Economie: Vraag en Aanbod in Crisis

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Hoe beïnvloedt een vraagschok de prijsvolatiliteit van grondstoffen in vergelijking met afgewerkte producten?

  • Afgewerkte producten zijn volatieler dan grondstoffenprijzen.
  • De prijsvolatiliteit is altijd hetzelfde voor beide.
  • Grondstoffenprijzen zijn volatieler dan prijzen van afgewerkte producten. (correct)
  • De prijsvolatiliteit hangt alleen af van de vraag naar het product.

Wat gebeurt er met de aanbodcurve van afgewerkte producten in tijden van economische crisis?

  • De aanbodcurve wordt inelastischer.
  • De aanbodcurve verschuift naar links. (correct)
  • De aanbodcurve blijft onveranderd.
  • De aanbodcurve verschuift naar rechts.

Waarom zijn de aanbodcurve en de vraagcurve voor afgewerkte producten over het algemeen elastischer?

  • Er is een beperkte variëteit aan afgewerkte producten.
  • De productie van afgewerkte producten kan snel reageren op vraagveranderingen. (correct)
  • Afgewerkte producten zijn altijd goed beschikbaar.
  • Er is meer vraag naar grondstoffen dan naar afgewerkte producten.

Wat is het effect van een lastenverlaging op arbeid voor verschillende inkomenscategorieën?

<p>Laaginkomensgroepen profiteren relatief meer dan hooginkomensgroepen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat bepaalt de vraagverandering in functie van de economische conjunctuur?

<p>Consumenten uitstellen grote aankopen in een crisis. (A)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende factoren leidt tot een elastischere vraag?

<p>Een groter aandeel van het goed in het budget (C)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt als een gevolg van de oorlog tegen drugs gezien?

<p>Het creëren van een grote zwarte markt (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over de effectiviteit van de oorlog tegen drugs is waar?

<p>Het heeft meer harm dan goed gedaan. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke kritiek op de anti-drug programma's?

<p>Ze zijn ineffectief en contraproductief. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke landspecifieke gebieden zien een verhoogde druk wegens drugcontrole?

<p>Producerende en transitlanden zoals Afghanistan en Mexico (B)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt vaak als een meer succesvolle benadering van drugproblemen beschouwd?

<p>Programma's voor naalduitwisselingen en vervangende therapie (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk probleem van langdurige anti-drugsmaatregelen?

<p>Ze leiden tot een zwart geld systeem en corruptie. (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe kan de vraag naar een goed elastischer worden door tijdsperiode?

<p>Door de tijdsperiode te verlengen (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de totale ontvangsten bij een prijsverhoging en inelastische vraag?

<p>De totale ontvangsten stijgen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van een elastische vraag?

<p>Een stijging van de prijs resulteert in een daling van de vraag. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de gevolgtrekking over Giffengoederen?

<p>Een prijsstijging kan leiden tot een toename van de vraag. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van een negatieve prijselasticiteit van de vraag?

<p>De vraag neemt af bij een prijsverhoging. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende effecten zijn meestal negatief in de prijselasticiteit van de vraag?

<p>Substitutie-effect en inkomenseffect. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een snobgoed?

<p>Merkkledij. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat bepaalt de elasticiteit van de vraag?

<p>De beschikbaarheid van substituten. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de gevolgen van inkomenseffecten bij een prijsverandering?

<p>Ze kunnen negatief zijn en de vraag verminderen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat was de oorspronkelijke verwachte opbrengst van de accijnsverhoging op alcohol per maand?

<p>15 miljoen euro (A)</p> Signup and view all the answers

Wat was de werkelijke opbrengst van de accijnsverhoging op alcohol?

<p>600.000 euro (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een probleem dat genoemd wordt met betrekking tot de richtingscoëfficiënt van de vraagfunctie?

<p>Het hangt af van de meeteenheden. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het moeilijk om tussen verschillende goederen te vergelijken met betrekking tot prijsveranderingen?

<p>Omdat de vraag niet altijd even prijsgevoelig is. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een mogelijke oplossing voor het probleem van de richtingscoëfficiënt bij het vergelijken van goederen?

<p>Relatieve veranderingen in prijs en hoeveelheid. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat kan er gezegd worden over de prijsgevoeligheid van de vraag naar een Porsche 911 in vergelijking met blikjes cola?

<p>De vraag naar Porsches is niet prijsgevoelig. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat kan een verkeerde inschatting zijn van de overheid met betrekking tot accijnzen op alcohol?

<p>Dat er hoge extra inkomsten zullen zijn. (C)</p> Signup and view all the answers

Wie is de minister die verklaarde dat het 'te vroeg' is om conclusies te trekken over de accijnsverhoging?

<p>Johan Van Overtveldt (B)</p> Signup and view all the answers

Welk land heeft het hoogste percentage van het budget dat aan voeding wordt besteed in de inkomensdeciel 1?

<p>Roemenië (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het percentage van het budget dat in inkomensdeciel 10 aan alcohol en tabak wordt besteed in België?

<p>4% (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil in bestedingspatronen voor restaurant en hotels tussen Roemenië en Oostenrijk in inkomensdeciel 4?

<p>Roemenië 10% en Oostenrijk 7% (A)</p> Signup and view all the answers

In welke inkomensdeciel is het aandeel van het budget dat aan restaurant en hotels wordt besteed in Polen gelijk aan dat van Tsjechië?

<p>Inkomensdeciel 7 (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende landen heeft de laagste besteedpercentage aan alcohol en tabak in inkomensdeciel 3?

<p>Roemenië (C)</p> Signup and view all the answers

Het percentage van het budget dat aan voeding wordt besteed is het hoogst in welk inkomensdeciel in Oostenrijk?

<p>Deciel 3 (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de trend in het bestedingspatroon aan restaurant en hotels naarmate het inkomensdeciel stijgt in Tsjechië?

<p>Het percentage stijgt (C)</p> Signup and view all the answers

Wat doet het aandeel van het budget dat aan voeding wordt besteed in Polen in inkomensdeciel 9 vergeleken met inkomensdeciel 1?

<p>Het aandeel is kleiner (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de inkomenselasticiteit van de vraag voor normale goederen?

<p>Groter dan 1 voor luxegoederen (A), Tussen 0 en 1 voor noodzakelijke goederen (D)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met het budgetaandeel van een inferieur goed bij een toename van het inkomen?

<p>Het budgetaandeel neemt af (B)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak is waar over inferieure goederen?

<p>Hun inkomenselasticiteit is altijd negatief. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat bepaalt de Engel-curve?

<p>Inkomen en uitgaven voor een bepaald goed (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er bij een stijging van het inkomen voor een noodzakelijke goed?

<p>De gevraagde hoeveelheid neemt toe. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom is de scheidingslijn bij inkomenselasticiteit (gelabeld met 1) belangrijk?

<p>Het markeert de overgang tussen normale en luxegoederen. (D)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende is een juiste uitspraak over de invloed van een inkomenswijziging op normale goederen?

<p>Het budgetaandeel kan zowel toenemen als afnemen. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke elasticiteit is waar voor luxegoederen?

<p>Ze hebben een inkomenselasticiteit groter dan 1. (D)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Prijselasticiteit

De mate waarin de vraag naar een goed reageert op een verandering in de prijs.

Elasticiteitscoëfficiënt

De verhouding tussen de procentuele verandering in de gevraagde hoeveelheid en de procentuele verandering in de prijs.

Prijsinelastisch goed

Een goed is prijsinelastisch wanneer de vraag naar het goed weinig reageert op een verandering in de prijs.

Prijselastisch goed

Een goed is prijselastisch wanneer de vraag naar het goed sterk reageert op een verandering in de prijs.

Signup and view all the flashcards

Perfect inelastisch goed

De vraag naar een goed is perfect inelastisch wanneer de hoeveelheid die wordt gevraagd niet verandert, ongeacht de prijs.

Signup and view all the flashcards

Perfect elastisch goed

De vraag naar een goed is perfect elastisch wanneer zelfs een kleine prijsstijging leidt tot een nulvraag.

Signup and view all the flashcards

Problemen met de richtingscoëfficiënt

De richtingscoëfficiënt van de vraagfunctie kan misleidend zijn als maatstaf voor de prijselasticiteit.

Signup and view all the flashcards

Elasticiteiten voor vergelijking

Elasticiteiten maken het mogelijk om de gevraagde hoeveelheden van verschillende goederen met elkaar te vergelijken.

Signup and view all the flashcards

Elasticiteit

De gevoeligheid van de gevraagde hoeveelheid voor prijsverandering.

Signup and view all the flashcards

Elastische Vraag

Wanneer de vraag elastisch is, betekent dit dat een prijsverandering een significant effect heeft op de gevraagde hoeveelheid. Een prijsverhoging leidt tot een relatief grote afname in vraag.

Signup and view all the flashcards

Inelastische Vraag

Wanneer de vraag inelastisch is, heeft een prijsverhoging een klein effect op de gevraagde hoeveelheid. De consument is relatief ongevoelig voor prijsverandering.

Signup and view all the flashcards

Totaal Effect van Prijsverandering op TO

Verandering in totale ontvangsten (TO) door een prijsverandering. Totale ontvangsten zijn de prijs per eenheid vermenigvuldigd met de verkochte hoeveelheid.

Signup and view all the flashcards

Giffen Goed

Een goed waarvan de vraag toeneemt wanneer de prijs stijgt.

Signup and view all the flashcards

Snob Goed

Een goed waarvan de vraag toeneemt wanneer de prijs stijgt, omdat het als statussymbool wordt gezien.

Signup and view all the flashcards

Substitutie Effect

Het effect van een prijsverandering op de gevraagde hoeveelheid door de consument te vervangen door alternatieve producten (substituten).

Signup and view all the flashcards

Inkomenseffect

Het effect van een prijsverandering op de gevraagde hoeveelheid vanwege de invloed op het inkomen van de consument.

Signup and view all the flashcards

Inkomenselasticiteit van de vraag

De inkomenselasticiteit van de vraag meet hoe sterk de gevraagde hoeveelheid van een goed reageert op een verandering in het inkomen van de consument.

Signup and view all the flashcards

Normale goederen

Goederen met een positieve inkomenselasticiteit. De vraag naar deze goederen stijgt wanneer het inkomen stijgt.

Signup and view all the flashcards

Noodzakelijke goederen

Normale goederen waarbij de inkomenselasticiteit tussen 0 en 1 ligt. De vraag naar deze goederen stijgt minder sterk dan het inkomen.

Signup and view all the flashcards

Luxegoederen

Normale goederen waarbij de inkomenselasticiteit groter is dan 1. De vraag naar deze goederen stijgt sterker dan het inkomen.

Signup and view all the flashcards

Inferieure goederen

Goederen met een negatieve inkomenselasticiteit. De vraag naar deze goederen daalt wanneer het inkomen stijgt.

Signup and view all the flashcards

Budgetaandeel

Het budgetaandeel van een goed is het percentage van het totale inkomen dat aan dat goed wordt besteed.

Signup and view all the flashcards

Engel curve

De Engel curve toont de relatie tussen de gevraagde hoeveelheid van een goed en het inkomen van de consument.

Signup and view all the flashcards

Budgetaandeel inferieure goederen

Het budgetaandeel van een inferieur goed daalt wanneer het inkomen toeneemt.

Signup and view all the flashcards

Prijsvolatiliteit bij vraagschok

De gevoeligheid van de prijs voor een schok in de vraag hangt af van de vorm van de aanbodcurve.

Signup and view all the flashcards

Prijsvolatiliteit grondstoffen vs. afgewerkte producten

Grondstoffenprijzen zijn gevoeliger voor schommelingen dan prijzen van afgewerkte producten.

Signup and view all the flashcards

Vraagschok: effect op prijs en hoeveelheid

Verandering in prijs en hoeveelheid bewegen in dezelfde richting bij een vraagschok.

Signup and view all the flashcards

Inelastische aanbodcurve

Een aanbodcurve die relatief inelastisch is, betekent dat de hoeveelheid aangeboden goederen weinig verandert bij een prijsverandering.

Signup and view all the flashcards

Vraagverandering door economische conjunctuur

De vraag naar goederen en diensten verandert afhankelijk van de economische conjunctuur.

Signup and view all the flashcards

Vervangproducten en prijselasticiteit

De vraag naar een product wordt elastischer naarmate er meer vervangproducten beschikbaar zijn. Met meer alternatieven hebben consumenten meer keuze om te switchen, waardoor de vraaggevoeligheid toeneemt.

Signup and view all the flashcards

Tijdsperiode en prijselasticiteit

De vraag naar een product wordt elastischer naarmate de beschouwde tijdsperiode langer is. Op lange termijn hebben consumenten meer tijd om te zoeken naar alternatieven en hun consumptiepatroon aan te passen.

Signup and view all the flashcards

Dringendheid en prijselasticiteit

De vraag naar een product wordt elastischer naarmate de vraag minder dringend is. Als een product niet essentieel is, zijn consumenten gevoeliger voor prijsveranderingen.

Signup and view all the flashcards

Inkomenselasticiteit

Een maat die aangeeft hoe de gevraagde hoeveelheid van een goed verandert als het inkomen van de consument verandert.

Signup and view all the flashcards

Budgetshare en prijselasticiteit

De vraag naar een product wordt elastischer naarmate het aandeel van het product in het budget van de consument groter is. Grote uitgaven worden beter overwogen en consumenten zijn gevoeliger voor prijsfluctuaties.

Signup and view all the flashcards

War on Drugs

De War on Drugs is een wereldwijde inspanning om de productie, distributie en consumptie van drugs te bestrijden. De term werd populair in de jaren '70.

Signup and view all the flashcards

Luxegoed

Een goed waarvan de vraag toeneemt als het inkomen stijgt.

Signup and view all the flashcards

Zwarte markt voor drugs

Drugsverbod creëert een zwarte markt waar illegale drugs worden verhandeld. Deze markt is buiten de controle van de overheid en is vaak geassocieerd met geweld en misdaad.

Signup and view all the flashcards

Inferieur goed

Een goed waarvan de vraag afneemt als het inkomen stijgt.

Signup and view all the flashcards

London School of Economics en Drugsbeleid

De London School of Economics heeft onderzoek gedaan naar de impact van de War on Drugs en concludeerde dat het meer schade dan goed heeft veroorzaakt.

Signup and view all the flashcards

Noodzakelijk goed

Een goed waarvan de vraag niet verandert als het inkomen verandert.

Signup and view all the flashcards

Kruiselasticiteit

Een maat die aangeeft hoe de vraag naar een product reageert op veranderingen in de prijs van een ander product.

Signup and view all the flashcards

Kosten en Ineffectiviteit van War on Drugs

De War on Drugs is duur en heeft weinig succes. Alternatieve benaderingen, zoals naaldenuitwisseling en vervangende therapieën, zijn effectiever.

Signup and view all the flashcards

Bestedingspatronen

De studie van de manier waarop mensen hun inkomen besteden aan verschillende goederen en diensten.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Economie I - Elasticiteiten en schokken

  • Veranderende omstandigheden leiden tot veranderingen in evenwichtsprijs en verhandelde hoeveelheid.
  • Vorig hoofdstuk: richtingsaanwijzingen voor de veranderingen.
  • Belangrijk om de omvang van de verandering te kennen.
  • Elasticiteiten zijn cruciaal voor het begrijpen van de reactie van consumenten en producenten op prijsveranderingen.

Inhoudstafel Elasticiteiten en Schokken

  • Eigen prijselasticiteit van vraag en aanbod
  • Inkomenselasticiteit van de vraag
  • Kruislingse prijselasticiteit
  • Markt in werking
  • Inkomens- en prijselasticiteiten sturen beleidskeuzes

Prijselasticiteiten

  • Veronderstelling: Als CEO van NMBS, stijgen ticketprijzen, wat is het effect op inkomsten?
  • Vraagfunctie beschrijft de reactie van consumenten op prijsveranderingen.

Prijselasticiteiten - Voorbeelden

  • Geval 1: niet-prijsgevoelige vraag → extra inkomsten
  • Geval 2: prijsgevoelige vraag → verlies inkomsten
  • Belangrijk om de reactie op prijswijzigingen goed in te schatten.

Prijselasticiteit van de vraag (gedefinieerd)

  • Procentuele verandering in gevraagde hoeveelheid/ procentuele verandering in prijs.

Prijselasticiteit van de vraag (Voorbeeld)

  • Prijsstijging broodje van €2 naar €3 (50%)→ daling vraag van 400 naar 300 broodjes (25%) → prijselasticiteit = -0,5

Prijselasticiteit van de vraag (algemene uitdrukking)

  • Boogelasticiteit: (q¹-qº)/q° : (p¹-pº)/p°
  • Puntelasticiteit: lim (Δq/q) / (Δp/p) P → 0

De eigen prijselasticiteit van de vraag (opmerkingen)

  • Typisch negatief (wet van de vraag)
  • Lineaire vraagcurves: constante rico langs de curve
  • Elasticiteit varieert langs de curve; puntelasticiteit = -1 op de helft van de curve.

Elastisch en inelastisch

  • Scheidslijn: |prijselasticiteit| = 1
  • Vraag is elastisch: |prijselasticiteit| > 1
  • Vraag is inelastisch: |prijselasticiteit| < 1

Bijzondere gevallen van elasticiteit

  • Volledig inelastisch: rico = 0; elasticiteit = 0
  • Volledig elastisch: rico = oneindig; elasticiteit = oneindig

Belang van elasticiteit in de praktijk

  • Hoe sterk de vraag reageert op prijsveranderingen beïnvloedt de totale opbrengsten.

Inkomens-elasticiteit van de vraag

  • Mate waarin vraag verandert als gevolg van een inkomenverandering.
  • Normale goederen: positieve elasticiteit (meer vraag bij meer inkomen).
  • Inferieure goederen: negatieve elasticiteit (minder vraag bij meer inkomen).
  • Noodzakelijke goederen: elasticiteit tussen 0 en 1.
  • Luxegoederen: elasticiteit > 1.

Kruislingse prijselasticiteit van de vraag

  • Relatieve reactie van de vraag naar goed A bij een prijsverandering van goed B.
  • Complementaire producten: negatieve kruis-elasticiteit (bijv. auto's en benzine).
  • Substituerende producten: positieve kruis-elasticiteit (bijv. merk X en merk Y).

Markt in werking

  • Elasticiteiten beïnvloeden beleidskeuzes omtrent belastingen, subsidies, etc.

Aanbodschokken

  • Verschuiving van aanbodskrommen.
  • Misoogst: aanbod daalt, prijs stijgt, consumenten zijn slechter af.
  • Elasticiteit van de vraag bepaalt de omvang van de prijs- en hoeveelheidsverandering.

Vraagschokken

  • Vraag verschuift als gevolg van economische omstandigheden.
  • Grondstoffenprijzen: zeer volatiel.

Prijsvolatiliteit

  • Prijsvolatiliteit hangt af van elasticiteit van aanbodskrommen.

Variatie in budgetaandelen per inkomensniveau

  • Impact van belastingen en accijnzen op verschillende inkomensniveaus.

Prijselasticiteiten voor energieverbruik

  • Duurzame energie: reducties in energieverbruik, vraag- en prijselasticiteiten effecten op beleidskeuzes.
  • Analyse van vraagelasticiteiten voor energieverbruik beïnvloedt beleidskeuzes.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Fundamental Principles of Demand and Supply Quiz
8 questions
culture éco thème 3 partie 2
43 questions
Economics: Feasibility and Supply Shock
8 questions

Economics: Feasibility and Supply Shock

EngrossingBaritoneSaxophone2011 avatar
EngrossingBaritoneSaxophone2011
Macroeconomics Exam - Fall 2024
13 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser