Kankerverwekkende stoffen en hun effect op DNA

ProgressiveTeal566 avatar
ProgressiveTeal566
·
·
Download

Start Quiz

Study Flashcards

180 Questions

Wat is een belangrijke factor die chemische carcinogenese beïnvloedt?

Leeftijd van de persoon

Welk type straling wordt geassocieerd met fysieke carcinogenese?

Radioactiviteit

Welk virus staat bekend om zijn associatie met Kaposi-sarcoom?

Humaan herpesvirus 8 (HHV-8)

Wat is een kenmerk van retrovirussen?

Ze bevatten omgekeerd transcriptase

Welk gen is bekend als een tumorsuppressorgen?

p53

Wat is een belangrijk kenmerk van tumorsuppressorgenen?

Ze reguleren de celdeling en voorkomen kanker

Wat is de meest bekende test voor chemische carcinogenese?

De Ames-test

Welk metaal kan nierkanker veroorzaken?

Cadmium

Welke factor kan de gevoeligheid voor leverkanker verminderen?

Laag eiwitgehalte in het dieet

Welke fysieke agent kan DNA beschadigen door vorming van thymine-dimeren?

UV-licht

Welke groep chemicaliën kan mogelijk een rol spelen in het ontstaan van maag-darmkanker?

Nitrosaminen

Wat is de eerste stap in het proces van chemische carcinogenese?

Initiatie

Wat is een mogelijke impact van blootstelling aan vrije radicalen op het menselijk lichaam?

Vroegtijdige veroudering en degeneratieve ziekten zoals kanker en hart- en vaatziekten

Wat kan de impact zijn van blootstelling aan asbest op de gezondheid van mensen?

Agressieve kanker in longen en buikholte

Hoe kunnen virussen kanker veroorzaken?

Door een oncogen in te brengen in het virus zelf of door een cellulair protooncogene te activeren

Wat is een mogelijke oorzaak van kwaadaardige carcinomas bij patiënten met 'epidermodysplasia verruciformis'?

Abnormale, ongecontroleerde replicatie van het papilloma virus

Welke celstructuur is erg gevoelig voor kleine stralingdoses?

Lipoproteïnemembranen, de celwanden van zoogdiercellen

Wat is een mogelijke impact van voedselbestraling?

Twijfelachtige vorming van vrije radicalen in het voedsel

Wat veroorzaakt baarmoederhalskanker?

HPV-type 6 en 11

Welk virus veroorzaakt leukemie bij muizen en hamsters?

Polyoma virussen

Welke virussen kunnen Progressieve Multifocale Leukoencephalopathie (PML) veroorzaken?

Human Polyoma virus

Welk virus is een belangrijke oorzaak van nierfalen en het mislukken van niertransplantaties bij patiënten met immuunsuppressie?

Polyoma virussen

Welke virussen werden voor het eerst ontdekt in rhesus aap niercellen en in vroegere poliovaccins?

Polyoma virussen

Welke virussen coderen voor verschillende T-antigenen en zijn heel oncogeen in proefdieren?

Adenovirussen

Wat zijn de twee soorten genen waarvan verstoorde expressie kan leiden tot ongebreidelde groei en dus kanker?

Oncogenen en tumorsuppressorgenen

Wat is de naam van de eerste persoon die het verband legde tussen blootstelling aan chemische carcinogenen en kanker?

Sir Percival Pott

Hoe wordt het evenwicht tussen nieuwgevormde en afstervende cellen bij kanker doorbroken?

Er komen meer cellen bij dan er afsterven

Wat is de oorsprong van het woord 'kanker'?

Latijnse woord 'cancer'

Wat zijn de kenmerken van goedaardige en kwaadaardige tumoren?

Invaserende en metastasiserende eigenschappen

Wat zijn de bezwaarlijke factoren voor kanker?

Leeftijd, geslacht, genetische factoren, leefstijl, en omgevingsfactoren

Wat zijn de twee soorten genen waarvan verstoorde expressie kan leiden tot ongebreidelde groei en dus kanker?

Oncogenen en tumorsuppressorgenen

Wat is een belangrijk kenmerk van tumorsuppressorgenen?

Ze verhinderen of stilleggen de cel

Wat is een mogelijke impact van blootstelling aan asbest op de gezondheid van mensen?

Verhoogde kans op mesothelioom en longkanker

Wat zijn de kenmerken van goedaardige en kwaadaardige tumoren?

Goedaardige tumoren zijn begrensd, terwijl kwaadaardige tumoren invasief zijn en kunnen uitzaaien

Wat is de oorsprong van het woord 'kanker'?

Latijns woord 'cancer'

Wat is een mogelijke oorzaak van kwaadaardige carcinomas bij patiënten met 'epidermodysplasia verruciformis'?

'Epidermodysplasia verruciformis' kan de gevoeligheid voor zonlicht verhogen, wat kan bijdragen aan de ontwikkeling van kwaadaardige carcinomas

Wat is een mogelijke oorzaak van kanker die wordt besproken in de tekst?

UV-licht

Wat is een type virus dat wordt besproken in verband met kanker?

Papillomavirussen

Wat zijn de kenmerken van goedaardige en kwaadaardige tumoren?

Grootte en locatie

Wat is een mogelijke bron van chemische carcinogenen?

Tabaksrook

Welk type straling wordt specifiek geassocieerd met fysieke carcinogenese?

Röntgenstraling

Wat is een belangrijke rol van retrovirussen in verband met kanker?

Leiden tot ongebreidelde groei van cellen

Welk virus wordt geassocieerd met een hoog risico op huidkanker?

Papillomavirussen

Welk virus is een belangrijke oorzaak van nierfalen en het mislukken van niertransplantaties bij patiënten met immuunsuppressie?

Human Polyoma virus

Welk virus wordt voor het eerst ontdekt in rhesus aap niercellen en in vroegere poliovaccins?

Polyoma virussen

Welke virussen kunnen Progressieve Multifocale Leukoencephalopathie (PML) veroorzaken?

Polyoma virussen

Welke virussen zijn heel oncogeen in proefdieren?

Adenovirussen

Wat spelen een rol bij de replicatie van virale DNA en hebben een effect op gastheer DNA polymerase alfa?

SV40 virus

Wat kan een mogelijke impact zijn van blootstelling aan vrije radicalen op het menselijk lichaam?

Vroegtijdige veroudering en degeneratieve ziekten

Wat is een mogelijke oorzaak van kwaadaardige carcinomas bij patiënten met 'epidermodysplasia verruciformis'?

Autosomaal recessieve mutatie

Hoe kunnen virussen kanker veroorzaken?

Door het inbrengen van een oncogen in het virus zelf

Wat is een belangrijk kenmerk van tumorsuppressorgenen?

Regulatie van celdeling en preventie van kanker

Wat is een mogelijke impact van voedselbestraling?

Twijfelachtigheid over de veiligheid van voedsel

Wat kan de impact zijn van blootstelling aan asbest op de gezondheid van mensen?

Agressieve kanker in longen en buikholte

Wat is een kenmerk van fysische carcinogenese?

Vorming van thymine-dimeren in DNA door UV-licht

Welke factor kan de gevoeligheid voor leverkanker verminderen?

Verhoging van oxidase-activiteit door laag eiwitdieet

Wat is een bruikbaar criterium voor chemische carcinogenese?

Mutageniciteit

Wat is de meest bekende test voor chemische carcinogenese?

De Ames test

Wat is de eerste stap in het proces van chemische carcinogenese?

Initiatie: door de carcinogeen veroorzaakt mutaties in het DNA

Welke activiteit van enzymen maakt pasgeborenen gevoeliger dan volwassenen voor chemische carcinogenen?

Activiteit van gemengde functie oxidasen

Welke groep van chemicaliën kan mogelijk blaaskanker veroorzaken?

Aromatische aminen

Wat beïnvloedt de gevoeligheid voor leverkanker door daling van de oxidase-activiteit?

Dieetsamenstelling

Welke test maakt gebruik van speciale stammen van Salmonella typhimurium met mutaties in hun histidine operon en gesaboteerd DNA-herstelapparaat?

De Ames test

Welke fysische agent is carcinogeen door vorming van thymine-dimeren in DNA?

UV-licht

Wat is de tweede stap in het proces van chemische carcinogenese na initiatie?

Promotie

Welke factoren beïnvloeden de chemische carcinogenese volgens de tekst?

Hormonale status en dieetsamenstelling

Welk virus wordt geassocieerd met een hoog risico op huidkanker?

Papillomavirussen

Welke virussen kunnen Progressieve Multifocale Leukoencephalopathie (PML) veroorzaken?

Human Polyoma virus

Welk virus is een belangrijke oorzaak van nierfalen en het mislukken van niertransplantaties bij patiënten met immuunsuppressie?

Human Polyoma virus

Welk virus veroorzaakt leukemie bij muizen en hamsters?

Polyoma virussen

Welk virus wordt voor het eerst ontdekt in rhesus aap niercellen en in vroegere poliovaccins?

Polyoma virussen

Wat speelt een rol bij de replicatie van virale DNA en heeft een effect op gastheer DNA polymerase alfa?

Oncogenen

Wat is een kenmerk van virale carcinogenese?

Transformatie en oncogenen

Welk type virus wordt geassocieerd met een hoog risico op huidkanker?

Papillomavirussen

Wat is een mogelijke bron van chemische carcinogenen?

Vrije radicalen

Welk virus staat bekend om zijn associatie met Kaposi-sarcoom?

Humaan herpes virus 8 (HHV-8, Kaposi Sarcoma Herpes Virus)

Wat spelen een rol bij de replicatie van virale DNA en hebben een effect op gastheer DNA polymerase alfa?

RNA TUMOR VIRUSSEN (RETROVIRUSSEN)

Welke fysieke agent kan DNA beschadigen door vorming van thymine-dimeren?

UV-licht

Wat is een mogelijke oorzaak van kwaadaardige carcinomas bij patiënten met 'epidermodysplasia verruciformis'?

Infectie door Schistosoma haematobioum

Welk virus staat bekend om zijn associatie met Kaposi-sarcoom?

HTLV-1 en 2

Wat is een belangrijke rol van retrovirussen in verband met kanker?

Ze activeren cellulair protooncogenen

Welke virussen kunnen Progressieve Multifocale Leukoencephalopathie (PML) veroorzaken?

DNA tumor virussen

Wat is een type virus dat wordt besproken in verband met kanker?

DNA tumor virussen

Wat zijn de kenmerken van goedaardige en kwaadaardige tumoren?

Goedaardig: niet-invasief, Kwaadaardig: invasief

Wat is een belangrijke rol van tumorsuppressorgenen?

Ze verhinderen of stoppen de celgroei

Welke genen zijn dominant bij oncogenen en recessief bij tumorsuppressorgenen?

Oncogenen zijn dominant, tumorsuppressorgenen zijn recessief

Wat is een kenmerk van kankercellen?

Ze hebben stoord contactinhibitie

Wat is een mogelijke oorzaak van kanker die wordt besproken in de tekst?

Blootstelling aan asbest

Welke factor kan de gevoeligheid voor leverkanker verminderen?

Leefstijl

Wat kan de impact zijn van blootstelling aan vrije radicalen op het menselijk lichaam?

Mogelijke ontwikkeling van kanker

Welk enzym is hoger bij pasgeborenen, waardoor ze gevoeliger zijn voor chemische carcinogenen?

Gemengde functie oxidase

Welk metaal kan nierkanker veroorzaken volgens de tekst?

Kobalt

Welke stof kan mutaties in het DNA veroorzaken en zo aanleiding geven tot kanker?

Nitrosaminen

Welke fysische agent is carcinogeen door vorming van thymine-dimeren in DNA?

UV-licht

Welke test is de meest bekende test voor chemische carcinogenese?

Ames test

Wat is de tweede stap in het proces van chemische carcinogenese na initiatie?

Promotie

Welke fysische agent kan DNA beschadigen door vorming van thymine-dimeren?

Ultraviolet licht

Welk virus is een belangrijke oorzaak van leverkanker?

Hepatitis C-virus

Welke virussen worden geassocieerd met Progressieve Multifocale Leukoencephalopathie (PML)?

Polyomavirus JC (JCV)

Wat is een mogelijke impact van blootstelling aan vrije radicalen op het menselijk lichaam?

Veroudering en degeneratieve ziekten

Welk metaal kan nierkanker veroorzaken?

Cadmium

Wat is een mogelijke bron van chemische carcinogenen?

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's)

Wat is een kenmerk van een goedaardige tumor?

Het is meestal begrensd en groeit langzaam

Welke factor kan de gevoeligheid voor leverkanker mogelijk verminderen?

Vaccinatie tegen hepatitis B

Welk virus staat bekend om zijn associatie met leukemie bij muizen en hamsters?

Murine Polyoma virus

Wat is een mogelijke impact van blootstelling aan vrije radicalen op het menselijk lichaam?

Schade aan cellen en DNA

Wat is een mogelijke impact van voedselbestraling?

Verlengde houdbaarheid van voedsel

Wat is een belangrijk kenmerk van tumorsuppressorgenen?

Ze remmen ongebreidelde celgroei en voorkomen dus kanker

Wat is een mogelijke oorzaak van kwaadaardige carcinomas bij patiënten met 'epidermodysplasia verruciformis'?

Polyoma virussen

Welke virussen kunnen Progressieve Multifocale Leukoencephalopathie (PML) veroorzaken?

Polyoma virussen

Welk virus staat bekend om zijn associatie met Kaposi-sarcoom?

Polyoma virussen

Welk virus wordt geassocieerd met een hoog risico op huidkanker?

Papillomavirussen

Welk type virus wordt besproken in verband met kanker?

Papillomavirussen

Welk virus is een belangrijke oorzaak van nierfalen en het mislukken van niertransplantaties bij patiënten met immuunsuppressie?

Human Polyoma virus

Wat zijn de twee soorten genen waarvan verstoorde expressie kan leiden tot ongebreidelde groei en dus kanker?

Tumorsuppressorgenen en proto-oncogenen

Wat is een mogelijke oorzaak van kwaadaardige carcinomas bij patiënten met 'epidermodysplasia verruciformis'?

Langdurige blootstelling aan zonlicht

Wat is een belangrijke rol van retrovirussen in verband met kanker?

Het inactiveren van oncogenen

Wat is een mogelijke impact van voedselbestraling?

Het verhogen van de houdbaarheid van voedingsmiddelen

Wat kan de impact zijn van blootstelling aan asbest op de gezondheid van mensen?

Het verhogen van het risico op mesothelioom en longkanker

Welke groep van chemicaliën kan mogelijk blaaskanker veroorzaken?

Aromatische amines

Chemische carcinogenese is een veeltrapsproces.

True

UV-licht is een voorbeeld van fysieke carcinogenese.

True

Papillomavirussen behoren tot de DNA tumorvirussen.

True

Retrovirussen kunnen cellen transformeren door infectie.

True

Retrovirussen bevatten altijd oncogenen.

False

P53 is een bekend voorbeeld van een tumorsuppressorgen.

True

Chemische carcinogenen kunnen mogelijk blaaskanker veroorzaken.

True

Alle mutagene stoffen zijn carcinogeen.

False

UV-licht kan DNA beschadigen door vorming van thymine-dimeren.

True

De hormonale status heeft geen invloed op de gevoeligheid voor chemische carcinogenen.

False

De Ames-test maakt gebruik van speciale stammen van Salmonella typhimurium.

True

Fysische carcinogenese kan veroorzaakt worden door radioactiviteit.

True

Kanker is een ziekte die wereldwijd voorkomt en vaak geassocieerd wordt met moderne samenleving en milieuvervuiling.

True

Kankercellen hebben stoord contactinhibitie.

True

Sir Percival Pott was de eerste die het verband tussen blootstelling aan chemische carcinogenen en kanker legde.

True

Kanker is altijd zichtbaar.

False

Kanker kan voorkomen bij dieren, niet alleen bij mensen.

True

Kanker is een van de belangrijkste oorzaken van de dood.

True

HPV kan kanker veroorzaken door transformatie van menselijke keratinocyten.

True

BK en JC zijn de eerste twee menselijke polyoma isolaten die uit tumorweefsel zijn geïsoleerd.

False

Adenovirussen hebben geen humane kankerassociaties.

True

Tumoren veroorzaakt door papillomavirussen, adenovirussen of polyoma virussen produceren infectieuze virussen.

False

De tumorantigenen van SV40 veroorzaken transformatie van cellen door interactie met tumorsuppressorgenen.

True

De oncogenen die worden besproken in de tekst hebben cellulaire homologe varianten.

False

Is voedselbestraling twijfelachtig vanwege de vorming van vrije radicalen in het voedsel?

True

Expositie aan vrije radicalen kan leiden tot vroegtijdige veroudering en verschillende degeneratieve ziekten, waaronder kanker, reuma en hart- en vaatziekten.

True

Asbest kan agressieve kanker veroorzaken in longen en buikholte?

True

Expositie aan asbest is ook met zekerheid verbonden aan longcarcinoom bij rokers?

True

Virussen kunnen kanker veroorzaken door een oncogen in het virus zelf in te brengen of door een cellulair protooncogene te activeren?

True

De meeste DNA virussen kunnen een lytische cyclus of lysogene cyclus volgen?

True

Chemische carcinogenen kunnen blaaskanker veroorzaken.

True

Fysieke agenten zoals UV-licht kunnen kanker veroorzaken door de vorming van thymine-dimeren in DNA.

True

Retrovirussen bevatten altijd oncogenen.

False

Asbest kan agressieve kanker veroorzaken in longen en buikholte.

True

Virussen kunnen kanker veroorzaken door een oncogen in het virus zelf in te brengen of door een cellulair proto-oncogen te activeren.

True

Kanker is een van de belangrijkste oorzaken van de dood.

True

Kanker kan alleen voorkomen bij mensen die risicogedrag vertonen.

False

Sir Percival Pott was de eerste persoon die het verband legde tussen blootstelling aan chemische carcinogenen en kanker.

True

Kankercellen hebben stoord contactinhibitie.

True

Kankercellen hebben grote variabiliteit.

True

Kanker is altijd zichtbaar.

False

Kanker kan voorkomen bij mensen die gezond leven, maar verkeerde genetische factoren kunnen een rol spelen.

True

Chemische carcinogenese kan leiden tot mutaties in het DNA, wat later kan leiden tot leverkanker.

True

Een laag eiwitgehalte in het dieet kan de gevoeligheid voor leverkanker verminderen door daling van de oxidase-activiteit.

True

Alle mutagene stoffen zijn ook carcinogeen.

False

UV-licht kan DNA beschadigen door vorming van thymine-dimeren.

True

Radioactiviteit kan leiden tot immuniteitsproblemen en mogelijkheid tot kanker.

True

De Ames test maakt gebruik van speciale stammen van Salmonella typhimurium met mutaties in hun histidine operon en gesaboteerd DNA-herstelapparaat.

True

HPV kan kanker veroorzaken door transformatie van menselijke keratinocyten.

True

BK en JC zijn de eerste twee menselijke polyoma isolaten die uit tumorweefsel zijn geïsoleerd.

False

Adenovirussen hebben geen humane kankerassociaties.

False

Tumorantigenen van SV40 veroorzaken transformatie van cellen door interactie met tumorsuppressorgenen.

True

Polyomavirussen kunnen leukemie veroorzaken bij muizen en hamsters.

True

Er is kort een vaccin beschikbaar tegen de vorm van baarmoederhalskanker veroorzaakt door HPV.

True

Expositie aan vrije radicalen kan leiden tot vroegtijdige veroudering en verschillende degeneratieve ziekten, waaronder kanker, reuma en hart- en vaatziekten.

True

Virussen kunnen kanker veroorzaken door een oncogen in het virus zelf in te brengen of door een cellulair protooncogene te activeren.

True

De meeste DNA virussen kunnen een lytische cyclus of lysogene cyclus volgen.

True

Papillomavirussen zijn kleine virussen met een genoomgrootte van ongeveer 8kb. Ze kunnen wratten bij mens en dier veroorzaken, maar ook kankers.

True

De ontdekking van virale oncogenen in retrovirussen en het ontdekken van homologe genen in alle cellen (proto-oncogenen) heeft het onderzoek naar het verband tussen virussen en kanker sterk bevorderd.

True

De eerste DNA tumor virussen die ontdekt werden, waren het konijn fibroma virus en het Shope papilloma virus in 1930.

True

Study Notes

  • Kanker is een ziekte met wereldwijd voorkomen, vaak geassocieerd met moderne samenleving en milieuvervuiling. Wortel is afgeleid van Latijnse woord "cancer" (kreeft). De naam "Krebs" in Duits. Oorspronkelijk herkend aan opvallende rode, gezwollen bloedvaten bij gezwellen. Kanker is ongecontroleerde en ongeremde celmultiplicatie.
  • Cellularisatiegraad toeneemt, delingscapaciteit afneemt (zenuwcellen en hartspiercellen geven geen aanleiding tot kanker). Regulering celgroei gebeurt via groeifactoren met receptoren op cellenoppervlak.
  • Er zijn twee soorten genen waarvan expressie verstoord kan leiden tot ongebreideld groei en dus kanker: oncogenen en tumorsuppressorgenen. Oncogenen zijn normale genen in gezonde cellen, maar waaronder de eiwitten stimuleren de cel. Tumorsuppressorgenen verhinderen of stilleggen de cel.
  • Kanker zijn goedaardige en kwaadaardige tumoren, afhankelijk van hun biologisch gedrag: invaserende en metastasiserende eigenschappen. Goedaardige tumoren geven geen aanleiding tot dood, kwaadaardige tumoren meestal.
  • Kanker groeit ongeordend, maar niet noodzakelijk sneller dan gezond weefsel. Het evenwicht tussen nieuwgevormde en afstervende cellen wordt doorbroken: er komen meer cellen bij dan er afsterven.
  • Oorzaak van kwaadaardige tumor vaak niet te achterhalen. Uitzondering is relatie tussen tabaksrook en longkanker.
  • Chemische carcinogenese is een meertrapsproces: initiatie, promotie, en progressie. Directe carcinogenen binden covalent aan macromoleculen, indirecte carcinogenen via omzetting in reactief bestanddeel.
  • Polycyclische koolwaterstoffen, uit koolteer, carcinogeen op plaats van aandoening, metaboliseerd tot electrofiele epoxidenet door P450-afhankelijke gemengde functie oxidasen.
  • Chemische carcinogenen kunnen kanker veroorzaken in verschillende organen of weefsels, afhankelijk van het carcinogeen en de omgevingsfactor.
  • Sir Percival Pott was de eerste om verband tussen blootstelling aan chemisch carcinogeen en kanker. Longkanker bij schoorsteenvegers in 1915.
  • Chemische carcinogenes moeten eerst geactiveerd worden. Chemische carcinogenese gebeurt in meerdere stappen: initiatie, promotie, en progressie.
  • Reeds in 1915 werd huidkanker experimenteel verwekt bij konijnen in Japan.
  • Kankerverwekkende stoffen kunnen kanker veroorzaken in verschillende organen of weefsels, afhankelijk van het carcinogeen en de omgevingsfactor.
  • Polycyclische koolwaterstoffen, uit koolteer, kankerverwekkend op plaats van aandoening, metaboliseerd tot electrofiele epoxiden door P450-afhankelijke gemengde functie oxidasen.
  • Kankerverwekkende stoffen kunnen kanker veroorzaken in verschillende organen of weefsels, afhankelijk van het carcinogeen en de omgevingsfactor.
  • Kanker ontstaat uit cellen die normaal nog de mogelijkheid tot celdeling bezitten: rijpe neuronen (zenuwcellen) en hartspiercellen geven geen aanleiding tot kanker.
  • Er zijn twee soorten genen die als hun expressie verstoord is, aanleiding kunnen geven tot ongebreidelde groei (en dus kanker): oncogenen en tumorsuppressorgenen.
  • Oncogenen zijn normale genen aanwezig in gezonde cellen, maar waarvan de genproducten eiwitten zijn die de celdeling stimuleren.
  • Tumorsuppressorgenen verhinderen of stilleggen de cel, spelen een belangrijke rol bij het herstel van schade in het DNA.
  • Mutaties in deze genen zijn dominant bij oncogenen en recessief bij tumorsuppressorgenen.
  • Normale cellen stoppen met delen zodra ze volledig omringd zijn door naburige cellen, kankercellen delen verder.
  • Kankercellen lijken vaak op primitievere voorlopercellen.
  • Kankercellen hebben stoord contactinhibitie.
  • Kankercellen hebben gemengde eigenschappen van goedaardige en kwaadaardige tumoren, afhankelijk van de plaats en snelheid van groei.
  • Kankercellen hebben grote variabiliteit.
  • Er zijn verschillende bezwaarlijke factoren voor kanker, zoals leeftijd, geslacht en genetische factoren, leefstijl, en omgevingsfactoren.
  • Kanker kan voorkomen in alle organen en weefsels van het lichaam.
  • Er is niet een enkele oorzaak voor kanker, maar meerdere factoren die samen bijdragen.
  • Kanker kan behandeld worden met chemotherapie, radiotherapie, en/of chirurgie, afhankelijk van de plaats en omvang van de tumor.
  • Kanker kan voorkomen in gezonde weefsel, maar zoals het groeit en verspreidt, kan het schadelijk worden.
  • Kanker is niet altijd zichtbaar.
  • Er zijn verschillende typen kanker, zoals carcinoom, sarcoom, lymfoom, en melanoom, elk met een verschillend gedrag en behandeling.
  • Kanker is een van de belangrijkste oorzaken van de dood.
  • Kanker is niet altijd onomkeerbaar, er kunnen zich kerntumoren ontwikkelen.
  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de gezondheidszorg.
  • Kanker is een belangrijke kwestie in de vooruitgang van de wetenschap en de geneeskunde.
  • Kanker kan voorkomen bij dieren, niet alleen bij mensen.
  • Kanker kan voorkomen bij kinderen, hoewel het zeldzamer is dan bij volwassenen.
  • Kanker kan voorkomen bij mensen van alle ras en etniciteit.
  • Kanker kan voorkomen bij mensen van alle leeftijdsgroep.
  • Kanker kan voorkomen bij mensen die niet risicobehaviors vertonen.
  • Kanker kan voorkomen bij mensen die gezond leven, maar verkeerde genetische factoren kunnen een rol spelen.
  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de nationale en internationale politiek.
  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de wetenschap en de geneeskunde.
  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de sociaal-economische sector.
  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de onderzoeksgemeenschap.
  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de gezondheidsvoorziening.
  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de gemeenschap.
  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de wereld.
  • Kanker kan voorkomen op een individueel niveau, maar ook op een grotere schaal, zoals in een gevangenis of een geheel land.
  • Kanker kan

 Aflatoxine B1, product van Aspergillus flavus, wordt in de lever omgezet in een epoxide en kan binden met DNA, waarbij er mutaties kunnen plaatsvinden (initiatie) en later leverkanker ontstaan.  Aromatische aminen (bijvoorbeeld aniline) en azolkleurstoffen (bijvoorbeeld botergeel) kunnen respectievelijk blaaskanker en leverkanker veroorzaken.  Nitrosaminen kunnen mogelijk een rol spelen in het ontstaan van gastro-intestinale carcinomen (maag-darmkankers).  Metaalen, waaronder cadmium (nierkanker), kobalt, berylium, nikkel, en lood, kunnen carcinogeen zijn.

 Factoren die het chemische carcinogenese beïnvloeden:

  • Activiteit van gemengde functie oxidasen (belangrijke enzymen in de cel): hoger bij pasgeborenen, makend ze gevoeliger dan volwassenen.
  • Hormonale status: onvoorspelbaar. Vrouwen zijn gevoeliger aan aminoazotolueen en diethylnitrosamine dan mannen. Mannen blijken daarentegen gevoeliger te zijn aan aromatische aminen dan vrouwen.
  • Dieetsamenstelling: laag eiwitgehalte vermindert gevoeligheid voor leverkanker door daling van de oxidase-activiteit.

 Chemische carcinogenese en mutageniciteit:

  • Alle mutagene stoffen zijn niet carcinogeen, maar mutageniciteit is een bruikbaar criteria.
  • Mutaties in het DNA kunnen aanleiding geven tot kanker.
  • De Ames test is de meest bekende test voor chemische carcinogenese: gebruikmaakt van speciale stammen van Salmonella typhimurium met mutaties in hun histidine operon en gesaboteerd DNA-herstelapparaat.
  • De teststof wordt in een minimaal medium met een vloeibare agar en histidine en een beetje verhit, zodat zowel groei en DNA-replicatie mogelijk zijn.
  • De relatieve mutageniciteit van de teststof wordt bepaald door het aantal kolonies die groeien op de testplaat in vergelijking met een controleplaat.

 Chemische carcinogenese als een veeltrapsproces:

  • Initiatie: door de carcinogeen veroorzaakt mutaties in het DNA.
  • Promotie: door de promotor (niet-autonoom groeien van de cel).
  • Progressie: onafhankelijk van carcinogeen of promotor (autonoom groeien van de cel).
  • Kanker: verkrijgen van de mogelijkheid tot invasie en metastasering.

 Fysische carcinogenese:

  • UV-licht: golflengte tussen 290 en 320 nm, carcinogeen door vorming van thymine-dimeren in DNA.

  • Radioactiviteit: opgenomen en ingebouwd in lichaamscellen, uitzendt alfa- bèta- en gammastraling, immuniteit kan ernstig worden aangetast, mogelijkheid tot kanker.

  • Belasting door vrije radicalen, cumulatief effect.

  • Kanker is een ziekte met wereldwijd voorkomen, vaak geassocieerd met moderne samenleving en milieuvervuiling. Wortel is afgeleid van Latijnse woord "cancer" (kreeft). De naam "Krebs" in Duits. Oorspronkelijk herkend aan opvallende rode, gezwollen bloedvaten bij gezwellen. Kanker is ongecontroleerde en ongeremde celmultiplicatie.

  • Cellularisatiegraad toeneemt, delingscapaciteit afneemt (zenuwcellen en hartspiercellen geven geen aanleiding tot kanker). Regulering celgroei gebeurt via groeifactoren met receptoren op cellenoppervlak.

  • Er zijn twee soorten genen waarvan expressie verstoord kan leiden tot ongebreideld groei en dus kanker: oncogenen en tumorsuppressorgenen. Oncogenen zijn normale genen in gezonde cellen, maar waaronder de eiwitten stimuleren de cel. Tumorsuppressorgenen verhinderen of stilleggen de cel.

  • Kanker zijn goedaardige en kwaadaardige tumoren, afhankelijk van hun biologisch gedrag: invaserende en metastasiserende eigenschappen. Goedaardige tumoren geven geen aanleiding tot dood, kwaadaardige tumoren meestal.

  • Kanker groeit ongeordend, maar niet noodzakelijk sneller dan gezond weefsel. Het evenwicht tussen nieuwgevormde en afstervende cellen wordt doorbroken: er komen meer cellen bij dan er afsterven.

  • Oorzaak van kwaadaardige tumor vaak niet te achterhalen. Uitzondering is relatie tussen tabaksrook en longkanker.

  • Chemische carcinogenese is een meertrapsproces: initiatie, promotie, en progressie. Directe carcinogenen binden covalent aan macromoleculen, indirecte carcinogenen via omzetting in reactief bestanddeel.

  • Polycyclische koolwaterstoffen, uit koolteer, carcinogeen op plaats van aandoening, metaboliseerd tot electrofiele epoxidenet door P450-afhankelijke gemengde functie oxidasen.

  • Chemische carcinogenen kunnen kanker veroorzaken in verschillende organen of weefsels, afhankelijk van het carcinogeen en de omgevingsfactor.

  • Sir Percival Pott was de eerste om verband tussen blootstelling aan chemisch carcinogeen en kanker. Longkanker bij schoorsteenvegers in 1915.

  • Chemische carcinogenes moeten eerst geactiveerd worden. Chemische carcinogenese gebeurt in meerdere stappen: initiatie, promotie, en progressie.

  • Reeds in 1915 werd huidkanker experimenteel verwekt bij konijnen in Japan.

  • Kankerverwekkende stoffen kunnen kanker veroorzaken in verschillende organen of weefsels, afhankelijk van het carcinogeen en de omgevingsfactor.

  • Polycyclische koolwaterstoffen, uit koolteer, kankerverwekkend op plaats van aandoening, metaboliseerd tot electrofiele epoxiden door P450-afhankelijke gemengde functie oxidasen.

  • Kankerverwekkende stoffen kunnen kanker veroorzaken in verschillende organen of weefsels, afhankelijk van het carcinogeen en de omgevingsfactor.

  • Kanker ontstaat uit cellen die normaal nog de mogelijkheid tot celdeling bezitten: rijpe neuronen (zenuwcellen) en hartspiercellen geven geen aanleiding tot kanker.

  • Er zijn twee soorten genen die als hun expressie verstoord is, aanleiding kunnen geven tot ongebreidelde groei (en dus kanker): oncogenen en tumorsuppressorgenen.

  • Oncogenen zijn normale genen aanwezig in gezonde cellen, maar waarvan de genproducten eiwitten zijn die de celdeling stimuleren.

  • Tumorsuppressorgenen verhinderen of stilleggen de cel, spelen een belangrijke rol bij het herstel van schade in het DNA.

  • Mutaties in deze genen zijn dominant bij oncogenen en recessief bij tumorsuppressorgenen.

  • Normale cellen stoppen met delen zodra ze volledig omringd zijn door naburige cellen, kankercellen delen verder.

  • Kankercellen lijken vaak op primitievere voorlopercellen.

  • Kankercellen hebben stoord contactinhibitie.

  • Kankercellen hebben gemengde eigenschappen van goedaardige en kwaadaardige tumoren, afhankelijk van de plaats en snelheid van groei.

  • Kankercellen hebben grote variabiliteit.

  • Er zijn verschillende bezwaarlijke factoren voor kanker, zoals leeftijd, geslacht en genetische factoren, leefstijl, en omgevingsfactoren.

  • Kanker kan voorkomen in alle organen en weefsels van het lichaam.

  • Er is niet een enkele oorzaak voor kanker, maar meerdere factoren die samen bijdragen.

  • Kanker kan behandeld worden met chemotherapie, radiotherapie, en/of chirurgie, afhankelijk van de plaats en omvang van de tumor.

  • Kanker kan voorkomen in gezonde weefsel, maar zoals het groeit en verspreidt, kan het schadelijk worden.

  • Kanker is niet altijd zichtbaar.

  • Er zijn verschillende typen kanker, zoals carcinoom, sarcoom, lymfoom, en melanoom, elk met een verschillend gedrag en behandeling.

  • Kanker is een van de belangrijkste oorzaken van de dood.

  • Kanker is niet altijd onomkeerbaar, er kunnen zich kerntumoren ontwikkelen.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de gezondheidszorg.

  • Kanker is een belangrijke kwestie in de vooruitgang van de wetenschap en de geneeskunde.

  • Kanker kan voorkomen bij dieren, niet alleen bij mensen.

  • Kanker kan voorkomen bij kinderen, hoewel het zeldzamer is dan bij volwassenen.

  • Kanker kan voorkomen bij mensen van alle ras en etniciteit.

  • Kanker kan voorkomen bij mensen van alle leeftijdsgroep.

  • Kanker kan voorkomen bij mensen die niet risicobehaviors vertonen.

  • Kanker kan voorkomen bij mensen die gezond leven, maar verkeerde genetische factoren kunnen een rol spelen.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de nationale en internationale politiek.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de wetenschap en de geneeskunde.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de sociaal-economische sector.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de onderzoeksgemeenschap.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de gezondheidsvoorziening.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de gemeenschap.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de wereld.

  • Kanker kan voorkomen op een individueel niveau, maar ook op een grotere schaal, zoals in een gevangenis of een geheel land.

  • Kanker kan

  • Kanker is een ziekte met wereldwijd voorkomen, vaak geassocieerd met moderne samenleving en milieuvervuiling. Wortel is afgeleid van Latijnse woord "cancer" (kreeft). De naam "Krebs" in Duits. Oorspronkelijk herkend aan opvallende rode, gezwollen bloedvaten bij gezwellen. Kanker is ongecontroleerde en ongeremde celmultiplicatie.

  • Cellularisatiegraad toeneemt, delingscapaciteit afneemt (zenuwcellen en hartspiercellen geven geen aanleiding tot kanker). Regulering celgroei gebeurt via groeifactoren met receptoren op cellenoppervlak.

  • Er zijn twee soorten genen waarvan expressie verstoord kan leiden tot ongebreideld groei en dus kanker: oncogenen en tumorsuppressorgenen. Oncogenen zijn normale genen in gezonde cellen, maar waaronder de eiwitten stimuleren de cel. Tumorsuppressorgenen verhinderen of stilleggen de cel.

  • Kanker zijn goedaardige en kwaadaardige tumoren, afhankelijk van hun biologisch gedrag: invaserende en metastasiserende eigenschappen. Goedaardige tumoren geven geen aanleiding tot dood, kwaadaardige tumoren meestal.

  • Kanker groeit ongeordend, maar niet noodzakelijk sneller dan gezond weefsel. Het evenwicht tussen nieuwgevormde en afstervende cellen wordt doorbroken: er komen meer cellen bij dan er afsterven.

  • Oorzaak van kwaadaardige tumor vaak niet te achterhalen. Uitzondering is relatie tussen tabaksrook en longkanker.

  • Chemische carcinogenese is een meertrapsproces: initiatie, promotie, en progressie. Directe carcinogenen binden covalent aan macromoleculen, indirecte carcinogenen via omzetting in reactief bestanddeel.

  • Polycyclische koolwaterstoffen, uit koolteer, carcinogeen op plaats van aandoening, metaboliseerd tot electrofiele epoxidenet door P450-afhankelijke gemengde functie oxidasen.

  • Chemische carcinogenen kunnen kanker veroorzaken in verschillende organen of weefsels, afhankelijk van het carcinogeen en de omgevingsfactor.

  • Sir Percival Pott was de eerste om verband tussen blootstelling aan chemisch carcinogeen en kanker. Longkanker bij schoorsteenvegers in 1915.

  • Chemische carcinogenes moeten eerst geactiveerd worden. Chemische carcinogenese gebeurt in meerdere stappen: initiatie, promotie, en progressie.

  • Reeds in 1915 werd huidkanker experimenteel verwekt bij konijnen in Japan.

  • Kankerverwekkende stoffen kunnen kanker veroorzaken in verschillende organen of weefsels, afhankelijk van het carcinogeen en de omgevingsfactor.

  • Polycyclische koolwaterstoffen, uit koolteer, kankerverwekkend op plaats van aandoening, metaboliseerd tot electrofiele epoxiden door P450-afhankelijke gemengde functie oxidasen.

  • Kankerverwekkende stoffen kunnen kanker veroorzaken in verschillende organen of weefsels, afhankelijk van het carcinogeen en de omgevingsfactor.

  • Kanker ontstaat uit cellen die normaal nog de mogelijkheid tot celdeling bezitten: rijpe neuronen (zenuwcellen) en hartspiercellen geven geen aanleiding tot kanker.

  • Er zijn twee soorten genen die als hun expressie verstoord is, aanleiding kunnen geven tot ongebreidelde groei (en dus kanker): oncogenen en tumorsuppressorgenen.

  • Oncogenen zijn normale genen aanwezig in gezonde cellen, maar waarvan de genproducten eiwitten zijn die de celdeling stimuleren.

  • Tumorsuppressorgenen verhinderen of stilleggen de cel, spelen een belangrijke rol bij het herstel van schade in het DNA.

  • Mutaties in deze genen zijn dominant bij oncogenen en recessief bij tumorsuppressorgenen.

  • Normale cellen stoppen met delen zodra ze volledig omringd zijn door naburige cellen, kankercellen delen verder.

  • Kankercellen lijken vaak op primitievere voorlopercellen.

  • Kankercellen hebben stoord contactinhibitie.

  • Kankercellen hebben gemengde eigenschappen van goedaardige en kwaadaardige tumoren, afhankelijk van de plaats en snelheid van groei.

  • Kankercellen hebben grote variabiliteit.

  • Er zijn verschillende bezwaarlijke factoren voor kanker, zoals leeftijd, geslacht en genetische factoren, leefstijl, en omgevingsfactoren.

  • Kanker kan voorkomen in alle organen en weefsels van het lichaam.

  • Er is niet een enkele oorzaak voor kanker, maar meerdere factoren die samen bijdragen.

  • Kanker kan behandeld worden met chemotherapie, radiotherapie, en/of chirurgie, afhankelijk van de plaats en omvang van de tumor.

  • Kanker kan voorkomen in gezonde weefsel, maar zoals het groeit en verspreidt, kan het schadelijk worden.

  • Kanker is niet altijd zichtbaar.

  • Er zijn verschillende typen kanker, zoals carcinoom, sarcoom, lymfoom, en melanoom, elk met een verschillend gedrag en behandeling.

  • Kanker is een van de belangrijkste oorzaken van de dood.

  • Kanker is niet altijd onomkeerbaar, er kunnen zich kerntumoren ontwikkelen.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de gezondheidszorg.

  • Kanker is een belangrijke kwestie in de vooruitgang van de wetenschap en de geneeskunde.

  • Kanker kan voorkomen bij dieren, niet alleen bij mensen.

  • Kanker kan voorkomen bij kinderen, hoewel het zeldzamer is dan bij volwassenen.

  • Kanker kan voorkomen bij mensen van alle ras en etniciteit.

  • Kanker kan voorkomen bij mensen van alle leeftijdsgroep.

  • Kanker kan voorkomen bij mensen die niet risicobehaviors vertonen.

  • Kanker kan voorkomen bij mensen die gezond leven, maar verkeerde genetische factoren kunnen een rol spelen.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de nationale en internationale politiek.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de wetenschap en de geneeskunde.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de sociaal-economische sector.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de onderzoeksgemeenschap.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de gezondheidsvoorziening.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de gemeenschap.

  • Kanker is een belangrijke prioriteit in de wereld.

  • Kanker kan voorkomen op een individueel niveau, maar ook op een grotere schaal, zoals in een gevangenis of een geheel land.

  • Kanker kan

  • De meeste lichaamstoelen bestaan uit water, maar alle binnenliggende moleculen kunnen worden getroffen door schadelijke radicaalmoleculen, zoals hydroxylradicalen.

  • In 1972 werd aangetoond dat lipoproteïnemembranen, de celwanden van zoogdiercellen, erg gevoelig zijn voor kleine stralingdoses. De celmembranen breken snel onder de daaruit voortkomende vrije radicalen.

  • Voedselbestraling wordt twijfelachtig geacht vanwege de vorming van vrije radicalen in het voedsel.

  • Expositie aan vrije radicalen kan leiden tot vroegtijdige veroudering en verschillende degeneratieve ziekten, waaronder kanker, reuma en hart- en vaatziekten.

  • Asbest, vooral de langgerekte, dunne crocidolietvezels, veroorzaakt agressieve kanker in longen en buikholte. Deze vezels kunnen diep in de luchtwegen en longblaasjes doordringen.

  • Expositie aan asbest is ook met zekerheid verbonden aan longcarcinoom bij rokers.

  • De mens is in het algemeen zeer weerstandig tegen kanker door vreemd lichaam, maar bij bepaalde infecties door parasieten of wormen, zoals Schistosoma haematobioum (blaaskanker) en Clonorchis sinensis (galwegkanker), wordt vermoed dat er een rol voor vreemd lichaam carcinogenese speelt.

  • Virale carcinogenese bij de mens is slechts goed gedocumenteerd voor een paar tumoren: bepaalde T-cel leukemieën of lymfomen die veroorzaakt worden door het RNA-retrovirus HTLV-1 en 2, baarmoederhalskanker door het DNA-virus HPV (humaan papilloma virus), en leverkanker, vaak veroorzaakt door het Hepatitis B-virus.

  • De ontdekking van virale oncogenen in retrovirussen en het ontdekken van homologe genen in alle cellen (proto-oncogenen) heeft het onderzoek naar het verband tussen virussen en kanker sterk bevorderd.

  • Virussen kunnen kanker veroorzaken door een oncogen in het virus zelf in te brengen of door een cellulair protooncogene te activeren.

  • De ontdekking van cellulaire oncogenen en tumorsuppressorgenen heeft het onderzoek naar de ontwikkeling van niet-virale kankers sterk bevorderd.

  • De meeste DNA virussen kunnen een lytische cyclus of lysogene cyclus volgen.

  • De eerste DNA tumor virussen die ontdekt werden, waren het konijn fibroma virus en het Shope papilloma virus in 1930.

  • Papillomavirussen zijn kleine virussen met een genoomgrootte van ongeveer 8kb. Ze kunnen wratten bij mens en dier veroorzaken, maar ook kankers.

  • Wratten zijn meestal goedaardig, maar ze kunnen transformeren in kwaadaardige carcinomas, bijvoorbeeld bij patiënten met "epidermodysplasia verruciformis", een zeldzame autosomaal recessieve mutatie die leidt tot een abnormale, ongecontroleerde replicatie van het papilloma virus.

  • De meeste lichaamstoelen bestaan uit water, maar alle binnenliggende moleculen kunnen worden getroffen door schadelijke radicaalmoleculen, zoals hydroxylradicalen.

  • In 1972 werd aangetoond dat lipoproteïnemembranen, de celwanden van zoogdiercellen, erg gevoelig zijn voor kleine stralingdoses. De celmembranen breken snel onder de daaruit voortkomende vrije radicalen.

  • Voedselbestraling wordt twijfelachtig geacht vanwege de vorming van vrije radicalen in het voedsel.

  • Expositie aan vrije radicalen kan leiden tot vroegtijdige veroudering en verschillende degeneratieve ziekten, waaronder kanker, reuma en hart- en vaatziekten.

  • Asbest, vooral de langgerekte, dunne crocidolietvezels, veroorzaakt agressieve kanker in longen en buikholte. Deze vezels kunnen diep in de luchtwegen en longblaasjes doordringen.

  • Expositie aan asbest is ook met zekerheid verbonden aan longcarcinoom bij rokers.

  • De mens is in het algemeen zeer weerstandig tegen kanker door vreemd lichaam, maar bij bepaalde infecties door parasieten of wormen, zoals Schistosoma haematobioum (blaaskanker) en Clonorchis sinensis (galwegkanker), wordt vermoed dat er een rol voor vreemd lichaam carcinogenese speelt.

  • Virale carcinogenese bij de mens is slechts goed gedocumenteerd voor een paar tumoren: bepaalde T-cel leukemieën of lymfomen die veroorzaakt worden door het RNA-retrovirus HTLV-1 en 2, baarmoederhalskanker door het DNA-virus HPV (humaan papilloma virus), en leverkanker, vaak veroorzaakt door het Hepatitis B-virus.

  • De ontdekking van virale oncogenen in retrovirussen en het ontdekken van homologe genen in alle cellen (proto-oncogenen) heeft het onderzoek naar het verband tussen virussen en kanker sterk bevorderd.

  • Virussen kunnen kanker veroorzaken door een oncogen in het virus zelf in te brengen of door een cellulair protooncogene te activeren.

  • De ontdekking van cellulaire oncogenen en tumorsuppressorgenen heeft het onderzoek naar de ontwikkeling van niet-virale kankers sterk bevorderd.

  • De meeste DNA virussen kunnen een lytische cyclus of lysogene cyclus volgen.

  • De eerste DNA tumor virussen die ontdekt werden, waren het konijn fibroma virus en het Shope papilloma virus in 1930.

  • Papillomavirussen zijn kleine virussen met een genoomgrootte van ongeveer 8kb. Ze kunnen wratten bij mens en dier veroorzaken, maar ook kankers.

  • Wratten zijn meestal goedaardig, maar ze kunnen transformeren in kwaadaardige carcinomas, bijvoorbeeld bij patiënten met "epidermodysplasia verruciformis", een zeldzame autosomaal recessieve mutatie die leidt tot een abnormale, ongecontroleerde replicatie van het papilloma virus.

Deze quiz gaat over de metabolisatie van kankerverwekkende stoffen, de vorming van covalente bindingen met DNA en de mogelijke gevolgen hiervan, zoals het ontstaan van mutaties en kanker.

Make Your Own Quizzes and Flashcards

Convert your notes into interactive study material.

Get started for free

More Quizzes Like This

Kankerverwekkende stoffen en mutaties
90 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser