Filosofen en hun ideeën
24 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is het hoofdfocus van het consequentialisme?

  • De historische ontwikkeling van moraal.
  • De intenties achter handelingen.
  • De culturele context van handelingen.
  • De gevolgen van handelingen. (correct)
  • Wat is volgens Bergson de belangrijkste dynamiek in de wereld van het levende?

  • De noodzaak van empirische onderzoeksmethoden.
  • De onveranderlijkheid van materie.
  • De l'élan vital en la durée. (correct)
  • De impact van mechanische wetten.
  • Wat typeert de dialectische methode volgens Hegel?

  • De focus op lineaire ontwikkeling.
  • De samenhang tussen tegenstellingen. (correct)
  • De nadruk op empirische observatie.
  • De verwerping van abstracte ideeën.
  • Hoe onderscheidt Dilthey de natuurwetenschappen van de geesteswetenschappen?

    <p>Natuurwetenschappen zijn gericht op verklaren, geesteswetenschappen op begrijpen.</p> Signup and view all the answers

    Welke uitspraak verwoordt het idee van cultureel relativisme het beste?

    <p>De normen zijn afhankelijk van de specifieke cultuur.</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft het esthetisch stadium volgens Kierkegaard?

    <p>Een passieve instelling die gericht is op genot.</p> Signup and view all the answers

    Wat impliceert het historisch materialisme volgens Marx?

    <p>Veranderingen in productiewijzen beïnvloeden sociale relaties.</p> Signup and view all the answers

    Wat verklaart Feuerbach over de relatie van God en de mens?

    <p>God is een weerspiegeling van menselijke eigenschappen.</p> Signup and view all the answers

    Wat is historisch relativisme?

    <p>De opvatting dat kennis en moraal afhankelijk zijn van het tijdperk waartoe men behoort.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van de 'onderbouw' volgens Marx?

    <p>De productiewijzen constitueren de basis voor sociale relaties.</p> Signup and view all the answers

    Hoe definieert Bergson 'la durée'?

    <p>Als de ervaring van levende tijd, die niet kan worden gekwantificeerd.</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft l'élan vital volgens Bergson?

    <p>Een creatieve drang die spontane ontwikkelingen mogelijk maakt.</p> Signup and view all the answers

    Wat is het metafysische stadium volgens Comte?

    <p>Het stadium waarin verschijnselen worden verklaard door abstracte principes.</p> Signup and view all the answers

    Wat staat centraal in Schopenhauers concept van pessimisme?

    <p>Het idee dat lijden voortkomt uit onvervulde verlangens.</p> Signup and view all the answers

    Wat is het positieve stadium in Comtes theorie?

    <p>Het stadium waarin wetenschappelijke methoden de voorkeur hebben.</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt bedoeld met de 'Uebermensch' volgens Nietzsche?

    <p>Een ideaalbeeld van de mens als autonoom en creatief wezen.</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt bedoeld met positivisme?

    <p>De opvatting dat cognitieve problemen enkel op te lossen zijn met positieve wetenschappen.</p> Signup and view all the answers

    Hoe is het religieuze stadium volgens Kierkegaard gedefinieerd?

    <p>De fase waarin men in uiterste vertwijfeling persoonlijk tot God komt.</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent psychologisch relativisme?

    <p>De opvatting dat er geen absoluut standpunt mogelijk is vanwege psychische invloeden.</p> Signup and view all the answers

    Welk concept omschrijft Nietzsche als de 'Uebermensch'?

    <p>De mens die alle tegenstrijdigheden van het leven accepteert.</p> Signup and view all the answers

    Wat is het hoofdprincipe van utilitarisme?

    <p>Het grootst mogelijke geluk voor het grootst aantal mensen.</p> Signup and view all the answers

    Wat verwijst naar de 'projectie' volgens Feuerbach?

    <p>Het toeschrijven van goddelijke eigenschappen aan het menselijk wezen.</p> Signup and view all the answers

    Wat vormt de basis van het sociologisch relativisme?

    <p>De stelling dat individuele opvattingen sterk beïnvloed zijn door sociale groepen.</p> Signup and view all the answers

    Wat is het ideografische karakter van cultuurwetenschappen volgens Rickert?

    <p>Het ervaren en waarderen van cultuur als uniek en individueel.</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Filosofen en hun ideeën

    • Bentham: Voorstander van consequentialisme en utilitarisme.
    • Bergson: Tegenstander van positivisme. Legt nadruk op 'élan vital' (levende kracht) en 'durée' (duur) in tegenstelling tot dode materie.
    • Comte: Ontwikkelde positivisme, met de theorie over drie stadia van de menselijke geschiedenis.
    • Consequentialisme: Morele waarde wordt bepaald door de gevolgen van handelingen.
    • Conventionalisme (Mach): Basispostulaten van natuurkunde zijn conventionele afspraken.
    • Cultureel relativisme: Denkwijzen en normen verschillen per cultuur.
    • Dialectisch materialisme (Marx): Werkelijkheid verandert door conflicten en contradicties.
    • Dialectische methode: Analyseert begrippen en hun contradicties om de werkelijkheid te begrijpen.
    • Dilthey: Onderscheidt tussen natuurwetenschappen (verklaren) en geesteswetenschappen (begrijpen).
    • Esthetisch stadium (Kierkegaard): Eerste van drie stadia van de levensweg, gericht op momentane genot.
    • Ethisch stadium (Kierkegaard): Tweede stadium, gericht op ethisch gedrag, maar vatbaar voor zonde.
    • Feuerbach: God is een projectie van menselijke eigenschappen.
    • Geist (Hegel): Het bewustzijn, denken van de mensheid.
    • Hegel: Grondlegger Duits idealisme, gebruikt dialectische methode om de ontwikkeling van Geist te beschrijven.
    • Historisch materialisme (Marx): Sociale verandering komt voort uit veranderingen in de productiewijzen.
    • Historisch relativisme: Kennis en moraal hangen af van het tijdperk.
    • Infrastructuur en superstructuur (Marx): Produktiewijzen (infrastructuur) bepalen sociale relaties (superstructuur).
    • Kierkegaard: Deens filosoof die existentialisme vooruit wees, met onderscheid van drie stadia van de levensweg.
    • La durée (Bergson): Duur in tijd, kenmerkend voor levend wezen, niet voorspelbaar.
    • L'élan vital (Bergson): Scheppingsdrang in levende wereld, niet deterministisch/ voorspelbaar.
    • Metafysisch stadium (Comte): Tweede stadium van ontwikkeling van mensheid; verklaart verschijnselen via abstracte principes.
    • Mach: Fysicus en filosoof, een 'conventionalist' die stelt dat begrippen hulpmiddelen zijn om zaken te beschrijven.
    • Marx: Jong- of links-hegeliaan die nadruk legt op productiewijzen als basis van sociale verandering.
    • Mill: Utilitarist en feminist, gevolgen van daden zijn belangrijk i.p.v. intenties.
    • Nietzsche: Duits filosoof, geen criterium om mensen boven dieren te stellen; nadruk op 'Uebermensch'.
    • Peirce: Grondlegger van Amerikaans pragmatisme, opvattingen gerelateerd aan acties.
    • Pessimisme (Schopenhauer): Leed wegens onbevredigd verlangen.
    • Positief stadium (Comte): Laatste stadium mensheid; wetenschappelijk verklaren van verschijnselen.
    • Positivisme: Alle kennis komt uit wetenschap.
    • Projectie (Feuerbach): Mensen projecteren positieve eigenschappen op God.
    • Psychologisch relativisme: De waarnemer is beïnvloed door hun eigen psychologie.
    • Relativisme: Geen algemene kennis; opvattingen wisselen per individu of tijd.
    • Religieus stadium (Kierkegaard): Derde stadium, persoonlijke relatie met God.
    • Rickert: Leerling van Windelband, ideografisch i.p.v. nomothetisch werken in cultuurwetenschappen.
    • Schopenhauer: Twee manieren van vrij te komen van verlangens: esthetische beleving en kennis.
    • Sociologisch relativisme: Sociale groepen bepalen opvattingen van individuen.
    • Spencer: Brits filosoof, voor maximalisatie van individuele vrijheid, integratie van materie.
    • Theologisch stadium (Comte): Eerste stadium; verklaart verschijnselen met mythen en godsdienst.
    • Utilitarisme: Max geluk voor de meeste mensen.
    • Uebermensch (Nietzsche): Mens die volledig ja zegt tegen het leven.
    • Vervreemding (Feuerbach): Projecteren van essentiële kenmerken op externe objecten.
    • Vervreemding (Marx): Arbeiders vervreemd van hun arbeidsproduct en hun werk.
    • Vitalisme: Levende wezens hebben aparte kenmerken i.p.v. enkel natuurkundige wetten.
    • Wil (Schopenhauer): Fundamenteel verlangen voor zelfbehoud, niet te verklaren d.m.v. causaliteit.
    • Windelband: Onderscheidt tussen nomothetische (wetmatig) en ideografische methodes in wetenschappen.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Test je kennis over belangrijke filosofen en hun ideeën. Deze quiz behandelt onderwerpen als utilitarisme, positivisme, en dialectisch materialisme. Ontdek hoe deze denkers de wereld om ons heen hebben beïnvloed.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser