Financiële Jaarrekening en Winstbepaling

Het verschil tussen het eigen vermogen aan het eind en aan het begin van een periode, gecorrigeerd voor kapitaalstortingen en kapitaalonttrekkingen.

Het quotiënt van winst en vermogen, een belangrijk criterium voor de financiële prestaties van een onderneming.

De winst vóór aftrek van interest en belasting, uitgedrukt als percentage van het gemiddelde totale vermogen gedurende het boekjaar.

De nettowinst uitgedrukt als percentage van het gemiddelde eigen vermogen gedurende het boekjaar.

De rentelasten uitgedrukt als percentage van het gemiddelde vreemd vermogen gedurende het boekjaar.

De mate waarin een onderneming in staat is aan haar verplichtingen jegens schuldeisers te voldoen.

De RTV wordt 'verdeeld' onder de eigen vermogen- en vreemdvermogenverschaffers. Als de RTV hoger is dan de RVV, komt dit verschil ten goede aan de eigenvermogenverschaffers.

De REV vóór aftrek van belasting is lager dan de RTV.

De waarde die een bedrijf heeft op de beurs, bijvoorbeeld door de aandelenkoers.

De waarden van activa en passiva zoals ze op de balans van een bedrijf worden weergegeven.

Het verschil tussen de beurswaarde en de boekhoudkundige waarde van een bedrijf.

De mate waarin financiële informatie relevant is voor besluitvorming.

De mate waarin financiële informatie betrouwbaar is en vrij van fouten.

Een vorm van leasing waarbij de gebruiker het economische risico van het bedrijfsmiddel draagt.

Een vorm van leasing waarbij de gebruiker het economische risico van het bedrijfsmiddel niet draagt.

De verplichting om te betalen voor het gebruik van een bedrijfsmiddel in een operational lease contract.

Een open model waarin een onderneming een coalitie is van partijen zoals kapitaalverschaffers, werknemers en overheid. De jaarrekening heeft dan zowel een verantwoordings- als beslissingsondersteunende functie.

De waardevolle en betrouwbare informatie in de jaarrekening moet een getrouw beeld geven van de financiële positie van de onderneming. De betrouwbaarheid wordt gewaarborgd door de externe accountant.

Het aanpassen van cijfers om de winst of solvabiliteit te verfraaien. Dit kan gebeuren om slecht presteren te verbloemen of bankleningen te verkrijgen.

Het management past cijfers aan om de winst te flatteren, bijvoorbeeld om aandeelhouders een geruststellend beeld te geven.

Het management past cijfers aan om een te rooskleurig beeld te creëren om gemakkelijker bankleningen te krijgen.

Het creëren van een stabiele winstontwikkeling door in gunstige jaren de winst te verlagen en het verschil in mindere jaren toe te voegen.

De mogelijkheid om winstcijfers te beïnvloeden door te kiezen voor een andere verslaggevingsmethode.

Subjectieve schattingen en interpretatie van wet- en regelgeving geven ruimte voor manipulatie van de winst.

Het principe dat de grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening tijdens een periode gelijk moeten blijven. Dit zorgt voor vergelijkbaarheid van de jaarrekeningen over de tijd.

Een verandering van de grondslagen van de jaarrekening is alleen toegestaan als dit leidt tot een betere weergave van de financiële positie van de onderneming en duidelijk wordt toegelicht.

Soortgelijke posten moeten in de jaarrekening consistent worden behandeld. Dit zorgt voor een consistent beeld van de onderneming.

De winst over de levensduur van een onderneming wordt berekend door het eigen vermogen aan het einde te vergelijken met het eigen vermogen aan het begin.

Kastoename (geldbewegingen) is niet altijd een goede maatstaf voor winst. Daarom worden inkomsten en uitgaven toegerekend aan de periode waarin ze behoren, ongeacht wanneer het geld wordt ontvangen of betaald.

Een rekenmethode waarbij de winst wordt bepaald op basis van de kastoename.

Een rekenmethode die de winst bepaalt door inkomsten en uitgaven aan de periode toe te rekenen waarin ze behoren, ongeacht de kasstroom.

Overloopposten in de balans die de winst beter afbakenen in de tijd.

De Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ's) geven een concrete invulling van de normen die in de wet als 'maatschappelijk aanvaardbaar' worden beschouwd. Hoewel ze geen wettelijke status hebben, worden ze bij het opstellen van jaarrekeningen nauwgezet gevolgd.

De RJ's zijn gebaseerd op de IFRS, maar ze mogen de wettelijke opties die voor een bedrijf beschikbaar zijn, niet beperken.

Het Stramien (RJ 930) is het algemene raamwerk dat als basis dient voor de specifieke richtlijnen van de RJ's. Het is een vertaling van het Framework van de IASB.

Kleine bedrijven mogen hun jaarrekening opstellen volgens de fiscale grondslagen van de Wet op de vennootschapsbelasting. Dit betekent dat ze de regels voor winstberekening volgen die in de Wet op de inkomstenbelasting staan.

"Goed koopmansgebruik" is een principe dat in de fiscale wetgeving wordt gebruikt. Het betekent dat de winstberekening moet gebeuren op een manier die in overeenstemming is met bedrijfseconomische normen en wat maatschappelijk geaccepteerd is.

Een accountant heeft de taak om de jaarrekening van een bedrijf te controleren op juistheid en volledigheid. Dit zorgt ervoor dat externe partijen kunnen vertrouwen dat de jaarrekening realistisch is.

Een registeraccountant (RA) of accountant-administratieconsulent (AA) mag officieel verklaren of een jaarrekening betrouwbaar is. Dit betekent dat ze de bevoegdheid hebben om de juistheid van de jaarrekening te certificeren.

De Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) is de organisatie waar de RA's en AA's zijn geregistreerd.

Rechtspersonen worden ingedeeld in vier categorieën: micro, klein, middelgroot en groot. De indeling gebeurt op basis van criteria zoals activa, omzet en aantal werknemers.

Een rechtspersoon moet aan ten minste twee van de drie criteria voldoen om in een bepaalde categorie te vallen.

De indeling van een rechtspersoon in een categorie gebeurt pas na twee opeenvolgende jaren dat aan de criteria voldaan wordt.

Micro-, kleine en middelgrote rechtspersonen krijgen vrijstelling van bepaalde wettelijke verplichtingen. Zo hoeven ze bijvoorbeeld geen gedetailleerde informatie in hun jaarstukken te vermelden.

Dit type rechtspersonen hoeft bepaalde informatie niet te publiceren, terwijl grotere rechtspersonen dit wel moeten doen.

Het tabellenoverzicht toont de belangrijkste vrijstellingen voor middelgrote, kleine en microrechtspersonen.

De criteria voor de indeling van rechtspersonen in omvang kunnen aangepast worden via algemene maatregel van bestuur.

Tussenholdings die voldoen aan bepaalde voorwaarden, hoeven geen geconsolideerde jaarrekening op te stellen. In dat geval wordt gekeken naar de enkelvoudige jaarrekening.