Economie I: Onvolmaakte Mededinging

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is een kenmerk van perfecte prijsdiscriminatie?

  • De prijzen zijn uniform voor alle consumenten.
  • Er is altijd een consumenten surplus.
  • Iedere consument betaalt exact zijn bereidheid tot betalen. (correct)
  • Alle consumenten betalen minder dan hun bereidheid tot betalen.

Wat wordt bereikt op het snijpunt van de vraag- en aanbodcurve?

  • Een verliesgevende situatie voor de producent.
  • Minimale productiekosten.
  • Maximale winst voor de producent. (correct)
  • Maximale winst voor de consument.

Waarom komt perfecte prijsdiscriminatie zelden voor?

  • Er zijn altijd geheime prijsstrategieën die een rol spelen.
  • Consumenten zijn niet bereid om meer te betalen.
  • Zorgvuldig gemanipuleerde markten maken het onmogelijk.
  • De bereidheid tot betalen is moeilijk observeerbaar. (correct)

Welke technologie heeft de implementatie van prijsdiscriminatie vergemakkelijkt?

<p>Big data. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende opties kan bijdragen aan marktsegmentatie?

<p>Zelfselectie van klanten. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat was de oorzaak van de woede van de vader bij Target?

<p>Zijn dochter had geen interesse in babyproducten. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke strategie zou een bedrijf kunnen gebruiken om de winst te vergroten, in plaats van perfecte prijsdiscriminatie?

<p>Marktsegmentatie. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat kan een gevolg zijn van de toepassing van big data in prijsstrategieën?

<p>Klanten kunnen uitdagingen rond 'rechtvaardigheid' beginnen te benoemen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een technologische belemmering die marktmacht kan creëren?

<p>Exclusief gebruiksrecht van een productiefactor (B)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende voorbeelden is een wettelijke belemmering die marktmacht kan veroorzaken?

<p>Licenties voor bepaalde activiteiten (B)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met de 'prijszetter' in een monopolie?

<p>De monopolist bepaalt de prijs onafhankelijk van de vraag (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende situaties kan concurrentie voor een monopolist bemoeilijken?

<p>Dreigen met dure rechtszaken (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er als een monopolist zijn output vergroot?

<p>De verkoop kan alleen toenemen aan lagere prijzen (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een monopolist in de diamantindustrie?

<p>De Beers (B)</p> Signup and view all the answers

Welke factor beïnvloedt de keuze van de monopolist met betrekking tot output?

<p>De prijselasticiteit van de vraag (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe verschilt de monopolist van bedrijven in een perfecte concurrentie?

<p>Monopolisten hebben toegang tot exclusieve technologieën (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van intertemporele prijsdiscriminatie?

<p>Hogere prijzen voor hotelkamers tijdens drukke perioden (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom kiezen niet-werkenden vaak voor goedkopere weekenden?

<p>Ze willen vermijden om in drukke periodes te reizen (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de marktmacht als het aantal toetreders in een sector daalt?

<p>Marktmacht van dominante spelers neemt toe (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende uitspraken over fusies en overnames is waar?

<p>Het aantal fusies en overnames is verdubbeld ten opzichte van de jaren 1990 (C)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent een hoge concentratie in een sector zoals gemeten door de C4-cijfers?

<p>Een paar bedrijven beheersen het grootste deel van de markt (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg van hogere monopoliewinsten?

<p>Minder prijsdruk op de markt (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is zelfselectie in economische termen?

<p>De keuze van consumenten om te betalen naar waarde (A)</p> Signup and view all the answers

Welke sector zou waarschijnlijk een hogere C4-concentratie vertonen?

<p>De technologie sector (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste voorwaarde voor prijsdiscriminatie door marktsegmentatie?

<p>De markten moeten afzonderlijk worden behandeld. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom is de winst bij marktsegmentatie kleiner dan bij perfecte prijsdiscriminatie?

<p>Er is altijd een uniforme prijs in elke deelmarkt. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van zelfselectie in prijsdiscriminatie?

<p>Studentenkaarten controleren bij toegang. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe kan een bioscoopwinsten maximaliseren bij jongere en oudere klanten?

<p>Door prijzen te differentiëren afhankelijk van de elasticiteit van de vraag. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er als de markten niet afzonderlijk worden behandeld in prijsdiscriminatie?

<p>De prijs kan niet gedifferentieerd worden. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke strategie kan een bedrijf toepassen om intertemporele prijsdiscriminatie te gebruiken?

<p>Het aanbieden van seizoensgebonden kortingen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg van prijsdiscriminatie in een markt met inelastische vraag?

<p>De prijzen kunnen verhoogd worden zonder verlies van klanten. (B)</p> Signup and view all the answers

Bij welke van de volgende situaties zou een marktsegmentatie strategie het meest effectief zijn?

<p>Er zijn duidelijke verschillen in betalingsbereidheid tussen klantengroepen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke eigenschap van oligopolistische markten?

<p>Strategische interactie tussen aanbieders beïnvloedt de winst. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de dominante strategie in de Bertrand-competitie?

<p>Om de prijs gelijk te houden aan de marginale kosten. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van Cournot-competitie?

<p>Het aantal verkochte eenheden is de strategische keuze. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak over de Bertrand-paradox is juist?

<p>Het resultaat is vergelijkbaar met volmaakte concurrentie. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg van prijsdiscriminatie?

<p>De totale opbrengsten voor een bedrijf kunnen stijgen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent het als de vraag perfect elastisch is?

<p>Consumenten zullen alleen kopen bij de laagste prijs. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat houdt strategische interactie in bij oligopolistische markten?

<p>Beslissingen van een bedrijf beïnvloeden de resultaten van een ander. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van de 'onzichtbare hand' in oligopolistische markten?

<p>Het zorgt voor een evenwicht tussen vraag en aanbod. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met switching costs in de context van oligopolie?

<p>De kosten die consumenten maken om over te stappen naar een andere aanbieder. (A)</p> Signup and view all the answers

In welke vorm van competitie wordt de prijs als strategische keuze niet gebruikt?

<p>Cournot-competitie. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste uitgangspunt van Cournot-competitie?

<p>Hoeveelheidscompetitie tussen twee ondernemingen (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe wordt de residuele vraagfunctie van een onderneming A bepaald?

<p>Door de inverse marktvraag en de output van onderneming B in te voeren (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de marginale opbrengsten van onderneming A als de output van onderneming B toeneemt?

<p>Ze nemen af (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de outputregel voor onderneming A in Cournot-competitie?

<p>MO(qA) = MK(qA) (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de formule voor de inverse residuele vraagfunctie wanneer qB = 200?

<p>p(qA|qB=200) = 6 - 0,01(qA + 200) (C)</p> Signup and view all the answers

Wat geeft de reactiefunctie van onderneming A aan?

<p>De optimale output van A voor elke gegeven output van B (C)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met het Cournot-Nash-evenwicht?

<p>Een situatie waarin een onderneming de output van de ander niet meer kan beïnvloeden (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de formule voor de totale opbrengsten TO in een Cournot-competitie situatie?

<p>TO(qA) = (6 - 0,01(qA + qB)) * qA (B)</p> Signup and view all the answers

Wat bepaalt de optimale output voor onderneming A in het voorbeeld met qB = 150?

<p>MOA(qA|qB=150) = MK(qA) (D)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de reactiefuncties als de marginale kosten van onderneming B gelijk zijn aan die van onderneming A?

<p>Ze worden identiek (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de waarde van qA als qB = 200 volgens de calculatie?

<p>100 (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende uitspraken is juist over de prijs in Cournot-competitie?

<p>De prijs wordt beïnvloed door zowel qA als qB. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat zou de totale productie zijn als qA = 125 en qB = 150?

<p>275 (C)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Perfecte prijsdiscriminatie

Iedere consument betaalt precies wat hij bereid is te betalen voor een product of dienst.

Prijsdiscriminatie

Het bedrijf verkoopt producten aan verschillende prijzen, afhankelijk van de bereidheid van de klant om te betalen.

Big data en prijsdiscriminatie

Big data-analyse kan helpen om de bereidheid van klanten te bepalen en meer gepersonaliseerde prijzen te hanteren.

Marktsegmentatie

Het bedrijf kan de verkoop van producten verhogen door ze aan verschillende prijzen te verkopen aan verschillende groepen klanten.

Signup and view all the flashcards

Zelfselectie

Het bedrijf ontwerpt producten of diensten op een manier die klanten ertoe aanzet om zichzelf te sorteren in verschillende groepen met verschillende bereidheid om te betalen.

Signup and view all the flashcards

Voorbeelden van zelfselectie

Voorbeelden van zelfselectie zijn gratis versies en premiumversies van software, waarbij klanten kunnen kiezen voor de versie die het beste aan hun behoeften voldoet.

Signup and view all the flashcards

Uitdagingen van perfecte prijsdiscriminatie

Perfecte prijsdiscriminatie is moeilijk te realiseren, omdat de bereidheid tot betalen van klanten zelden bekend is.

Signup and view all the flashcards

Ethische aspecten van prijsdiscriminatie

Big data creëert nieuwe mogelijkheden om prijsdiscriminatie te realiseren, maar roept ook ethische vragen op over eerlijkheid en privacy.

Signup and view all the flashcards

Monopolie: Definitie

Een aanbieder bevoorraadt de volledige markt met een product waarvoor geen substituten bestaan. Er is slechts één aanbieder en meerdere afnemers.

Signup and view all the flashcards

Monopolie: Prijszetter

De ondernemingsvraag is gelijk aan de marktvraag. De monopolist bepaalt zelf de prijs, omdat hij de enige aanbieder is.

Signup and view all the flashcards

Monopolie: Outputkeuze

De monopolist moet de optimale output bepalen, afhankelijk van de prijselasticiteit van de vraag. Een lagere output betekent een hogere prijs, maar minder verkochte producten. Een hogere output betekent een lagere prijs, maar meer verkochte producten.

Signup and view all the flashcards

Oligopolie

Een markt met enkele aanbieders, die een aanzienlijke invloed op de prijs hebben. Deze bedrijven kunnen strategisch samenwerken om hun winst te maximaliseren.

Signup and view all the flashcards

Bertrand-competitie

Een competitievorm in een oligopolie, waarbij bedrijven de prijzen van hun concurrenten aanpassen om meer winst te maken.

Signup and view all the flashcards

Cournot-competitie

Een competitievorm in een oligopolie, waarbij bedrijven de hoeveelheid producten aanpassen in plaats van de prijs, om een betere winst te behalen.

Signup and view all the flashcards

Productdifferentiatie

Bedrijven proberen hun producten te onderscheiden van die van hun concurrenten om een monopoliepositie te creëren.

Signup and view all the flashcards

Intertemporele prijsdiscriminatie

Prijsdiscriminatie die plaatsvindt over de tijd, waarbij dezelfde producten of diensten verschillende prijzen hebben op verschillende tijdstippen.

Signup and view all the flashcards

Winstmaximalisatie via prijsdiscriminatie

Een monopolist kan meer winst maken door verschillende prijzen aan te bieden aan verschillende klantengroepen.

Signup and view all the flashcards

Prijsdiscriminatie door marktsegmentatie

Een vorm van prijsdiscriminatie waarbij verschillende prijzen worden gevraagd voor hetzelfde goed of dezelfde dienst, afhankelijk van de vraag in een specifiek segment.

Signup and view all the flashcards

Gelijkheid van MO en MK in marktsegmentatie

De marginale opbrengst (MO) moet gelijk zijn aan de marginale kosten (MK) in elk deelmarktsegment om de maximale winst te bereiken.

Signup and view all the flashcards

Studentenkaart als voorbeeld van zelfselectie

Een voorbeeld van zelfselectie is het aanbieden van een studentenkaart met een korting op de toegangsprijs om de doorverkoop van tickets te voorkomen.

Signup and view all the flashcards

Marktmacht

Het vermogen van een bedrijf om de prijs van zijn producten of diensten boven de marginale kosten te verhogen. Dit betekent dat het bedrijf invloed heeft op de marktprijs en winst kan maken zonder rekening te houden met de concurrentie.

Signup and view all the flashcards

Monopolie

Een marktstructuur waarin slechts één bedrijf een product produceert en verkoopt. De monopolist heeft totale marktmacht.

Signup and view all the flashcards

C4-index

Een indicator die de concentratie van de markt meet. De C4-index is de som van de marktaandelen van de vier grootste bedrijven in een sector. Hoe hoger de C4-index, hoe geconcentreerder de markt, en hoe meer marktmacht de bedrijven in de sector hebben.

Signup and view all the flashcards

Kartels

Het proces waarbij bedrijven in een oligopolie samenwerken om de marktprijs te verhogen door hun output te beperken. Dit is illegaal in veel landen.

Signup and view all the flashcards

Strategische interactie

Een situatie waarbij bedrijven strategisch rekening houden met de acties van hun concurrenten. Dit betekent dat hun winst afhangt van zowel hun eigen prijs- of hoeveelheidsbeslissingen als die van hun rivalen.

Signup and view all the flashcards

Prijsconcurrentie

Een situatie waarbij bedrijven concurreren door hun prijzen te veranderen om de grootste winsten te genereren.

Signup and view all the flashcards

Nash-evenwicht

Een concept in de speltheorie waarbij bedrijven hun beslissingen baseren op hoe ze denken dat hun concurrenten zullen reageren om de beste winsten te genereren. In een Nash-evenwicht zal geen enkel bedrijf baat hebben bij het veranderen van zijn strategie, gegeven de strategieën van de andere bedrijven.

Signup and view all the flashcards

Onderlinge afhankelijkheid

Een situatie waarbij de winst van een bedrijf afhangt van zowel de prijs die het zelf vaststelt als de prijs die door zijn concurrenten wordt vastgesteld.

Signup and view all the flashcards

Overzicht marktvormen

Een overzicht van verschillende marktvorm waarin wordt gekeken naar de concurrentiegraad en de invloed van bedrijven op de prijzen. Dit helpt om te begrijpen hoe bedrijven concurreren op verschillende markten.

Signup and view all the flashcards

Reactiefunctie

De hoeveelheid output die een onderneming wil produceren, gegeven de output van de andere onderneming.

Signup and view all the flashcards

Cournot-Nash-evenwicht

Het punt waar de reactiecurves van beide ondernemingen elkaar snijden.

Signup and view all the flashcards

Residuele vraag

De vraag naar de output van een onderneming, gegeven de output van de andere ondernemingen.

Signup and view all the flashcards

Inverse marktvraag

De prijs die een onderneming kan vragen voor zijn output, gegeven de output van alle andere ondernemingen.

Signup and view all the flashcards

Duopolie

Een marktmodel waarin twee ondernemingen opereren.

Signup and view all the flashcards

Hoeveelheidscompetitie

De variabele die de output van een onderneming bepaalt.

Signup and view all the flashcards

Verwachtingen

De verwachting die een onderneming heeft over de output van de andere ondernemingen.

Signup and view all the flashcards

Totale productie

De som van de output van alle ondernemingen.

Signup and view all the flashcards

Dilemma

Het dilemma dat een onderneming ondervindt bij het bepalen van zijn optimale output, gegeven de output van de andere ondernemingen.

Signup and view all the flashcards

Winst

Het verschil tussen de totale opbrengsten en de totale kosten.

Signup and view all the flashcards

Marginale opbrengsten

De verandering in de totale opbrengsten als gevolg van een extra eenheid output.

Signup and view all the flashcards

Marginale kosten

De verandering in de totale kosten als gevolg van een extra eenheid output.

Signup and view all the flashcards

Outputregel

De regel die stelt dat de marginale opbrengsten gelijk moeten zijn aan de marginale kosten om de winst te maximaliseren.

Signup and view all the flashcards

Optimale output

De output die een onderneming wil produceren, gegeven de output van alle andere ondernemingen, waarvoor de winst van de onderneming maximaal is.

Signup and view all the flashcards

Optimale outputbeslissing

De output die een onderneming wil produceren, gegeven de output van alle andere ondernemingen, waarvoor de winst van de onderneming maximaal is.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Economie I (BESPO1173- BESPO1173A)

  • De cursus behandelt onvolmaakte mededinging
  • Hoofdstuk 3 en 8 bespreken volmaakte mededinging versus onvolmaakte mededinging
  • De winst van vele bedrijven in de realiteit is groot
  • Prijsnemerschap aan de vraagkant
  • Marktmacht aan de aanbodkant zorgt voor producenten prijszetters
  • Een enkele producent bedient de hele markt is een monopolie
  • Enkele producenten verdelen de markt is een oligopolie

Marktmacht

  • Marktmacht = ondernemingen zijn prijszetters, niet-prijsnemers
  • Individuele onderneming heeft invloed op de marktprijs
  • Verschillende strategieën om winst te vergroten

Oorzaken Marktmacht

  • Technologische belemmeringen:
    • Schaalvoordelen zorgen voor dalende gemiddelde kosten
    • Productie met meer dan 1 bedrijf is inefficiënt op een markt met schaalvoordelen
    • Voorbeelden: drinkwater, elektriciteit, gas (hoge vaste kosten)
    • Digitale economie (FAGMA)
  • Wettelijke belemmeringen
    • Reizigersvervoer (NMBS)
    • Licenties voor bepaalde activiteiten
    • Radiofrequenties
    • Apothekers
    • Notarissen
    • Octrooien
    • Stimuleren van onderzoek en ontwikkeling (vb. Rank Xerox)
    • Hoge opzegvergoedingen

Strategisch gedrag van monopolist

  • Toetreding van concurrenten bemoeilijken
  • Kostelijk om concurrenten te weren; vb. dure rechtszaken
  • Dure advertentiecampagnes

Monopolie: definitie en oorzaken

  • Één aanbieder voorziet de hele markt
  • Geen substituten voor het product
  • Ondernemingsvraag = marktvraag
  • Monopolist bepaalt prijs (prijszetter)
  • Kleinere output -> hogere prijs
  • Grotere output -> lagere prijs
  • Optimale output hangt af van prijselasticiteit

Monopolie: definitie en oorzaken: Weinig voorkomende marktvorm maar toch relevant

  • Het is een extreem geval
  • Het model helpt om strategische ondernemingsbeslissingen te analyseren
  • Winst en verlies zijn prikkels om toe te treden of de markt te verlaten
  • Belemmeringen bepalen of bedrijven toetreden en aanwezig zijn

De outputkeuze van de monopolist in geval van uniforme prijzen

  • Verschil tussen monopolie en volmaakte mededinging
  • Prijs steeds hoger dan marginale kosten
  • Trade-off: hogere prijs -> meer stuks verkopen
  • Aangeboden hoeveelheid kleiner
  • Steeds op elastische deel van de vraagcurve
  • Problematisch voor welvaart -> dubbel nadeel consumenten

Perfecte prijsdiscriminatie

  • Consumenten betalen exact hun bereidheid tot betalen
  • Prijzen langs de vraagcurve
  • Winst maximaliserende output
  • Aanbod valt samen met evenwichtshoeveelheid onder volmaakte mededinging
  • Geen CS (Consumenten Surplus); iedereen betaalt BTB (Bereidheid Tot Betalen)
  • Komt zelden voor
  • Strategieën om winst te vergroten

Imperfecte prijsdiscriminatie

  • Strategieën om winst te vergroten
  • Vraagzijde opdelen in verschillende klantengroepen
  • Prijs variëren per klantengroep met observeerbare karakteristieken
  • Marktsegmentatie zoals drempels inbouwen, zodat consumenten met verschillende bereidheid tot betalen, zichzelf in bepaalde groepen selecteren.

Prijsdiscriminatie door marktsegmentatie

  • Marktsegmentatie = winst stijgt
  • Blijft kleiner dan perfecte prijsdiscriminatie; bv. bioscoopuitbater= 2 markten: jongeren/oudere
  • Hoge prijs in minder elastische markt, lage prijs in elastische markt.
  • Geen doorkoop mogelijk

Intertemporele prijsdiscriminatie

  • Prijsdifferentiatie op basis van de periode waarin het goed of dienst wordt aangeboden
  • Bv. Vakantiehuisje: tijdens verlengde weekend -> hogere prijs
  • Niet-werkenden -> lagere prijs (bv. vakantie)

Marktmacht: wat zeggen de cijfers?

  • C4: % omzet grootste 4 bedrijven in een sector. Hoe hoger, hoe hoger de concentratie.
  • Concentratie is persistent
  • Tendens naar toename van concentratie
  • Cijfers suggereren markten waar een top 4 bedrijven een groot deel van de omzet vertegenwoordigen
  • Winsten zijn erg hoog naar historische normen; persistent
  • Marktmacht neemt ontegensprekelijk toe
  • Monopolie is zelden het geval

Oligopolie:

  • Bertrand-competitie
  • Cournot-competitie
  • Productdifferentiatie

Cournot-competitie

  • Duopolie(twee bedrijven)
  • Hoeveelheidscompetitie(met homogene goederen),
  • Beslissingen gelijktijdig
  • Dilemma: welke hoeveelheid output?, welke productiecapaciteit?

Productdifferentiatie

  • Verticale productdifferentiatie: verschil in objectieve kwaliteit (bv. duurzaamheid, materiaal etc)
  • Horizontale productdifferentiatie: onderscheid baseren op subjectieve verschillen in waarmering; bv reclame, merknamen etc.
  • Producten A en B zijn geen perfecte substituten; geen excessieve reactie op prijswijzigingen
  • Productdifferentiatie ontsnapt aan Bertrand paradox (hogere prijzen, hogere winsten)
  • Elk product is nichemarkt/marktsegement

Marktvormen in onvolmaakte mededinging

  • Oligopolie = beperkt aantal aanbieders (2 = duopolie)
  • Homogeen vs heterogeen oligopolie:
    • Homogeen: perfecte substituten, prijs of hoeveelheid als strategische keuze
    • Heterogeen: goederen van rivalen verschillend, eigen vraag, prijs of hoeveelheid
  • Heterogeniteit en productdifferentiatie zijn kenmerkend voor deze marktvormen

Overheidsingrijpen

  • Overheid probeert marktmacht te beperken door interventies om oligopolie te beïnvloeden (vb. fusies/overnames beperken)

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Economie I Past Paper PDF

More Like This

Imperfect Competition in Economics
5 questions

Imperfect Competition in Economics

InfallibleConnemara2072 avatar
InfallibleConnemara2072
Imperfect Competition in Economics
5 questions

Imperfect Competition in Economics

InfallibleConnemara2072 avatar
InfallibleConnemara2072
Imperfect Competition Overview
7 questions

Imperfect Competition Overview

EffortlessGyrolite7402 avatar
EffortlessGyrolite7402
Imperfect Competition Overview
21 questions

Imperfect Competition Overview

BeneficiarySweetPea1009 avatar
BeneficiarySweetPea1009
Use Quizgecko on...
Browser
Browser