Flagellaten en Giardia lamblia

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende beweringen over Giardia lamblia is niet correct?

  • Giardiasis komt niet alleen bij mensen voor, maar ook bij andere zoogdieren.
  • Het is een flagellaat die al in 1681 door Antoni van Leeuwenhoek werd beschreven.
  • Moleculair onderzoek heeft aangetoond dat er slechts één genotype bestaat binnen de soort. (correct)
  • De parasiet heeft een wereldwijde verspreiding met een hoge incidentie, vooral onder kinderen.

Welke van de volgende factoren draagt het meest bij aan de transmissie van Giardia lamblia in Nederland?

  • Direct contact met besmette dieren zoals bevers en muizen.
  • Het drinken van ongezuiverd oppervlaktewater tijdens het zwemmen.
  • Consumptie van onvoldoende gekookt rundvlees.
  • Gebrekkige sanitaire hygiëne, vooral bij kinderen. (correct)

Waarom is het klinisch belang van transmissie van Giardia lamblia van dier naar mens mogelijk minder belangrijk dan eerder werd aangenomen?

  • Alleen assemblages A en B zijn relevant voor de mens. (correct)
  • Er is geen bewijs van transmissie van dier naar mens.
  • De parasiet muteert snel in dierlijke gastheren.
  • Dieren zijn resistent tegen de parasiet.

Een patiënt heeft chronische diarree en bij onderzoek worden Giardia lamblia-trofozoieten in de dunne darm aangetroffen. Welke mechanismen kunnen bijdragen aan de malabsorptie en steatorroe bij deze patiënt?

<p>Vlokatrofie en crypthyperplasie als gevolg van de immuunrespons van de gastheer. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk aandachtspunt bij de behandeling van giardiasis om recidieven te voorkomen?

<p>Strikte persoonlijke hygiëne om herinfectie te voorkomen. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest nauwkeurig de ontwikkelingscyclus van Giardia lamblia?

<p>De cysten zijn direct besmettelijk na uitscheiding in het milieu. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom is microscopisch onderzoek van verse, ongefixeerde feces minder geschikt voor het identificeren van morfologische kenmerken van Giardia lamblia?

<p>De vegetatieve stadia gaan snel kapot in ongefixeerde feces. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het in de routine diagnostiek niet mogelijk om met een ELISA-test onderscheid te maken tussen pathogene en niet-pathogene assemblages van Giardia lamblia?

<p>De test is gericht op een antigeen dat bij alle assemblages voorkomt. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk nadeel van PCR-onderzoek op formaline-gefixeerde fecesmonsters voor de detectie van Giardia lamblia?

<p>Formaline-fixatie vermindert de sensitiviteit van de PCR. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat maakt serologisch onderzoek naar Giardia lamblia minder bruikbaar in de routine diagnostiek?

<p>Er kan geen onderscheid worden gemaakt tussen een actieve en een eerder doorgemaakte infectie. (C)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Wat zijn flagellaten?

Vertegenwoordigers van de taxonomische genera die zich voortbewegen met flagellen in het darmlumen.

Giardia lamblia

Een flagellaat met wereldwijde verspreiding, vooral bij kinderen.

Assemblages

Genetisch verschillende, maar morfologisch identieke groepen binnen de soort G. lamblia.

Pathogenese van Giardia lamblia

Ontsteking en afweerreactie van de gastheer op de parasiet, resulterend in vlokatrofie

Signup and view all the flashcards

Post-Giardia lactose-intolerantie

Een veel voorkomende klacht na succesvolle behandeling van Giardia, waarbij de klachten niet direct verdwijnen

Signup and view all the flashcards

Trofozoïeten G. lamblia

Bilateraal symmetrische vorm van een doorgesneden peer, lengte van 10-20 µm

Signup and view all the flashcards

Cysten van G. lamblia

Ovaal van vorm, bevat twee of vier kernen, twee parabasaallichaampjes en in de as van de cyste bevindt zich de axostyl.

Signup and view all the flashcards

Antigeendetectiesystemen

Eenvoudig in gebruik en sensitief voor het aantonen van Giardia in feces.

Signup and view all the flashcards

PCR-methoden

Detecteert zowel G. lamblia-assemblages A als B.

Signup and view all the flashcards

Dientamoeba fragilis

Vroeger beschouwd als amoebe, tegenwoordig ingedeeld bij de Trichomonadida

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Flagellaten

  • Flagellaten, zoals Giardia, Trichomonas en Chilomastix, bewegen zich voort in de darmen van de gastheer met behulp van flagellen.
  • Het aantal flagellen en de manier van bewegen verschilt per geslacht.
  • Dientamoeba mist flagellen, maar wordt toch tot de flagellaten gerekend vanwege genetische verwantschap.

Giardia lamblia

  • Giardia lamblia, ook bekend als G. duodenalis of G. intestinalis, is een flagellaat die in 1681 al door Antoni van Leeuwenhoek werd beschreven.
  • Het heeft een wereldwijde verspreiding en komt vooral voor bij kinderen.
  • Giardiasis treft niet alleen mensen, maar ook zoogdieren zoals honden, katten, bevers en muizen.
  • Genetisch verschillende, maar morfologisch identieke groepen binnen G. lamblia worden assemblages genoemd.
  • Er zijn 8 assemblages (A-H) beschreven, waarvan A en B klinisch relevant zijn voor mensen.
  • De incidentie en prevalentie van giardiasis hangen af van de onderzochte populatie en zijn lager in geïndustrialiseerde landen met goede sanitaire voorzieningen.
  • Wereldwijd zijn er jaarlijks ongeveer 2,8 miljoen nieuwe infecties.
  • Nederlandse studies bij gastro-enteritis-patiënten tonen een G. lamblia-prevalentie van 2-14% aan.
  • De parasiet wordt het meest gevonden bij patiënten met langer dan één week darmklachten.
  • Asymptomatisch dragerschap komt voor bij 2-5% van de onderzochte controlepersonen.
  • De incidentie in Nederland is seizoensgebonden met een piek in augustus, september en oktober.
  • Transmissie vindt voornamelijk plaats van mens op mens door gebrekkige hygiëne.
  • Kinderen met nauw contact (bijvoorbeeld in kinderdagverblijven en gezinnen) lopen een verhoogd risico op besmetting.

Ontwikkelingscyclus van Giardia lamblia

  • De ontwikkelingscyclus is relatief eenvoudig met slechts één gastheersoort en twee stadia: trofozoïet en cyste.
  • De trofozoïet hecht zich met een 'zuignap' aan het darmoppervlak en is niet invasief.
  • De cyste wordt uitgescheiden met de feces en kan lang overleven in de omgeving.
  • Vermeerdering gebeurt aseksueel door deling van de trofozoïeten.
  • Tijdens de passage naar het externe milieu differentiëren trofozoïeten tot cysten.
  • Na uitscheiding zijn de cysten direct besmettelijk voor een volgende gastheer.
  • Infectie vindt plaats door orale opname van cysten via besmet voedsel, water of direct van mens op mens.

Klinisch Beloop en Pathogenese van Giardia lamblia

  • Het natuurlijk beloop is over het algemeen mild en zelflimiterend.
  • Een infectie kan asymptomatisch zijn, maar kan ook leiden tot chronische klachten die maanden aanhouden.
  • Symptomatische patiënten hebben vooral last van diarree, gasvorming, misselijkheid en buikklachten.
  • De parasiet verdwijnt meestal na twee tot vier weken, maar soms is er een intermitterend ziektebeeld.
  • 30-50% van de symptomatische patiënten ontwikkelt een chronisch ziektebeeld met steatorroe en een malabsorptiesyndroom.
  • Kinderen en immuungecompromitteerde patiënten hebben een verhoogde kans op chronische en recidiverende infecties.
  • Grote aantallen trofozoïeten worden aangetroffen op het oppervlak van de dunne darm.
  • Men dacht lang dat resorptiestoornissen door de parasiet zelf veroorzaakt werden, maar de ontsteking en afweerreactie van de gastheer leiden ook tot vlokatrofie en crypthyperplasie van het darmoppitheel.
  • Deze afwijkingen kunnen leiden tot tekorten aan enzymen en malabsorptie/steatorroe.

Therapie en recidieven

  • Hoewel giardiasis meestal zelflimiterend is, worden de meeste gevallen behandeld.
  • Gebrekkige therapietrouw en herinfectie zijn de oorzaak van veel recidieven.
  • Ook na succesvolle therapie verdwijnen de klachten vaak niet direct, vanwege 'post-Giardia lactose-intolerantie'.
  • Bij persisterende klachten is parasitologisch controleonderzoek belangrijk.

Laboratoriumdiagnostiek

  • Microscopisch onderzoek is gebaseerd op het aantonen van cysten en/of trofozoïeten in feces.
  • Eosine-gekleurde preparaten zijn geschikt voor het onderzoeken van bewegende vegetatieve stadia.
  • Morfologische kenmerken van het cystestadium zijn het best zichtbaar in jodium-kalium-jodide (JKJ) gekleurde preparaten, en die van de vegetatieve stadia in permanent gekleurde preparaten van gefixeerde feces.
  • De concentratiemethode volgens Ridley is efficiënt in het concentreren van de cysten, maar niet van de trofozoïeten.
  • Giardia lamblia-trofozoïeten hebben een karakteristieke vorm van een doorgesneden peer en zijn 10-20 µm groot.
  • Twee kernen bevinden zich op een vaste plek in het brede gedeelte van het organisme, links en rechts van de in de lengterichting georiënteerde axonemen (de middenlijn)
  • Aan de ventrale zijde bevindt zich een zuignap en acht flagellen.
  • De vegetatieve stadia zijn dun en teer en gaan in ongefixeerde feces snel kapot.
  • Ze vallen op door hun actieve, wat springerige bewegingen.

Giardia lamblia-cysten

  • Giardia lamblia-cysten zijn ovaal van vorm, 8-14 µm lang en 6-10 µm breed.
  • Het cytoplasma is meestal iets teruggetrokken van de cystewand (plasmolyse).
  • Er zijn twee of vier kernen aanwezig; twee in onrijpe cysten en vier in uitgerijpte cysten.
  • De kernen bevinden zich als een groepje bijeen aan één van de smalle (polaire) uiteinden van de cyste.
  • De parabasaal-lichaampjes zijn herkenbaar als licht gekromde staafjes.
  • De axonemen zijn in de lengterichting van de cyste.

Antigeentesten

  • Voor het aantonen van G. lamblia-specifieke copro-antigenen in feces zijn verschillende commerciële testen beschikbaar, zoals dipsticks, Rapid Diagnostic Tests (RDT) en ELISA-systemen.
  • In Nederland wordt meestal gebruikgemaakt van ELISA-systemen gericht op het 65 kDa Giardia Specifiek Antigeen (GSA-65).
  • Het GSA-65-antigeen is een glycoproteïne dat op de wand van zowel de cyste als de trofozoïet voorkomt en vrijkomt in het darmlumen tijdens de encystatie van de trofozoïet.
  • Antigeendetectiesystemen blijken eenvoudig in gebruik en sensitief.
  • De effecten van de dag-tot-dag-fluctuatie in de uitscheiding van cysten zijn veel kleiner dan bij microscopisch onderzoek.
  • Er worden testsystemen ontwikkeld waarmee niet alleen G. lamblia-specifieke antigenen, maar ook die van Cryptosporidium en/of E. histolytica/E. dispar kunnen worden aangetoond.

Moleculaire diagnostiek

  • Diverse specifieke PCR-methoden zijn ontwikkeld, waarvan een aantal commercieel verkrijgbaar is.
  • In Nederland wordt de real-time PCR-methode veel gebruikt, die DNA van zowel G. lamblia-assemblages A als B kan detecteren.
  • Deze diagnostiek is zowel sensitief als specifiek.
  • De effecten van sterke dag-tot-dag fluctuatie in uitscheiding van cysten en trofozoïeten zin veel kleiner dan bij microscopisch onderzoek.
  • PCR-onderzoek kan ook uitgevoerd worden op bioptmateriaal uit bijvoorbeeld de dunne darm.
  • De sensitiviteit van PCR-onderzoek aan formaline-gefixeerde feces of bioptmateriaal is sterk verminderd; bij voorkeur ongefixeerd materiaal gebruiken.

Serologie

  • Bij 70-90% van de personen met giardiasis zijn in het serum IgG-antilichamen tegen G. lamblia aantoonbaar.
  • Met dit onderzoek kan geen onderscheid gemaakt worden tussen een actieve en een eerder doorgemaakte infectie.
  • Behoudens voor epidemiologische doeleinden wordt serologisch onderzoek naar giardiasis niet veel gebruikt.

Dientamoeba fragilis

  • Dientamoeba fragilis werd vroeger beschouwd als een amoebe, maar wordt tegenwoordig ingedeeld bij de Trichomonadida.
  • Het heeft een kosmopolitische verspreiding; lokaal worden hoge prevalenties gevonden, vooral bij kinderen.
  • D. fragilis-trofozoïeten komen voor in de crypten van de mucosa van de dikke darm.
  • Trofozoëten bewegen door uitstulping van brede pseudopodiën en vermenigvuldigen zich aseksueel in het colon.
  • Tot op heden wordt aangenomen dat de parasiet alleen als vegetatieve vorm voorkomt.
  • Een lang bestaande hypothese, dat transmissie plaatsvindt via transport in eieren van de rondworm Enterobius vermicularis, is tot op heden nog niet bewezen.
  • Directe feco-orale transmissie van mens tot mens lijkt daarom het meest waarschijnlijk.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser