Franse Grammatica Oefenen
5 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke werkwoordelijk vorm wordt gebruikt om een handeling uit het verleden te beschrijven?

  • Futur simple
  • Passé composé (correct)
  • Impératif
  • Présent
  • Het werkwoord 'être' wordt gebruikt om een aanwezigheid of een toestand te beschrijven.

    True

    Schrijf een zin met het werkwoord 'aller' in de présente tijd.

    Ik ga naar de markt.

    Ik _______________ (willen) naar de bioscoop gaan vanavond.

    <p>wil</p> Signup and view all the answers

    Koppel de Franse werkwoorden met hun Nederlandse vertaling:

    <p>être = zijn aller = gaan faire = doen pouvoir = kunnen</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Toetsopgave

    • Er zijn twee opgaven in de toets:
    • Opdracht 1: woorden vertalen van en naar twee kanten.
    • Opdracht 2: zinnen vertalen van en naar twee kanten.

    Grammatica in de Opdracht

    • Er wordt gebruikgemaakt van de volgende grammaticale constructies in de present en passé composé:
      • Être (zijn)
      • Aller (gaan)
      • Faire (doen)
      • Vouloir (willen)
      • Pouvoir (kunnen)

    Present en Passé Composé

    • De present wordt gebruikt om handelingen in het heden te beschrijven.
    • De passé composé wordt gebruikt om handelingen in het verleden te beschrijven.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Description

    Oefen je Franse grammatica met deze quiz, waarbij je woorden en zinnen aan beide kanten moet vertalen en gebruikt de grammaticaconcepten être, aller, faire, vouloir en pouvoir in de presente en passé composé.

    More Like This

    French Grammar
    12 questions

    French Grammar

    DetachableChrysoprase3328 avatar
    DetachableChrysoprase3328
    French Grammar: Sentence Structure and Verb Conjugation
    10 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser