Podcast
Questions and Answers
Wat betekent de term 'dTO(q)' in de context van de vergelijking?
Wat betekent de term 'dTO(q)' in de context van de vergelijking?
- De geïnvesteerde middelen
- De verandering van totale opbrengsten (correct)
- De gemiddelde totale kosten
- De totale hoeveelheid
Welke formule beschrijft de marginale opbrengst volgens de gegeven inhoud?
Welke formule beschrijft de marginale opbrengst volgens de gegeven inhoud?
- dTO(q) = dp(q) * q
- dTO(q) = p(q) + dq
- dp(q) = dTO(q) / dq (correct)
- p(q) = dTO(q) - q
Hoe is 'q' gerelateerd aan 'p(q)' in de context van deze afgeleide?
Hoe is 'q' gerelateerd aan 'p(q)' in de context van deze afgeleide?
- q bepaalt de totale kosten
- q is de output waarbij p(q) - q (correct)
- q is gelijk aan p(q)
- q is de constante waarde in de vergelijking
Wat is de rol van 'dp(q)' in de vergelijking?
Wat is de rol van 'dp(q)' in de vergelijking?
Welke van de volgende uitspraken over de afgeleide is juist?
Welke van de volgende uitspraken over de afgeleide is juist?
In welk scenario kan 'dTO(q)' negatief zijn?
In welk scenario kan 'dTO(q)' negatief zijn?
Wat kan worden afgeleid over de relatie tussen 'p(q)' en 'q'?
Wat kan worden afgeleid over de relatie tussen 'p(q)' en 'q'?
Welke van de volgende factoren beïnvloedt de waarde van 'dTO(q)' het meest?
Welke van de volgende factoren beïnvloedt de waarde van 'dTO(q)' het meest?
Wat is de prijs die een onderneming minimaal moet rekenen om 500 broodjes te verkopen?
Wat is de prijs die een onderneming minimaal moet rekenen om 500 broodjes te verkopen?
Wat is de formule voor de marginale opbrengsten?
Wat is de formule voor de marginale opbrengsten?
Hoe verandert de prijs van de marginale opbrengsten naarmate de verkochte output toeneemt?
Hoe verandert de prijs van de marginale opbrengsten naarmate de verkochte output toeneemt?
Wat gebeurt er met de ondernemingsvraag in een monopolie situatie?
Wat gebeurt er met de ondernemingsvraag in een monopolie situatie?
Wat is de relatie tussen marginale opbrengsten en prijs bij een monopolie?
Wat is de relatie tussen marginale opbrengsten en prijs bij een monopolie?
Welke uitspraak over de vraag naar bijkomende eenheden output is waar?
Welke uitspraak over de vraag naar bijkomende eenheden output is waar?
Wat betekent een 'steiler' dalend verloop van de ondernemingsvraag?
Wat betekent een 'steiler' dalend verloop van de ondernemingsvraag?
Wat is het belangrijkste onderscheid tussen korte termijn en lange termijn in kostenanalyse?
Wat is het belangrijkste onderscheid tussen korte termijn en lange termijn in kostenanalyse?
Wat moet een onderneming vooral overwegen om haar winst te maximaliseren?
Wat moet een onderneming vooral overwegen om haar winst te maximaliseren?
Wanneer zijn er geen goede substituten voorhanden?
Wanneer zijn er geen goede substituten voorhanden?
Wat verstaan we onder 'economische kosten' in het kader van ondernemersbeslissingen?
Wat verstaan we onder 'economische kosten' in het kader van ondernemersbeslissingen?
Welke van de volgende beweringen over prijs en hoeveelheid is waar?
Welke van de volgende beweringen over prijs en hoeveelheid is waar?
Waarom is de historische boekhoudkundige kost niet relevant voor economische beslissingen?
Waarom is de historische boekhoudkundige kost niet relevant voor economische beslissingen?
Wat is een belangrijke factor in de lange termijn voor ondernemingen?
Wat is een belangrijke factor in de lange termijn voor ondernemingen?
Welke actie kan een onderneming ondernemen om haar output te verhogen in de korte termijn?
