Podcast
Questions and Answers
Welke functie heeft de galblaas primair?
Welke functie heeft de galblaas primair?
- Het filteren van afvalstoffen uit het bloed.
- Het reguleren van de bloedsuikerspiegel.
- Het produceren van spijsverteringsenzymen.
- Het opslaan en concentreren van gal. (correct)
Hoeveel procent van het volume van de gal wordt verwijderd bij concentratie in de galblaas?
Hoeveel procent van het volume van de gal wordt verwijderd bij concentratie in de galblaas?
- 20%
- 50%
- 90% (correct)
- 99%
Welk type epitheel bekleedt de mucosa van de galblaas?
Welk type epitheel bekleedt de mucosa van de galblaas?
- Pseudomeerlagig trilhaarepitheel
- Enkelvoudig cilindrisch epitheel (correct)
- Overgangsepitheel
- Meerlagig plaveiselepitheel
Wat is de functie van Na+/K+-gekoppelde ATPase in de epitheelcellen van de galblaas?
Wat is de functie van Na+/K+-gekoppelde ATPase in de epitheelcellen van de galblaas?
Welke structuren ontbreken typisch in de lamina propria van het slijmvlies van de galblaas?
Welke structuren ontbreken typisch in de lamina propria van het slijmvlies van de galblaas?
Waaruit bestaat de muscularis externa van de galblaas voornamelijk?
Waaruit bestaat de muscularis externa van de galblaas voornamelijk?
Wat is de functie van de contractie van de gladde spieren in de galblaas?
Wat is de functie van de contractie van de gladde spieren in de galblaas?
Waar bevindt de adventitia zich in relatie tot de galblaas?
Waar bevindt de adventitia zich in relatie tot de galblaas?
Wat zijn Rokitansky-Aschoff sinussen?
Wat zijn Rokitansky-Aschoff sinussen?
Welke functie vervult de sfincter van Oddi?
Welke functie vervult de sfincter van Oddi?
Wat is de meest voorkomende oorzaak van vernauwing van de galwegen?
Wat is de meest voorkomende oorzaak van vernauwing van de galwegen?
Wat is cholecystolithiasis?
Wat is cholecystolithiasis?
Welke van de volgende factoren is GEEN bekende risicofactor voor het ontwikkelen van cholecystolithiasis?
Welke van de volgende factoren is GEEN bekende risicofactor voor het ontwikkelen van cholecystolithiasis?
Waarom is laboratoriumonderzoek meestal niet doorslaggevend voor de diagnose van ongecompliceerde symptomatische cholecystolithiasis?
Waarom is laboratoriumonderzoek meestal niet doorslaggevend voor de diagnose van ongecompliceerde symptomatische cholecystolithiasis?
Wat is het belangrijkste verschil tussen galzuren en galzouten?
Wat is het belangrijkste verschil tussen galzuren en galzouten?
Welke rol spelen galzouten bij de vertering van vetten?
Welke rol spelen galzouten bij de vertering van vetten?
Wat is de functie van cholecystokinine (CCK) bij de lipidenvertering?
Wat is de functie van cholecystokinine (CCK) bij de lipidenvertering?
Wat is de rol van colipase bij de vetvertering?
Wat is de rol van colipase bij de vetvertering?
In welke vorm worden vetzuren, 2-monoacylglycerolen en andere vetten getransporteerd naar de microvilli van de darm?
In welke vorm worden vetzuren, 2-monoacylglycerolen en andere vetten getransporteerd naar de microvilli van de darm?
Hoeveel procent van de galzouten wordt gewoonlijk geresorbeerd in de darmen en teruggevoerd naar de lever?
Hoeveel procent van de galzouten wordt gewoonlijk geresorbeerd in de darmen en teruggevoerd naar de lever?
Welk enzym is de snelheidsbepalende stap bij de vorming van galzuren in de lever?
Welk enzym is de snelheidsbepalende stap bij de vorming van galzuren in de lever?
Wat is het effect van een hoge concentratie galzouten op de activiteit van 7-alpha-hydroxylase?
Wat is het effect van een hoge concentratie galzouten op de activiteit van 7-alpha-hydroxylase?
Wat gebeurt er tijdens de conjugering van galzouten?
