Podcast
Questions and Answers
Wat was het belangrijkste kenmerk van de economie in de middeleeuwen?
Wat was het belangrijkste kenmerk van de economie in de middeleeuwen?
- Wereldwijde handel
- Industriële productie
- Lokaal en agrarisch (correct)
- Servicegerichte economie
De horigen in de middeleeuwen hadden volledige vrijheid om hun grondstuk te verlaten.
De horigen in de middeleeuwen hadden volledige vrijheid om hun grondstuk te verlaten.
False (B)
Wat is het domaniaal stelsel?
Wat is het domaniaal stelsel?
Een economisch systeem waarbij boeren grond en bescherming krijgen in ruil voor opbrengst en arbeid.
De __________ was de eerste Europese kolonisatiegolf die plaatsvond van de 15de tot de 18de eeuw.
De __________ was de eerste Europese kolonisatiegolf die plaatsvond van de 15de tot de 18de eeuw.
Welke van de volgende uitspraken over het feodalisme is juist?
Welke van de volgende uitspraken over het feodalisme is juist?
Koppel de volgende termen aan hun correcte beschrijving:
Koppel de volgende termen aan hun correcte beschrijving:
Tijdens de middeleeuwen vormde Europa de __________ van een handelsnetwerk.
Tijdens de middeleeuwen vormde Europa de __________ van een handelsnetwerk.
Wat is een kenmerk van de moderne staat?
Wat is een kenmerk van de moderne staat?
De standenmaatschappij is in de vroegmoderne tijd volledig verdwenen.
De standenmaatschappij is in de vroegmoderne tijd volledig verdwenen.
Wat betekende de start van de moderne globalisering?
Wat betekende de start van de moderne globalisering?
In de vroegmoderne tijd was West-Europa het centrum van het ______-systeem.
In de vroegmoderne tijd was West-Europa het centrum van het ______-systeem.
Wat ondermijnde het centrale gezag van de koningen in de middeleeuwen?
Wat ondermijnde het centrale gezag van de koningen in de middeleeuwen?
De derde stand bestond alleen uit vrijen en had geen onvrijen.
De derde stand bestond alleen uit vrijen en had geen onvrijen.
Wat is het geweldsmonopolie?
Wat is het geweldsmonopolie?
Welke vorm van regering bleef dominant in de vroegmoderne tijd?
Welke vorm van regering bleef dominant in de vroegmoderne tijd?
Koppel de term aan de juiste beschrijving:
Koppel de term aan de juiste beschrijving:
Wat was het belangrijkste verschil tussen de horigheid in de klassieke Oudheid en die in de vroegmoderne tijd?
Wat was het belangrijkste verschil tussen de horigheid in de klassieke Oudheid en die in de vroegmoderne tijd?
De derde stand bestond alleen uit vrije boeren.
De derde stand bestond alleen uit vrije boeren.
Wat leidde tot de splitsing tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerk?
Wat leidde tot de splitsing tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerk?
De slavernij keerde terug met de eerste Europese ________golf.
De slavernij keerde terug met de eerste Europese ________golf.
Koppel de volgende bevolkingsgroepen aan hun rol in de vroegmoderne tijd:
Koppel de volgende bevolkingsgroepen aan hun rol in de vroegmoderne tijd:
Welke van de volgende statements is waar?
Welke van de volgende statements is waar?
De creatie van een ambtenarenapparaat was een belangrijk aspect van de moderne staat.
De creatie van een ambtenarenapparaat was een belangrijk aspect van de moderne staat.
Wat zorgde ervoor dat handelaren en bankiers rijker en machtiger werden in de vroegmoderne tijd?
Wat zorgde ervoor dat handelaren en bankiers rijker en machtiger werden in de vroegmoderne tijd?
De ________ was een belangrijke religieuze machtsfiguur in het vroegere West-Romeinse Rijk.
De ________ was een belangrijke religieuze machtsfiguur in het vroegere West-Romeinse Rijk.
Flashcards
Middeleeuwse economie
Middeleeuwse economie
Een economie die lokaal, agrarisch, en gericht was op zelfvoorziening (autarkie).
Handelskapitalisme
Handelskapitalisme
Economisch systeem gericht op winst- en kapitaalvermeerdering.
Domaniaal stelsel
Domaniaal stelsel
Middeleeuws economisch systeem waar boeren grond en bescherming kregen in ruil voor een deel van de opbrengst en arbeid.
Horigen
Horigen
Signup and view all the flashcards
Feodalisme
Feodalisme
Signup and view all the flashcards
Decentralisatie
Decentralisatie
Signup and view all the flashcards
Centrale gezag
Centrale gezag
Signup and view all the flashcards
Moderne staat
Moderne staat
Signup and view all the flashcards
Centralisatiepolitiek
Centralisatiepolitiek
Signup and view all the flashcards
Geweldsmonopolie
Geweldsmonopolie
Signup and view all the flashcards
Moderne bureaucratie
Moderne bureaucratie
Signup and view all the flashcards
Standenmaatschappij
Standenmaatschappij
Signup and view all the flashcards
Soevereiniteit
Soevereiniteit
Signup and view all the flashcards
Eerste Europese kolonisatiegolf
Eerste Europese kolonisatiegolf
Signup and view all the flashcards
Modern Wereldsysteem
Modern Wereldsysteem
Signup and view all the flashcards
Moderne globalisering
Moderne globalisering
Signup and view all the flashcards
Lijfeigenschap
Lijfeigenschap
Signup and view all the flashcards
Horigheid in Midden-Oost Europa
Horigheid in Midden-Oost Europa
Signup and view all the flashcards
Derde stand
Derde stand
Signup and view all the flashcards
Ambtenarenapparaat
Ambtenarenapparaat
Signup and view all the flashcards
Klassenmaatschappij
Klassenmaatschappij
Signup and view all the flashcards
Europese kolonisatie
Europese kolonisatie
Signup and view all the flashcards
Oosters Schisma
Oosters Schisma
Signup and view all the flashcards
Kritische geest
Kritische geest
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Economisch Domein
- De middeleeuwse economie was lokaal, agrarisch en gericht op zelfvoorziening.
- De economie was sterk verweven met de politieke structuur. Een elite (adel en clerus) controleerde een deel van de productie van onvrije en vrije boeren.
- Het domaniale stelsel was een economisch systeem waarbij boeren grond en bescherming kregen in ruil voor arbeid en een deel van de opbrengst.
- Vanaf 1000 groeide de handel en de stedelijke economie.
- Het handelskapitalisme ontstond, waarbij winstmaximalisatie centraal stond.
- Kapitaal omvatte geld, aandelen, land, vastgoed, grondstoffen en machines.
- De vroegmoderne tijd zag een toename van het kapitalisme, o.a. door de Europese kolonisatie(15de-18de eeuw).
- Europa werd het centrum van een wereldwijd economisch systeem.
- Dit leidde tot de moderne globalisering.
- In de middeleeuwen had China een centrale rol in het handelsnetwerk, terwijl Europa meer perifeer was.
Politiek Domein
- Gezag is macht die geaccepteerd wordt; lokaal gezag (bijvoorbeeld een burgermeester) en centraal gezag (bijvoorbeeld een president).
- Decentralisatie trad op in de middeleeuwen door het feodalisme (machtsverdeling tussen leenheren en leenmannen).
- De koningen en vorsten streefden naar centralisatie.
- De moderne staat ontstond met soevereiniteit (onafhankelijkheid), centraal gezag, een monopolie op fysiek geweld en een moderne bureaucratie.
- Er was een toenemende competitie tussen staten in de vroegmoderne tijd, vaak gevoerd op zee en overzee.
Sociaal Domein
- De standenmaatschappij (adel, geestelijkheid, en de derde stand) bleef bestaan in de vroegmoderne tijd.
- De derde stand bestond uit vrijen en onvrijen (horigen), die vaak gebonden waren aan een stuk land en verplichtingen aan een leenheer hadden.
- De horigheid bleef in delen van Europa bestaan, maar verzwakte in west Europa.
- Het handelskapitalisme en de kolonisatie leidde tot een meer gecompliceerde klassenmaatschappij.
Cultureel Domein
- Het christendom was dominant in de middeleeuwen.
- Een splitsing (Oosters Schisma) tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerk ontstond.
- In de 14e-16e eeuw ontstond kritiek op de Kerk door het humanisme.
- De reformatie (protestantse bewegingen) leidde tot een nieuwe religieuze landschap.
- Het humanisme leidde tot de wetenschappelijke revolutie.
- De Verlichting kwam op, beklemtonde rationalisme en kritische geest.
- Sommigen hingen het agnosticisme of atheïsme aan.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Deze quiz behandelt de belangrijke economische en politieke structuren in de middeleeuwen. Ontdek hoe de agrarische economie en politieke elementen zoals het domaniale stelsel en handelskapitalisme de samenleving vormden. Test je kennis over de veranderingen in deze periode en de opkomst van globalisering.