Welke actie kan een onderneming ondernemen om haar output te verhogen in de korte termijn?
Wat gebeurt er met de ondernemingen in een competitieve markt op lange termijn?
Wat gebeurt er met de ondernemingen in een competitieve markt op lange termijn?
Wat wordt bedoeld met winstmaximalisatie binnen een onderneming?
Wat wordt bedoeld met winstmaximalisatie binnen een onderneming?
Wat is een essentieel kenmerk van een naamloze vennootschap (nv)?
Wat is een essentieel kenmerk van een naamloze vennootschap (nv)?
Welke factor is GEEN reden voor het bestaan van ondernemingen volgens de 'Theory of the firm'?
Welke factor is GEEN reden voor het bestaan van ondernemingen volgens de 'Theory of the firm'?
Wat beschrijft het concept van transactiekosten het beste?
Wat beschrijft het concept van transactiekosten het beste?
Wat is een van de belangrijkste voordelen van een besloten vennootschap (bv)?
Wat is een van de belangrijkste voordelen van een besloten vennootschap (bv)?
Welke structuur is typerend voor de besluitvorming binnen een vennootschap?
Welke structuur is typerend voor de besluitvorming binnen een vennootschap?
Welke van de volgende uitspraken betreft een reden waarop kleine en middelgrote ondernemingen (kmo) zich onderscheiden van grote ondernemingen?
Welke van de volgende uitspraken betreft een reden waarop kleine en middelgrote ondernemingen (kmo) zich onderscheiden van grote ondernemingen?
Wat vormt een belangrijk aspect bij de sluitingsregel van een onderneming?
Wat vormt een belangrijk aspect bij de sluitingsregel van een onderneming?
Wat gebeurt er met de ondernemingen wanneer de prijs te laag is?
Wat gebeurt er met de ondernemingen wanneer de prijs te laag is?
Welke voorwaarde is niet essentieel voor competitief evenwicht op lange termijn?
Welke voorwaarde is niet essentieel voor competitief evenwicht op lange termijn?
Wat betekent winst = 0 voor ondernemingen in een competitieve markt?
Wat betekent winst = 0 voor ondernemingen in een competitieve markt?
Wat is een gevolg van vrije toetreding tot een markt?
Wat is een gevolg van vrije toetreding tot een markt?
Wat is de rol van het prijsmechanisme in een competitieve markt?
Wat is de rol van het prijsmechanisme in een competitieve markt?
Wat zijn transactiekosten binnen een onderneming?
Wat zijn transactiekosten binnen een onderneming?
Wat wordt verstaan onder economische winst?
Wat wordt verstaan onder economische winst?
Wat bepaalt de optimale grootte van een onderneming?
Wat bepaalt de optimale grootte van een onderneming?
Welke factor speelt een rol bij kostenminimalisatie?
Welke factor speelt een rol bij kostenminimalisatie?
Wat zijn economische kosten?
Wat zijn economische kosten?
Hoe verschilt economische winst van boekhoudkundige winst?
Hoe verschilt economische winst van boekhoudkundige winst?
Wat zou een onderneming moeten overwegen bij het besluiten om op te starten?
Wat zou een onderneming moeten overwegen bij het besluiten om op te starten?
Wat is een voorbeeld van een opportuniteitskost?
Wat is een voorbeeld van een opportuniteitskost?
Flashcards
Economische kosten
Economische kosten
De kost die wordt gebruikt voor economische beslissingen en de kosten die zijn gemaakt in het verleden niet meerekent.
Opportuniteitskosten
Opportuniteitskosten
De extra kosten die je maakt door een bepaalde keuze te maken ten opzichte van de best mogelijke alternatieve keuze.
Korte termijn
Korte termijn
De periode waarin sommige productiefactoren vast zijn, terwijl andere wel variabel zijn.
