10 Questions
Het overstromingsgevaar wordt verminderd door het ontwateren van laaggelegen, drassige polders.
False
Bij springtij is de vloed lager dan gemiddeld door de stand van de maan en de zon ten opzichte van de aarde.
False
Zware neerslag in het stroomgebied heeft geen invloed op het overstromingsgevaar.
False
De Rijn en de Maas dragen niet bij aan het aanvoeren van zoetwater naar Nederland.
False
Gebieden die geen water ontvangen vanuit de rivieren zijn niet afhankelijk van regenwater en grondwater voor hun zoetwatervoorraad.
False
Het peil van het IJsselmeer wordt verlaagd om spuien in de Waddenzee mogelijk te maken.
False
Het grondwater wordt steeds dieper door ontwatering en grondwateronttrekking, wat druk legt op de zoetwatervoorziening.
True
Het verhogen van het peil van het IJsselmeer gebeurt vooral in de winter om beter in te spelen op natte perioden.
False
Het zeewater wordt door noordoosterstormen verder opgestuwd in de riviermonden.
False
De zoetwatervoorraad in droge zomers wordt niet extra belast doordat het grondwater gedurende het jaar steeds vaker onvoldoende aangevuld wordt.
False
Learn about the river system, watershed, and the three parts of a river: upper course, middle course, and lower course in the context of water in the Netherlands.
Make Your Own Quizzes and Flashcards
Convert your notes into interactive study material.
Get started for free