Wat gebeurt er tijdens de conjugering van galzouten?
Wat is het gevolg van deconjugering van galzouten door bacteriën in de darmen?
Wat is het gevolg van deconjugering van galzouten door bacteriën in de darmen?
Waarom kan gal niet worden afgebroken in het lichaam?
Waarom kan gal niet worden afgebroken in het lichaam?
Waarom is ongeconjugeerde bilirubine potentieel toxisch?
Waarom is ongeconjugeerde bilirubine potentieel toxisch?
Wat is de functie van conjugatie van bilirubine in de lever?
Wat is de functie van conjugatie van bilirubine in de lever?
Wat is cholestasis?
Wat is cholestasis?
Welk van de volgende verschijnselen is een typisch klinisch teken van cholestasis?
Welk van de volgende verschijnselen is een typisch klinisch teken van cholestasis?
Wat is de meest voorkomende oorzaak van acute cholecystitis?
Wat is de meest voorkomende oorzaak van acute cholecystitis?
Welke structuren staan het meest centraal in de concentratie van gal in de galblaas?
Welke structuren staan het meest centraal in de concentratie van gal in de galblaas?
Wat is het belangrijkste kenmerk van de lamina propria van het slijmvlies van de galblaas?
Wat is het belangrijkste kenmerk van de lamina propria van het slijmvlies van de galblaas?
Wat is de primaire rol van de muscularis externa van de galblaas?
Wat is de primaire rol van de muscularis externa van de galblaas?
Waar bevindt de adventitia van de galblaas zich?
Waar bevindt de adventitia van de galblaas zich?
Wat is de waarschijnlijke oorzaak van Rokitansky-Aschoff sinussen?
Wat is de waarschijnlijke oorzaak van Rokitansky-Aschoff sinussen?
Welke van de volgende structuren reguleert de hoeveelheid gal en alvleessap die het duodenum binnenkomt?
Welke van de volgende structuren reguleert de hoeveelheid gal en alvleessap die het duodenum binnenkomt?
Wat is de definitie van cholecystolithiasis?
Wat is de definitie van cholecystolithiasis?
Welke van de volgende opties is GEEN bekende risicofactor voor het ontwikkelen van cholecystolithiasis?
Welke van de volgende opties is GEEN bekende risicofactor voor het ontwikkelen van cholecystolithiasis?
Waarom is laboratoriumonderzoek vaak niet doorslaggevend bij de diagnose van ongecompliceerde cholecystolithiasis?
Waarom is laboratoriumonderzoek vaak niet doorslaggevend bij de diagnose van ongecompliceerde cholecystolithiasis?
Wat is de primaire functie van galzouten bij de vertering van vetten?
Wat is de primaire functie van galzouten bij de vertering van vetten?
Welke rol speelt cholecystokinine (CCK) bij de lipidenvertering?
Welke rol speelt cholecystokinine (CCK) bij de lipidenvertering?
Wat is de functie van colipase bij de vetvertering?
Wat is de functie van colipase bij de vetvertering?
In welke structuur worden vetzuren en 2-monoacylglycerolen getransporteerd naar de microvilli van de darm?
In welke structuur worden vetzuren en 2-monoacylglycerolen getransporteerd naar de microvilli van de darm?
Hoeveel procent van de galzouten wordt normaal gesproken geresorbeerd in de darmen en teruggevoerd naar de lever?
Hoeveel procent van de galzouten wordt normaal gesproken geresorbeerd in de darmen en teruggevoerd naar de lever?
Hoe beïnvloedt een hoge concentratie van galzouten de activiteit van 7-alpha-hydroxylase?
Hoe beïnvloedt een hoge concentratie van galzouten de activiteit van 7-alpha-hydroxylase?
Wat is de definitie van cholestasis?
Wat is de definitie van cholestasis?
Welk van de volgende beweringen over de afbraak van hemoglobine is correct?
Welk van de volgende beweringen over de afbraak van hemoglobine is correct?
Wat is het meest waarschijnlijke gevolg van langdurige obstructie van de galwegen (cholestasis)?
Wat is het meest waarschijnlijke gevolg van langdurige obstructie van de galwegen (cholestasis)?
Welke van de volgende factoren draagt NIET bij aan de vorming van cholesterolstenen?
