Podcast
Questions and Answers
Welke van de volgende beweringen over het vermogensrecht is NIET correct?
Welke van de volgende beweringen over het vermogensrecht is NIET correct?
- Het vermogensrecht omvat uitsluitend zaken die positief van aard zijn. (correct)
- Het vermogensrecht omvat rechten die vatbaar zijn voor overdracht en vererving.
- Het vermogensrecht is grotendeels geregeld in het Burgerlijk Wetboek.
- Het vermogensrecht omvat zowel rechten als plichten die op geld waardeerbaar zijn.
Het objectief recht omvat de individuele rechten en plichten die voortvloeien uit de wet voor een specifiek rechtssubject.
Het objectief recht omvat de individuele rechten en plichten die voortvloeien uit de wet voor een specifiek rechtssubject.
False (B)
Wat is het essentiële verschil tussen een roerende en een onroerende zaak in het kader van het vermogensrecht?
Wat is het essentiële verschil tussen een roerende en een onroerende zaak in het kader van het vermogensrecht?
Een roerende zaak is verplaatsbaar, terwijl een onroerende zaak niet verplaatsbaar is.
Een rechtssubject ontleent subjectieve vermogensrechten aan het ______ recht.
Een rechtssubject ontleent subjectieve vermogensrechten aan het ______ recht.
Wat is de kern van het verschil tussen absolute en relatieve rechten binnen het vermogensrecht?
Wat is de kern van het verschil tussen absolute en relatieve rechten binnen het vermogensrecht?
Een verbintenis is een eenzijdige verplichting van een persoon jegens een ander.
Een verbintenis is een eenzijdige verplichting van een persoon jegens een ander.
Noem de drie belangrijkste bronnen waaruit een verbintenis kan ontstaan volgens het privaatrecht.
Noem de drie belangrijkste bronnen waaruit een verbintenis kan ontstaan volgens het privaatrecht.
Een natuurlijke verbintenis kenmerkt zich doordat de schuldeiser wel een vorderingsrecht heeft, maar geen ______.
Een natuurlijke verbintenis kenmerkt zich doordat de schuldeiser wel een vorderingsrecht heeft, maar geen ______.
Wat is de juridische consequentie van het verrichten van een rechtshandeling door een handelingsonbekwame?
Wat is de juridische consequentie van het verrichten van een rechtshandeling door een handelingsonbekwame?
Minderjarigen zijn altijd handelingsonbekwaam, ongeacht of zij toestemming hebben van hun wettelijke vertegenwoordiger.
Minderjarigen zijn altijd handelingsonbekwaam, ongeacht of zij toestemming hebben van hun wettelijke vertegenwoordiger.
Noem de belangrijkste gronden waarop een meerderjarige onder curatele kan worden gesteld.
Noem de belangrijkste gronden waarop een meerderjarige onder curatele kan worden gesteld.
De wettelijke vertegenwoordiger van een onder curatele gestelde is de ______, die benoemd wordt door de rechter.
De wettelijke vertegenwoordiger van een onder curatele gestelde is de ______, die benoemd wordt door de rechter.
Wanneer Fariza een contract sluit voor de aankoop van een auto, met het vaste voornemen de auto nooit daadwerkelijk te betalen, is er sprake van:
Wanneer Fariza een contract sluit voor de aankoop van een auto, met het vaste voornemen de auto nooit daadwerkelijk te betalen, is er sprake van:
Rechtvaardigheid en billijkheid kunnen nooit de basis vormen voor een nieuwe verbintenis als de wet en een expliciete overeenkomst ontbreken.
Rechtvaardigheid en billijkheid kunnen nooit de basis vormen voor een nieuwe verbintenis als de wet en een expliciete overeenkomst ontbreken.
Leg uit waarom het onderscheid tussen objectief en subjectief recht cruciaal is voor het begrijpen van de werking van het privaatrecht.
Leg uit waarom het onderscheid tussen objectief en subjectief recht cruciaal is voor het begrijpen van de werking van het privaatrecht.
De inschrijving van een notariële transportakte in de openbare registers van het hypotheekkantoor is vereist voor de levering van een ______ zaak.
De inschrijving van een notariële transportakte in de openbare registers van het hypotheekkantoor is vereist voor de levering van een ______ zaak.
Welke van de volgende situaties illustreert het beste het concept van zaakwaarneming?
Welke van de volgende situaties illustreert het beste het concept van zaakwaarneming?
De dood van een natuurlijk persoon betekent automatisch ook het einde van alle rechtspersonen waarin deze persoon betrokken was.
De dood van een natuurlijk persoon betekent automatisch ook het einde van alle rechtspersonen waarin deze persoon betrokken was.
Wat is het fundamentele verschil tussen een nietige en een vernietigbare rechtshandeling?
Wat is het fundamentele verschil tussen een nietige en een vernietigbare rechtshandeling?
Wanneer de rechten van een persoon zodanig zijn bepaald, dat hij van een ander een prestatie kan vorderen, spreken wij van een ______ vermogensrecht.
Wanneer de rechten van een persoon zodanig zijn bepaald, dat hij van een ander een prestatie kan vorderen, spreken wij van een ______ vermogensrecht.
Match the following concepts with their descriptions:
Match the following concepts with their descriptions:
Welke van de volgende handelingen wordt aangemerkt als een 'blote rechtsfeit'?
Welke van de volgende handelingen wordt aangemerkt als een 'blote rechtsfeit'?
Een rechtshandeling vereist altijd de daadwerkelijke wil van alle betrokken partijen om de beoogde rechtsgevolgen te laten intreden.
Een rechtshandeling vereist altijd de daadwerkelijke wil van alle betrokken partijen om de beoogde rechtsgevolgen te laten intreden.
Geef een voorbeeld van zowel een eenzijdige als een meerzijdige rechtshandeling.
Geef een voorbeeld van zowel een eenzijdige als een meerzijdige rechtshandeling.
De Goudse Bouwmeester casus is een jurisprudentieel voorbeeld van het ontstaan van een verbintenis uit ______.
De Goudse Bouwmeester casus is een jurisprudentieel voorbeeld van het ontstaan van een verbintenis uit ______.
Wat is de essentie van het Quint te Poel arrest met betrekking tot de bronnen van verbintenissen?
Wat is de essentie van het Quint te Poel arrest met betrekking tot de bronnen van verbintenissen?
Een natuurlijke verbintenis kan altijd in rechte worden afgedwongen.
Een natuurlijke verbintenis kan altijd in rechte worden afgedwongen.
Wat betekent het beginsel 'pacta sunt servanda' in het kader van overeenkomsten?
Wat betekent het beginsel 'pacta sunt servanda' in het kader van overeenkomsten?
Als er schade is ontstaan door een toedoen van een ander, waarbij er geen overeenkomst of wet is overtreden, kan er toch sprake zijn van ______ als er een zorgvuldigheidsnorm is geschonden.
Als er schade is ontstaan door een toedoen van een ander, waarbij er geen overeenkomst of wet is overtreden, kan er toch sprake zijn van ______ als er een zorgvuldigheidsnorm is geschonden.
Een kind van 16 jaar koopt een scooter zonder toestemming van zijn ouders. Wat is de juridische status van deze koopovereenkomst?
Een kind van 16 jaar koopt een scooter zonder toestemming van zijn ouders. Wat is de juridische status van deze koopovereenkomst?
Iemand die onder curatele is gesteld, is altijd volledig handelingsonbekwaam.
Iemand die onder curatele is gesteld, is altijd volledig handelingsonbekwaam.
Wat is het verschil tussen handelingsbekwaamheid en beschikkingsbevoegdheid?
Wat is het verschil tussen handelingsbekwaamheid en beschikkingsbevoegdheid?
Een rechtshandeling die in strijd is met de wet of goede zeden is van rechtswege ______.
Een rechtshandeling die in strijd is met de wet of goede zeden is van rechtswege ______.
Match the following juridische begrippen with their descriptions.
Match the following juridische begrippen with their descriptions.
Welke van de volgende situaties levert geen verbintenis op?
Welke van de volgende situaties levert geen verbintenis op?
Wat is het juridische gevolg van het handelen in strijd met de redelijkheid en billijkheid?
Wat is het juridische gevolg van het handelen in strijd met de redelijkheid en billijkheid?
De wettelijke rente is een voorbeeld van een schadevergoeding die voortvloeit uit een onrechtmatige daad.
De wettelijke rente is een voorbeeld van een schadevergoeding die voortvloeit uit een onrechtmatige daad.
Het beginsel dat een ieder zijn eigen schade draagt wordt doorbroken bij situaties van ______.
Het beginsel dat een ieder zijn eigen schade draagt wordt doorbroken bij situaties van ______.
Welke van de onderstaande beweringen met betrekking tot 'goederenrechtelijke rechten' is niet correct?
Welke van de onderstaande beweringen met betrekking tot 'goederenrechtelijke rechten' is niet correct?
Wat wordt bedoeld met het 'numerus clausus' beginsel in het goederenrecht?
Wat wordt bedoeld met het 'numerus clausus' beginsel in het goederenrecht?
Indien een natuurlijk persoon komt te overlijden eindigt zijn ______.
Indien een natuurlijk persoon komt te overlijden eindigt zijn ______.
Match the following statements about handelingsbekwamen and onbekwamen with their accurate situations
Match the following statements about handelingsbekwamen and onbekwamen with their accurate situations
Flashcards
Wat is vermogen?
Wat is vermogen?
Het geheel van rechten en plichten dat op een bepaald moment aan een rechtssubject toekomt en dat op geld waardeerbaar is.
Wat is objectief recht?
Wat is objectief recht?
Rechtsregels die rechten en plichten van burgers omschrijven.
Wat is subjectief recht?
Wat is subjectief recht?
Een bevoegdheid die een rechtssubject ontleent aan het objectief recht.
Wat zijn zaken?
Wat zijn zaken?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn lichamelijke zaken?
Wat zijn lichamelijke zaken?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn onroerende goederen?
Wat zijn onroerende goederen?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn roerende goederen?
Wat zijn roerende goederen?
Signup and view all the flashcards
Wat is een rechtssubject?
Wat is een rechtssubject?
Signup and view all the flashcards
Wie zijn rechtssubjecten?
Wie zijn rechtssubjecten?
Signup and view all the flashcards
Wat is een rechtsfeit?
Wat is een rechtsfeit?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn blote rechtsfeiten?
Wat zijn blote rechtsfeiten?
Signup and view all the flashcards
Wat is een rechtshandeling?
Wat is een rechtshandeling?
Signup and view all the flashcards
Wat is een feitelijke handeling?
Wat is een feitelijke handeling?
Signup and view all the flashcards
Wat is een eenzijdige rechtshandeling?
Wat is een eenzijdige rechtshandeling?
Signup and view all the flashcards
Wat is een meerzijdige rechtshandeling?
Wat is een meerzijdige rechtshandeling?
Signup and view all the flashcards
Wat is een onrechtmatige daad?
Wat is een onrechtmatige daad?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn absolute rechten?
Wat zijn absolute rechten?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn relatieve rechten?
Wat zijn relatieve rechten?
Signup and view all the flashcards
Wat is een relatief vermogensrecht?
Wat is een relatief vermogensrecht?
Signup and view all the flashcards
Wat is een verbintenis?
Wat is een verbintenis?
Signup and view all the flashcards
Wie is de crediteur/schuldeiser?
Wie is de crediteur/schuldeiser?
Signup and view all the flashcards
Wie is de debiteur/schuldenaar?
Wie is de debiteur/schuldenaar?
Signup and view all the flashcards
Wat is Quint te Poel?
Wat is Quint te Poel?
Signup and view all the flashcards
Wat is een natuurlijke verbintenis?
Wat is een natuurlijke verbintenis?
Signup and view all the flashcards
Wat is handelingsbekwaamheid?
Wat is handelingsbekwaamheid?
Signup and view all the flashcards
Wat is een nietige rechtshandeling?
Wat is een nietige rechtshandeling?
Signup and view all the flashcards
Wat is een vernietigbare rechtshandeling?
Wat is een vernietigbare rechtshandeling?
Signup and view all the flashcards
Wie zijn handelingsonbekwaam?
Wie zijn handelingsonbekwaam?
Signup and view all the flashcards
Wie zijn minderjarigen?
Wie zijn minderjarigen?
Signup and view all the flashcards
Art. 486 BW
Art. 486 BW
Signup and view all the flashcards
Gronden voor onder curatele stelling
Gronden voor onder curatele stelling
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Inleiding Privaatrecht
- De docenten voor dit vak zijn Mr. F. Blokland ([email protected]) en Mr. G. Griffith ([email protected], 852-5522).
- Mr. Nancy Tai Apin draagt bij aan de presentatie.
- Het vak behandelt een oriëntatie op het vermogensrecht en privaatrechtelijke begrippen.
Het Vermogensrecht
- Het vermogensrecht is grotendeels geregeld in het Burgerlijk Wetboek (B.W.).
- Het BW bestaat uit vier boeken: Van Personen, Van Zaken, Van Verbintenissen, en Van Bewijs en Verjaring.
Vermogen
- Vermogen omvat alle rechten en plichten van een rechtssubject op een bepaald moment, die in geld waardeerbaar zijn.
- Het is een optelsom van alle rechten en verplichtingen.
- Vermogen kan juridisch negatief zijn.
- Het omvat op geld waardeerbare rechten en plichten, die vatbaar zijn voor overdracht en vererving.
- Strafrecht, staatsrecht en het grootste deel van het personen- en familierecht vallen buiten het vermogensrecht.
Personen- en Familierecht
- Het personen- en familierecht is wel geregeld in het BW.
- Het is niet vererfbaar en niet overdraagbaar.
- Rechten zijn niet op geld waardeerbaar, dus geen vermogensrechten.
- Bevoegdheden en plichten zijn niet afhankelijk van de wil van de betrokken persoon.
Objectief en Subjectief Recht
- Rechtsregels verschillen van aard en kunnen rechten en plichten voor burgers bevatten.
- Het objectief recht is het geheel van rechtsregels dat de rechten en plichten van burgers omschrijft.
- Individuele rechten en plichten vloeien voort uit het objectief recht.
- Rechten in het objectief recht komen in concrete gevallen toe aan individuen.
- Subjectief recht is de bevoegdheid die een rechtssubject ontleent aan het objectief recht.
- Subjectieve rechten zijn geen rechtsregels, maar bevoegdheden of rechten.
- De term 'recht' verwijst naar het geheel van geldende rechtsregels of een individuele bevoegdheid ontleend aan het objectief recht.
Recht en Plicht
- Een recht (bevoegdheid) impliceert altijd een plicht.
Juridisch Begrip 'Zaken'
- Zaken omvatten zowel goederen als vermogensrechten.
- Goederen zijn stoffelijk/tastbaar en dus lichamelijke zaken.
- Vermogensrechten zijn onstoffelijk/niet tastbaar en dus onlichamelijke zaken.
Goederen
- Er is een onderscheid tussen roerende en onroerende goederen.
- Roerende goederen zijn verplaatsbaar.
- Onroerende goederen zijn niet verplaatsbaar, zoals grond, delfstoffen, beplanting en gebouwen op de grond.
Roerende en Onroerende Goederen
- Het onderscheid tussen roerend en onroerend is van belang voor de levering.
- De levering van onroerende goederen vereist een notariële transportakte en inschrijving in de openbare registers bij het hypotheekkantoor.
- De levering van roerende goederen vereist feitelijke afgifte.
Het Rechtssubject
- Een rechtssubject is een drager van rechten en plichten.
- Subjectieve rechten en plichten zijn ontleend aan het objectieve recht.
Rechtssubjecten
- Natuurlijke personen: mensen (zolang ze leven).
- Rechtspersonen: groepen en organisaties van mensen (NV, vereniging, de staat) en vermogens waaraan subjectieve rechten en plichten zijn toegekend (stichting).
Rechtssubject: Natuurlijke Personen
- Gedurende het hele leven is de mens rechtssubject, met rechten en plichten.
- De rechtssubjectiviteit begint bij de eerste ademhaling na de geboorte.
- Rechtssubjectiviteit eindigt bij de dood; rechten en plichten gaan over op erfgenamen of teniet.
- Rechtssubjectiviteit komt toe aan ieder persoon volgens art. 2 BW.
Rechtssubject: Rechtspersonen
- Rechtspersonen zijn gelijk aan natuurlijke personen.
- Zij zijn ook rechtssubject en drager van rechten en plichten.
- Deelnemen aan het rechtsverkeer kan niet alleen individueel.
Rechtspersoon Handelingen
- Handelingen van een rechtspersoon worden verricht door natuurlijke personen, via vertegenwoordiging.
- De handelingen blijven van de rechtspersoon.
- Er is sprake is van gescheiden vermogen.
- De dood van een natuurlijk persoon betekent niet het einde van een rechtspersoon.
Rechtsfeiten
- Rechten en plichten van rechtssubjecten ontstaan niet vanzelf.
- Objectief recht vereist een of meer gebeurtenissen in de werkelijkheid.
- Subjectieve rechten en plichten ontstaan uit het objectieve recht wanneer een bepaald feit zich voordoet.
- Een rechtsfeit is een feit waaraan het objectief recht rechtsgevolgen verbindt.
- Een rechtsfeit is een feit met rechtsgevolgen.
Rechtsfeiten Schema
- Rechtsfeiten worden onderverdeeld in menselijke handelingen en blote rechtsfeiten.
- Blote rechtsfeiten zijn rechtsfeiten die niet primair uit menselijke handelingen bestaan (geboorte, dood, tijdsverloop, nabuurschap)
Rechtsfeiten: Menselijk Handelen
- Rechtshandeling: een handeling van een of meer rechtssubjecten die een beoogd rechtsgevolg heeft, erkend door het objectieve recht.
- Feitelijke handeling: menselijk handelen zonder beoogd rechtsgevolg, waaraan het objectieve recht wel rechtsgevolgen verbindt.
Rechtshandelingen
- Een rechtshandeling is een menselijke handeling met een beoogd rechtsgevolg, bijvoorbeeld het sluiten van een koopovereenkomst
- Een wil en een verklaring zijn vereist.
Eenzijdige en Meerzijdige Rechtshandelingen
- Eenzijdige rechtshandeling: wordt verricht door één persoon, waarbij de wil van die persoon voldoende is voor het ontstaan van de rechtshandeling.
- Meerzijdige rechtshandeling: vereist de wil van twee of meer personen, waarbij de willen op elkaar moeten aansluiten (twee wilsverklaringen).
Voorbeelden Rechtshandelingen
- Eenzijdige rechtshandelingen: testament, erkenning van een natuurlijk kind, opzegging van arbeidsovereenkomst, doen van een aanbod.
- Meerzijdige rechtshandelingen: koopovereenkomst, huurovereenkomst, verzekeringsovereenkomst, vervoersovereenkomst.
Feitelijke Handeling
- Een feitelijke handeling is een handeling waaraan het recht rechtsgevolg(en) verbindt, zonder dat betrokkenen dit wensen.
Onrechtmatige en Rechtmatige Daad
- Onrechtmatige daad: een handeling waarbij iemand op onrechtmatige wijze schade toebrengt aan een ander, waarbij de wil niet relevant is.
- Rechtmatige daad: een feitelijke handeling die niet in strijd is met het recht, zoals zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking, waarbij de verplichting ongewild ontstaat.
Absolute en Relatieve Rechten
- Rechtssubjecten ontlenen subjectieve rechten aan het objectieve recht
- Dit resulteert in subjectieve vermogensrechten.
Absolute en Relatieve Vermogensrechten
- Absolute vermogensrechten kunnen tegenover iedereen worden gehandhaafd, waarbij iedereen zich moet onthouden van inbreuk op het recht.
- Relatieve vermogensrechten kunnen slechts tegenover een of enkele bepaalde personen worden gehandhaafd.
Relatieve Vermogensrechten
- Relatieve vermogensrechten geven de gerechtigde de bevoegdheid te vorderen dat een of meer bepaalde personen iets geven, doen of nalaten (prestatie).
- Het zijn persoonlijke rechten of vorderingsrechten.
Relatieve Vermogensrechten: De Verbintenis
- Tegenover het relatieve recht (de bevoegdheid een prestatie te vorderen) staat de plicht om te presteren.
- Recht en Plicht zijn aan elkaar gekoppeld via de verbintenis.
De Verbintenis
- Een verbintenis is de rechtsbetrekking tussen twee of meer personen, waarbij de ene partij tot iets gerechtigd is waartoe de andere partij verplicht is.
- Crediteur/schuldeiser: degene die op grond van een verbintenis iets te vorderen heeft, en een vorderingsrecht heeft.
- Debiteur/schuldenaar: degene die de prestatie moet verrichten en een schuld heeft.
- Verbintenissen ontstaan uit de wet, overeenkomst en billijkheid.
Ontstaan Verbintenissen
- Verbintenissen kunnen ontstaan uit de wet (art. 1254 BW), overeenkomst en billijkheid.
- De Billijkheid wordt beoordeeld aan de hand van het Quint te Poel arrest (HR 30 jan. 1959, NJ. 1959, no. 548).
De Wet als Bron van de Verbintenis
- De wet is een bron van verbintenissen (art. 1373 ev). Dit kan direct via de wet zelf of via menselijk toedoen (art. 1374).
- Rechtmatige daden zijn o.a. zaakwaarneming (art. 1375 ev).
- Onrechtmatige daden zijn o.a. onverschuldigde betaling (art. 1380 jo 1381 jo 1382 lid 1).
Quint te Poel Arrest
- Een verbintenis kan ontstaan uit redelijkheid en billijkheid, als de verbintenis past in het stelsel van de wet en aansluit bij in de wet geregelde gevallen (HR 30 jan. 1959, NJ 1959, NO. 548).
De Natuurlijke Verbintenis
- Civiele verbintenis: De schuldeiser heeft een rechtsvordering.
- Natuurlijke verbintenis: De schuldeiser heeft een vorderingsrecht, maar geen rechtsvordering; nakoming kan niet in rechte worden afgedwongen (art. 1380 lid 2 BW).
Ontstaan Natuurlijke Verbintenis
- Natuurlijke verbintenissen ontstaan uit de wet (art 1807, art 1988).
- Ook ontstaan verbintenissen uit moraal en fatsoen.
- Een voorbeeld hiervan is het Goudse Bouwmeester arrest (HR. 12-3-1926, NJ 1926 no. 777).
Handelingsbekwaamheid
- Het vermogensrecht biedt rechtssubjecten de mogelijkheid rechtshandelingen te verrichten, afhankelijk van hun handelingsbekwaamheid.
- Niet iedereen is handelingsbekwaam.
Nietige en Vernietigbare Rechtshandelingen
- Niet alle rechtshandelingen zijn onaantastbaar.
- Nietige rechtshandeling: heeft niet het beoogde rechtsgevolg omdat de wet dit verbiedt; de rechtshandeling wordt geacht nooit te hebben bestaan.
- Vernietigbare rechtshandeling: in beginsel geldig, maar aantastbaar en kan vernietigd worden, met terugwerkende kracht.
Handelingsonbekwamen
- Rechtshandelingen verricht door handelingsonbekwamen zijn vernietigbaar.
- Handelingsonbekwame rechtshandelingen zijn in beginsel geldig, maar kunnen vernietigd worden.
Groepen Handelingsonbekwamen
- Minderjarigen.
- Onder curatele gestelden.
- Krankzinnigen die zijn opgesloten in een krankzinnigengesticht.
- De wetgever beschermt deze groepen omdat ze niet in staat worden geacht hun belangen te behartigen.
Handelingsonbekwamen: Minderjarigen
- Minderjarigen zijn personen die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt en niet gehuwd zijn of geweest (Art. 382 BW).
Handelingsonbekwamen: Minderjarigen met Toestemming
- Met toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger (ouders of voogd) kunnen minderjarigen wel onaantastbare rechtshandelingen verrichten.
- Toestemming kan uitdrukkelijk of stilzwijgend zijn.
- Zonder toestemming is de rechtshandeling aantastbaar.
Handelingsonbekwamen: Onder Curatele Gestelden
- Art. 486 BW geeft een limitatieve opsomming van de gronden waarop een meerderjarige onder curatele kan worden gesteld.
Gronden Onder Curatele Stelling
- Wegens een geestelijke stoornis.
- Wegens verkwisting.
- Wegens drankmisbruik.
- Bij zwakheid van vermogens.
Handelingsonbekwamen: Procedure Curatele
- De rechter spreekt de curatele uit.
- Vanaf het moment van de uitspraak treedt de handelingsonbekwaamheid in werking.
- De wettelijke vertegenwoordiger is een curator, benoemd door de rechter.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.