52 Questions
Vrijheid wordt in dit fragment gezien als het hoogste doel?
True
Jan bevindt zich op het strand en besluit te gaan zwemmen. Pieter wil niet dat Jan gaat zwemmen. Hieruit ontstaat een discussie.
True
Volgens de tekst moet Jan zich verantwoorden voor zijn keuze om te gaan zwemmen.
False
Pieter moet volgens de tekst rechtvaardiging geven voor zijn poging om Jan tegen te houden om te gaan zwemmen.
True
Vrijheid als zelfbepaling wordt in de tekst beschreven als negatieve vrijheid.
True
Positieve vrijheid houdt in dat anderen geen dwang over je uitoefenen.
False
Nudging is een schending van zelfbepaling en is een motivatietechniek waarbij mensen op positieve manier worden gestimuleerd om zich op door overheid gewenste wijze te gedragen. (True/False)?
True
Zelfbeschikking vereist dat mensen over de vereiste competenties beschikken, zoals redelijkheid, maturiteit en eigenheid. (True/False)?
True
Zelfbeschikking schuift een welbepaalde invulling van het goede leven naar voren en spreekt zich uit over de kwaliteit van de beslissing. (True/False)?
False
Supermarktvrijheid biedt mensen de vrijheid om eindeloos te streven naar korte gelukken, maar draagt niet bij aan het geluk van anderen of de maatschappij. (True/False)?
True
Zelfrealisatie vereist persoonlijke groei en voldoende 'bagage' om talenten om te zetten naar realisaties. (True/False)?
True
Het recht op privacy erkent dat burgers over een zekere ruimte beschikken die afgeschermd is voor de overheid en anderen. (True/False)?
True
Het recht op privacy omvat het recht op fysieke, geestelijke en seksuele integriteit, ongestoorde woonst, gezinsleven, identiteit en lifestyle. (True/False)?
True
Het schadebeginsel van John Stuart Mill stelt dat de overheid alleen mag ingrijpen wanneer iemand anderen schade toebrengt. (True/False)?
True
Zacht paternalisme behoedt burgers voor eigenschade en schendt alleen zelfbepaling als bepaalde voorwaarden zijn voldaan en de beslisser bepaalde competenties bezit. (True/False)?
True
Hard paternalisme keurt elke vorm van eigenschade af en schendt zelfbeschikking van de burger. (True/False)?
True
Veiligheidsregels van de overheid, zoals het dragen van een gordel en een helm, zijn in strijd met het schadebeginsel omdat er schade is geleden door anderen. (waar/onwaar)
False
Het schadebeginsel is niet van toepassing op psychische schade bij getuigen van zelfbeschikkende daden. (waar/onwaar)
False
Het hogere eisen stellen aan zelfbeschikking kan leiden tot zacht paternalisme volgens Dworkin. (waar/onwaar)
False
Hard paternalisme houdt in dat de overheid op elk moment kan ingrijpen. (waar/onwaar)
False
Moreel paternalisme keurt alle daden goed, zelfs als er schade is. (waar/onwaar)
False
Overregulering houdt in dat de overheid afziet van regulering, zelfs als er kans op schade of hinder is. (waar/onwaar)
False
Zondagsrust wordt om religieuze of politieke redenen nagestreefd. (waar/onwaar)
False
Fairjoy kreeg gelijk omdat zijn plezier enkel afhangt van zijn eigen daden. (waar/onwaar)
False
Het recht op vrije meningsuiting is gebouwd op mensenrechten, democratische gelijkheid en juridische gelijkheid. (waar/onwaar)
False
Sommige beledigingen zijn niet strafbaar en mensen zijn te snel op hun tenen getrapt. (waar/onwaar)
False
De Voltairiaanse tolerantie houdt in dat men respect heeft voor personen maar disrespect heeft voor ideeën. (waar/onwaar)
False
Tayloriaanse tolerantie houdt in dat niemand ooit de morele plicht verliest om andere respectvol tegemoet te treden. (waar/onwaar)
False
Neutraliteit voor de overheid betekent dat de overheid een neutrale en onpartijdige positie moet innemen ten opzichte van religie. (True/False)
True
Volgens de tekst moet religie een publieke zaak zijn. (True/False)
False
Inclusieve neutraliteit geeft burgers zoveel mogelijk ruimte om hun identiteit te uiten, terwijl de overheid de plicht heeft om die ruimte te voorzien en te beschermen. (True/False)
True
Volgens het idee van gedifferentieerd burgerschap moeten alle overtuigingen gelijk respect en gelijke politieke behandeling krijgen. (True/False)
True
Anti-multiculturalisten beschouwen multiculturele minderheidsrechten als gewone persoonlijke voorkeuren. (True/False)
True
Een kritiek op het gehandicaptenargument is dat je uit je religie kunt stappen, maar niet uit een rolstoel. (True/False)
True
Volgens de tekst kan het weigeren van multiculturele minderheidsrechten de vrijheid van religie en cultuur schenden. (True/False)
True
Het idee van medeburgerschap houdt in dat participatie aan maatschappelijk leven verplicht is, met gelijke kansen voor zowel overheid als burgers. (True/False)
True
Volgens de tekst kunnen participatie en integratie alleen slagen als nieuwkomers ook culturele gebruiken van de lokale bevolking overnemen. (True/False)
True
Lokaal medeburgerschap is een onvermijdelijke evolutie volgens het principe van universalistisch burgerschap. (True/False)
False
Er kan maar één nationale identiteit zijn volgens de tekst. (True/False)
False
Volgens de tekst hebben culturele gewoonten en nationale symbolen sociaal nut. (True/False)
True
Een autonoom persoon heeft het recht om zelf te beslissen over zaken die hem of haar aangaan, ongeacht de competentie.
False
Ouders hebben het recht om 'controversiële' opvoedingspraktijken voor kinderen te kiezen en uit te voeren volgens eigen goeddunken.
True
Het neutraliteitsbeginsel houdt in dat elke cultuur en godsdienst gelijkwaardig behandeld moeten worden.
False
Een van de beginselen voor het aanpakken van multiculturele controverses is het exclusieve neutraliteitsbeginsel.
True
Ouders hebben plichten zoals het voorzien in huisvesting, levensonderhoud en opvoeding van hun kinderen.
True
Materiële bewaring heeft betrekking op fundamentele beslissingen die ouders voor hun kinderen maken, zoals taal, school en levensbeschouwing.
False
Elk kind heeft recht op open toekomst, wat betekent dat ouders ervoor moeten zorgen dat het kind over zo breed mogelijke handelingscompetentie beschikt.
True
Het recht op open toekomst sluit aan bij vrijheid als zelfbeschikking.
True
Een autonoom persoon heeft hoge eisen voor beslissingscompetentie, waaronder accuraat voorspellen van de gevolgen van zijn of haar keuzes.
True
Het neutraliteitsbeginsel vereist dat elke cultuur en godsdienst gelijkwaardig behandeld moeten worden.
False
Een autonoom persoon heeft lage eisen voor beslissingscompetentie, waarbij vooral de klemtoon ligt op eigenheid.
True
Het zelfbestuur houdt in dat elke minderjarige het recht heeft om zelf te beslissen, los van de competentie.
False
This quiz discusses the conflict between government safety regulations such as wearing seat belts and helmets, and the principle of damages. It explores the concept of self-inflicted harm and its implications, as well as the societal costs and the balance between individual autonomy and preventative measures.
Make Your Own Quizzes and Flashcards
Convert your notes into interactive study material.
Get started for free