HTLV en Tropical Spastic Paraparesis

Study Notes

HTLV staat voor Humaan T lymfotroop Virus, ook wel Humaan T-cel leukemie-lymphoma virus of SSRNA retrovirus
Het is een virus dat T-cellen infecteert.

Wereldwijd zijn er 15-20 miljoen mensen geïnfecteerd met HTLV.
HTLV-1 komt vooral voor in Zuid-Amerika, het Caraïbisch gebied en Afrika.
HTLV-2 komt vooral voor in Europa en Noord-Amerika, vooral bij intraveneus druggebruikers.

HTLV kan worden overgedragen via:
- Seksueel contact
- Verticaal (via borstvoeding)
- Bloedcontact (transfusie, delen van naalden)

Slechts 10% van de geïnfecteerden met HTLV krijgt een ziektebeeld.
HTLV-1:
- Tropical Spastic Paraparesis (TSP)
- Adult T-cell leukemia/lymphoma, vooral wanneer de infectie op kinderleeftijd plaatsvindt.
HTLV-2:
- Cutaan T-cel lymfoom
- Mycosis fungoides
HTLV-3/4:
- Geen pathologie in mensen tot nu toe bekend

Ook bekend als HTLV-1 Associated Myelopathy (HAM)
Chronische ontsteking van de ruggenmerg, veroorzaakt door cytokinen uitgescheiden door lymfocytaire cellen.
Langzaam progressieve stijfheid en zwakte in de benen, eindigend in dwarslaesie.
Meestal zie je symptomen tussen de 30 en 50 jaar oud.
Symptomen lijken op Multiple Sclerose (MS).

Geassocieerd met HTLV-1, maar de verhouding is niet 1:1.
Begint als jeukende huidlaesie met lymfocyten infiltraties in huidbiopten.
Progressie naar gegeneraliseerd lymfoom, verspreid over het lichaam (organen inbegrepen).
Geen standaardtherapie, meestal is behandeling symptomatisch.

Acute T-cel leukemie:
- Sterk verhoogd aantal T-lymfocyten in het perifere bloed.
- Interferon alpha (IFN-α) en zidovudine, eventueel in combinatie met chemotherapie, verlengen de overleving
T-cel lymfoom:
- Gegeneraliseerde lymfadenopathie (zwellingen)
- Chemotherapie plus IFN-α/zidovudine

HTLV-1 co-infectie:
- Hoger CD4-cel aantal, ondanks een gevorderde HIV-infectie. De CD4 cellen zijn echter niet functioneel.
- Versnelde progressie van HIV infectie
HTLV-2 co-infectie:
- Vertraagde progressie van HIV naar AIDS

HTLV-1/2 infectie komt wereldwijd voor bij 10-15 miljoen mensen.
Transmissie kan via bloed, seks en borstvoeding.
Pathologie is vooral zichtbaar bij infectie tijdens kindertijd, met een incidentie van 10% van de geïnfecteerden.
HTLV-1 kan leiden tot HAM/TSP of T-cel leukemie/lymfoom.
HTLV-2 kan leiden tot cutaan T-cel lymfoom
Co-infectie van HTLV-1 en HIV leidt tot een snellere progressie naar AIDS.
Co-infectie van HTLV-2 en HIV leidt tot een langzamere progressie naar AIDS.