Fenotype en Genotype Quiz
16 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is het fenotype?

  • De specifieke volgorde van stikstofbasen in een gen
  • De rangschikking van chromosomen in een cel
  • De erfelijke eigenschappen van een individu
  • Alle waarneembare eigenschappen van een individu (correct)
  • Een recessief allel komt altijd tot uiting in het fenotype.

    False

    Wat geeft een karyogram weer?

    De rangschikking van chromosomen in paren.

    De combinatie van genen die een individu heeft, wordt het ______ genoemd.

    <p>genotype</p> Signup and view all the answers

    Match de termen met hun beschrijvingen:

    <p>Homozygoot = Allelenpaar bestaat uit twee gelijke allelen Heterozygoot = Allelenpaar bestaat uit twee verschillende allelen Dominant allel = Komt altijd tot uiting in het fenotype Recombinatie = Herverdelen van erfelijke eigenschappen</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende uitspraken is waar over intermediair fenotype?

    <p>Beide allelen komen gedeeltelijk tot uiting</p> Signup and view all the answers

    De vier stikstofbasen in DNA zijn Adenine, Thymine, ______ en Guanine.

    <p>Cytosine</p> Signup and view all the answers

    Bij genexpressie zijn genen inactief.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is het belangrijkste verschil tussen eeneiige en twee-eiige tweelingen?

    <p>Eeneiige tweelingen hebben hetzelfde genotype.</p> Signup and view all the answers

    Een monohybride kruising kijkt naar de overerving van meerdere eigenschappen.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat geeft een testkruising aan?

    <p>Of een organisme homozygoot of heterozygoot is.</p> Signup and view all the answers

    Het geslacht van een individu wordt bepaald door het __________ in de zaadcel.

    <p>geslachtschromosoom</p> Signup and view all the answers

    Koppel de eigenschappen aan hun beschrijving:

    <p>Bloedgroep = Afkomstig van het genotype Littekens = Beïnvloed door het milieu Oogkleur = Afkomstig van het genotype Lengte nagels = Beïnvloed door het milieu</p> Signup and view all the answers

    Welk van de volgende factoren beïnvloedt meestal het fenotype?

    <p>Zowel genetische als milieufactoren</p> Signup and view all the answers

    Mitochondriaal DNA wordt alleen via zaadcellen geërfd.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    In een stamboom worden meerdere generaties weergegeven met __________.

    <p>fenotypes</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Fenotype en Genotype

    • Fenotype: Alle waarneembare eigenschappen van een individu.
    • Genotype: Alle erfelijke eigenschappen van een individu.
    • Chromosomen: Dragen de erfelijke informatie.
    • Autosomen: De 22 gelijke chromosomenparen bij mensen.
    • Homologe chromosomen: Chromosomenparen die gelijk zijn in grootte, vorm en informatie.
    • Geslachtschromosomen: Het 23e chromosomenpaar bepaalt het geslacht (XY voor mannen, XX voor vrouwen).
    • Gen: Een deel van een chromosoom dat informatie bevat voor een of meer erfelijke eigenschappen.
    • DNA: Een lang molecuul in een dubbele helixstructuur, opgebouwd uit vier nucleotiden (Adenine, Thymine, Cytosine en Guanine).
    • Genoom: Alle DNA-moleculen in een cel.
    • DNA-sequentie: De specifieke volgorde van de stikstofbasen in een gen.
    • Allel: Verschillende vormen van een gen voor een bepaalde eigenschap.
    • Genexpressie: Genen worden geactiveerd en komen tot uiting.
    • Modificatie: Een verandering in het fenotype zonder verandering in het genotype (door milieufactoren bijvoorbeeld).
    • Aangeboren afwijking: Een afwijking die in de baarmoeder ontstaat.
    • Erfelijke ziekte: Een afwijking doorgegeven via de ouders.
    • Locus: De plaats van een gen in een chromosoom.

    Genenparen

    • Homozygoot: Beide allelen voor een gen zijn gelijk.
    • Heterozygoot: Beide allelen voor een gen zijn verschillend.
    • Dominant allel: Komt altijd tot uiting in het fenotype.
    • Recessief allel: Komt alleen tot uiting als er twee recessieve allelen aanwezig zijn.
    • Drager: Een individu dat een recessief allel draagt, maar het zelf niet vertoont.
    • Intermediair fenotype: Beide allelen komen gedeeltelijk tot uiting in het fenotype (bijvoorbeeld roze bloemen).
    • Codominantie: Beide allelen komen volledig tot uiting in het fenotype (bijvoorbeeld gevlekte vacht).

    Recombinatie

    • Recombinatie: Herverdelen van erfelijke eigenschappen tijdens meiose en seksuele voortplanting.
    • Genetische variatie: De grote variëteit aan genotypen binnen een soort.
    • Eeneiige tweelingen: Hebben hetzelfde genotype.
    • Twee-eiige tweelingen: Hebben niet hetzelfde genotype.

    Monohybride kruisingen

    • Monohybride kruising: Kruising waarbij men slechts één eigenschap onderzoekt.
    • Kruisingsschema: Geeft alle mogelijke uitkomsten weer.
    • Testkruising: Kruising met een homozygoot recessief organisme om het genotype te bepalen.
    • Stamboom: Geeft fenotypes over meerdere generaties weer, waarmee genotypes afgeleid kunnen worden.

    Geslachtschromosomen

    • Geslachtschromosomen: Het 23e chromosomen paar (XY voor man, XX voor vrouw).
    • Geslachtscel: Bevat slechts één geslachtschromosoom.
    • Geslacht bepaling: Bepaald door het geslachtschromosoom in de zaadcel (X of Y).

    Opvoeding/Aanleg

    • Nature-nurture principe: Fenotype wordt bepaald door genotype én milieufactoren.
    • Milieufactoren: Invloed op fenotype naast genotype (littekens, lengte nagels).
    • Epigenetica: Mechanisme waarbij milieufactoren genen aan- of uitzetten zonder de DNA-sequentie te veranderen.
    • Tweelingonderzoek: Onderzoek naar de invloed van milieufactoren op fenotype.

    Extra informatie

    • Mitochondriën: Bevatten hun eigen DNA (mtDNA) dat alleen wordt doorgegeven via de eicel.
    • Letale factoren en milieu: Kunnen invloed hebben op verhouding van fenotypes (bv. voeding en vachtkleur).

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Description

    Test je kennis over fenotype en genotype met deze quiz. Leer meer over chromosomen, genen en DNA-structuur. Ontdek hoe erfelijke eigenschappen werken en wat de rol van variaties is.

    More Like This

    Chicken Phenotype and Genotype
    29 questions

    Chicken Phenotype and Genotype

    WellInformedPrehistoricArt avatar
    WellInformedPrehistoricArt
    Genetics Quiz on Genotype and Phenotype
    30 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser