Podcast
Questions and Answers
Welke werkwoordelijk vorm wordt gebruikt om een handeling uit het verleden te beschrijven?
Welke werkwoordelijk vorm wordt gebruikt om een handeling uit het verleden te beschrijven?
Het werkwoord 'être' wordt gebruikt om een aanwezigheid of een toestand te beschrijven.
Het werkwoord 'être' wordt gebruikt om een aanwezigheid of een toestand te beschrijven.
True
Schrijf een zin met het werkwoord 'aller' in de présente tijd.
Schrijf een zin met het werkwoord 'aller' in de présente tijd.
Ik ga naar de markt.
Ik _______________ (willen) naar de bioscoop gaan vanavond.
Ik _______________ (willen) naar de bioscoop gaan vanavond.
Signup and view all the answers
Koppel de Franse werkwoorden met hun Nederlandse vertaling:
Koppel de Franse werkwoorden met hun Nederlandse vertaling:
Signup and view all the answers
Study Notes
Toetsopgave
- Er zijn twee opgaven in de toets:
- Opdracht 1: woorden vertalen van en naar twee kanten.
- Opdracht 2: zinnen vertalen van en naar twee kanten.
Grammatica in de Opdracht
- Er wordt gebruikgemaakt van de volgende grammaticale constructies in de present en passé composé:
- Être (zijn)
- Aller (gaan)
- Faire (doen)
- Vouloir (willen)
- Pouvoir (kunnen)
Present en Passé Composé
- De present wordt gebruikt om handelingen in het heden te beschrijven.
- De passé composé wordt gebruikt om handelingen in het verleden te beschrijven.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Description
Oefen je Franse grammatica met deze quiz, waarbij je woorden en zinnen aan beide kanten moet vertalen en gebruikt de grammaticaconcepten être, aller, faire, vouloir en pouvoir in de presente en passé composé.