Podcast
Questions and Answers
Wat is de meest directe toepassing van cytogenetische analyse?
Wat is de meest directe toepassing van cytogenetische analyse?
- Het in kaart brengen van de organisatie en morfologie van chromosomen. (correct)
- Het identificeren van specifieke genmutaties binnen een genoom.
- Het analyseren van de expressiepatronen van genen.
- Het bepalen van de exacte DNA-sequentie van een individu.
Welke van de volgende resoluties zou je gebruiken om een kleine submicroscopische regio te analyseren?
Welke van de volgende resoluties zou je gebruiken om een kleine submicroscopische regio te analyseren?
- Whole Genome Sequencing
- FISH analyse (correct)
- Standaard Karyotypering
- Routine banding
Welk type chromosoom komt niet voor bij de mens?
Welk type chromosoom komt niet voor bij de mens?
- Metacentrisch chromosoom
- Submetacentrisch chromosoom
- Acrocentrisch chromosoom
- Telocentrisch chromosoom (correct)
Welke van de volgende chromosomen zijn acrocentrisch bij de mens?
Welke van de volgende chromosomen zijn acrocentrisch bij de mens?
Wat is een karyotype?
Wat is een karyotype?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste acrocentrische chromosomen?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste acrocentrische chromosomen?
In welke van de volgende opties worden de termen trisomie, monosomie correct gedefinieerd?
In welke van de volgende opties worden de termen trisomie, monosomie correct gedefinieerd?
Wat is de meest voorkomende oorzaak van aneuploïdie bij mensen?
Wat is de meest voorkomende oorzaak van aneuploïdie bij mensen?
Welke van de onderstaande opties is geen structurele abnormaliteit van een chromosoom?
Welke van de onderstaande opties is geen structurele abnormaliteit van een chromosoom?
Wanneer is een structurele afwijking van een chromosoom 'ongebalanceerd'?
Wanneer is een structurele afwijking van een chromosoom 'ongebalanceerd'?
Welke van de volgende beschrijvingen definieert het beste een ‘ringchromosoom’?
Welke van de volgende beschrijvingen definieert het beste een ‘ringchromosoom’?
Wat is het resultaat van een isochromosoom?
Wat is het resultaat van een isochromosoom?
Wat is een dicentrisch chromosoom?
Wat is een dicentrisch chromosoom?
Wat is het belangrijkste kenmerk van een gebalanceerde translocatie?
Wat is het belangrijkste kenmerk van een gebalanceerde translocatie?
Welke bewering beschrijft het beste een Robertsoniaanse translocatie?
Welke bewering beschrijft het beste een Robertsoniaanse translocatie?
Wat is het belangrijkste verschil tussen paracentrische en pericentrische inversies?
Wat is het belangrijkste verschil tussen paracentrische en pericentrische inversies?
Tijdens meiose, wat is het resultaat van een crossing-over in een paracentrische inversielus?
Tijdens meiose, wat is het resultaat van een crossing-over in een paracentrische inversielus?
Wat is het mogelijke gevolg van een ongebalanceerde segregatie tijdens meiose bij een individu met een reciproke translocatie?
Wat is het mogelijke gevolg van een ongebalanceerde segregatie tijdens meiose bij een individu met een reciproke translocatie?
Wat is de betekenis van 'haploinsufficiëntie' in de context van deleties?
Wat is de betekenis van 'haploinsufficiëntie' in de context van deleties?
Welke techniek is het meest geschikt om translocaties op chromosomen te detecteren door de alignering van reads aan het referentie genoom van de 2 chromosomen en het deel van de reads met beide chromosomen?
Welke techniek is het meest geschikt om translocaties op chromosomen te detecteren door de alignering van reads aan het referentie genoom van de 2 chromosomen en het deel van de reads met beide chromosomen?
Welke van de structurele abnormaliteiten is per definitie altijd ongebalanceerd?
Welke van de structurele abnormaliteiten is per definitie altijd ongebalanceerd?
Gebalanceerde rearrangementen zijn rearrangements waarbij geen genetisch materiaal verloren of bijgekomen is, toch kunnen ze problemen geven in het nageslacht. Welke van onderstaande opties geeft mogelijke gevolgen?
Gebalanceerde rearrangementen zijn rearrangements waarbij geen genetisch materiaal verloren of bijgekomen is, toch kunnen ze problemen geven in het nageslacht. Welke van onderstaande opties geeft mogelijke gevolgen?
Wat is het mogelijke gevolg van straling op chromosomen?
Wat is het mogelijke gevolg van straling op chromosomen?
Waardoor ontstaan gebalanceerde rearrangementen?
Waardoor ontstaan gebalanceerde rearrangementen?
Met welke techniek is de resolutie het hoogst?
Met welke techniek is de resolutie het hoogst?
Waarom zijn gebalanceerde rearrangements vaak vaker voorkomend dan ongebalanceerde rearrangements?
Waarom zijn gebalanceerde rearrangements vaak vaker voorkomend dan ongebalanceerde rearrangements?
Wat gebeurt er bij een reciproke translocatie?
Wat gebeurt er bij een reciproke translocatie?
Wat is de juiste omschrijving van een translocatie?
Wat is de juiste omschrijving van een translocatie?
Welke van de volgende structuren wordt normaal gesproken gevormd tijdens de meiose?
Welke van de volgende structuren wordt normaal gesproken gevormd tijdens de meiose?
Welke bewering is het meest correct over alternate segregatie?
Welke bewering is het meest correct over alternate segregatie?
Wat is de functie van het kopiëren van rRNA genen in acrocentrische chromosomen?
Wat is de functie van het kopiëren van rRNA genen in acrocentrische chromosomen?
Wat is correct over autosomen?
Wat is correct over autosomen?
Welke van de volgende kenmerken zijn typerend voor Meiose I?
Welke van de volgende kenmerken zijn typerend voor Meiose I?
Wat is het gevolg van een crossing over binnen de inversie tijdens pericentrische inversie?
Wat is het gevolg van een crossing over binnen de inversie tijdens pericentrische inversie?
Wat zijn satellieten in de context van chromosomen?
Wat zijn satellieten in de context van chromosomen?
In welk opzicht verschilt een quadrivalent gevormd tijdens de meiose in vergelijking met een bivalent?
In welk opzicht verschilt een quadrivalent gevormd tijdens de meiose in vergelijking met een bivalent?
Flashcards
Cytogenetische analyse
Cytogenetische analyse
De analyse van chromosomen om organisatie en morfologie in kaart te brengen.
Karyotypering
Karyotypering
Een afbeelding van de chromosomen van een cel, gerangschikt op grootte en bandpatroon.
Metacentrisch chromosoom
Metacentrisch chromosoom
Chromosomen waarbij het centromeer in het midden ligt.
Submetacentrisch chromosoom
Submetacentrisch chromosoom
Signup and view all the flashcards
Acrocentrisch chromosoom
Acrocentrisch chromosoom
Signup and view all the flashcards
Aneuploïdie
Aneuploïdie
Signup and view all the flashcards
Euploïd
Euploïd
Signup and view all the flashcards
Monosomie
Monosomie
Signup and view all the flashcards
Trisomie
Trisomie
Signup and view all the flashcards
Meiotische non-disjunctie
Meiotische non-disjunctie
Signup and view all the flashcards
Chromosoom structuur abnormaliteiten
Chromosoom structuur abnormaliteiten
Signup and view all the flashcards
Ongebalanceerde Rearrangements
Ongebalanceerde Rearrangements
Signup and view all the flashcards
Gebalanceerde Rearrangements
Gebalanceerde Rearrangements
Signup and view all the flashcards
Deletie
Deletie
Signup and view all the flashcards
Duplicatie
Duplicatie
Signup and view all the flashcards
Inversie
Inversie
Signup and view all the flashcards
Dicentric chromosoom
Dicentric chromosoom
Signup and view all the flashcards
Translocatie
Translocatie
Signup and view all the flashcards
Robertsoniaanse translocatie
Robertsoniaanse translocatie
Signup and view all the flashcards
Reciproke translocatie
Reciproke translocatie
Signup and view all the flashcards
Whole genome sequencing
Whole genome sequencing
Signup and view all the flashcards
Haploinsufficiëntie
Haploinsufficiëntie
Signup and view all the flashcards
Quadrivalent
Quadrivalent
Signup and view all the flashcards
Paracentrische inversie
Paracentrische inversie
Signup and view all the flashcards
Pericentrische inversie
Pericentrische inversie
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Inleiding tot Les 8: Klinische Cytogenetica
- Les 8 richt zich op de principes van klinische cytogenetica.
- De les omvat vragen over les 7, herhaling van principes van cytogenetica(lees hoofdstuk 5), quizvragen en een introductie tot klinische cytogenetica.
- Het leerdoel is uitleg kunnen geven over de gevolgen van chromosomale en regionale mutaties in autosomen.
Cytogenetische Analyse
- De analyse omvat het in kaart brengen van de organisatie en morfologie van chromosomen.
- Er zijn verschillende technieken beschikbaar, afhankelijk van de vereiste resolutie.
Chromosoom Typen
- Er zijn 3 types humane chromosomen op basis vande positie van het centromeer.
- De types zijn metacentrisch, submetacentrisch en acrocentrisch.
- Acrocentrische chromosomen (13, 14, 15, 21 en 22) hebben satellieten(kopieën van rRNA genen en repeats).
- Telocentrische chromosomen komen niet voor bij mensen
Chromosoom Afwijkingen
- Chromosoom afwijkingen kunnen verschillen op basis van aantal(aneuploïdie) of structuur.
- Autosomen en geslachtschromosomen kunnen betrokken zijn bij deze afwijkingen.
Definities van Chromosoom Aantallen
- Euploïd is het exacte chromosoom aantal(46), terwijl aneuploïd een ander chromosoom aantal(dan 46) is.
- Diploïd wordt 2n, triploïd 3n, tetraploïd 4n
- Monosomie is verlies van 1 chromosoom van een chromosoompaar, zoals bij het Turner syndroom(45,X).
- Trisomie is het hebben van 1 extra chromosoom van een chromosoompaar.
- Trisomie 21 (Down syndroom), trisomie 13 en trisomie 18 zijn enige autosomen waar trisomie levensvatbaar is doordat ze de kleinste aantallen genen hebben.
Meiotische Nondisjunctie
- Incorrecte recombinaties tijdens synapsis in M1 leidt tot Nondisjunctie
- Verschillende parentale of maternale chromosomen spelen hierin een rol
Chromosoom Afwijkingen in Structuur
- Afwijkingen kunnen ongebalanceerd zijn(wanneer er in het genoom genetisch materiaal mist of is bijgekomen) of gebalanceerd zijn(genoom is compleet).
- Detectie van gebalanceerde/ongebalanceerde afwijkingen zijn afhankelijk van de gebruikte techniek en de resolutie daarvan.
- Ongebalanceerde afwijkingen komen voor bij 1 op de 1600 geboortes en gebalanceerde bij 1 op 500 geboortes.
- Ongebalanceerde afwijkingen ontstaan door deletie en/of duplicatie van (een deel van) chromosomen.
- Gebalanceerde gameten zijn viable, maar ongebalanceerde 50%.
Ongebalanceerde Rearrangement
- Bij deletie is haploinsufficiëntie het gevolg: 1 kopie van een gen is niet voldoende voor de functie.
- Duplicaties zijn minder schadelijk, maar leiden tot onbalans(partiële trisomie) en kunnen genen verstoren.
- Marker chromosomen zijn kleine, niet-geïdentificeerde stukjes of chromosoomarmen dat resulteren in genetische onbalans. Komt vaak voor bij chromosoom 15 en sexchromosomen.
