Ecosystemen: Voedselrelaties en Energie
30 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is het belangrijkste proces waarmee producenten koolstofdioxide omzetten in organische verbindingen?

  • Transpiratie
  • Chemosynthese
  • Verbranding
  • Fotosynthese (correct)

Transpiratie zorgt ervoor dat waterdamp uit de bodem ontsnapt.

False (B)

Noem twee typen autotrofen en hun bijbehorende processen.

Fotoautotrofen en chemoautotrofen; fotosynthese en chemosynthese.

De korte koolstofkringloop bestaat uit een kringloop die maximaal _____ jaren rondgaat in de biosfeer.

<p>enkele honderden</p> Signup and view all the answers

Koppel de termen aan hun juiste beschrijvingen:

<p>Fotosynthese = Omzetting van koolstofdioxide in glucose door planten Chemosynthese = Omzetting van chemische energie in organische verbindingen Aerobe omstandigheden = Voorwaarden waarbij zuurstof aanwezig is Anaerobe omstandigheden = Voorwaarden zonder zuurstof</p> Signup and view all the answers

Wat ontstaat in anaerobe omstandigheden tijdens de celademhaling?

<p>Methaan (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met koolstof in de lange koolstofkringloop?

<p>Het blijft gedurende lange tijd opgeslagen in de lithosfeer.</p> Signup and view all the answers

Tijdens de afbraak van organisch afval in anaerobe omstandigheden worden organische moleculen altijd afgebroken.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voedselketen?

<p>Een keten van organismen waarin elk organisme een voedselbron is voor het volgende. (A)</p> Signup and view all the answers

Alle consumenten in een ecosysteem zijn carnivoren.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het eerste trofische niveau in een voedselketen?

<p>Producenten</p> Signup and view all the answers

De __________ zijn organismen die dood organisch materiaal consumeren.

<p>detritivoren</p> Signup and view all the answers

Koppel de trofische niveaus aan hun juiste beschrijvingen:

<p>Producenten = Organismen die fotosynthese uitvoeren Consumenten van de eerste orde = Eten producenten Consumenten van de tweede orde = Eten consumenten van de eerste orde Reducenten = Zorgen voor mineralisatie van organisch materiaal</p> Signup and view all the answers

Herbivoren eten uitsluitend andere dieren.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zorgt voor de mineralisatie van organisch materiaal?

<p>Bacteriën en schimmels (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het gevolg van de mineralisatie in een ecosysteem?

<p>De voedselkringloop sluit zich.</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste energiebron in een ecosysteem?

<p>De zon (C)</p> Signup and view all the answers

Bij elke overgang van trofisch niveau wordt 90% van de energie doorgegeven.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat ontstaat er door de fotosynthese in producenten?

<p>chemische energie</p> Signup and view all the answers

De ________ stroomt door een ecosysteem dankzij de input van stralingsenergie van de zon.

<p>energystroom</p> Signup and view all the answers

Match de volgende termen met hun betekenis:

<p>Producers = Organismen die energie uit de zon omzetten Consumenten = Organismen die zich voeden met producenten of andere consumenten Detritivoren = Organismen die zich voeden met organisch afval Reducenten = Organismen die biodafval afbreken</p> Signup and view all the answers

Welk percentage van de geproduceerde chemische energie gebruiken producenten voor hun levensprocessen?

<p>50% (D)</p> Signup and view all the answers

Alle geproduceerde energie wordt volledig doorgegeven aan de volgende schakels in de voedselkringloop.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem een voorbeeld van energieverlies bij producenten.

<p>dood door uitdroging</p> Signup and view all the answers

Bij het verlies van biomassa in de voedselpiramide, noemen we het ___________ verlies.

<p>biomassa</p> Signup and view all the answers

Match de verschillende waterverklaringen met hun definities:

<p>Korte waterkringloop = Water dat snel terugkeert naar de zee Lange waterkringloop = Water dat langer op het land blijft voordat het terugkeert Bodemwater = Water in de bovenste laag van de bodem Grondwater = Water dat onder de grondwatertafel is</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de meeste neerslag?

<p>Het komt in de oceanen en zeeën terecht (B)</p> Signup and view all the answers

Neerslagwater is altijd zout omdat het uit de oceaan komt.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat ontstaat er wanneer waterdamp hoog in de atmosfeer condenseert?

<p>waterdruppeltjes of ijskristallen</p> Signup and view all the answers

De thermische energie die vrijkomt door ____________ is niet bruikbaar voor andere organismen.

<p>celademhaling</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Ecosysteem

Het geheel van relaties binnen een levensgemeenschap, zowel tussen organismen en abiotische factoren als tussen organismen onderling.

Voedselketen

Een reeks organismen waarbij elk organisme een voedselbron is voor het volgende.

Voedselweb

Verschillende voedselketens verbonden met elkaar, die de verschillende voedselbronnen van meerdere organismen in een ecosysteem weergeven.

Trofisch niveau

De plaats van een organisme in een voedselketen, gebaseerd op wat het eet en wat het gegeten wordt.

Signup and view all the flashcards

Producenten

Autotrofe organismen, zoals planten, algen en sommige bacteriën, die voedingsstoffen leveren aan de hele levensgemeenschap.

Signup and view all the flashcards

Fotosynthese

Het proces waarbij planten zonne-energie gebruiken om anorganische verbindingen om te zetten in organische verbindingen.

Signup and view all the flashcards

Consumenten

Heterotrofe organismen die andere organismen voor voedsel gebruiken.

Signup and view all the flashcards

Voedselkringloop

Het proces waarin organische stoffen worden afgebroken tot mineralen die door producenten gebruikt kunnen worden, waardoor de voedselketen een kring vormt.

Signup and view all the flashcards

Koolstofcyclus

De kringloop van koolstof op aarde, bestaande uit een korte en een lange kringloop.

Signup and view all the flashcards

Korte Koolstofcyclus

De koolstofcyclus waarbij koolstof in de biosfeer (levende dingen) snel rondgaat (maximaal honderden jaren).

Signup and view all the flashcards

Lange Koolstofcyclus

De koolstofcyclus waarbij koolstof lang vastgehouden wordt in de lithosfeer (gesteenten en bodem) (duizenden tot miljoenen jaren).

Signup and view all the flashcards

Chemosynthese

Het proces waarbij sommige bacteriën energie uit chemische reacties gebruiken om koolstofdioxide te gebruiken om organische verbindingen te maken.

Signup and view all the flashcards

Autotroof

Een organisme dat zijn eigen voedsel kan maken uit onorganische stoffen.

Signup and view all the flashcards

Heterotroof

Een organisme dat ander organismen moet eten om energie en koolstof te krijgen.

Signup and view all the flashcards

Celademhaling

Het proces waarbij organische moleculen verbrand worden om energie vrij te maken.

Signup and view all the flashcards

Voedselpiramide

Een kwantitatieve voorstelling van een voedselketen, die de hoeveelheden laat zien.

Signup and view all the flashcards

Biomassa

De totale massa aan organisch materiaal in een ecosysteem.

Signup and view all the flashcards

Energieverlies

Het verlies aan energie bij elke overgang van trofisch niveau.

Signup and view all the flashcards

Waterkringloop

De continue beweging van water tussen de atmosfeer, hydrosfeer en lithosfeer.

Signup and view all the flashcards

Neerslag

Het terugkeren van water naar de aarde in de vorm van regen, sneeuw of hagel.

Signup and view all the flashcards

Grondwater

Water dat diep in de bodem aanwezig is en onder de grondwatertafel.

Signup and view all the flashcards

Korte waterkringloop

Snelle cyclus van verdamping en neerslag over de oceanen.

Signup and view all the flashcards

Lange waterkringloop

Het water neemt langer om terug naar de oceaan te gaan.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Ecosystemen: Voedselrelaties, Kringlopen en Energie

  • Ecosysteem: Het geheel van relaties binnen een levensgemeenschap, tussen organismen en abiotische factoren (niet-levende delen) en tussen organismen onderling. Omvat voedselrelaties.

  • Voedselketen: Een lineaire voorstelling van voedselrelaties, waarbij elk organisme voedsel is voor het volgende.

  • Voedselweb: Verschillende voedselketens verbonden met elkaar, weergevend de voedselbronnen van meerdere organismen in een ecosysteem. Weergeeft de complexe voedselrelaties.

  • Trofisch niveau: De plaats van een organisme in een voedselketen, gebaseerd op zijn voedselbron.

    • Producenten (1e trofisch niveau): Autotrofe organismen (planten, algen, sommige bacteriën) die organische stoffen produceren via fotosynthese (zonlicht) of chemosynthese (chemische energie). Zij vormen de basis van de voedselketen.
    • Consumenten: Heterotrofe organismen die andere organismen eten.
      • Herbivoren: Planteneters
      • Bacterivoren: Bacterie-eters
      • Carnivoren: Vleeseters
      • Omnivoren: Alleseters
      • Detritivoren: Organisch afval eters
    • Reducenten: (Bacteriën en schimmels) Breken organisch afval af tot anorganische stoffen. Zorgen voor mineralisatie, vrijmaken van stoffen voor producenten.

  • Voedselkringloop: Voedselrelaties waarbij stoffen of energie uiteindelijk terugkeren naar het beginpunt, een rondgaande beweging.

  • Voedselpiramide: Kwantitatieve voorstelling van een voedselketen. Geeft informatie over de hoeveelheden biomassa en energie op verschillende trofische niveaus. De piramide ontstaat door energieverlies (zo'n 90% verlies per niveau).

  • Energieverlies: Bij elke overgang van trofisch niveau gaat ongeveer 90% van de chemische energie verloren. De overgebleven energie (10%) wordt gebruikt voor de opbouw van biomassa in het volgende niveau. Verlies door verschillende redenen o.a niet-opgegeten producenten, gedeeltelijk gegeten producenten, onverteerde biomassa (uitwerpselen)

  • Bron van energie: De zon levert de primaire energie.

  • Waterkringloop (Hydrologische cyclus): Een voortdurende beweging van water tussen hydrosfeer, atmosfeer en lithosfeer.

    • Verdamping, condensatie, neerslag (regen, sneeuw) , oppervlaktewater, bodemwater, grondwater. Korte en lange waterkringloop. Transpiratie door planten is een onderdeel.

  • Koolstofkringloop: De cirkel van koolstof tussen levende organismen (biosfeer) en de atmosfeer, in de vorm van CO2, organische verbindingen etc.

    • Korte en lange koolstofkringloop.
      • Organismen zetten CO2 om in organische verbindingen (fotosynthese).
      • Reducenten zetten organische verbindingen weer om in anorganische verbindingen.
      • Verbranding organise stoffen, vormt CO2
      • Anaerobe omstandigheden kan methaan ontstaan

  • Matiekringlopen: Stoffen, in tegenstelling tot energie, circuleren binnen het ecosysteem in kringlopen.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Description

Test je kennis over ecosystemen en de complexe voedselrelaties die daarin bestaan. Leer meer over voedselketens, voedselwebben en trofische niveaus. Ontdek welke rol producenten en consumenten spelen in de energiecirculatie binnen een ecosysteem.

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Open
Browser
Browser