Grammaire: Le Passé Composé
8 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welk hulpwerkwoord wordt gebruikt bij de meeste werkwoorden in het passé composé?

  • Avoir (correct)
  • Faire
  • Être
  • Aller
  • Hoe pas je het voltooid deelwoord aan bij een vrouwelijk onderwerp in passé composé met être?

  • +s
  • +es
  • Geen aanpassing
  • +e (correct)
  • Wat is het correcte voltooid deelwoord van 'avoir'?

  • fait
  • été
  • eu (correct)
  • pris
  • Welk bezittelijk voornaamwoord gebruik je voor een enkelvoud mannelijk woord?

    <p>Mon</p> Signup and view all the answers

    Bij welk woord gebruik je het bezittelijk voornaamwoord 'ma'?

    <p>Ma voiture</p> Signup and view all the answers

    Wat is de correcte vorm van het bezittelijk voornaamwoord voor 'jullie' in het meervoud?

    <p>Vos</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende werkwoorden gebruikt geen être als hulpwerkwoord in passé composé?

    <p>Manger</p> Signup and view all the answers

    Wat zeg je in het Frans voor 'mijn vriendin' waarbij je de juiste vorm kiest?

    <p>Mon amie</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Passé Composé

    • Het passé composé gebruikt men voor afgeronde gebeurtenissen in het verleden.
    • Bestaat uit twee onderdelen: een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord.

    Hulpwerkwoord "Avoir"

    • Meeste werkwoorden gebruiken "avoir":
      • J'ai parlé (ik heb gesproken)
      • Tu as parlé (jij hebt gesproken)
      • Il/elle/on a parlé (hij/zij/men heeft gesproken)
      • Nous avons parlé (wij hebben gesproken)
      • Vous avez parlé (jullie/u heeft gesproken)
      • Ils/elles ont parlé (zij hebben gesproken)

    Hulpwerkwoord "Être"

    • Enkele werkwoorden van beweging gebruiken "être":
      • Je suis allé(e) (ik ben gegaan)
      • Elle est venue (zij is gekomen)
    • Voltooid deelwoord past zich aan het onderwerp aan:
      • Vrouwelijk enkelvoud: +e (allée)
      • Meervoud: +s (allés, allées)

    Onregelmatige Voltooid Deelwoorden

    • Avoir → eu
    • Être → été
    • Faire → fait
    • Prendre → pris
    • Voir → vu

    Bezittelijk Voornaamwoord

    • Geeft aan van wie iets is, past zich aan in geslacht en getal.
    • Persoonlijk voornaamwoord: Mannelijk (enkelvoud), Vrouwelijk (enkelvoud), Meervoud (m/v):

    Tabel Bezittelijke Voornaamwoorden

    • Mijn: mon / ma / mes
    • Jouw: ton / ta / tes
    • Zijn/haar: son / sa / ses
    • Ons/onze: notre / notre / nos
    • Jullie/uw: votre / votre / vos
    • Hun: leur / leur / leurs

    Opmerkingen

    • Bij vrouwelijke woorden die beginnen met een klinker of stomme "h", gebruik je "mon", "ton", "son" in plaats van "ma", "ta", "sa".
    • Voorbeeld: mon amie (mijn vriendin), niet ma amie.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Description

    In deze quiz leer je de regels van het passé composé, een belangrijke tijd in de Franse grammatica. Het bestaat uit een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord. Test je kennis over het gebruik van 'avoir' en 'être' in verschillende zinnen.

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser