Podcast
Questions and Answers
Welke van de volgende beweringen over bedrijven is correct?
Welke van de volgende beweringen over bedrijven is correct?
Wat wordt er bedoeld met 'zelfvoorziening' in de context van productie?
Wat wordt er bedoeld met 'zelfvoorziening' in de context van productie?
Welke van de volgende is GEEN productiefactor?
Welke van de volgende is GEEN productiefactor?
Hoe bereken je de toegevoegde waarde van een product?
Hoe bereken je de toegevoegde waarde van een product?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende bedrijven is een productieonderneming?
Welke van de volgende bedrijven is een productieonderneming?
Signup and view all the answers
Wat is arbeidsproductiviteit?
Wat is arbeidsproductiviteit?
Signup and view all the answers
Wat is een voordeel van een hogere arbeidsproductiviteit?
Wat is een voordeel van een hogere arbeidsproductiviteit?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende kosten is een variabele kost?
Welke van de volgende kosten is een variabele kost?
Signup and view all the answers
Wat is een voorbeeld van een constante (vaste) kost?
Wat is een voorbeeld van een constante (vaste) kost?
Signup and view all the answers
Welke kosten zijn direct gerelateerd aan de verkoop van producten of diensten?
Welke kosten zijn direct gerelateerd aan de verkoop van producten of diensten?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende beweringen over variabele kosten is correct?
Welke van de volgende beweringen over variabele kosten is correct?
Signup and view all the answers
Wat wordt bedoeld met 'afschrijvingskosten'?
Wat wordt bedoeld met 'afschrijvingskosten'?
Signup and view all the answers
Wat is de juiste formule om de brutowinst te berekenen?
Wat is de juiste formule om de brutowinst te berekenen?
Signup and view all the answers
Wat is het juiste btw-tarief voor basisbehoeften, zoals levensmiddelen?
Wat is het juiste btw-tarief voor basisbehoeften, zoals levensmiddelen?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende beweringen over btw is correct?
Welke van de volgende beweringen over btw is correct?
Signup and view all the answers
Wat is het verschil tussen brutowinst en nettowinst?
Wat is het verschil tussen brutowinst en nettowinst?
Signup and view all the answers
Study Notes
Productie
- Bedrijven maken goederen en diensten voor consumenten en andere bedrijven.
- Consumenten kopen producten met hun loon.
- Zelfvoorziening: consumenten produceren voor zichzelf.
Productiefactoren
- Middelen nodig om waarde aan producten toe te voegen.
- De belangrijkste factoren zijn:
- Kapitaal
- Arbeid
- Natuur
- Ondernemerschap
Bedrijfskolom
- Alle bedrijven betrokken bij de productie van een product vormen de bedrijfskolom.
- Elk bedrijf voegt toegevoegde waarde toe aan het product.
- Toegevoegde waarde = verkoopprijs – inkoopprijs.
Soorten ondernemingen
- Handelsondernemingen: kopen producten in en verkopen ze verder zonder veranderingen.
- Productieondernemingen: kopen grondstoffen in en produceren producten.
- Dienstverlenende bedrijven: leveren diensten.
Arbeidsproductiviteit
- Hoeveelheid producten/diensten die een werknemer in een bepaalde tijd kan maken.
- Hogere arbeidsproductiviteit = lagere kosten per product.
- Stijging komt door efficiëntere werkwijze (mechanisatie, automatisering, robotisering) of meer ervaren werknemers.
- Formule: Arbeidsproductiviteit = aantal geproduceerde producten / aantal medewerkers.
Kosten
- Productie vereist geld.
- Inkoopwaarde van de omzet = bedrag waarvoor producten worden ingekocht.
- Bedrijfskosten = alle kosten behalve productiekosten.
- Productiekosten: kosten om producten te produceren.
- Variabele kosten: afhankelijk van de verkoop.
- Voorbeelden: inkoopprijs, verzendkosten.
- Constante kosten: niet afhankelijk van de verkoop.
- Voorbeelden: huurkosten, afschrijvingskosten.
Afschrijvingskosten
- Kosten doordat kapitaalgoederen in waarde afnemen.
- Formule: Afschrijvingskosten per jaar = (aanschafwaarde – restwaarde) / aantal gebruiksjaren.
Omzet en winst
- Omzet = verkoopprijs x aantal verkochte producten.
- Brutowinst = omzet – inkoopwaarde van de omzet.
- Nettowinst = brutowinst – bedrijfskosten.
- BTW = belasting toegevoegde waarde, wordt op de verkoopprijs opgeteld.
- Accijns en milieuheffingen zijn belastingen die het gebruik van producten beperken.
- Berekenen van prijzen inclusief en exclusief BTW.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Test je kennis over productie in de economie met deze quiz. Ontdek de belangrijkste productiefactoren, soorten ondernemingen en hoe de bedrijfskolom werkt. Leer over de impact van arbeidsproductiviteit op kosten en waardecreatie.