Welke van de volgende factoren draagt NIET bij aan de vorming van cholesterolstenen?
Bij welke aandoening is er een verhoogde hoeveelheid ongeconjugeerde bilirubine in gal?
Bij welke aandoening is er een verhoogde hoeveelheid ongeconjugeerde bilirubine in gal?
Welke van de volgende complicaties is een reden voor een vroege diagnosering van cholecystitis?
Welke van de volgende complicaties is een reden voor een vroege diagnosering van cholecystitis?
Welke van de volgende combinatie is GEEN accurate beschrijving van de vertering en opname van vetten?
Welke van de volgende combinatie is GEEN accurate beschrijving van de vertering en opname van vetten?
Welke van de volgende processen is het minst waarschijnlijk tijdens cholestasis?
Welke van de volgende processen is het minst waarschijnlijk tijdens cholestasis?
Welke eigenschap van de galblaas maakt de bijna tienvoudige toename van de concentratie van galzouten, cholesterol en bilirubine mogelijk?
Welke eigenschap van de galblaas maakt de bijna tienvoudige toename van de concentratie van galzouten, cholesterol en bilirubine mogelijk?
Welke cellulaire mechanismen zijn cruciaal voor het creëren van de osmotische gradiënt die nodig is voor de concentratie van gal in de galblaas?
Welke cellulaire mechanismen zijn cruciaal voor het creëren van de osmotische gradiënt die nodig is voor de concentratie van gal in de galblaas?
Wat is het effect van de hydrostatische druk opgebouwd in de intracellulaire ruimte van de epitheelcellen van de galblaas?
Wat is het effect van de hydrostatische druk opgebouwd in de intracellulaire ruimte van de epitheelcellen van de galblaas?
Hoe draagt de structuur van het epitheel in de galblaas bij aan zijn functie bij het concentreren van gal?
Hoe draagt de structuur van het epitheel in de galblaas bij aan zijn functie bij het concentreren van gal?
Welke rol spelen mucine-secreterende klieren in de context van een ontstoken galblaas?
Welke rol spelen mucine-secreterende klieren in de context van een ontstoken galblaas?
Op welke manier draagt de muscularis externa van de galblaas bij aan de galafgifte?
Op welke manier draagt de muscularis externa van de galblaas bij aan de galafgifte?
Hoe kan de aanwezigheid van Rokitansky-Aschoff sinussen bijdragen aan pathologische processen in de galblaas?
Hoe kan de aanwezigheid van Rokitansky-Aschoff sinussen bijdragen aan pathologische processen in de galblaas?
Wat is de primaire functie van de sfincter van Oddi in relatie tot zowel de galblaas als de pancreas?
Wat is de primaire functie van de sfincter van Oddi in relatie tot zowel de galblaas als de pancreas?
Waarom is het belangrijk om de aanwezigheid van galstenen te diagnosticeren, zelfs als ze asymptomatisch zijn?
Waarom is het belangrijk om de aanwezigheid van galstenen te diagnosticeren, zelfs als ze asymptomatisch zijn?
Hoe kunnen hemolytische aandoeningen bijdragen aan de vorming van pigmentstenen in de galblaas?
Hoe kunnen hemolytische aandoeningen bijdragen aan de vorming van pigmentstenen in de galblaas?
Welke combinatie van factoren kan leiden tot een verhoogd risico op cholesterolsteen vorming?
Welke combinatie van factoren kan leiden tot een verhoogd risico op cholesterolsteen vorming?
Welke rol speelt secretine bij de lipidenvertering, en hoe is dit gerelateerd aan de galblaasfunctie?
Welke rol speelt secretine bij de lipidenvertering, en hoe is dit gerelateerd aan de galblaasfunctie?
Waar in het spijsverteringskanaal worden de meeste galzouten geresorbeerd, en wat is het lot van deze geresorbeerde galzouten?
Waar in het spijsverteringskanaal worden de meeste galzouten geresorbeerd, en wat is het lot van deze geresorbeerde galzouten?
Wat is het belang van de conjugering van galzouten met glycine of taurine, en hoe beïnvloedt dit hun functie?
Wat is het belang van de conjugering van galzouten met glycine of taurine, en hoe beïnvloedt dit hun functie?
Hoe beïnvloedt de activiteit van 7-alpha-hydroxylase de galzuurproductie, en welke factor reguleert dit enzym?
Hoe beïnvloedt de activiteit van 7-alpha-hydroxylase de galzuurproductie, en welke factor reguleert dit enzym?
Wat zou het effect zijn van een significante vermindering van de colipase secretie op de vetvertering, en hoe is dit gerelateerd aan lipase?
Wat zou het effect zijn van een significante vermindering van de colipase secretie op de vetvertering, en hoe is dit gerelateerd aan lipase?
Welke structurele eigenschap van galzouten is essentieel voor hun functie bij het emulgeren van vetten, en hoe werkt dit?
Welke structurele eigenschap van galzouten is essentieel voor hun functie bij het emulgeren van vetten, en hoe werkt dit?
Hoe beïnvloedt cholestasis de opname van vetoplosbare vitaminen, en welke klinische verschijnselen kunnen hieruit voortkomen?
Hoe beïnvloedt cholestasis de opname van vetoplosbare vitaminen, en welke klinische verschijnselen kunnen hieruit voortkomen?
Wat is de relatie tussen cholangitis en cholestasis, en welke organismen zijn typisch betrokken bij cholangitis?
Wat is de relatie tussen cholangitis en cholestasis, en welke organismen zijn typisch betrokken bij cholangitis?
Hoe draagt een verlaagde galblaasmotiliteit bij aan de vorming van cholesterolstenen, en welke processen worden hierdoor beïnvloed?
Hoe draagt een verlaagde galblaasmotiliteit bij aan de vorming van cholesterolstenen, en welke processen worden hierdoor beïnvloed?
Flashcards
Galblaas functie: Concentratie van gal
Galblaas functie: Concentratie van gal
De galblaas concentreert gal door water te verwijderen, resulterend in een bijna tienvoudige toename van concentratie.
Muscularis Externa
Muscularis Externa
De muscularis externa bestaat voornamelijk uit collageen, elastinevezels en bundels van gladde spiercellen.
Rokitansky-Aschoff sinussen
Rokitansky-Aschoff sinussen
Diepe uitstulpingen van het slijmvlies in de galblaas, soms tot in de muscularis externa.
Pancreas
Pancreas
Signup and view all the flashcards
Cholelithiasis
Cholelithiasis
Signup and view all the flashcards
Galzuren vs. Galzouten
Galzuren vs. Galzouten
Signup and view all the flashcards
Functies van gal
Functies van gal
Signup and view all the flashcards
Lipidenvertering: Enzymen
Lipidenvertering: Enzymen
Signup and view all the flashcards
Micellen
Micellen
Signup and view all the flashcards
Vorming van galzuren: Initiële stap
Vorming van galzuren: Initiële stap
Signup and view all the flashcards
Conjugering van galzouten
Conjugering van galzouten
Signup and view all the flashcards
Secundaire galzouten
Secundaire galzouten
Signup and view all the flashcards
Functie: Billirubine
Functie: Billirubine
Signup and view all the flashcards
Afbraak hemoglobine
Afbraak hemoglobine
Signup and view all the flashcards
Cholestasis
Cholestasis
Signup and view all the flashcards
Cholestasis: verschijnselen
Cholestasis: verschijnselen
Signup and view all the flashcards
Cholesterolstenen:Factoren
Cholesterolstenen:Factoren
Signup and view all the flashcards
Cholecystitis
Cholecystitis
Signup and view all the flashcards
Acute cholecystitis: oorzaak
Acute cholecystitis: oorzaak
Signup and view all the flashcards
Adventitia van de galblaas
Adventitia van de galblaas
Signup and view all the flashcards
Isotone vloeistof in de galblaas
Isotone vloeistof in de galblaas
Signup and view all the flashcards
Slijmvliesplooien van de galblaas
Slijmvliesplooien van de galblaas
Signup and view all the flashcards
Capaciteit van de galblaas
Capaciteit van de galblaas
Signup and view all the flashcards
Porseleinen galblaas
Porseleinen galblaas
Signup and view all the flashcards
Fistelvorming (galblaas)
Fistelvorming (galblaas)
Signup and view all the flashcards
Cholangitis
Cholangitis
Signup and view all the flashcards
Suppuratieve Cholangitis
Suppuratieve Cholangitis
Signup and view all the flashcards
Hereditaire sferocytose
Hereditaire sferocytose
Signup and view all the flashcards
Recidief (galstenen)
Recidief (galstenen)
Signup and view all the flashcards
Risicofactoren Cholelithiasis
Risicofactoren Cholelithiasis
Signup and view all the flashcards
Ongeconjugeerde bilirubine
Ongeconjugeerde bilirubine
Signup and view all the flashcards
Prevalentie van cholecystolithiasis
Prevalentie van cholecystolithiasis
Signup and view all the flashcards
Risicofactoren cholecystolithiasis
Risicofactoren cholecystolithiasis
Signup and view all the flashcards
Diagnose van cholecystolithiasis
Diagnose van cholecystolithiasis
Signup and view all the flashcards
Hydrostatische druk in de galblaas
Hydrostatische druk in de galblaas
Signup and view all the flashcards
Epitheel van de galblaas
Epitheel van de galblaas
Signup and view all the flashcards
Lamina Propria van de galblaas
Lamina Propria van de galblaas
Signup and view all the flashcards
Complicaties van cholecystitis
Complicaties van cholecystitis
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Galblaas Functie en Histologie
Galblaas en Galconcentratie
- De galblaas heeft een capaciteit van ongeveer 50 mL.
- De galblaas ontstaat uit de embryonale voordarm als een uitstulping van de primitieve galweg die de embryonale lever verbindt met de zich ontwikkelende darmen.
- De galblaas concentreert gal door ongeveer 90% van het water te verwijderen en slaat de gal op.
- Dit leidt tot een bijna tienvoudige toename van de concentratie van galzouten, cholesterol en bilirubine.
- Voor de concentratie van gal worden Na+, Cl- en HCO3- actief vanuit het cytoplasma het intracellulaire compartiment van het epitheel ingepompt door NA+/K+-gekoppelde ATPase op het laterale plasmamembraan.
- De intracellulaire elektrolytenconcentratie stijgt, waardoor een osmotische gradiënt ontstaat tussen de intracellulaire ruimte en het cytoplasma.
- De toename van elektrolyten en water in de intracellulaire ruimte veroorzaakt een hydrostatische druk.
- Deze druk transporteert een bijna isotone vloeistof uit het intracellulaire compartiment naar de bloedvaten.
Mucosa
- De galblaas heeft slijmvliesplooien bij een niet volledige vulling.
- De slijmvliesplooien bestaan uit enkelvoudig cilindrisch epitheel.
- Het epitheel bezit apicale microvilli, apicale juncties, laterale plooiingen en secretoire blaasjes met glycoproteïnen.
- De lamina propria van het slijmvlies bevat kleine bloedvaatjes maar geen lymfevaten.
- Deze bindweefsellaag bevat ook lymfocyten en plasmacellen.
- Soms zijn er mucine-secreterende klieren aanwezig in de lamina propria, vooral bij ontstoken galblazen.
Muscularis Externa, Adventitia en Serosa
- De muscularis externa ligt buiten de lamina propria en is samengesteld uit collageen- en elastinevezels en bundels gladde spiercellen.
- Contractie van de gladde spier perst gal vanuit de galblaas in de ductus choledochus.
- Buiten de muscularis externa bevindt zich bindweefsel met grote bloedvaten, lymfevaten en autonome zenuwen.
- Elastinevezels en vetweefsels zijn aanwezig in het bindweefsel.
- De adventitia is de aanhechtingsplek van de galblaas aan het leveroppervlak, bestaande uit dicht onregelmatig bindweefsel.
- De serosa (indien aanwezig) bestaat uit los onregelmatig bindweefsel omgeven door mesotheel met plaveiselepitheel.
Rokitansky-Aschoff Sinussen
- Rokitansky-Aschoff sinussen zijn diepe uitstulpingen van het slijmvlies, soms tot in de muscularis externa.
- Ze ontstaan waarschijnlijk door hyperplasie en uitstulping van cellen door de muscularis externa.
- Aanwezige bacteriën in deze sinussen kunnen chronische ontsteking en galsteenvorming veroorzaken.
Pancreas
- De pancreas is een klier met exocriene en endocriene delen en produceert hormonen.
- De ductus pancreaticus mondt uit in de papil van Vater, samen met de ductus choledochus, in het duodenum.
- De sfincter van Oddi reguleert de hoeveelheid gal en alvleessap in het duodenum.
- De sfincter van Oddi voorkomt ook reflux van darminhoud in de ductus pancreaticus.
- De pancreas is verdeeld in kwabjes omringd door een dunne laag bindweefsel met slijmklieren die in de ductus pancreaticus secreteren.
Cholelithiasis
- De aanwezigheid van galstenen is de meest voorkomende oorzaak van vernauwing van de galwegen.
- Andere oorzaken omvatten operaties en maligniteiten van de galwegen of het hoofd van de pancreas.
- De aanwezigheid van galstenen is vaak asymptomatisch, maar in ongeveer 30% van de gevallen veroorzaakt het klachten.
Prevalentie
- De prevalentie van cholecystolithiasis in westerse landen varieert tussen 13% en 22%.
- In Nederland vinden jaarlijks ongeveer 22.000 cholecystectomieën plaats (verwijdering van de galblaas).
Risicofactoren voor Cholecystolithiasis
- Leeftijd > 40 jaar
- Vrouwelijk geslacht
- Obesitas
- Fors gewichtsverlies (gastric bypass)
- Zwangerschap
- Populatie (genetische componenten, waar opgegroeid)
- Parenterale voeding
- Oestrogeengebruik
- Gebruik van somatostatineanalogen
- Positieve familieanamnese
- Hemolytische ziektes (zoals sikkelcelziekte en hereditaire sferocytose)
Soorten Galstenen
- Er zijn twee soorten galstenen: pigmentstenen en cholesterolstenen.
- Pigmentstenen bestaan uit bilirubine en calciumzouten, en hebben een bruine tot zwarte kleur.
- Cholesterolstenen bestaan voor 50% uit cholesterolmonohydraat, en hebben een gele tot grijze kleur, afhankelijk van de concentratie.
Diagnose van Cholecystolithiasis
- Cholecystolithiasis kan het best worden aangetoond met echografie.
- Echografie heeft een sensitiviteit van 94% en een specificiteit van 99%.
- Laboratoriumonderzoek draagt niet bij aan de diagnose van ongecompliceerde symptomatische cholecystolithiasis.
Gal en Aandoeningen van de Galwegen
- Gal bevat onder andere galzuren en galzouten, die bijna hetzelfde zijn en vaak uitwisselbaar gebruikt worden.
- Galzouten zijn de geïoniseerde vorm van galzuren.
- Gal heeft twee belangrijke functies:
- Emulsie van vetzuren in het lumen van het maag-darmkanaal.
- Eliminatie van bilirubine, cholesterol en andere afvalstoffen die niet via de urine uitgescheiden kunnen worden.
Metabolisme van Lipiden: Afbraak en Opname
- Vetzuren worden in de dunne darm geëmulgeerd door galzouten die in de lever worden gevormd.
- Geëmulgeerd vet heeft een groter oppervlak, waardoor pancreatische enzymen beter kunnen werken.
- Lipase is het belangrijkste pancreatische enzym dat triacylglycerolen afbreekt.
- Pancreaslipase wordt samen met colipase uitgescheiden, als gevolg van de afgifte van cholecystokinine door de darmen.
- Secretine wordt ook uitgescheiden, wat de lever, pancreas en darmen stimuleert om bicarbonaat te secreteren.
- Door de secretie van bicarbonaat wordt maaginhoud geneutraliseerd.
Rol van Galzouten en Enzymen bij de Vetvertering
- Galzouten inhiberen de activiteit van lipase door een coating om het substraat te vormen.
- Colipase heft deze inhibitie op, waardoor lipase kan binden en triglyceride kan afbreken.
- Lipase hydrolyseert vetten, waardoor vetzuren vrijkomen van glycerol.
- Esterases en fosfolipase A2 worden gevormd om respectievelijk vetzuren van overige onderdelen te scheiden en fosfolipiden te verteren.
Micellen en Absorptie van Vetzuren
- Vetzuren, 2-monoacylglycerolen en andere vetten worden verpakt in micellen.
- Micellen vervoeren hun inhoud door een waterlaag naar de microvilli, waar vetten geabsorbeerd kunnen worden.
- Galzouten blijven achter in de darmen en worden voor 95% geresorbeerd in de bloedcirculatie, waarna ze opnieuw gebruikt kunnen worden bij de vertering.
- Korte en middellange vetzuren hebben geen galzouten nodig voor absorptie en worden direct geabsorbeerd door epitheelcellen.
Vorming van Galzuren
- Om micellen te vormen, dient een uiteinde van galzout lipofiel te zijn en het andere uiteinde hydrofiel.
- Galzout wordt gevormd in de lever door cholesterol in meerdere stappen om te zetten.
- Cholesterol wordt eerst gehydroxyleerd door het enzym 7-alfa-hydroxylase tot 7-alfa-hydroxycholesterol.
- De activiteit van 7-alfa-hydroxylase is afhankelijk van de concentratie galzouten; hogere concentraties galzouten verminderen de enzymactiviteit.
Verdere Omzetting, pH en pKa
- 7-alfa-hydroxycholesterol wordt verder gehydroxyleerd tot chenodeoxygalzuur of cholaanzuur.
- Bij pH 6 in het lumen van de darmen is de verhouding [galzout/galzuur] ongeveer gelijk aan 1, omdat de pKa van galzuur ongeveer 6 bedraagt.
Conjugering van Galzouten
- Eerst wordt de carboxylgroep van de galzouten geactiveerd door conjugering met CoA tot cholyl-CoA.
- De geactiveerde carboxylgroep reageeert met de aminogroep van glycine of taurine, waarbij respectievelijk glycholaat en taurocholaat worden gevormd.
- Glycholaat en taurocholaat zijn geconjugeerde galzouten met een pKa van respectievelijk 4 en 2.
- Vergeleken met ongeconjugeerde galzouten is er relatief een verhoogde hoeveelheid moleculen van glycocholzuur en taurocholzuur in geïoniseerde vorm aanwezig.
Rol en Hergebruik van Galzouten
- Bacterien kunnen galzouten deconjugeren waarbij de taurine- of glycinegroep en de hydroxylgroep op positie 7 weggehaald worden. Vervolgens heten ze secundaire galzouten.
- Secundaire galzouten zijn minder goed oplosbaar en worden minder goed opgenomen.
- Secundaire galzouten kunnen opnieuw geconjugeerd worden door de lever, maar worden niet meer gehydroxyleerd.
- Het grootste deel (95%) van de galzouten wordt hergebruikt door de lever en opgeslagen in de galblaas.
- Slechts 5% van de galzouten die de darmen binnenkomen, verlaat het lichaam via de ontlasting.
- Gal kan niet worden afgebroken, omdat het een steroïde kern heeft.
Bilirubine
- Ongeconjugeerde bilirubine is onoplosbaar in water en gebonden aan albumine, waardoor het nier kan worden uitgescheiden in de urine.
- Een klein deel van de ongeconjugeerde bilirubine is niet gebonden aan albumine en gaat vrij rond in de weefsels.
- Accumulatie van ongeconjugeerde bilirubine in weefsels kan ernstige schade veroorzaken.
- Geconjugeerde bilirubine is niet toxisch en heeft een zwakke binding met albumine, waardoor het wel in de urine kan worden uitgescheiden.
Conjugatie en Afbraak van Hemoglobine
- Conjugatie van bilirubine gebeurt in twee stappen: eerst wateroplosbaar maken, dan omzetten in een stof die kan worden uitgescheiden in de gal.
- Bilirubine wordt gevormd uit heem, afkomstig van hemoglobine uit rode bloedcellen.
- Biliverdine is een tussenproduct.
- Hemoglobine wordt in stappen afgebroken:
- Heem wordt geoxideerd en afgebroken tot koolstofmonoxide en biliverdine.
- Biliverdine wordt omgezet in bilirubine door biliverdine reductase.
- Bilirubine wordt aan serumalbumine gebonden en naar de lever vervoerd.
- Bilirubine wordt opgenomen door de sinusoïdale membraan van de hepatocyten.
- Bilirubine wordt geconjugeerd met glucuronzuur d.m.v. UDP en het ER van de hepatocyten.
- Wateroplosbare, niet-toxische bilirubine-glucuroniden worden in gal uitgescheiden.
- De meeste bilirubine-glucuroniden worden gedeconjugeerd door bacteriële beta-glucronidasen ende vervolgens afgebroken tot urobilinogenen, die in de feces worden uitgescheiden of opnieuw worden geabsorbeerd in het colon.
- Gereabsorbeerde urobilinogenen worden door de lever weer uitgescheiden in gal, met een klein deel in de urine.
Cholestasis
- Cholestasis is een aandoening waarbij gal niet goed wordt gevormd of niet goed kan stromen, wat leidt tot accumulatie van gal in de lever.
- Cholestasis kan worden veroorzaakt door een defect in de galsecretie door levercellen of een obstructie van de galwegen.
- Patiënten kunnen problemen hebben met de opname van in vet oplosbare vitaminen.
- Verhoogde concentraties van alkalische fosfatase en GGT kunnen in het bloed worden gevonden.
- Gal caniculi is verwijd is in het weefsel.
- Kupffercellen proberen door middel van fagocytose gal op te ruimen.
Gevolgen en Verschijnselen van Cholestasis
- Galpigmenten kunnen zich ophopen in hepatocyten.
- Cholestasis is omkeerbaar als de oorzaak vroegtijdig wordt weggenomen, anders kan cholangitis optreden.
- Cholangitis wordt vaak veroorzaakt door coliformen of enterokokken gepaard met koorts, rillingen, buikpijn en geelzucht.
- Ernstige gevallen van cholangitis kunnen leiden tot abcesvorming, sepsis en overlijden.
- De heftigste vorm van cholangitis is suppuratieve cholangitis, waarbij de galwegen opzwellen.
- Cholestasis als gevolg van interne afwijkingen reageert niet goed op chirurgie en kan de situatie zelfs verergeren.
Klinische Verschijnselen van Cholestasis
- Gele verkleuring van de huid en het oogwit (icterus)
- Pruritus (jeuk)
- Xanthomen (cholesterolophopingen in de huid)
- Symptomen gerelateerd aan intestinale malabsorptie, zoals tekorten aan in vet oplosbare vitaminen.
Cholesterolstenen
- Cholesterolstenen ontstaan wanneer de galblaas zoveel cholesterol bevat dat het niet kan worden opgelost in de gal.
- Verschillende factoren hebben een invloed :
- Sterk verhoogde verzadiging van cholesterol in de galblaas.
- Verhoogde kristallisatiesnelheid.
- Verhoogde mucussecretie.
- Verlaagde galblaasmotiliteit.
Pigmentstenen
- Pigmentstenen kunnen ontstaan bij een verhoogde concentratie ongeconjugeerde bilirubine.
- Er is sprake van een verhoogde hoeveelheid ongeconjugeerde bilirubine in gal.
Cholecystitis
- Cholecystitis is een ontsteking van de galblaas, in combinatie met galstenen.
- Acute cholecystitis wordt in 90% van de gevallen veroorzaakt door een steen in de hals van de ductus cysticus.
- De wand van de galblaas wordt geïrriteerd door steen en gal.
- Cholecystitis kan ook ontstaan door ischemie.
Acute Cholecystitis
- Een aanval van pijn bij acute cholecystitis duurt langer dan 6 uur en gaat vaak gepaard met temperatuurverhoging, gebrek aan eetlust, een verhoogde hartslag, misselijkheid, braken en zweten.
- De symptomen zijn niet altijd eenduidig door onderliggende aandoeningen. Een snelle diagnose is moeilijk te stellen.
- Ongeveer 25% van de patiënten heeft met spoed een operatie nodig.
Chronische Cholecystitis en Diagnose
- Bij chronische cholecystitis is de ductus cysticus vaak niet geblokkeerd.
- Het wordt veroorzaakt door een bacteriële infectie.
- De diagnosticering is van belang ter voorkoming van complicaties:
- Bacteriële infectie
- Galblaasruptuur
- Perforatie/abces
- Fistels
- Porseleinen galblaas
- Verergering van andere ziektes
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.