Economische Onderwerpen Samenvatting
44 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat stelt de theorie van David Ricardo over landen en specialisatie?

  • Landen zouden moeten investeren in alle sectoren om economische groei te maximaliseren.
  • Landen dienen te focussen op het produceren van goederen voor de eigen markt.
  • Landen moeten zich specialiseren in producten waarin ze relatief gezien het meest efficiënt zijn. (correct)
  • Landen moeten zich specialiseren in producten met absolute kostenvoordelen.

Wat is een veelvoorkomend argument voor protectionisme?

  • Om de wereldwijde concurrentie te verhogen.
  • Om de efficiëntie van internationale bedrijven te verbeteren.
  • Om lokale bedrijven en werknemers te beschermen. (correct)
  • Om de prijzen voor consumenten te verlagen.

Welke van de volgende voordelen van internationale vrijhandel is NIET genoemd?

  • Er is altijd een verbetering in loonvoorwaarden voor arbeiders. (correct)
  • Er is betere kwaliteit door grotere efficiëntie.
  • Specialisatie neemt toe, waardoor kosten dalen.
  • Consumenten hebben toegang tot lagere prijzen en meer keuze.

Waarom zijn lage lonen in lageloonlanden vaak het gevolg van protectionisme?

<p>Omdat lage lonen vaak het gevolg zijn van een gebrek aan sociale zekerheid. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een nadeel van de theorie van comparatieve kostenverschillen?

<p>Het houdt geen rekening met de voorkeuren van consumenten. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de prijselasticiteit van het aanbod wanneer de prijs met 20% stijgt en het aanbod ook met 20% toeneemt?

<p>Unitar prijselastisch aanbod (D)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent het als het aanbod volkomen prijsinelastisch is?

<p>De prijs heeft geen invloed op de aangeboden hoeveelheid (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe wordt de markt gedefinieerd?

<p>Een abstracte definitie die verschillende types goederen omvat (C)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn kenmerkende eigenschappen van volkomen concurrentie?

<p>Homogene producten met prijs als enige concurrentiefactor (B)</p> Signup and view all the answers

Welke factor beïnvloedt in wezen de toetredingsmogelijkheden tot een markt?

<p>De concurrentie tussen bestaande aanbieders (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met het marktevenwicht in een situatie van prijsdiscovery?

<p>Vraag en aanbod zijn gelijk (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een interventie door de overheid in de markt?

<p>Instellen van een maximumprijs (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste reden voor prijsdifferentiatie in een markt met heterogene producten?

<p>Verschillen in kwaliteitsniveau's (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een collectief goed dat door de overheid wordt voortgebracht?

<p>Onderwijs (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende opties beschrijft een vorm van interne financiering?

<p>Reservering van winst (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn directe belastingen?

<p>Belastingen op loon en winst (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen het bruto binnenlands product (bbp) en het bruto nationaal product (bnp)?

<p>BBP meet alleen de binnenlandse productie, BNP meet de productie door inwoners overal. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een beperking van het brutoproduct tegen marktprijzen?

<p>Het bevat indirecte belastingen die de marktprijzen verhogen. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak over reserves is waar?

<p>Reserves kunnen dienen als investeringsbron. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er bij een netto-lening aan België?

<p>België ontvangt meer goederen dan het exporteert. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke beperking van het bbp als maatstaf voor welvaart?

<p>Het meet alleen formele economische activiteiten. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van conjunctuur in de economie?

<p>De fluctuatie van de economische activiteit. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke verklaring is een endogene oorzaak van de conjunctuurbeweging?

<p>Tekort aan arbeid en productiecapaciteit. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er vaak tijdens een double-dip recessie?

<p>Er zijn twee achtereenvolgende recessies. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het multiplicator-accelerator-effect?

<p>De verhoging van het nationaal inkomen door investeringen. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke indicatoren helpen bij het bepalen van de economische activiteit?

<p>Conjunctuurindicatoren. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een exogene oorzaak binnen de conjunctuurbeweging?

<p>Pessimistische verwachtingen van consumenten. (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe wordt economische groei gemeten?

<p>Via de uitbreidingscapaciteit van de productie op lange termijn. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een argument voor de EU om zelf landbouw te willen hebben?

<p>Voedselzekerheid (A)</p> Signup and view all the answers

Welke maatregel kan worden genomen om internationale vrijhandel te belemmeren?

<p>Invoeren van importquota (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is geen kenmerk van de wisselmarkt?

<p>Beperkte transparantie in wisselkoersen (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van devaluatie op de export van een land?

<p>De export wordt goedkoper (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurde er in 1971 met het Bretton Woods systeem?

<p>Het systeem werd opgeheven door president Nixon (A)</p> Signup and view all the answers

Welke situatie valt onder niet-tarifaire belemmeringen?

<p>Economisch boycot van een land (A)</p> Signup and view all the answers

Welke factor beïnvloedt de vraag naar valuta op de wisselmarkt?

<p>Veranderingen in productiviteit (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is geen voorbeeld van een tarifaire belemmering?

<p>Importquota (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een doelstelling van de economische politiek op korte termijn?

<p>Rechtvaardige verdeling van nationaal inkomen (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende principes geldt NIET voor de overheidsbegroting?

<p>Continuïteit (D)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft de Keynesiaanse visie op het budgettair beleid?

<p>De overheid moet anticyclisch beleid voeren door overheidsuitgaven te verhogen tijdens laagconjunctuur. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de twee delen van de rijksbegroting?

<p>Algemene uitgavenbegroting en rijksmiddelenbegroting (D)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met de 'Laffercurve' volgens de aanbieders van de economie?

<p>Een belastingverlaging kan resulteren in hogere belastinginkomsten als de overheid tegelijkertijd haar uitgaven verlaagt. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk kenmerk van overheidsfinanciën?

<p>De begroting moet jaarlijks worden goedgekeurd door de kamer van volksvertegenwoordigers. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering is waar over het 'uneasy triangle' in de economische politiek?

<p>Het gaat om een evenwicht tussen economische groei, inkomensverdeling en betalingsbalans. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het risico van het Keynesiaanse beleid volgens critici?

<p>Het kan leiden tot blijvende schulden en hoge belastingen. (B)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Financiering door kredietinstellingen

Bedrijven kunnen geld lenen van banken of andere financiële instellingen, die dit geld van het publiek hebben.

Prijselasticiteit van het aanbod

De mate waarin de aangeboden hoeveelheid van een goed reageert op een prijsverandering.

Vergoeding voor financiering

De rente die bedrijven betalen op leningen en de dividenden die ze aan aandeelhouders uitkeren, zijn de vergoedingen voor het gebruik van geleend geld.

Unitair prijselastisch aanbod

De aangeboden hoeveelheid verandert evenredig met de prijsverandering. Als de prijs met 20% stijgt, stijgt het aanbod ook met 20%.

Signup and view all the flashcards

Bedrijfswinsten

Wanneer een bedrijf meer inkomsten heeft dan uitgaven, kan het de winst uitkeren aan aandeelhouders (dividenden) of bewaren voor toekomstige investeringen (reserves).

Signup and view all the flashcards

Prijselastisch aanbod

De aangeboden hoeveelheid reageert sterker dan de prijsverandering. Als de prijs met 5% stijgt, kan het aanbod met 30% stijgen.

Signup and view all the flashcards

Interne financiering

Bedrijven kunnen hun eigen winsten gebruiken om te investeren, dit noemen we interne financiering.

Signup and view all the flashcards

Prijsinelastisch aanbod

De aangeboden hoeveelheid reageert zwakker dan de prijsverandering. Als de prijs met 20% stijgt, stijgt het aanbod slechts met 2%.

Signup and view all the flashcards

Collectieve goederen

Collectieve goederen zijn goederen die door de overheid worden geproduceerd, zoals onderwijs en defensie. Deze goederen worden niet door de markt aangeboden.

Signup and view all the flashcards

Volkomen prijsinelastisch aanbod

De aangeboden hoeveelheid verandert niet, ongeacht de prijsverandering. Bijvoorbeeld: de schilderijen van Vincent van Gogh.

Signup and view all the flashcards

Directe belastingen

Directe belastingen zijn belastingen die worden geheven op de inkomsten van gezinnen en bedrijven, zoals loonbelasting en vennootschapsbelasting.

Signup and view all the flashcards

Volkomen prijselastisch aanbod

De aangeboden hoeveelheid reageert oneindig sterk op de prijsverandering. Bij elke prijsstijging is de aangeboden hoeveelheid onbeperkt.

Signup and view all the flashcards

Indirecte belastingen

Indirecte belastingen zijn belastingen die worden geheven op de prijs van goederen en diensten, zoals btw.

Signup and view all the flashcards

Marktevenwicht

De plek waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten, en de prijs en hoeveelheid van een goed worden bepaald.

Signup and view all the flashcards

Uitgaven overheid

De overheid geeft geld uit aan subsidies en transfers om economische groei te stimuleren en de welvaart van de bevolking te verbeteren.

Signup and view all the flashcards

Transparantie (van een markt)

De mate waarin alle relevante informatie over een markt openbaar is.

Signup and view all the flashcards

Relatieve Kostenverschillen (Ricardo)

Ricardo's theorie stelt dat landen zich moeten specialiseren in producten waar ze relatief efficiënter in zijn, met focus op relatieve kostenverschillen, niet absolute.

Signup and view all the flashcards

Protectionisme

Protectionisme is het beschermen van de binnenlandse industrie via invoerbeperkingen. Dit gebeurt vaak vanwege zorgen over lageloonlanden of de opvoeding van ontwikkelingslanden.

Signup and view all the flashcards

Opvoedingsargument (Protectionisme)

Het argument dat ontwikkelingslanden extra bescherming nodig hebben om hun industrie te ontwikkelen, omdat ze met een nadeel starten ten opzichte van ontwikkelde landen.

Signup and view all the flashcards

Lageloonlandenargument (Protectionisme)

Het argument dat invoerbeperkingen nodig zijn om eigen werknemers te beschermen tegen lage lonen in andere landen, vaak door lagere arbeidskosten of sociale zekerheid.

Signup and view all the flashcards

Antidumingargument (Protectionisme)

Het argument dat protectionisme nodig is om te voorkomen dat bedrijven producten onder de kostprijs verkopen, wat oneerlijke concurrentie creëert.

Signup and view all the flashcards

Wat is het BBP?

Het Bruto Binnenlands Product (BBP) is een maatstaf voor de totale waarde van alle goederen en diensten die in een land geproduceerd worden in een bepaalde periode. Het wordt vaak gebruikt als indicator voor de economische groei van een land.

Signup and view all the flashcards

Is het BBP een goede maatstaf voor welvaart?

Hoewel het BBP een goede indicator is voor de economische activiteit, heeft het een aantal beperkingen als maatstaf voor welvaart. Het zegt bijvoorbeeld niets over de verdeling van de rijkdom, de kwaliteit van leven of de impact op het milieu.

Signup and view all the flashcards

Wat is de conjunctuur?

De conjunctuur is de algemene toestand van de economie. Het beschrijft hoe de economie zich ontwikkelt: is deze in een periode van groei of krimp?

Signup and view all the flashcards

Wat is een conjunctuurbeweging?

Een conjunctuurbeweging is de schommeling van de economische activiteit. De economie beweegt in cycli van groei en krimp.

Signup and view all the flashcards

Wat is een "double-dip" recessie?

Twee opeenvolgende recessies. De economie krimpt twee keer achter elkaar.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn conjunctuurindicatoren?

Conjunctuurindicatoren zijn economische variabelen die informatie geven over de huidige en toekomstige toestand van de economie. Ze worden gebruikt om te bepalen of de economie groeit of krimpt.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn endogene verklaringen?

Verklaringen van de conjunctuurbeweging die vanuit de economie zelf komen. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met consumentengedrag, investeringen of de productie.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn exogene verklaringen?

Verklaringen van de conjunctuurbeweging die vanuit de buitenwereld komen. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met olieprijzen, overheidsbeleid of internationale gebeurtenissen.

Signup and view all the flashcards

Invoerrechten

Invoerrechten, oftewel douanerechten, zijn belastingen die worden geheven op ingevoerde goederen. Deze belastingen maken de ingevoerde producten duurder en maken het voor bedrijven moeilijker om te concurreren met binnenlandse bedrijven.

Signup and view all the flashcards

Specifieke rechten

Specifieke rechten zijn invoerrechten die worden berekend op basis van de hoeveelheid van de ingevoerde goederen. Dus hoe meer je importeert, hoe hoger de belasting.

Signup and view all the flashcards

Ad-valorem rechten

Ad-valoremrechten zijn invoerrechten die worden berekend op basis van de waarde van de ingevoerde goederen. De belasting is dus hoger voor duurdere producten.

Signup and view all the flashcards

Exportsubsidies

Exportsubsidies zijn subsidies die door een overheid worden uitgegeven aan bedrijven die producten exporteren. Deze subsidies maken de producten goedkoper in het buitenland, maar kunnen leiden tot compenserende invoerrechten door andere landen.

Signup and view all the flashcards

Importquota of -contingenten

Importquota of -contingenten zijn een limiet op de hoeveelheid van een bepaald product dat in een land mag worden geïmporteerd. Dit kan worden gebruikt om binnenlandse producenten te beschermen tegen buitenlandse concurrentie.

Signup and view all the flashcards

Economisch boycot

Een economisch boycot is een vorm van handelsbelemmering waarbij handel met een bepaald land wordt geblokkeerd. Dit kan worden gedaan om politieke of economische druk uit te oefenen op het land.

Signup and view all the flashcards

Embargo

Een embargo is vergelijkbaar met een boycot, maar is beperkter. Het verbiedt alleen de handel in specifieke producten, zoals wapens.

Signup and view all the flashcards

Wisselkoers

De wisselkoers is de waarde van de ene valuta uitgedrukt in een andere valuta. De wisselkoers wordt bepaald door de vraag naar en het aanbod van valuta op de wisselmarkt.

Signup and view all the flashcards

Bescherming tegen buitenlandse concurrentie

De overheid grijpt in om de concurrentie van bedrijven uit andere landen te beperken. Dit kan door middel van subsidies, protectionistische maatregelen, of het creëren van importbeperkingen.

Signup and view all the flashcards

Het 'uneasy triangle' van economische politiek

De overheid moet een balans vinden tussen het bevorderen van economische groei, het zorgen voor een rechtvaardige verdeling van de rijkdom en het in evenwicht houden van de betalingsbalans.

Signup and view all the flashcards

Structuurpolitiek

De overheid gebruikt haar middelen om langetermijnproblemen aan te pakken. Denk aan investeringen in onderwijs, infrastructuur, of onderzoek en ontwikkeling.

Signup and view all the flashcards

Overheidsbegroting

Het document waarin de verwachte inkomsten en uitgaven van de overheid voor een jaar worden vastgelegd.

Signup and view all the flashcards

Rijksbegroting

De overheidsbegroting bestaat uit twee delen: de algemene uitgavenbegroting, die alle uitgaven beschrijft, en de rijksmiddelenbegroting, die een overzicht geeft van de inkomsten van de overheid.

Signup and view all the flashcards

Eénjarigheid van de begroting

De wet die bepaalt dat de begroting jaarlijks moet worden goedgekeurd door het parlement.

Signup and view all the flashcards

Specialiteit van de begroting

De inkomsten en uitgaven van de overheid moeten specifiek en gedetailleerd worden beschreven in de begroting.

Signup and view all the flashcards

Fiscaal beleid of 'fiscal policy'

Het beheren van overheidsfinanciën door middel van belastingen en uitgaven om de economie te beïnvloeden.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Economische Onderwerpen Samenvatting

  • Behoeften: Materiële behoeften zijn tastbaar (voedsel, huisvesting). Immateriële behoeften zijn niet tastbaar (ontspanning, studie). Sommige behoeften zijn individueel (subjectief) en andere gemeenschappelijk (geldt voor iedereen/de samenleving).

  • Schaarse middelen: We hebben veel behoeften, maar beschikken over beperkte middelen. Schaars is niet hetzelfde als zeldzaam.

  • Welvaart: De mate waarin mensen met de beschikbare middelen in hun behoeften kunnen voorzien. Het gaat om de mogelijkheden die men heeft.

  • Welzijn: Het gevoel van welbevinden, gelukkig zijn, ongeacht de welvaart.

  • Soorten goederen: Vrije goederen zijn niet schaars (lucht, regenwater). Economische goederen zijn schaars (voedsel, kleding). Zuiver individuele goederen zijn rivaliserend. Zuiver collectieve goederen zijn niet rivaliserend. Quasi collectieve goederen zijn goed in de markt, maar de samenleving heeft ze anders georganiseerd.

  • Consumptiegoederen: verbruiksgoederen en gebruiksgoederen, investeringsgoederen. Duurzame en niet-duurzame investeringsgoederen.

  • Productie: Het proces van waarde toevoegen aan goederen, met behulp van natuurlijke hulpbronnen, arbeid en kapitaal.

  • Consumenten: Kiezen tussen goederen en diensten, gebaseerd op preferenties en economische factoren. Invloed van sociologische en psychologische factoren (snobeffect en bandwagoneffect).

  • Consumenten-vraagcurve: Prijs is hoog, vraag is laag. Prijs daalt, vraag stijgt. Verandering van inkomen, preferenties of prijzen van andere goederen beïnvloedt deze curve.

  • Elasticiteit van de vraag: Hoe gevoelig de vraag is voor veranderingen in de prijs. Prijsinelastische vraag (prijs verandert, vraag weinig/min) & prijselastische vraag (prijs verandert, vraag verandert veel).

  • Inkomenselasticiteit van de vraag: Hoe gevoelig de vraag is voor veranderingen in het inkomen.

  • Wet van Engel: Naarmate het inkomen toeneemt, daalt het percentage van het inkomen dat besteed wordt aan noodzakelijke goederen.

  • Meting van prijzen: consumptieprijsindex (CPI).

  • Producenten: Optimale productiegrootte om winst te maximaliseren, met behulp van productiefunctie. Wet van toe- en afnemende meeropbrengst.

  • Kostenverloop: Constante en variabele kosten. Breakevenanalyse.

  • Prijs-elasticiteit van het aanbod: Hoe gevoelig het aanbod is aan verandering van de prijs.

  • Marktvormen: Volkomen concurrentie (veel aanbieders, homogeen product, vrije toetreding) en onvolkomen concurrentie (bv. monopolie: één aanbieder, oligopolie: enkele aanbieders, monopolistische concurrentie: veel aanbieders, gedifferentieerde producten)

  • Markt: Aantal marktpartijen, transparantie, toetredingsmogelijkheden en differentiatie van producten beïnvloeden marktvormen.

  • Macro-economische grootheden: Economische kringloop (interactie tussen gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland).

  • Investeringen: Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen.

  • Inkomen: Bruto nationaal inkomen (BNI).

  • Ontwikkelingslanden: Inkomen per inwoner, human development index (HDI). Koloniale uitbuiting en politiek-economische oorzaken bij de lagere ontwikkelingstempo.

  • Nationaal inkomen en werkgelegenheid: Beïnvloed door aanbod- en vraagfactoren, marginale consumptiequote & marginale spaarquote beïnvloeden consumptie/sparen beslissingen van gezinnen.

  • Economische groei: voordelen (stijgend inkomen, consumptie, technologische vooruitgang) en nadelen (uitputting grondstoffen, druk op milieu).

  • Conjunctuur: Toename en afname van economische activiteit.

  • Indicatoren van economische activiteit: Bruto binnenlands product (bbp).

  • Inflatie: Prijsstijgingen van goederen en diensten. Kosteninflatie, bestedingsinflatie, invoerinflatie en mogelijke gevolgen (daling koopkracht).

  • Deflatie: Prijsdalingen, negatieve beïnvloeding van economie.

  • Wisselmarkt: Internationale betalingen. Wisselkoers.

  • Internationale samenwerking: Wereldbank, Internationaal Monetair Fonds (IMF), Wereldhandelsorganisatie (WTO).

  • Overheid: Doelstellingen van economische politiek, op korte en lange termijn, functioneren van de overheidsbegroting. Overheidsuitgaven en ontvangsten.

  • Arbeidsmarkt Knelpuntberoepen; Spanningsgraad, werkloosheidsval. Soorten werkloosheid.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Description

Dit quiz behandelt belangrijke economische concepten zoals behoeften, schaarse middelen, welvaart en welzijn. Leer het verschil tussen materiële en immateriële behoeften en ontdek de soorten goederen en hun impact op de samenleving. Ideaal voor studenten economie die hun kennis willen toetsen.

More Like This

Economics Concepts and Scarcity
16 questions

Economics Concepts and Scarcity

LionheartedBrazilNutTree avatar
LionheartedBrazilNutTree
Introduction to Economics Concepts
8 questions
Economics Quiz: Scarcity and PPC Concepts
10 questions
Introduction to Economics Concepts
48 questions

Introduction to Economics Concepts

SubstantiveSupernova8432 avatar
SubstantiveSupernova8432
Use Quizgecko on...
Browser
Browser