Module 4: afweersysteem

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste de functie van het microbioom in het menselijk lichaam?

  • Het veroorzaakt altijd schade en ziekte.
  • Het blijft niet constant en verandert voortdurend.
  • Het beschermt tegen binnendringende pathogenen door competitie. (correct)
  • Het is alleen aanwezig in de darmflora en heeft geen invloed op andere delen van het lichaam.

Wat is het belangrijkste verschil tussen een besmetting en een infectie?

  • Er is geen verschil, de termen kunnen door elkaar gebruikt worden.
  • Een infectie is altijd te genezen met antibiotica, een besmetting niet.
  • Een besmetting veroorzaakt altijd ziekte, terwijl een infectie dat niet doet.
  • Een besmetting is de aanwezigheid van pathogenen in het lichaam, een infectie leidt tot ziekte. (correct)

Welke van de volgende opties beschrijft het beste actieve immuniteit?

  • Een snelle, tijdelijke bescherming na toediening van antilichamen.
  • Antilichamen ontvangen van een ander individu.
  • Het direct vernietigen van pathogenen door de huid.
  • Het lichaam produceert zelf antilichamen na blootstelling aan een antigeen. (correct)

Welke van de volgende componenten behoort tot de eerste afweerlinie van het immuunsysteem?

<p>De huid (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe verschilt de niet-specifieke afweer van de specifieke afweer in het immuunsysteem?

<p>Niet-specifieke afweer reageert op een breed scala aan pathogenen, terwijl specifieke afweer gericht is op één type pathogeen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van fagocytose in de tweede afweerlinie?

<p>Het insluiten en afbreken van pathogenen (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van Natural-killercellen (NK-cellen) in het immuunsysteem?

<p>Het vernietigen van geïnfecteerde of afwijkende lichaamscellen (A)</p> Signup and view all the answers

Welk effect heeft koorts op het immuunsysteem?

<p>Het vertraagt de vermenigvuldiging van ziekteverwekkers (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste kenmerk van de derde afweerlinie van het immuunsysteem?

<p>Het is specifiek en heeft een geheugeneffect. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke cellen zijn verantwoordelijk voor de cellulaire afweer in de derde afweerlinie?

<p>T-lymfocyten (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe activeren antigeenpresenterende cellen (APC's) de immuunrespons?

<p>Door antigenen te presenteren aan T-helperlymfocyten (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van T-geheugenlymfocyten bij immuniteit?

<p>Het zorgen voor een snellere immuunrespons bij een volgende infectie (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van cytotoxische T-lymfocyten?

<p>Het aanvallen en vernietigen van geïnfecteerde cellen (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe werken antilichamen bij het uitschakelen van pathogenen?

<p>Door neutralisatie of agglutinatie (B)</p> Signup and view all the answers

Welke cellen produceren antilichamen als onderdeel van de humorale immuniteit?

<p>B-lymfocyten (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen het constante en het variabele deel van een antilichaam?

<p>Het variabele deel bindt het antigeen, het constante deel is gelijk voor alle antilichamen. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke bloedgroepantistoffen zijn aanwezig bij iemand met bloedgroep A?

<p>Anti-B (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk om de resusfactor te bepalen tijdens de zwangerschap?

<p>Om te voorkomen dat de moeder antistoffen aanmaakt tegen het bloed van de baby (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is kenmerkend voor passieve immuniteit?

<p>Antilichamen worden van een andere bron ontvangen. (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe verschilt natuurlijke actieve immuniteit van kunstmatige actieve immuniteit?

<p>Natuurlijke immuniteit ontstaat door blootstelling aan een ziekteverwekker, kunstmatige door vaccinatie. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste functie van 'colostrum' bij maternale immuniteit?

<p>Het bieden van antilichamen aan de pasgeborene (A)</p> Signup and view all the answers

Wanneer wordt serumtherapie (kunstmatige passieve immuniteit) meestal toegepast?

<p>Wanneer een persoon al is blootgesteld aan een pathogeen en snel bescherming nodig heeft (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een 'booster' in de context van vaccinaties?

<p>Een extra dosis vaccin om de immuniteit te versterken (D)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met groepsimmuniteit?

<p>Een situatie waarin een groot deel van de bevolking immuun is, waardoor ook niet-immune individuen beschermd zijn (C)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering is correct met betrekking tot antibiotica?

<p>Ze kunnen de nuttige bacteriën in de darmflora doden. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het risico van overmatig gebruik van antibiotica?

<p>Het kan leiden tot resistentie bij bacteriën. (B)</p> Signup and view all the answers

Een persoon met bloedgroep O is bekend als de universele donor. Waarom is dat zo?

<p>Omdat ze geen antigeen A en geen antigeen B op hun rode bloedcellen hebben. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er als iemand met bloedgroep A bloed van bloedgroep B ontvangt?

<p>De antilichamen in het bloed van de ontvanger vallen de rode bloedcellen van de donor aan, wat kan leiden tot agglutinatie. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat veroorzaakt de aandoening 'erythroblastosis foetalis' (hemolytische ziekte van de pasgeborene)?

<p>Een Rh-incompatibiliteit tussen moeder en kind waarbij de moeder resusnegatief is en het kind resuspositief (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste reden waarom vaccinatie zo belangrijk is?

<p>Het traint het immuunsysteem om snel te reageren op een toekomstige infectie met een specifiek pathogeen (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen levende verzwakte vaccins en geïnactiveerde vaccins?

<p>Levende verzwakte vaccins bootsen een natuurlijke infectie na en produceren vaak een sterkere immuunrespons (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe werken mRNA vaccins?

<p>Ze geven instructies aan cellen om een viraal eiwit te maken, waardoor een immuunrespons wordt opgewekt. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een potentieel nadeel van het gebruik van antibiotica?

<p>Ze kunnen antibioticaresistente bacteriën bevorderen. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk om antibiotica volledig uit te nemen conform het voorschrift?

<p>Om ervoor te zorgen dat alle bacteriën gedood worden en resistentie wordt voorkomen. (D)</p> Signup and view all the answers

Stel, een persoon wordt gebeten door een hond die verdacht wordt van rabiës (hondsdolheid). Welke vorm van immuniteit is het meest geschikt om onmiddellijke bescherming te bieden?

<p>Kunstmatige passieve immuniteit via serumtherapie (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende processen is een voorbeeld van de eerste afweerlinie van het lichaam?

<p>Het hoesten om slijm en vreemde deeltjes uit de luchtwegen te verwijderen. (A)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt heeft een bacteriële infectie en de arts schrijft antibiotica voor. Na een paar dagen voelt de patiënt zich beter en stopt met de inname van de antibiotica. Wat zijn de mogelijke consequenties hiervan?

<p>De overgebleven bacteriën kunnen resistentie ontwikkelen tegen het antibioticum. (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het mogelijk om meerdere keren in je leven griep te krijgen, ondanks dat je eerder al griep hebt gehad?

<p>Het griepvirus muteert regelmatig, waardoor het immuunsysteem de nieuwe varianten niet herkent. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende situaties beschrijft een voorbeeld van natuurlijke passieve immuniteit?

<p>Een baby ontvangt antilichamen via de moedermelk. (B)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Microbioom

Alle micro-organismen en virussen in en op het menselijk lichaam.

Pathogenen

Micro-organismen en virussen die je ziek maken.

Besmetting

Pathogenen komen terecht in je lichaam.

Infectie

Een besmetting die tot ziekte leidt, met snelle vermenigvuldiging en schade.

Signup and view all the flashcards

Symptomen

Kenmerken of klachten als gevolg van een infectie.

Signup and view all the flashcards

Immuniteit

Niet vatbaar zijn voor een bepaald pathogeen.

Signup and view all the flashcards

Actieve immuniteit

Lichaam komt zelf in actie tegen een antigeen door antilichamen te produceren.

Signup and view all the flashcards

Passieve immuniteit

Antilichamen van een ander toegediend krijgen.

Signup and view all the flashcards

Niet-specifieke afweer

Witte bloedcellen die reageren op alles wat lichaamvreemd is.

Signup and view all the flashcards

Eerste afweerlinie

Barrières op de grens tussen inwendig en uitwendig milieu.

Signup and view all the flashcards

Bacteriedodende eiwitten

Bacteriën in huid, zweet, neusslijm, speeksel en tranen doden.

Signup and view all the flashcards

Microbioom (eerste afweerlinie)

Micro-organismen die het lichaam beschermen tegen pathogenen.

Signup and view all the flashcards

Tweede afweerlinie

Afweer die in actie komt als micro-organismen de eerste afweerlinie doorbreken.

Signup and view all the flashcards

Antigeen

Specifiek eiwit op de celmembraan van alle cellen en pathogenen.

Signup and view all the flashcards

Fagocyten

Witte bloedcellen die indringers omsluiten en afbreken.

Signup and view all the flashcards

Celperforatie

NK-cellen perforeren afwijkende lichaamseigen cellen.

Signup and view all the flashcards

Ontsteking

Reactie op beschadiging van weefsels door een wonde, chemische stof, extreme temperatuur.

Signup and view all the flashcards

Koorts

Verhoogde lichaamstemperatuur.

Signup and view all the flashcards

Derde afweerlinie

Afweer die elke indringer op een specifieke manier aanpakt.

Signup and view all the flashcards

Verworven afweer

Specifieke verdediging die pas op gang komt na contact met een specifiek antigeen.

Signup and view all the flashcards

Cellulaire afweer

T-lymfocyten vallen zieke, geïnfecteerde cellen aan.

Signup and view all the flashcards

Humorale afweer

B-lymfocyten vallen ziekteverwekkers in lichaamsvocht aan.

Signup and view all the flashcards

T-lymfocyten

Detecteren ziekteverwekkers die zich binnen lichaamscellen verbergen.

Signup and view all the flashcards

B-lymfocyten

Zorgen voor vorming van antilichamen.

Signup and view all the flashcards

Dendritische cellen

Gespecialiseerd in opsporen en opnemen van micro-organismen en ontspoorde eigen lichaamscellen.

Signup and view all the flashcards

Start immuunrespons

Macrofaag neemt pathogeen op -> antigeenpresentatie -> activeert T-helpercellen.

Signup and view all the flashcards

Activering immuuncellen

T-helperlymfocyten activeren cytotoxische T-lymfocyten en B-lymfocyten.

Signup and view all the flashcards

Cellulaire immuniteit

Cytotoxische T-lymfocyten doden geïnfecteerde cellen.

Signup and view all the flashcards

Humorale immuniteit

B-lymfocyten produceren antilichamen die antigenen neutraliseren.

Signup and view all the flashcards

ABO-bloedgroepen

Indeling van bloed op basis van antigenen op rode bloedcellen.

Signup and view all the flashcards

Bloedgroepantistoffen

Eiwitten die zorgen voor afweer tegen ziekteverwekkers.

Signup and view all the flashcards

Resusfactor positief

Aanwezigheid van resusantigeen op rode bloedcellen.

Signup and view all the flashcards

Resusfactor negatief

Afwezigheid van resusantigeen op rode bloedcellen.

Signup and view all the flashcards

Natuurlijke immuniteit

Natuurlijke manier van immuun worden.

Signup and view all the flashcards

Actieve natuurlijke immuniteit

De ziekte zelf doormaken + zelf antistoffen en geheugencellen aanmaken.

Signup and view all the flashcards

Passieve natuurlijke immuniteit

Tijdelijke bescherming verworven door moederlijke antistoffen via placenta en moedermelk

Signup and view all the flashcards

Kunstmatige immuniteit

Kunstmatige manier van immuun worden.

Signup and view all the flashcards

Actieve kunstmatige immuniteit

Vaccinatie - verzwakte antigenen in het lichaam

Signup and view all the flashcards

Passieve kunstmatige immuniteit

Antilichamen van mens/dier dat ziekte heeft doorgemaakt.

Signup and view all the flashcards

mRNA vaccin.

Kopie mRNA gebruikt om immuunrespons op te wekken..

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Immunologie Module 4 Hoofdstuk 1: Het Afweersysteem

  • Lichaam staat continu in contact met micro-organismen zoals bacteriën, virussen, schimmels en parasieten.
  • Deze micro-organismen kunnen schade en ziekte veroorzaken, maar het afweersysteem kan worden geactiveerd om ziekteverwekkers te vernietigen.

Microbioom

  • Het microbioom omvat alle micro-organismen en virussen in en op het menselijk lichaam.
  • De samenstelling van het microbioom blijft constant.
  • De huidflora en darmflora zijn belangrijke componenten van het microbioom.
  • 99% van de 100 biljoen micro-organismen in het lichaam bevindt zich in de darmflora.
  • Darmbacteriën spelen een belangrijke rol bij de spijsvertering.
  • Ongeveer de helft van de stoelgang bestaat uit darmbacteriën.
  • Schadelijke micro-organismen in de mond kunnen gaatjes, tandvleesontstekingen en een slechte adem veroorzaken.

Infectieziekten

  • Pathogenen zijn micro-organismen en virussen die ziekte kunnen veroorzaken.
  • Besmetting treedt op wanneer pathogenen in het lichaam terechtkomen, maar leidt niet altijd tot ziekte.
  • Een infectie is een besmetting die tot ziekte leidt.
  • Infecties kenmerken zich door snelle vermenigvuldiging en schade aan cellen/weefsels.
  • Symptomen zijn kenmerken of klachten als gevolg van een infectie, bijvoorbeeld koorts of uitslag.
  • De duur van symptomen kan variëren van enkele uren tot maanden.
  • Stille infecties verlopen zonder symptomen.
  • De hoeveelheid antistoffen kan worden vastgesteld via een bloedtest.
  • De kans op een infectie hangt af van de aanvalskracht van het micro-organisme en de verdedigingskracht van het immuunsysteem.

Immuniteit

  • Immuniteit betekent dat u niet vatbaar bent voor een bepaald pathogeen.
  • Immuniteit voorkomt dat de ziekteverwekker nog een ziekte veroorzaakt.
  • Het afweersysteem kan onthouden tegen welke ziekteverwekker het eerder heeft gereageerd.
  • Immuniteit kan op twee manieren ontstaan: actieve en passieve immuniteit.
  • Actieve immuniteit ontstaat wanneer het lichaam zelf antilichamen aanmaakt tegen een antigeen, bijvoorbeeld na een ziekte of vaccinatie.
  • Passieve immuniteit ontstaat wanneer antilichamen van een ander worden ontvangen.

Soorten Pathogenen

  • Bacteriën, schimmels, gisten, parasieten en virussen zijn pathogenen.
  • Virussen zijn veel kleiner dan andere pathogenen.
  • Virussen kunnen alleen overleven in een gastheercel en behoren niet tot de micro-organismen.

Werking van Het Immuunsysteem

  • Het immuunsysteem beschermt het lichaam tegen indringers met drie afweerlinies.
  • De eerste afweerlinie probeert te voorkomen dat indringers het lichaam binnendringen.
  • De tweede afweerlinie treedt in werking wanneer een pathogeen toch is binnengedrongen.
  • De eerste en tweede afweerlinies vormen de niet-specifieke afweer.
  • Niet-specifieke afweer pakt verschillende soorten pathogenen op dezelfde manier aan en is al vanaf de geboorte aanwezig (aangeboren afweer).
  • De derde afweerlinie is de specifieke afweer.
  • Specifieke afweer is gericht op slechts één soort pathogeen en wordt opgebouwd na contact met bepaalde antigenen (verworven afweer).

Afweer Types

  • Aspecifieke afweer (niet specifieke afweer): Eerste en tweede lijns defensie
  • Specifieke afweer (Immuunsysteem): Derde lijns defensie
  • Eerste lijns defensie: Huid en slijmvliezen
  • Tweede lijns defensie: Fagocytose door witte bloedcellen, ontstekingsreactie en eiwitten van het complementsysteem
  • Derde lijns defensie: B-lymfocyten en T-lymfocyten en antistoffen

Niet-Specifieke Afweer

  • Reageert op alles wat lichaamvreemd is
  • Fagocyt (witte bloedcel)
  • Valt alles aan
  • Eerste en tweede verdedigingslinie
  • Actief binnen 0-12 uur

Eerste Afweerlinie

  • Barrières op grens tussen inwendig en uitwendig milieu.
  • Voorbeelden zijn huid en slijmvliezen (mond, urinebuis, neus, vagina...).
  • De epidermis (opperhuid) heeft lagen dode, verhoornde huidcellen die pathogenen tegenhouden. Huid is op kleine plekken een gesloten orgaan
  • Beschadigde huid maakt binnendringing pathogenen makkelijker (wonde)
  • De huid heeft zweet- en talgklieren en de neus slijm, speeksel, tranen en bacteriedodende eiwitten
  • Een zure omgeving wordt gecreëerd in de maag waardoor pathogenen daar vernietigd worden
  • Trilhaartjes in de luchtpijp brengen slijm van de longen naar boven en werken tegen pathogenen
  • Deel van de eerste afweerlininie is het microbioom
  • Onschadelijke micro-organismen concurreren met pathogenen voor ruimte en voedingsstoffen zodat er minder kans is op vermenigvuldiging
  • In de vagina produceren melkzuurbacteriën een zure omgevings wat de groei van andere bacteriën remt
  • De darmflora heeft grote aantallen bacteriën zodat pathogenen er moeilijker kunnen in de darm groeien

Tweede Afweerlinie

  • Micro-organismen of virussen toch door eerste afweerlinie
  • Witte bloedcellen beperken verspreiding van pathogeen
  • Macrofagen (fagocytose), neutrofielen, dentritische cellen, granulocyten
  • Ontsteking en koorts
  • Aangeboren en niet-specifiek

Antigenen

  • Specifieke eiwitten op celmembran die in alle lichaamscellen en pathogenen kunnen voorkomen, maar vershillen in vorm
  • Soort "identiteitskaart” op de buitenkant van een cel
  • Antigenen gecontroleerd door afweersusteem
  • Witte bloedcellen herkennen eigen antigenen van de cel
  • Lichaamsvreemde antigenen worden aangevallen en vernietigd

Fagocytose

  • Fagocyten (granulocyten en macrofagen) stoot chemische stoffen afkomstig van het pathogeen of signaalstoffen van beschadigd weefsel uit
  • Ze omsluiten indringer door schijnvoetjes (pseudopodiën)
  • De indringer afgebroken enzymen aanwezig in lysosomen van de fagocyt
  • Ze gaan terug naar de bloedbaan of sterven af waarna pus/etter ontstaat (resten van pathogenen en de witte bloedcellen)

Celperforatie

  • Het immuunsysteem reageert niet op gezonde cellen, maar wel afwijkende lichaamseigen cellen, Bv. tumorcellen, cellen door pathogeen geïnfecteerd
  • Afwijkende antigenen op celmembraan herkend door: Natural-killercellen (type lymfocyt)
  • NK-cel: stoot afwijkende antigenen uit door eiwitten (perforines) af te geven
  • Perforines beschadigen membraan afwijkende cellen (celperforatie)
  • Cel loopt leeg en sterft Snelle actie waardoor infectie wordt beperkt

Ontsteking en Regeneratie

  • Ontsteking: Beschadiging weefsels door wonde of chemische stoffen of temperatuurs
  • Beschadigde cellen stimuleren mestcellen (granulocyt) die stoffen afgeven (antistoffen/histamine)
  • bloedvaten verwijden door histamine/ meer doorlaatbaarheid → roodheid en warmte bloedvaten
  • witte bloedcellen naar de plek > de afweer werkt beter
  • druk van zwelling/ meer doorlaatbaarheid → meer opgeloste water en stoffen bloedbaan
  • Signaalstoffen prikkelen zenuwuiteinden → pijn
  • Beschadiging vaak gepaard met verminderde functie
  • Regeneratie: beschadigde weefsel vervangen of litteken effect

Koorts

  • = verhoging van de normale gemiddelde temperatuur, waardoor je Oongunstig milieu creëert temperatuursverhoging en vermenigvuldiging beperkt voor ziekteverwekkers.

  • Positieve effecten op lichaam en bij het bestrijden van de infectie: het hartritme stijgt en de bloedsomloop verloopt sneller cellen en aanmaak van stoffen.

  • Bij 42C gaan lichaamsfuncties uitvallen

Derde Afweerlinie

  • Specifieke afweer: Pakt elke indringer op specifieke manier aan (geheugeneffect) en komt pas op gang na contact met specifiek antigeen (verworven)
  • Afweerreactie start traag, snelle respons bij herkenning
  • Immuun gemaakt tegen ziekte bij opgebouwde of verworven immuniteit
  • Indeling in Cellulaire -/Humorale afweer

Cellulaire Afweer

  • Gericht op zieke, geïnfecteerde cellen
  • T-lymfocyten: detecteren ziekteverwekkers die binnen lichaamscellen zijn
  • T-helperlymfocyten, cytotoxische T-lymfocyten en T-geheugenlymfocyten

Humorale Afweer

  • Gericht op ziekteverwekkers in lichaamsvocht -B-lymfocyten: zorgen voor vorming antilichamen (antistoffen)
    • Dendritische cellen: gespecialiserd in opsporen en opnemen van micro-organismen + ontspoorde eigen lichaamscellen (bv. kankercellen)
  • Verdacht eiwit gaat naar lymfeklieren contact

De Start Van De Immuunrespons

  • In de tweede afweerlinie Macrofaag neemt een pathogeen op en vernietigd deze
  • De macrofaag presenteert antigenen van pathogeen in zijn membraan (antigeenpresentatie ) → antigeenpresenterende cel (APC)
  • Signaal voor immuunsysteem om in actie te komen APC zal cytokinen produceren
  • De antigenen op celmebraan worden gebonden op membraan van APC (antigeenpresentatie).
  • Hierdoor geven T-helperlymfocyten ook cytokinen af die stimulerde cellulaire -/humorale afweer

Cellulaire Immuniteit

T-helperlymfocyten:

  • Vermenigvuldiging (celdeling)

  • Nieuwe T-helperlymfocyten, Tgeheugenlymfocyten Spelen pas bij tweede infectie met bouw immuniteit T-helperlymfocyten door cytokinen

  • Activeren cytotoxische T-lymfocyten >

  • geïnfecteerde cel 8

Cytotoxische T-Lymfocyten

  • Eiwitten die passen op antigenen (afweersysteem).
  • Veel sooten komen voor in lichaam > receptoren zijn geschikt voor verschillende antigenen.
  • Aanzetten tot celperforatie + vermindering verspreiding pathogeen Cellen worden opgeruimd door fagocyten

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Use Quizgecko on...
Browser
Browser