- Ring chromosomen ontstaan wanneer beide einden breken en fuseren, wat kan leiden tot problemen tijdens mitose.
- Isochromosomen omvatten het verlies van 1 arm(p of q) en duplicatie van de andere arm als spiegelbeeld, wat kan leiden tot partiële monosomie en trisomie. Vaak van X-chromosoom/chromosomen in kankers
- Dicentrische chromosomen(zeldzaam) ontstaan wanneer twee chromosoomsegmenten, elk met een centromeer, fuseren en mitotisch stabiel kunnen zijn als 1 centromeer epigenetisch inactief wordt gemaakt, resulterend in een pseudodicentrisch chromosoom.
Whole Genome Sequencing bij Translocaties
- Whole genome sequencing(next generation sequencing) kan gebruikt worden om translocaties aan te tonen.
- Dit omvat de alignering van reads met het referentie genoom van de 2 chromosomen en de identificatie deel van de reads die met beide chromosomen aligneren.
"Gebalanceerde" Rearrangementen
- Er zij 2 soorten gebalanceerde rearrangement, truly balanced en appear to be balanced(eigenlijk ongebalanceerd).
- Translocaties omvatten de verandering van chromosoomsegmenten tussen 2 niet-homologe chromosomen(reciprocal/Robertsonian).
- Inversies omvat inversie van chromosoomsegment tussen 2 homologe chromosomen(paracentrisch/pericentrisch).
- Ook in 'truly balanced' kunnen de uiteindelijke gameten ongebalanceerd zijn, wat risico's met zich meebrengt voor nageslacht.
Robertsonian Translocatie
- Bij Robertsonian translocatie(hoofdstuk 6) fuseren 2 acrocentrische chromosomen bij het centromeer, wat leidt tot verlies van de korte arm(bevat veel repeats en kopieën rRNA) en een reductie van chromosomen naar 45.
- Dit is gebalanceerd, maar kan wel problemen voor nageslacht zorgen door ongebalanceerde gameten.
Reciproke Translocatie
- Hierbij breken 2 niet-homologe chromosomen en rejoinen, waarbij het totale aantal onveranderd blijft.
- Hoewel gebalanceerd, maar het geeft problemen bij synapsis in M1, en zorgt voor problemen voor het nageslacht(ongebalanceerde gameten).
Reciproke Translocatie - Segregatie
- Tijdens profase in M1, vindt er synapsis plaats waar homologe delen van de 4 chromosomen aligneren op de best mogelijke manier(quadrivalent).
- Tijdens adjacent segregatie ontstaan ongebalanceerde dochtercellen die leiden tot ongebalanceerde gameten.
- Bij alternate segregatie kunnen dochtercellen normaal en gebalanceerd zijn, wat leid tot mogelijk ongebalanceerde gameten in nageslacht.
Gebalanceerde Rearrangementen - Inversies
- Ontstaan door inversie van chromosoomsegment waarbij inversies gebalanceerd zijn, maar toch problemen kunnen geven voor het nageslacht.
- Paracentrisch: centromeer is niet “inverted"
- Pericentrisch: centromeer is “inverted"
Paracentrische Inversie
- Bij paracentrische inversie blijft het centromeer op zijn plaats. Er kan een loop worden gevormd zodat chromosomen kunnen aligneren. Heeft een kleine kans op levensvatbare zygoten(2/4 gameten).
- Tijdens meiose worden kunnen 2 balanced gameten gevormd
- Er worden 2 unbalanced gameten gevormd, die niet levensvatbaar zijn
Pericentrische Inversie
- Hierbij is het centromeer betrokken bij de inversie die kunnen leiden tot rearranged chromosomen
- Tijdens meiose 2 worden 2 balanced gameten gevormd
- Er worden 2 unbalanced gameten gevormd(balanced/ongebalanceerde rearrangement van genetisch materiaal)
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.