Economie: Marktstructuren Quiz
49 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende marktstructuren heeft één enkele verkoper en meerdere kopers?

  • Monopolie (correct)
  • Monopolistische concurrentie
  • Zuivere mededinging
  • Oligopolie
  • Wat is een kenmerk dat niet gebruikt wordt om verschillende marktvormen te onderscheiden?

  • Homogeniteit van producten
  • Vrije toegang tot de markt
  • Het aantal aanbieders
  • De prijsstelling door de overheid (correct)
  • Welke uitspraak over monopolistische concurrentie is waar?

  • Er is slechts één aanbieder voor een heterogeen product.
  • De toegang tot de markt is volledig gesloten.
  • Bedrijven kan het moeilijk maken om hun prijzen te verhogen. (correct)
  • Er zijn vele aanbieders met identieke producten.
  • Wat is de algemene doelstelling van bedrijven in verschillende marktvormen?

    <p>Economische winst maximaliseren (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke situatie valt onder het begrip 'bilateraal monopolie'?

    <p>Één aanbieder en één vrager (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de vier krachten die bijdragen tot de intensiteit van de veranderingen in de concurrentie?

    <p>Concentratie, contesteerbaarheid, samenwerkingsbereidheid en onzekerheid (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke strategieën kan een onderneming toepassen om haar langetermijnrentabiliteitspositie te verbeteren?

    <p>Concurrentieverminderende en positieverbeterende strategieën (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft Schumpeter’s concept van 'creatieve destructie'?

    <p>Het verdringen van inefficiënte bedrijven door innovatieve en efficiënte bedrijven (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van de beperkte beschikbaarheid van inputs?

    <p>Verhoogde inputprijzen (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van onzekerheid binnen het concurrentieproces?

    <p>Het is een drijvende kracht achter veranderingen in concurrentie (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de opbrengsten van een monopolist als hij meer verkoopt?

    <p>De opbrengsten kunnen afnemen. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de verhouding tussen de marginale opbrengst (MO) en de gemiddelde opbrengst (GO)?

    <p>MO ligt altijd beneden de vraagcurve. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent het punt waar MO gelijk is aan MK voor een monopolist?

    <p>De monopolist maximaliseert zijn winst. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de effecten van prijsdiscriminatie voor een monopolist?

    <p>Het stelt de monopolist in staat om hogere winsten te realiseren. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat zegt de Lerner-index over de prijselasticiteit van de vraag?

    <p>Hoe minder elasticiteit, hoe groter de monopoliemacht. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de maximale hoeveelheid die een monopolist kan verkopen als TO maximaal is?

    <p>Wanneer x = a/2b. (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke strategieën kunnen bedrijven met marktmacht gebruiken om hun winst te verhogen?

    <p>Prijsdiscriminatie en marktsegmentatie toepassen. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met het prijsbeleid in een monopolistische markt bij mogelijke toetreding van concurrenten?

    <p>Monopolisten zullen meer competitief gedrag vertonen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de eerste-orde-voorwaarde voor het maximaliseren van de winst?

    <p>De marginale opbrengsten moeten gelijk zijn aan de marginale kosten. (C)</p> Signup and view all the answers

    In welke situatie is het winstmaximaliserende outputniveau bereikt?

    <p>Wanneer MO gelijk is aan MK. (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende kenmerken behoort niet tot een markt met zuivere mededinging?

    <p>Beperkte toetreding tot de markt. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er als de marginale opbrengsten (MO) kleiner zijn dan de marginale kosten (MK)?

    <p>De productie van de laatste eenheid leidt tot verlies. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent het dat een bedrijf een prijsnemer is in de context van zuivere mededinging?

    <p>Het bedrijf moet de marktprijs accepteren. (B)</p> Signup and view all the answers

    Hoe ziet de vraagcurve eruit voor een individueel bedrijf in een markt met zuivere mededinging?

    <p>De vraagcurve is horizontaal. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat moet een individuele ondernemer overwegen bij het bepalen van de output op de korte termijn?

    <p>De invloed van extra productie op de marginale kosten en opbrengsten. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er als een producent boven de geldende marktprijs probeert te verkopen?

    <p>De onderneming verliest klanten. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt verstaan onder oligopolie?

    <p>Een industrietak met meerdere bedrijven en beperkte toetreding tot de markt. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een van de belangrijke instrumenten die de wetgever heeft aangereikt?

    <p>Maximumprijzen en maximummarges. (C)</p> Signup and view all the answers

    Hoe reageert een dominant bedrijf in een oligopolie op de vraag?

    <p>Het gedrag van concurrenten wordt voortdurend geanalyseerd. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van programmaverdragen in prijsbeheer?

    <p>Ze zijn contracten met specifieke ondernemingen betreffende prijsevolutie. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt het stelsel van prijsverhogingsaangifte in?

    <p>Bedrijven moeten elke prijsverhoging bekendmaken aan de overheid. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is het effect van de aanwezigheid van een dominant bedrijf in een oligopolie?

    <p>Het bepaalt de prijs die kleinere bedrijven accepteren. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn prijsrigiditeiten in oligopolistische markten?

    <p>Er is een geknikte vraagcurve die de reactie op prijsveranderingen beïnvloedt. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat kan de minister beslissen over bepaalde sectoren of producten?

    <p>Een maximumprijs vast te stellen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Hoe gedraagt een dominant bedrijf zich volgens klassiek oligopolisme?

    <p>Als een monopolist, maar in een beperkte markt. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat bepaalt de residuele vraag voor een dominant bedrijf?

    <p>De hoeveelheid die gevraagd wordt minus de vraag door kleine bedrijven. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent winstmaximalisatie voor een verlieslatende onderneming?

    <p>Maximale winst is gelijk aan het zo klein mogelijk verlies. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wanneer wordt de productie economisch niet meer verantwoord in de korte termijn?

    <p>Als de prijs beneden het niveau van de variabele kosten ligt. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er op de lange termijn als bedrijven in een industrie economische winsten maken?

    <p>Nieuwe bedrijven worden aangetrokken tot de sector. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk kenmerk van een monopolie?

    <p>Er is slechts één onderneming die het volledige aanbod levert. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de opbrengsten van een monopolist naarmate de verkochte hoeveelheid toeneemt?

    <p>Bij grote hoeveelheden kunnen de opbrengsten weer dalen. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt de langetermijn winst van een typische onderneming in?

    <p>De winst bedraagt nul wanneer de kosten zijn gedekt. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat beïnvloedt de aanbodfunctie van een onderneming op korte termijn direct?

    <p>De prijs van de productie. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorwaarde voor langetermijnevenwicht in een markt?

    <p>De prijs moet gelijk zijn aan de marginale kosten. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de gevolgen van een prijsdaling voor een monopolist?

    <p>De monopolist kan alleen meer verkopen door de prijs te verlagen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de aanbodcurve als de marktprijs onder de gemiddelde variabele kosten ligt?

    <p>De onderneming zal niet meer produceren. (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende uitspraken over marginale kosten is waar?

    <p>Marginale kosten zijn gelijk aan de verandering in totale kosten bij wijziging van output. (D)</p> Signup and view all the answers

    Waaruit bestaat de aanbodcurve voor een bedrijf op korte termijn?

    <p>De aanbodcurve komt overeen met het gedeelte van de MK-curve boven de GVK-curve. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is één van de oorzaken van monopolie?

    <p>De aanwezigheid van kostenvoordelen. (B)</p> Signup and view all the answers

    Flashcards

    Aantal vragers en aanbieders

    Het aantal potentiële vragers en aanbieders op een markt. Bepaalt of er veel concurrenten zijn of dat één enkele speler de markt domineert.

    Concentratie

    De mate waarin bedrijven in een sector een groot deel van de totale markt omzet vertegenwoordigen. Een hoge concentratie duidt op een beperkt aantal grote spelers.

    Winst maximaliseren

    De winst maximaliseren door de totale opbrengst (TO) te maximaliseren en de totale kosten (TK) te minimaliseren.

    Opbrengstfunctie

    De relatie tussen de hoeveelheid verkochte producten en de totale opbrengst. Wordt beïnvloed door de marktstructuur: hoe meer concurrentie, hoe moeilijker het is om de prijs te verhogen zonder verkopen te verliezen.

    Signup and view all the flashcards

    Monopolie

    Een markt met slechts één aanbieder. De monopolist heeft de macht om de prijs te bepalen, waardoor er geen directe concurrentie is.

    Signup and view all the flashcards

    Winstmaximaliserend outputniveau

    Het punt waar de extra opbrengsten (MO) gelijk zijn aan de extra kosten (MK) of de extra opbrengst (=winst) van de laatste eenheid geproduceerde output is gelijk aan nul.

    Signup and view all the flashcards

    Marginale opbrengst (MO)

    De verandering in totale opbrengsten als gevolg van een kleine toename in de geproduceerde en verkochte hoeveelheid.

    Signup and view all the flashcards

    Marginale kosten (MK)

    De verandering in totale kosten als gevolg van een kleine toename in de geproduceerde hoeveelheid.

    Signup and view all the flashcards

    Eerste-orde-voorwaarde voor winstmaximalisatie

    De regel die stelt dat de winst maximaal is wanneer MO = MK.

    Signup and view all the flashcards

    Zuivere mededinging

    Een markt waarin een groot aantal verkopers en kopers actief is, met een homogeen product, vrije toetreding en perfecte informatie.

    Signup and view all the flashcards

    Prijsnemer

    Een bedrijf in zuivere mededinging dat geen invloed heeft op de marktprijs.

    Signup and view all the flashcards

    Horizontale vraagcurve

    De vraagcurve voor een individueel bedrijf in zuivere mededinging, die perfect elastisch is.

    Signup and view all the flashcards

    Markthoeveelheid (X)

    De hoeveelheid die wordt geproduceerd en geconsumeerd op de markt.

    Signup and view all the flashcards

    Monopolist en totale opbrengst

    De monopolist kan, door meer te verkopen, minder totale opbrengst realiseren.

    Signup and view all the flashcards

    Maximale hoeveelheid monopolist

    De maximale hoeveelheid die een monopolist kan verkopen, waarbij de prijs gelijk is aan nul.

    Signup and view all the flashcards

    MO-curve & vraagcurve

    De marginale opbrengstcurve ligt altijd onder de vraagcurve.

    Signup and view all the flashcards

    Hellingen van MO en GO

    De helling van de marginale opbrengstcurve (MO) is twee keer zo groot als de helling van de gemiddelde opbrengstcurve (GO).

    Signup and view all the flashcards

    Snijpunt MO-curve met horizontale as

    Het snijpunt van de marginale opbrengstcurve met de horizontale as is precies de helft van de maximale verkochte hoeveelheid.

    Signup and view all the flashcards

    Prijszetter (monopolist)

    De monopolist heeft de macht om prijzen te bepalen, binnen de grenzen van de vraagcurve.

    Signup and view all the flashcards

    Winstmaximalisatie monopolist

    De monopolist maximaliseert zijn winst wanneer de marginale opbrengst (MO) gelijk is aan de marginale kosten (MK).

    Signup and view all the flashcards

    Concurrentieverminderende strategie

    Wanneer bedrijven in een sector samenwerken om de concurrentie te verminderen, waardoor de gemiddelde rentabiliteit stijgt.

    Signup and view all the flashcards

    Positieverbeterende strategie

    Een bedrijf probeert de laagste gemiddelde kosten in de sector te realiseren om zijn concurrentiepositie te versterken.

    Signup and view all the flashcards

    Dynamische context concurrentie

    De mate waarin de intensiteit van de concurrentie in een sector verandert door verschillende factoren.

    Signup and view all the flashcards

    Contesteerbaarheid van een bedrijfstak

    De mate waarin bedrijven uit andere sectoren gemakkelijk kunnen toetreden tot een bestaande sector.

    Signup and view all the flashcards

    Creatieve destructie

    Het proces waarbij innovatieve en efficiënte bedrijven inefficiënte bedrijven uit de markt verdringen.

    Signup and view all the flashcards

    Basisprincipe: 'Normale Prijs'

    Het fundament van prijsregulering, gebaseerd op het concept van een 'normale prijs'. Bedrijven mogen geen 'abnormale' prijzen rekenen, wat betekent dat de prijzen redelijk en rechtvaardig moeten zijn.

    Signup and view all the flashcards

    Instrumenten voor prijsregulering

    Juridische instrumenten die de overheid gebruikt om prijsontwikkelingen te beïnvloeden en te voorkomen dat prijzen onredelijk stijgen.

    Signup and view all the flashcards

    Programma-overeenkomsten

    Een overeenkomst tussen de overheid en bedrijven over de prijsontwikkeling van producten of diensten.

    Signup and view all the flashcards

    Maximumprijzen en maximummarges

    Een wettelijke regeling die de maximumprijs van bepaalde producten of diensten beperkt.

    Signup and view all the flashcards

    Stelsel van prijsverhogingsaangifte

    Een systeem waarbij bedrijven elke prijsverhoging moeten melden aan de overheid. De overheid kan dan besluiten in te grijpen.

    Signup and view all the flashcards

    Oligopolie

    Een markt met een beperkt aantal bedrijven en waar er barrières zijn voor nieuwe bedrijven om de markt te betreden.

    Signup and view all the flashcards

    Strategisch spel in oligopolie

    Het gedrag van bedrijven in een oligopolie is strategisch, waarbij ze voortdurend rekening houden met de acties en reacties van hun concurrenten.

    Signup and view all the flashcards

    Oligopolie met 1 dominant bedrijf

    Een situatie in een oligopolie waar één bedrijf dominant is vanwege een kostenvoordeel.

    Signup and view all the flashcards

    Residuele vraagcurve

    De vraagcurve die het dominante bedrijf in een oligopolie ervaart, rekening houdend met het aanbod van de andere bedrijven.

    Signup and view all the flashcards

    Optimum van het dominante bedrijf

    Het punt waar de extra opbrengst (MO) van de dominante firma gelijk is aan de extra kosten (MK).

    Signup and view all the flashcards

    Winstmaximalisatie bij verlies

    De maximale winst voor een verlieslatende onderneming is het minimaliseren van het verlies. Dus, ondanks de naam winstmaximalisatie, betekent dit niet dat de winst altijd positief moet zijn.

    Signup and view all the flashcards

    Aanbodcurve op korte termijn

    De aanbodcurve van een bedrijf op korte termijn is gelijk aan de marginale kostencurve (MK). Dit betekent dat de hoeveelheid die een bedrijf wil aanbieden afhankelijk is van de marginale kosten van het produceren van een extra eenheid.

    Signup and view all the flashcards

    Prijs p2

    De prijs waarbij de winst van een bedrijf naar nul daalt. Dit is de prijs waar de totale opbrengsten gelijk zijn aan de totale kosten. De prijs waar het breakeven punt ligt.

    Signup and view all the flashcards

    Productie stopzetten op korte termijn

    Wanneer de prijs daalt tot het punt dat de totale opbrengsten niet meer in staat zijn om de variabele kosten te dekken, is het voor een bedrijf economisch niet meer verantwoord om te produceren. Op korte termijn.

    Signup and view all the flashcards

    Productie voortzetten op korte termijn

    Zolang de prijs hoger is dan de gemiddelde variabele kosten (GVK), is het voor een bedrijf economisch verantwoord om te produceren op korte termijn. De vaste kosten zijn al gemaakt en de opbrengsten dekken de variabele kosten plus een deel van de vaste kosten.

    Signup and view all the flashcards

    Twee delen van de aanbodcurve

    De aanbodcurve van een bedrijf op korte termijn bestaat uit twee delen: 1) een verticale lijn zolang de prijs lager is dan de prijs waar de variabele kosten niet meer gedekt worden (p3), en 2) de marginale kostencurve zolang de prijs hoger is dan die prijs (p3) .

    Signup and view all the flashcards

    Prijs > GVK

    Een bedrijf is economisch verantwoord om te produceren zolang de prijs hoger is dan de gemiddelde variabele kosten (GVK). De vaste kosten zijn reeds geïnvesteerd en de opbrengsten dekken de variabele kosten met een bijdrage aan de vaste kosten.

    Signup and view all the flashcards

    Niet-rendabel produceren

    Eenheden zijn niet rendabel als de prijs lager is dan de marginale kosten (MK) omdat de kosten van het produceren van die eenheid hoger zijn dan de opbrengsten.

    Signup and view all the flashcards

    Rendabel produceren

    Eenheden zijn rendabel om te produceren als de prijs hoger is dan de marginale kosten (MK), omdat de verkoopprijs de kosten van het produceren van die eenheid overstijgt.

    Signup and view all the flashcards

    Marktaanbodcurve

    De kortetermijn-aanbodcurve voor de hele markt wordt verkregen door de aanbodcurven van alle individuele producenten horizontaal te sommeren.

    Signup and view all the flashcards

    Lange termijn aanpassingen

    Op lange termijn kunnen bedrijven hun schaal aanpassen en nieuwe bedrijven kunnen toetreden tot de markt, afhankelijk van de winstgevendheid.

    Signup and view all the flashcards

    Winst op lange termijn

    De winst van het typische bedrijf in een industrie is 0 op lange termijn. Dit betekent dat er geen extra winst is na het dekken van alle productiekosten.

    Signup and view all the flashcards

    Overwinst

    De winst die men realiseert nadat alle productiefactoren correct vergoed zijn. Dit betekent dat de winst bovenop het normale rendement op investering is.

    Signup and view all the flashcards

    Economische winst

    De winst wordt berekend als de totale opbrengst (TO) groter is dan de totale kosten (TK). Dit betekent dat de winst de overwinst is plus de normale winst.

    Signup and view all the flashcards

    Study Notes

    Marktstructuren en Prijsvorming

    • Verschillende marktstructuren beïnvloeden de manier waarop producenten prijzen bepalen.
    • De marktsituatie, bestaande uit het aantal potentiële kopers en verkopers, de aard van het product (homogeen of heterogeen), en de toegang tot de markt, bepaalt de marktstructuur.
    • Zuivere mededinging: veel vragers en aanbieders, homogeen product, vrije toe- en uittreding, perfecte informatie. Prijsnemer.
    • Monopolie: één aanbieder, unieke producten, toegang tot markt is beperkt, volledige informatie. Prijszetter.
    • Monopolistische concurrentie: veel aanbieders, heterogeen product, vrije toe- en uittreding, voldoende informatie. Sommige prijszetters, maar ook prijsnemers.
    • Oligopolie: beperkt aantal aanbieders, homogeen of heterogeen product, toegang tot markt is beperkt, bedrijven zijn strategisch bewust van elkaar. Prijszetters.
    • Criteria voor onderscheid Marktvormen: aantal aanbieders en vragers, homogeniteit/heterogeniteit van product, vrije toe- en uittreding, beschikbaarheid van informatie.
    • Economische winst maximaliseren is de doelstelling van bedrijven, maar het maximaliseren van kosten is noodzakelijk, maar geen voldoende voorwaarde.

    Winstmaximaliserend Gedrag

    • Bedrijven streven naar maximale economische winst.
    • Optimale outputniveau waarin Marginale Opbrengst (MO) gelijk is aan Marginale Kosten (MK).
    • Eerste-orde-voorwaarde voor winstmaximalisatie: MO = MK
    • Tweede-orde-voorwaarde: MK moet stijgen.

    Zuivere Mededinging

    • Markt met veel vragers en aanbieders.
    • Homogeen product.
    • Voldoende, vrije toe- en uittreding.
    • Perfecte informatie.
    • Prijs is vastgesteld door de markt (prijsnemer).
    • Aanbodcurve van bedrijf: horizontale lijn op de marktprijs.
    • Winst wordt gemaximaliseerd bij p=MK.
    • Winst ten tijde van het langetermijngedrag= 0.

    Monopolie

    • Een enkele aanbieder van een product met geen directe substituut.
    • Beperkte toegang tot de markt.
    • Prijszetter.
    • De vraagcurve van het bedrijf is de markt vraagcurve.
    • Winst wordt gemaximaliseerd bij p>MK.

    Monopolistische Concurrentie

    • Vele aanbieders met gedifferentieerde producten.
    • Vrije toe- en uittreding op de markt.
    • Beperkte prijszetters.
    • Meer elastische vraag dan monopolie, maar minder elastisch dan zuivere mededing.
    • Op LT wordt 0 economische winst gerealiseerd.

    Oligopolie

    • Een beperkt aantal aanbieders.
    • Producten kunnen homogeen of heterogeen zijn.
    • Beperkte toegang tot de markt.
    • Prijzen zijn interafhankelijk, en ondernemingen zijn strategisch bewust van elkaars acties.
    • Winstmaximalisatie kan bereikt worden via strategisch gedrag: prijsleiderschap, prijsconcurrentie of kartelvorming (prijsafspraken).
    • Verschillende modellen kunnen gebruikt worden om winstmaximalisatie te analyseren: Cournot, Bertrand.

    Prijsdiscriminatie

    • Verschillende prijzen aan verschillende groepen consumenten voor hetzelfde product/dienst.
    • Gedragsmethode waarmee bedrijven de winst willen maximaliseren.
    • Groepen consumenten worden gesegmenteerd en verschillende prijzen worden aan de verschillende groepen gevraagd.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Quiz H5 PDF

    Description

    Test je kennis over verschillende marktstructuren met deze quiz. Ontdek de kenmerken van monopolies, monopolistische concurrentie, en bilaterale monopolie. Ben jij in staat om de juiste antwoorden te geven en je begrip van de economie te verbeteren?

    More Like This

    Market Structures and Monopoly
    42 questions
    Introduction to Monopoly Concepts
    18 questions
    Monopoly Concepts and Barriers to Entry
    44 questions
    Monopoly and Market Structures Quiz
    48 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser