Economische en Politieke Structuren in de Middeleeuwen
25 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat was het belangrijkste kenmerk van de economie in de middeleeuwen?

  • Wereldwijde handel
  • Industriële productie
  • Lokaal en agrarisch (correct)
  • Servicegerichte economie

De horigen in de middeleeuwen hadden volledige vrijheid om hun grondstuk te verlaten.

False (B)

Wat is het domaniaal stelsel?

Een economisch systeem waarbij boeren grond en bescherming krijgen in ruil voor opbrengst en arbeid.

De __________ was de eerste Europese kolonisatiegolf die plaatsvond van de 15de tot de 18de eeuw.

<p>kolonisatie</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende uitspraken over het feodalisme is juist?

<p>Leenmannen moesten trouw beloven aan hun heer. (D)</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende termen aan hun correcte beschrijving:

<p>Kapitalisme = Streven naar winst en kapitaal Horige = Onvrije boer die toestemming moest vragen Feodaliteit = Bestuurssysteem van leenheren en leenmannen Decentralisatie = Verlies van centraal gezag aan lokale autoriteiten</p> Signup and view all the answers

Tijdens de middeleeuwen vormde Europa de __________ van een handelsnetwerk.

<p>periferie</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van de moderne staat?

<p>Een centraal gezag dat het alleenrecht op fysiek geweld heeft (D)</p> Signup and view all the answers

De standenmaatschappij is in de vroegmoderne tijd volledig verdwenen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat betekende de start van de moderne globalisering?

<p>De dominante invloed van een kapitalistische logica op politieke en culturele doelen.</p> Signup and view all the answers

In de vroegmoderne tijd was West-Europa het centrum van het ______-systeem.

<p>wereld</p> Signup and view all the answers

Wat ondermijnde het centrale gezag van de koningen in de middeleeuwen?

<p>De macht van de adel en clerus (C)</p> Signup and view all the answers

De derde stand bestond alleen uit vrijen en had geen onvrijen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het geweldsmonopolie?

<p>Het alleenrecht van de staat op het gebruik van fysiek geweld.</p> Signup and view all the answers

Welke vorm van regering bleef dominant in de vroegmoderne tijd?

<p>Monarchie (C)</p> Signup and view all the answers

Koppel de term aan de juiste beschrijving:

<p>Soevereiniteit = Onafhankelijk gezag binnen grenzen Bureaucratie = Organisatie van de overheid Kapitalistische logica = Economie gericht op winst Adel = Hogere sociale status ten opzichte van de derde stand</p> Signup and view all the answers

Wat was het belangrijkste verschil tussen de horigheid in de klassieke Oudheid en die in de vroegmoderne tijd?

<p>Lijfeigenen mochten niet gedood worden door hun heer. (C)</p> Signup and view all the answers

De derde stand bestond alleen uit vrije boeren.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat leidde tot de splitsing tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerk?

<p>Het Oosters Schisma in 1054.</p> Signup and view all the answers

De slavernij keerde terug met de eerste Europese ________golf.

<p>kolonisatie</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende bevolkingsgroepen aan hun rol in de vroegmoderne tijd:

<p>Lijfeigenen = Bezittingen van de heer Ambtenaren = Onafhankelijk van adel en kerk Handelaars = Werd rijker door handelkapitalisme Slaven = Werkten in koloniale mijnen en plantages</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende statements is waar?

<p>Het christendom werd de staatsgodsdienst van Rome. (B)</p> Signup and view all the answers

De creatie van een ambtenarenapparaat was een belangrijk aspect van de moderne staat.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zorgde ervoor dat handelaren en bankiers rijker en machtiger werden in de vroegmoderne tijd?

<p>Handelkapitalisme en kolonisatie.</p> Signup and view all the answers

De ________ was een belangrijke religieuze machtsfiguur in het vroegere West-Romeinse Rijk.

<p>Paus</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Middeleeuwse economie

Een economie die lokaal, agrarisch, en gericht was op zelfvoorziening (autarkie).

Handelskapitalisme

Economisch systeem gericht op winst- en kapitaalvermeerdering.

Domaniaal stelsel

Middeleeuws economisch systeem waar boeren grond en bescherming kregen in ruil voor een deel van de opbrengst en arbeid.

Horigen

Boeren die onvrij waren en toestemming nodig hadden van de heer om hun grond te verlaten.

Signup and view all the flashcards

Feodalisme

Bestuursysteem waarin een leenheer land aan leenmannen leende in ruil voor diensten.

Signup and view all the flashcards

Decentralisatie

Het verlies van macht door centrale overheden aan lokale gezagsniveaus.

Signup and view all the flashcards

Centrale gezag

Het gezag dat meerdere plaatsen en gebieden overkoepelt.

Signup and view all the flashcards

Moderne staat

Een staat met soevereiniteit (onafhankelijk gezag), centraal gezag sterker dan andere, geweldsmonopolie, moderne bureaucratie en duidelijke grenzen.

Signup and view all the flashcards

Centralisatiepolitiek

De politiek om de politieke macht weer terug te versterken in de handen van de koning of vorst.

Signup and view all the flashcards

Geweldsmonopolie

De staat heeft het alleenrecht op het gebruik van fysiek geweld binnen zijn grenzen.

Signup and view all the flashcards

Moderne bureaucratie

Een organisatievorm onafhankelijk van adel en kerk, die door de staat wordt gebruikt voor bestuur.

Signup and view all the flashcards

Standenmaatschappij

Een samenleving met verschillende standen (adel, geestelijkheid en derde stand), met verschillende rechten en plichten.

Signup and view all the flashcards

Soevereiniteit

Onafhankelijk gezag binnen eigen grenzen, dat niet ingeperkt wordt door buitenlandse machten.

Signup and view all the flashcards

Eerste Europese kolonisatiegolf

De eerste grote golf van Europese kolonisatie in de vroegmoderne tijd.

Signup and view all the flashcards

Modern Wereldsysteem

Een wereldwijd systeem met West-Europa als centrum, gedreven door kapitalistische logica, en met kolonies/handel als periferie.

Signup and view all the flashcards

Moderne globalisering

Het begin van een wereldwijde economische en politieke verbondenheid, gestart tijdens de vroegmoderne tijd.

Signup and view all the flashcards

Lijfeigenschap

Boeren die eigendom waren van een heer, en niet door de heer mochten worden gedood.

Signup and view all the flashcards

Horigheid in Midden-Oost Europa

Versterking van liefeigenschap in Midden- en Oost-Europa, in tegenstelling tot de afname ervan in West-Europa.

Signup and view all the flashcards

Derde stand

De bevolkingslaag die bestond uit vrije en onvrije boeren, ambtenaren, ambachtslui, handelaren en bankiers, die in aantal groeide.

Signup and view all the flashcards

Ambtenarenapparaat

Een organisatie van ambtenaren, vaak afkomstig uit de derde stand, die de moderne staat ondersteunde.

Signup and view all the flashcards

Klassenmaatschappij

Een indeling van de bevolking in groepen op basis van materieel bezit, beroep en opleidingsniveau.

Signup and view all the flashcards

Europese kolonisatie

Uitbreiding van Europese invloed en controle over andere delen van de wereld, herintroductie van slavernij.

Signup and view all the flashcards

Oosters Schisma

De splitsing tussen de Rooms-Katholieke en Orthodoxe Kerk in 1054.

Signup and view all the flashcards

Kritische geest

Ontwikkeling van kritische denkbeelden over religie en de Kerk in de 14e tot 16e eeuw.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Economisch Domein

  • De middeleeuwse economie was lokaal, agrarisch en gericht op zelfvoorziening.
  • De economie was sterk verweven met de politieke structuur. Een elite (adel en clerus) controleerde een deel van de productie van onvrije en vrije boeren.
  • Het domaniale stelsel was een economisch systeem waarbij boeren grond en bescherming kregen in ruil voor arbeid en een deel van de opbrengst.
  • Vanaf 1000 groeide de handel en de stedelijke economie.
  • Het handelskapitalisme ontstond, waarbij winstmaximalisatie centraal stond.
  • Kapitaal omvatte geld, aandelen, land, vastgoed, grondstoffen en machines.
  • De vroegmoderne tijd zag een toename van het kapitalisme, o.a. door de Europese kolonisatie(15de-18de eeuw).
  • Europa werd het centrum van een wereldwijd economisch systeem.
  • Dit leidde tot de moderne globalisering.
  • In de middeleeuwen had China een centrale rol in het handelsnetwerk, terwijl Europa meer perifeer was.

Politiek Domein

  • Gezag is macht die geaccepteerd wordt; lokaal gezag (bijvoorbeeld een burgermeester) en centraal gezag (bijvoorbeeld een president).
  • Decentralisatie trad op in de middeleeuwen door het feodalisme (machtsverdeling tussen leenheren en leenmannen).
  • De koningen en vorsten streefden naar centralisatie.
  • De moderne staat ontstond met soevereiniteit (onafhankelijkheid), centraal gezag, een monopolie op fysiek geweld en een moderne bureaucratie.
  • Er was een toenemende competitie tussen staten in de vroegmoderne tijd, vaak gevoerd op zee en overzee.

Sociaal Domein

  • De standenmaatschappij (adel, geestelijkheid, en de derde stand) bleef bestaan in de vroegmoderne tijd.
  • De derde stand bestond uit vrijen en onvrijen (horigen), die vaak gebonden waren aan een stuk land en verplichtingen aan een leenheer hadden.
  • De horigheid bleef in delen van Europa bestaan, maar verzwakte in west Europa.
  • Het handelskapitalisme en de kolonisatie leidde tot een meer gecompliceerde klassenmaatschappij.

Cultureel Domein

  • Het christendom was dominant in de middeleeuwen.
  • Een splitsing (Oosters Schisma) tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerk ontstond.
  • In de 14e-16e eeuw ontstond kritiek op de Kerk door het humanisme.
  • De reformatie (protestantse bewegingen) leidde tot een nieuwe religieuze landschap.
  • Het humanisme leidde tot de wetenschappelijke revolutie.
  • De Verlichting kwam op, beklemtonde rationalisme en kritische geest.
  • Sommigen hingen het agnosticisme of atheïsme aan.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Description

Deze quiz behandelt de belangrijke economische en politieke structuren in de middeleeuwen. Ontdek hoe de agrarische economie en politieke elementen zoals het domaniale stelsel en handelskapitalisme de samenleving vormden. Test je kennis over de veranderingen in deze periode en de opkomst van globalisering.

More Like This

Orta Çağ'da Tarım ve Ekonomi
5 questions
La Economía Feudal en la Edad Media
8 questions
Sistema Feudal y Mercantilista
10 questions
History Q2
52 questions

History Q2

AstoundingNarwhal5291 avatar
AstoundingNarwhal5291
Use Quizgecko on...
Browser
Browser