Inkomstenbelasting: Eenmanszaak vs Vennootschap

De aangifte van de inkomstenbelasting voor personen.

Het jaar waarvoor je de inkomstenbelasting aangeeft.

De periode waarvoor inkomsten worden belast.

Goederen die verplaatsbaar zijn.

Vastgoed; goederen die niet verplaatsbaar zijn.

Alle andere soorten inkomsten, naast beroepsinkomsten.

Gemiddeld normaal netto-inkomen dat onroerend goed opbrengt.

Het document met de uiteindelijke belastingaanslag of -teruggave.

Wordt belast op inkomen min uitgaven, via personenbelasting met een progressief tarief (25%-50%).

Wordt belast op inkomen min uitgaven, min eigen loon, via vennootschapsbelasting met een enkelvoudig tarief (25%).

Belasting op inkomen van een individu, progressief tarief.

Belasting op inkomen van een vennootschap, enkelvoudig tarief.

Het kalenderjaar NA het inkomstenjaar.

Beroepsinkomsten zijn inkomsten die je verdient uit je werk, zoals loon, wedde, pensioen, freelance-inkomsten, etc.

Diverse inkomsten omvatten alle andere soorten inkomsten die niet onder beroepsinkomsten vallen, zoals alimentatie, prijzengeld, rente op spaarrekeningen, etc.

Kadastraal inkomen is de fictieve jaarlijkse opbrengst van een vastgoedobject, zoals een woning, ook al wordt het niet verhuurd.

Roerende goederen zijn goederen die verplaatsbaar zijn, zoals meubels, auto's, geld, etc.

Onroerende goederen zijn vastgoed zoals huizen, grond en gebouwen, die niet verplaatsbaar zijn.

Het aanslagbiljet is een document dat je van de belastingdienst ontvangt. Hierop staat de belastingaanslag of -teruggave.

Het aanslagjaar is het jaar waarvoor je belastingaanslag geldt, bijvoorbeeld 2023.

Het belastbaar tijdperk is de periode waarvoor je inkomsten belast worden, meestal een kalenderjaar.

Inkomsten die je verdient uit je zelfstandige activiteit. Dit omvat alle opbrengsten die je door je beroep verwerft, zoals verkopen, diensten en honoraria.

Het bedrag waarover je belastingen betaalt na aftrek van kosten voor je zelfstandige activiteit. Het is de omzet minus de beroeps- en andere aftrekbare kosten.

Uitgaven die rechtstreeks verband houden met je zelfstandige activiteit, zoals materiaal, huur, sociale bijdragen en premies voor je pensioen. Deze kosten verminderen je belastbaar inkomen.

Kosten die je volledig mag aftrekken van je omzet voor de berekening van je belastbaar inkomen. Voorbeelden zijn kosten voor je beroepswerkzaamheden, sociale bijdragen en VAPZ-premies.

Een systeem waarbij je meer belasting betaalt naarmate je meer verdient. Het belastingtarief stijgt dus met je inkomen.

Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen. Dit is een pensioensparen dat speciaal voor zelfstandigen is.

Alle inkomsten die je verdient door je zelfstandige activiteit, zonder rekening te houden met kosten.

Het bedrag dat je mag verdienen zonder dat er belasting over geheven wordt.

Een categorie van inkomen met een vastgesteld belastingpercentage.

Een progressief belastingsysteem betekent dat het belastingpercentage hoger wordt naarmate het inkomen stijgt.

De belasting wordt berekend op basis van je inkomen, gezinsituatie, gemeente waarin je woont en andere factoren.

Een systeem waarbij de belasting voor elk van de twee partners in een huwelijk of wettelijk samenwoning apart wordt berekend.

Een deel van de belasting dat je al tijdens het jaar betaalt, in plaats van alles in één keer na afloop.

Om te zorgen dat de belasting niet in één keer moet betaald worden, maar in kleinere termijnen.

Een extra belasting die je moet betalen als je de belasting te laat betaalt. Het is een soort laattijdige interest.

De belastingvermeerdering is 4,50% berekend op 106% van de te betalen belasting.

Een zelfstandige kan ervoor kiezen om vooruitbetalingen te doen op zijn/haar belasting. Dit is een soort voorschot.

Door vooruitbetalingen te doen, krijg je een bonificatie. Dit is een financiële tegemoetkoming van de fiscus. Je betaalt dus minder belastingvermeerdering.

Elke voorafbetaling geeft recht op een vermindering van de belastingvermeerdering. Hoe later je stort, hoe minder vermindering je krijgt.

Je kan vooruitbetalingen doen op 4 tijdstippen: rond 10 april, 10 juli, 10 oktober en 20 december.

Het bedrag van de voorafbetalingen wordt gebaseerd op de cijfers van het jaar ervoor. Je schat dan in hoeveel belasting je dit jaar zal moeten betalen.