip, terugroepen van informatie (retrieval), beoordeling en antwoord.
  • Een interview bestaat uit een aankomst- en introductie fase, introductie van het onderzoek, het begin, midden en einde van het interview.
  • Het "doorknob effect" treedt op wanneer iemand na afloop van het interview nog met nieuwe informatie komt.
  • Een aide-mémoire is een gids met onderwerpen, zonder echte zinnen, en de lengte varieert per gids.

Technieken voor Informatie Vergaring

  • Vignettes tonen korte verhalen over een fictief personage/gebeurtenis.
  • Card-sorting gebruikt kaarten met situaties die gesorteerd moeten worden om iemands prioriteiten te onthullen.
  • Het tonen van informatie of geschreven materiaal kan nuttig zijn.
  • Opkomende problemen in een gesprek kunnen worden opgeschreven.
  • Projectieve technieken maken gebruik van vrije communicatie om onbewuste gedachten vrij te maken.
  • Content mining vragen worden gebruikt om een volledig beeld te krijgen van het antwoord van de interviewer.

Probe Vragen

  • Amplificatory (versterkende) probes zorgen voor meer diepte in een verhaal.
  • Exploratory (verkennende) probes onderzoeken achterliggende gevoelens bij een antwoord.
  • Explanatory (verklarende) probes vragen naar de reden achter een antwoord.
  • Clarificatory (verduidelijkende) probes vragen naar de betekenis van gebruikte taal.
  • Iterative probing is doorvragen naar verduidelijking tot het niet meer onduidelijk blijft.

Focusgroepen

  • Een focusgroep bestaat uit meerdere mensen die samenkomen om over een onderwerp te discussiëren.
  • Een focusgroep vereist een balans tussen heterogeniteit en homogeniteit voor interactie binnen verschillende perspectieven.
  • De fasen van een focusgroep zijn: forming, storming, norming, performing en adjourning.
  • Een focusgroep begint met introductie en basisregels, gevolgd door individuele introducties, een openingstopic, discussie en afronding.

Vormen van Focusgroepen

  • Two-way focusgroepen bestaan uit twee groepen die om de beurt discussiëren.
  • Dual moderator focusgroepen hebben twee moderators met verschillende taken.
  • Dueling moderator focusgroepen hebben twee moderators met tegengestelde standpunten.
  • Respondent moderator focusgroepen gebruiken een respondent als moderator.
  • Online focusgroepen vinden plaats via videobellen of een discussionboard.

Technieken Interview

  • Eliciteren heeft als doel een reactie/antwoord uitlokken m.b.v. probes en prompts
  • Bereid een topic list voor met hoofdvragen, subonderwerpen en prompts, terwijl structuur en herhaling worden benadrukt.
  • Vermijd scope creep, het ongewild verleggen van de focus.
  • De rollen van een interviewer in een focusgroep zijn het controleren van de discussie, zorgen voor volledige antwoorden, non-verbale communicatie noteren, balans in bijdragen en zorgen dat ieders verhaal wordt gehoord.

Observatie

  • Observatie is een manier van data verzamelen.
  • Soorten observatie: Complete participant, Participant observer, Observer, Covert observer

Systematische Observatie en Field Notes

  • Systematische observatie gebruikt een checklist en tijdslijn, maar kan leiden tot reactiviteit, waarbij participanten zich anders gedragen.
  • Naturalisatie treedt op wanneer participanten na verloop van tijd weer normaal gedrag vertonen.
  • Subjectivity statement is zelfreflectie op fixed positions (feiten) en subjective positions (meningen)
  • Field notes moeten primary observaties, secundary observaties, experiental data en circumstancial & background data bevatten.

Soorten Data en Triangulatie

  • Bestaande data zijn manifest, latent, publiek, met toestemming en privé.
  • Data triangulatie combineert twee kwalitatieve dataverzamelingsmethoden.
  • Methode triangulatie combineert kwalitatieve en kwantitatieve data.
  • Onderzoeker triangulatie gebruikt data verzameld/geanalyseerd door twee verschillende onderzoekers.
  • Theoretische triangulatie gebruikt data bekeken vanuit verschillende theoretische invalshoeken.

Inductieve Analyse en Coderen

  • Inductieve analyse (data → theorie) en grounded theory extrapoleren conceptuele relaties uit gegevens.
  • Sequential sampling betrekt steeds meer participanten tot saturatie is bereikt.
  • Type codes: Attribute codes, Index codes, Analytic codes, Sensitizing concepts

Grounded Theory Toepassing

  • Sensitizing concepts komen uit de literatuur.
  • Constant comparison vergelijkt alles voortdurend.
  • Inductieve analyse volgens grounded theory gaat van ruwe data naar een theoretisch model.
  • Criteria voor een theorie zijn fitness, understanding, generality en control.
  • Open, axiaal en selectief coderen zetten ruwe data om in een theoretisch model m.b.v. constant comparison

Open Coderen

  • Open coderen houdt in dat topics in de tekst worden geïdentificeerd.
  • De eerste stappen zijn data doornemen, fragmenten identificeren en afbakenen, er een naam geven.
  • Belangrijkste vragen zijn: wat, wie, hoe, wanneer, waarom, welke reden en waarom
  • Bij theoretische codes (wetenschappelijke termen) vermijden en in-vivo codes gebruiken.

Het Belang van Memo's

  • Memo's moeten tijdens open coding steeds worden geschreven, geordend en afgewogen.
  • Dit verduidelijkt belangrijke stukken voor het onderzoek.
  • Open coderen voldoet aan de 3 C's: context, content en coverage.