Lange termijn
Lange termijn
Signup and view all the flashcards
Ondernemingsvraag
Ondernemingsvraag
Signup and view all the flashcards
Totale ontvangsten
Totale ontvangsten
Signup and view all the flashcards
Sluitingsregel
Sluitingsregel
Signup and view all the flashcards
Optimale output
Optimale output
Signup and view all the flashcards
Transactiekosten
Transactiekosten
Signup and view all the flashcards
Interne transacties
Interne transacties
Signup and view all the flashcards
Externe transacties
Externe transacties
Signup and view all the flashcards
Economische winst
Economische winst
Signup and view all the flashcards
Totale kosten
Totale kosten
Signup and view all the flashcards
Totale opbrengsten
Totale opbrengsten
Signup and view all the flashcards
Verschil tussen economische winst en boekhoudkundige winst
Verschil tussen economische winst en boekhoudkundige winst
Signup and view all the flashcards
Marginale opbrengst
Marginale opbrengst
Signup and view all the flashcards
dTO(q)/dq
dTO(q)/dq
Signup and view all the flashcards
p(q)
p(q)
Signup and view all the flashcards
dp(q)/dq
dp(q)/dq
Signup and view all the flashcards
q
q
Signup and view all the flashcards
Vraagfunctie
Vraagfunctie
Signup and view all the flashcards
Inverse vraagfunctie
Inverse vraagfunctie
Signup and view all the flashcards
Wat is een onderneming?
Wat is een onderneming?
Signup and view all the flashcards
Wat is de 'Theory of the Firm'?
Wat is de 'Theory of the Firm'?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn transactiekosten?
Wat zijn transactiekosten?
Signup and view all the flashcards
Wat is een bevelsysteem?
Wat is een bevelsysteem?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn de outputregels?
Wat zijn de outputregels?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn marginale kosten en opbrengsten?
Wat zijn marginale kosten en opbrengsten?
Signup and view all the flashcards
Wat is economische winst?
Wat is economische winst?
Signup and view all the flashcards
Hoe maximaliseert een onderneming zijn winst?
Hoe maximaliseert een onderneming zijn winst?
Signup and view all the flashcards
Marginale Opbrengst (MO)
Marginale Opbrengst (MO)
Signup and view all the flashcards
Totale Opbrengst (TO)
Totale Opbrengst (TO)
Signup and view all the flashcards
Extra Output
Extra Output
Signup and view all the flashcards
Marktvraag
Marktvraag
Signup and view all the flashcards
Prijs
Prijs
Signup and view all the flashcards
Vraagcurve
Vraagcurve
Signup and view all the flashcards
Monopolie
Monopolie
Signup and view all the flashcards
Competitief evenwicht op lange termijn
Competitief evenwicht op lange termijn
Signup and view all the flashcards
Dynamiek van aanbod op lange termijn
Dynamiek van aanbod op lange termijn
Signup and view all the flashcards
Winstmaximalisatie op lange termijn
Winstmaximalisatie op lange termijn
Signup and view all the flashcards
Prijsmechanisme op lange termijn
Prijsmechanisme op lange termijn
Signup and view all the flashcards
Identieke ondernemingen op lange termijn
Identieke ondernemingen op lange termijn
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Economie I (BESPO1173-BESPO1173A) - Tom Truyts - Ondernemingen op outputmarkten
- Ondernemingen op outputmarkten: overzicht
- Waarom zijn ondernemingen zo verschillend?
- Winstmaximalisatie
- Economische winst
- Opbrengsten en kosten
- De output en sluitingsregel
- Het aanbod van competitieve ondernemingen
- Maximaliseren ondernemingen hun winst?
- Waarom zijn er ondernemingen?
- Markten vs. ondernemingen: informatie & incentievenproblemen
- Onderneming = bevelsysteem
- Markt = gedecentraliseerd systeem
- 5 Nobelprijswinnaars voor 'Theory of the Firm'
- Stigler (1983): technologische innovatie
- Simon (1978): beslissing
- Coase (1991): transactiekosten
- Williamson (2009): activa
- Hart (2016): verdeling bij dispuut
- Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo) vs. grote ondernemingen
- 3 criteria: werknemers, omzet, balans
- Transactiekosten
- Waarom productie niet via markttransacties?
- Onderhandelingskosten
- Zoekkosten, betrouwbaarheid vaststellen
- Grote investeringen
- Incomplete contracten
- Kosten controle → bevelsysteem
- Optimale grootte (interne/externe transacties)
- Economische winsten
- Winst = totale opbrengsten - totale kosten
- Totale opbrengsten: opbrengsten uit verkochte output
- Totale kosten: arbeid, kapitaal, energie, materiaal
- Economische kost = opportuniteitskost (waarde van input in beste alternatieve aanwending)
- Economische vs. boekhoudkundige winst (voorbeeld met cijfers)
- De beslissingen van de onderneming
- Opstarten of niet?
- Welke inputs gebruiken? Kostminimalisatie
- Productietechnologie (inputs → output)
- Hoeveel output produceren?
- Kosten: korte vs. lange termijn (KT vs. LT)
- KT: sommige productiefactoren vast (bv. machines, gebouwen & kapitaal vast)
- Op KT meer produceren → meer arbeid inzetten constant kapitaal
- LT: alle productiefactoren variabel, vrije toe- en uittreding
- Totale ontvangsten (vraagfunctie van de onderneming)
- Totale ontvangstenfunctie (TO)
- Hoeveel kan de onderneming verkopen?
- Tegen welke prijs? (Vraagfunctie q(p) = 600 - 100 p)
- Marginale en gemiddelde ontvangsten
- Gemiddelde ontvangsten (GO = TO/q)
- Marginale (MO) = verandering in TO/verandering in q
- Rekenvoorbeelden
- Beeld van TO, GO, MK
- Totale kosten (rekenvoorbeeld)
- Kostenfunctie TK(q)
- Gemiddelde kosten (GK = TK/q)
- Marginale kosten (MK dTK(q)/ dq)
- Gemiddelde en marginale kosten (KT)
- GK(q) = 0,0001q² – 0,045q + 8
- MK(q) = 0,0003q² – 0,099q + 8
- Marginale, gemiddelde, totale kosten
- GK dalen zolang MK < GK
- GK stijgen zolang MK > GK
- Minimum GK waar MK = GK
- Het outputniveau dat de winst maximaliseert
- Totale winstfunctie W(q) = TO(q) – TK(q)
- Marginale winst (MW): MW(q) = MO(q) – MK(q)
- Outputregel: MW(q*) = 0 --> MO(q*) = MK(q*)
- Voorbeeld met grafiek.
- De sluitingsregel (KT)
- Sluit indien winst lager dan winst bij sluiting
- TO(q*) < TK(q*), of GO(q*) < GK(q*)
- Het princaal-agentprobleem (management=werknemers)
- Winstmaximalisatie versus andere objectieven (andere prioriteiten van het management)
- Controlemechanismen (interne controle door raad van bestuur, externe controle door markt)
- Incentives (bonussen, aandelenopties)
- Marktdisciplie (concurrentie)
- Prijsnemerschap
- Marktvormen (volmaakte mededinging, monopolie, oligopolie)
- Aanbod op lange termijn (LT) - identieke ondernemingen
- Marktevenwicht (prijs, aanbod)
- Marktaanbod op LT - Horizontaal sommeren
- Marktaanbod LT = p= €5,3 > 3 → positieve winst
- Prijsnemerschap: gemiddelde en marginale ontvangsten -p(q) = p
- Het aanbod van de individuele onderneming (op KT):
- Marginale opbrengsten = exogene marktprijs
- Sluitingsregel: winst negatief = sluiting
- Aanbodcurve:
- Op KT bepaald door optimalisatie MK = p.
- Op LT bepaald minimum GK.
- Referentie-case: volmaakte mededinging
- Gelijkaardige dynamiek tot winst = 0
- Vrije toe- en uittreding
- Mogelijke belemmeringen (producten moeilijk imiteerbaar, schaalvoordelen, wettelijke barries, patenten etc.)
- Gedrag monopolist om markt te beschermen
- Aanbod en evenwicht: heterogene ondernemingen (verschillende productiefactoren, superieure technologie etc.)
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.