Podcast
Questions and Answers
Wat is het belangrijkste verschil tussen het inwendige en uitwendige milieu van een organisme?
Wat is het belangrijkste verschil tussen het inwendige en uitwendige milieu van een organisme?
- Er is geen significant verschil; beide milieus zijn dynamisch en constant in samenstelling.
- Het inwendige milieu omvat de lucht in de longen, terwijl het uitwendige milieu het vocht tussen de cellen is.
- Het uitwendige milieu bestaat uit bloedplasma, terwijl het inwendige milieu de omgeving buiten het lichaam is.
- Het inwendige milieu is constant, terwijl het uitwendige milieu variabel is. (correct)
Welke bewering beschrijft correct hoe het lichaam stoffen opslaat?
Welke bewering beschrijft correct hoe het lichaam stoffen opslaat?
- Afvalstoffen worden opgeslagen in de nieren totdat ze via de urine worden uitgescheiden.
- Vitaminen worden opgeslagen in de darmen voor latere behoeften.
- Vetten worden opgeslagen in het gele beenmerg en onder de huid, terwijl de lever en spieren suikers opslaan. (correct)
- Zuurstof wordt opgeslagen in de longen en koolstofdioxide in de spieren.
Welke functie vervult de hoornlaag van de huid?
Welke functie vervult de hoornlaag van de huid?
- Het produceren van pigment dat beschermt tegen UV-straling.
- Het beschermen van het lichaam tegen beschadiging, uitdroging en infecties. (correct)
- Het opmerken van prikkels uit de omgeving, zoals warmte en kou.
- Het soepel en waterdicht houden van de huid en het haar.
Hoe draagt de huid bij aan het reguleren van een constant inwendig milieu?
Hoe draagt de huid bij aan het reguleren van een constant inwendig milieu?
Wat gebeurt er met de bloedvaten in de huid bij koude temperaturen?
Wat gebeurt er met de bloedvaten in de huid bij koude temperaturen?
Wat is de primaire functie van de trilharen in de luchtwegen?
Wat is de primaire functie van de trilharen in de luchtwegen?
Welke van de volgende beweringen beschrijft correct wat er gebeurt tijdens de gaswisseling in de longblaasjes?
Welke van de volgende beweringen beschrijft correct wat er gebeurt tijdens de gaswisseling in de longblaasjes?
Wat is het voordeel van ademhalen door de neus in vergelijking met ademhalen door de mond?
Wat is het voordeel van ademhalen door de neus in vergelijking met ademhalen door de mond?
Wat is de functie van kraakbeenringen in de luchtpijp?
Wat is de functie van kraakbeenringen in de luchtpijp?
Wat is een belangrijk verschil tussen borstademhaling en buikademhaling?
Wat is een belangrijk verschil tussen borstademhaling en buikademhaling?
Wat is het effect van koolstofmonoxide op het bloed?
Wat is het effect van koolstofmonoxide op het bloed?
Wat is de oorzaak van astma?
Wat is de oorzaak van astma?
Hoe halen insecten adem?
Hoe halen insecten adem?
Wat is de functie van de lever?
Wat is de functie van de lever?
Wat is de primaire functie van de nieren?
Wat is de primaire functie van de nieren?
Flashcards
Inwendig milieu
Inwendig milieu
Het bloedplasma en het vocht tussen de cellen.
Uitwendig milieu
Uitwendig milieu
De omgeving buiten het inwendige milieu.
Constant inwendig milieu
Constant inwendig milieu
Opname, opslag en uitscheiding van stoffen, geregeld door zintuigen, zenuwcellen en hormonen.
Hoornlaag
Hoornlaag
Signup and view all the flashcards
Lederhuid
Lederhuid
Signup and view all the flashcards
Talg
Talg
Signup and view all the flashcards
Zweet
Zweet
Signup and view all the flashcards
Gaswisseling
Gaswisseling
Signup and view all the flashcards
Strotklepje en huig
Strotklepje en huig
Signup and view all the flashcards
Longblaasjes
Longblaasjes
Signup and view all the flashcards
Functies Neus
Functies Neus
Signup and view all the flashcards
Borstademhaling
Borstademhaling
Signup and view all the flashcards
Buikademhaling
Buikademhaling
Signup and view all the flashcards
Astma
Astma
Signup and view all the flashcards
Tracheeën
Tracheeën
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Een Constant Inwendig Milieu
- Het inwendige milieu is het bloedplasma en het vocht tussen de cellen (weefselvloeistof).
- Het uitwendige milieu is de omgeving buiten het inwendige milieu, inclusief de lucht in je longen, de inhoud van je darmkanaal en de urine in je blaas.
- Het inwendige milieu moet constant blijven zodat processen in je cellen goed verlopen.
- Zintuigcellen, zenuwcellen en hormonen helpen bij het regelen van een constant inwendig milieu.
- Een constant inwendig milieu ontstaat door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.
- Het lichaam neemt stoffen op via de longen (zuurstof) en de darmen (voedsel).
- Het lichaam slaat vet op in het gele beenmerg en onder de huid, en suikers in de lever en spieren.
- Het lichaam scheidt stoffen uit via de longen (koolstofdioxide en water), de nieren (urine, afvalstoffen en water) en de lever (gal).
De Huid
- De huid bestaat uit de opperhuid en de lederhuid.
- De opperhuid bestaat uit de hoornlaag (dode cellen) en de kiemlaag (levende cellen).
- De hoornlaag beschermt tegen beschadiging, uitdroging en infecties.
- De kiemlaag produceert pigment, dat beschermt tegen ultraviolette straling.
- In de lederhuid liggen bloedvaten, haren, haarzakjes, haarspieren, talgklieren, zweetklieren en zintuigen.
- Haren groeien in haarzakjes, die deel uitmaken van de kiemlaag.
- Talgklieren in haarzakjes maken talg, een vettige stof die haar en hoornlaag soepel en waterdicht houdt.
- Zintuigen in de lederhuid merken prikkels op, zoals warmte en kou.
- Onder de huid ligt het onderhuidse bindweefsel, waarin vet wordt opgeslagen.
- Vet isoleert lichaamswarmte; de lichaamstemperatuur wordt beïnvloed door zweetklieren, bloedvaten en vet.
- Bij warmte verwijden bloedvaten in de huid, waardoor meer warmte wordt afgegeven. Zweetklieren produceren zweet, dat verdampt en het lichaam afkoelt.
- Bij kou vernauwen bloedvaten in de huid, waardoor minder warmte wordt afgegeven. Zweetklieren produceren weinig zweet. Vet isoleert lichaamswarmte.
Het Ademhalingsstelsel van de Mens
- Voor verbranding in cellen is zuurstof nodig.
- Gaswisseling is het opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide.
- Ademhaling is het verversen van de lucht in de longen.
- Het ademhalingsstelsel van de mens bestaat uit neusholte, mondholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, bronchiën, luchtpijptakjes, longen en longblaasjes.
- Slijmvlies en trilharen in de neusholte, luchtpijp, bronchiën, luchtpijptakjes en longblaasjes houden het ademhalingsstelsel schoon.
- De huig sluit de neusholte af en het strotklepje sluit de luchtpijp af bij het slikken van voedsel.
- De luchtpijp splitst zich in twee bronchiën, die open worden gehouden door kraakbeenringen.
- Longblaasjes zitten aan het einde van de luchtpijptakjes, omgeven door longhaarvaten.
- In de longblaasjes gaat zuurstof uit de lucht naar het bloed en koolstofdioxide uit het bloed naar de lucht.
Ademhaling Door De Neus
- Neusademhaling is gezonder dan mondademhaling.
- Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
- Neusslijmvlies maakt ingeademde lucht warm en vochtig, en vangt stofdeeltjes en ziekteverwekkers op.
- Trilharen vervoeren slijm naar de keelholte.
- Het reukzintuig merkt vieze of gevaarlijke geuren op.
- Ingeademde lucht bevat meer zuurstof, uitgeademde lucht bevat meer koolstofdioxide en waterdamp, en is warmer.
- Helder kalkwater wordt troebel als er koolstofdioxide doorheen wordt geleid, wat een indicator is voor de aanwezigheid van koolstofdioxide.
Inademing en Uitademing
- Het middenrif scheidt de borstholte van de buikholte.
- De borstholte bestaat uit wervelkolom, ribben en borstbeen, waaraan de longen vastzitten.
- Bij borstademhaling bewegen de ribben en het borstbeen omhoog en naar voren (inademen) of omlaag en naar achteren (uitademen), waardoor de borstholte respectievelijk groter en kleiner wordt.
- Bij buikademhaling beweegt het middenrif omlaag (inademen) of omhoog (uitademen), waardoor de borstholte respectievelijk groter en kleiner wordt.
- Hoesten is een krachtige luchtstroom om eten of slijm uit de luchtpijp te verwijderen.
Luchtkwaliteit en Longaandoeningen
- Slechte luchtkwaliteit kan leiden tot klachten als hoesten, benauwdheid en kortademigheid.
- Verschillende stoffen, zoals bacteriën, sporen, stuifmeel, fijnstof, gassen en tabaksrook, kunnen een slechte luchtkwaliteit veroorzaken.
- Tabaksrook bevat schadelijke stoffen, waaronder koolstofmonoxide (verminderde zuurstofopname), nicotine (verslavend) en teer (beschadigt luchtwegen en veroorzaakt kanker).
- Astma is een blijvende ontsteking van de bronchiën, waarbij prikkels een aanval kunnen veroorzaken.
- COPD is een verzamelnaam voor chronische bronchitis (blijvende ontsteking van de bronchiën) en longemfyseem (beschadiging van de wanden van longblaasjes), vaak veroorzaakt door roken.
- Tuberculose is een bacteriële infectie die extra slijmvorming in de longen veroorzaakt.
- Hooikoorts is een overgevoeligheid voor stuifmeelkorrels, die leidt tot een loopneus, niesbuien, ontstoken slijmvliezen en tranende ogen.
Gaswisseling Bij Dieren
- Reptielen, vogels en zoogdieren halen adem met hun longen.
- Vissen halen adem met hun kieuwen, waarin zuurstof uit het water in het bloed wordt opgenomen en koolstofdioxide uit het bloed naar het water gaat.
- Amfibieën kunnen ademhalen met kieuwen, longen en hun huid.
- Insecten halen adem door tracheeën, dunne buisjes die zich vertakken door het lichaam en via openingen in de huid (stigma's) lucht opnemen.
De Lever en de Nieren
- De lever ligt rechtsboven in de buikholte.
- De leverslagader brengt zuurstofrijk bloed naar de lever.
- De leverader vervoert bloed van de lever naar de onderste holle ader.
- De poortader brengt voedingsstoffen van de darmen naar de lever.
- Functies van de lever: het afbreken van giftige stoffen en afvalstoffen, en het maken van gal.
- Galkleurstoffen zijn afvalstoffen die ontstaan bij de afbraak van rode bloedcellen en de ontlasting bruin maken.
- Gal wordt opgeslagen in de galblaas en afgegeven aan de twaalfvingerige darm bij het eten.
- Hepatitis is een ontsteking van de lever door het hepatitis-virus.
- De nier bestaat uit de nierschors, het niermerg en het nierbekken, en scheidt water en afvalstoffen uit het bloed.
- Urine verzamelt zich in het nierbekken en bestaat uit water en afvalstoffen zoals zouten.
- De nierslagader voert bloed naar de nieren, de nierader voert bloed van de nieren weg.
- De urinewegen bestaan uit de urineleiders, de urineblaas en de urinebuis.
Ademhalen op Grote Hoogte
- Hoogteziekte is een plotseling tekort aan zuurstof.
- Symptomen zijn kortademigheid, misselijkheid, hoofdpijn en geen eetlust.
- In ernstige gevallen kan het leiden tot verwardheid, bewusteloosheid en zelfs de dood.
- Het lichaam reageert hier vaak op door extra rode bloedcellen aan te maken om meer zuurstof te kunnen vervoeren.
Orgaandonatie
- Door een tekort aan organen is er een wachtlijst
- De meeste mensen wachten op een nier.
- Iedere Nederlander vanaf 18 jaar staat in het Donorregister.
- Als je niets invult, komt er automatisch ‘geen bezwaar' in het Donorregister te staan.
- De gemaakte keuze kan op ieder moment worden aangepast.
- Er zijn misverstanden over orgaandonatie.
- Orgaandonatie is nooit te zien na het overlijden. Zichtbare lichaamsdelen of weefsels worden niet gebruikt voor orgaandonatie.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.