Axiaal Coderen en Model Bouwen

  • Doel van axiaal coderen is structuur maken, door overkoepelende thema’s te vinden en definiëren m.b.v dat opschonen, structuur aanbrengen en definities formuleren.
  • Perspectief van een participant/onderzoeker is valide in bepaalde contextuele/intervening condities en acties/interacties. Selectief coderen: door modellen te bouwen wordt de onderzoeksvraag beantwoorden.
  • Kernboodschap formuleren, koppelen en perspectief representeren.

Overview en Strategieën

  • Core category is het hoofdfenomeen v/h onderzoek
  • Bij overzicht inductief is het bottom-up
  • Bij deductief daarentegen (theorie → data) , pas je de gevonden thema's toe, om zo de theorie verder te ontwikkelen.
  • Categorisatiematrix bevat totaal geheel van thema’s vermaakt tot categorie

Proces Deductieve Analyse

  1. Creëer categorisatiematrix:
  2. Verzamel data:
  3. Codeer: pas matrix toe op data en label ‘niet-passende’ data
  4. Bepaal fit van data-matrix:
  5. Verken onderliggende bevindingen:

Versies

  • Inductieve versie
  • Verklarende
  • Beschrijvende versie
  • Er dient een nieuwe categorie te worden gemaakt bij het ontdekken van niet-passende data.

Begrippen

  • In het abductief proces probeer je een theorie op te bouwen uit verrassingen door een combinatie van ind- en deductief werken
  • Rigor is de betrouwbaarheid van de resultaten
  • Kwaliteitscriteria zijn: stabiliteit, context en plausible

Rigor en reflexiviteit

  • Rigoureus onderzoek is plausibel , stabiel en door de onderzoeker beinvloedbaar
  • Reflexiviteit impliceerd dat de onderzoeker een achtergrond uiteenzet en emotionele banden met deelnemers beschrijft.

Ethische en Generale aspecten

  • Ethiek gaat over open science, informed consent en vertrouwelijkheid
  • Pseudo-Intimacy, Script deviation, Particiant Agenda en Undue intrusion kunnen allemaal als ethische issue spelen
  • Perspective op ethiek hebben verschillen uitgangspunten, zoals consequentie en algemeen/relational geldende regels
  • Generalisaties kunnen empirisch, theoritisch en inferentieel zijn

Betouwbaarheid

  • Betrouwbaarheid: de consistentie van bevindingen-> vaak is betrouwbaarheid niet haalbaar.
  • Belangrijkste vragen hebben te maken met de uitvoer, bias en ethiek
  • Interne en externe valiteit zijn beiden van essentieel belang

Validiteit met Checlist

  • Sample coverage controleerd de spreiding
  • Capture of phernomena checkt qualiteit
  • Interpretive en Identification letten op interne validiteit.

Manieren data

  • Check, Triangulatie, en Validiatie zijn belangrijk voor de externe validiteit
  • Methoden komen samen middels data samenvoegen/combineren en analysere

Methode en Conclusie

  • Het gekozen design moet aan eisen voldoen, zoals de analyse technieken
  • Consistente conclusies en bevindingen zijn essentieel voor succes

Overwegingen data analyse

  • Onder te verdelen in kwali-/kwanti data, beperkte data, ongepaste data en focus

Begrippen Overzicht

  • Ontologie gaat over wat er is, van realisme tot idealisme

Paradicma

  • Interpretative paradigma
  • Kritisch paradigma
  • Empirisch-analytische paradigma Allemaal om de resultaten zo adequaat mogelijk te krijgen

Correlationeel Onderzoek Basis

  • Correlationeel onderzoek omvat theorie, onderzoeksvragen, ontwerp, hypothese, dataverzameling en analyse.
  • Primaire data wordt zelf verzameld, secundaire data komt van anderen.
  • Key informants geven info namens de organisatie.
  • Het type administratie ,bijvoorbeeld face-to face is belangrijk voor de data vergaring
  • SAQ zijn surveys die zelfstandig worden ingevuld

Longitudinaal Onderzoek Basis

  • Cross-sectioneel onderzoek is een enkele observatie, longitudinaal meet op verschillende momenten.
  • Longitudinaal kent 3 soorten
  1. Repeated cross-sectional
  2. panel
  3. Omnibus

Poll

  • Split -Ballot betekend dat maar een gedeelte van de participanten antwoord hoeven te geven, wat tijd bespaart
  • Data kunnen organisch, ontworpen, aspirational zijn, aan de hand van inferentie
  • Beschrijving, causaal verband en voorspelling zijn doelen van infrentie, met dekkings en/of steekproefefout

Steekproef Methodiek

  • Steekproeffout is het verschil tussen echt en steekproef waarde, dat is een groot risico
  • Meerdere soorten errors kunnen ontstaan
  • Unit/Intem-nonresponse zijn een belangrijke factor-> resulteerd soms zelfs tot adjustment erros
  • Social Desirebility Bias zorgt ervoor dat participanten zich anders voor doen dan ze werkelijk doen.

Theoritisch Begrip

  • Theoritisch-Begrip heeft veel invloed op het gehele onderzoek en kan leiden tot vertekenij
  • Het onderzoek moet meetbaar zijn
  • Test-hertest meet consequente scores
  • interbeoordelaars bepalen of onderzoeker hetzelfde doen

Validiteit

  • Validitijd in test bepalen of het klopt conform het concept
  • Vergelijkingen met expert mening

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser