Duitse vocabulaire

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Het ______ van een boom is wat er overblijft nadat een tak is verwijderd.

afbrengen

De soldaten bereidden zich voor om de vijand te ______ aan de grens.

aanvallen

Na jaren van hard werk, hoopte hij ______ te naar een hogere functie binnen het bedrijf.

promoveren

Het transportbedrijf moest de goederen snel ______ voor de deadline.

<p>vervoeren</p> Signup and view all the answers

De gemeente besloot de belangrijkste toeristische routes te ______ met duidelijke informatieborden.

<p>beschilderen</p> Signup and view all the answers

De spreker wilde het belang van duurzaamheid ______ tijdens de presentatie.

<p>benadrukken</p> Signup and view all the answers

De advocaat was een ______ expert in zijn vakgebied, met jarenlange ervaring.

<p>betrouwbaar</p> Signup and view all the answers

De verdachte werd ______ vrijgelaten, maar moest zich aan bepaalde voorwaarden houden.

<p>voorwaardelijk</p> Signup and view all the answers

Hij opende een ______ ______ om de tomaten in te bewaren.

<p>blikje</p> Signup and view all the answers

De werkzaamheden aan de weg moesten ______ worden omdat het te hard regende.

<p>stoppen</p> Signup and view all the answers

De trein kwam ______ op tijd aan, waardoor hij zijn aansluiting miste.

<p>pas</p> Signup and view all the answers

De monteur was erg ______ en repareerde de machine in een mum van tijd.

<p>behendig</p> Signup and view all the answers

In de ______ hingen jassen en stonden schoenen netjes op een rij.

<p>hal</p> Signup and view all the answers

De vakbond ging ______ dat de lonen van de werknemers werden verhoogd.

<p>eisen</p> Signup and view all the answers

Een goede leider moet zijn team kunnen ______ naar succes.

<p>leiden</p> Signup and view all the answers

Een simpele 'sorry' zal niet ______ zijn om de schade te herstellen.

<p>voldoende zijn</p> Signup and view all the answers

De belangrijkste ______ voor zijn ontslag was zijn herhaaldelijk te laat komen.

<p>reden</p> Signup and view all the answers

Het plan leek riskant, maar uiteindelijk is het toch ______.

<p>lukken</p> Signup and view all the answers

De instructies waren ______ en gemakkelijk te volgen voor iedereen.

<p>duidelijk</p> Signup and view all the answers

Ze vond het heerlijk om in de bergen te ______ en van het uitzicht te genieten.

<p>klimmen</p> Signup and view all the answers

Flashcards

abschneiden

Het ervan afbrengen

angreifen

Aanvallen

aufsteigen

Promoveren

befördern

Vervoeren

Signup and view all the flashcards

beschildern

Met borden aangeven

Signup and view all the flashcards

betonen

Benadrukken

Signup and view all the flashcards

bewährt

Kundig, deskundig, betrouwbaar

Signup and view all the flashcards

auf Bewährung

Voorwaardelijk

Signup and view all the flashcards

die Dose

Het blikje

Signup and view all the flashcards

einstellen

Staken, stoppen

Signup and view all the flashcards

erst

Pas

Signup and view all the flashcards

flink

Behendig

Signup and view all the flashcards

der Flur

De hal, de gang

Signup and view all the flashcards

fordern

Eisen

Signup and view all the flashcards

führen

Leiden

Signup and view all the flashcards

genügen

Voldoende zijn

Signup and view all the flashcards

der Grund

De reden

Signup and view all the flashcards

klappen

Lukken

Signup and view all the flashcards

offenbar

Blijkbaar

Signup and view all the flashcards

prüfen

Controleren

Signup and view all the flashcards

Study Notes

  • abschneiden: Het ervan afbrengen.
  • angreifen: Aanvallen.
  • aufsteigen: Promoveren.
  • befördern: Vervoeren.
  • beschildern: Met borden aangeven.
  • betonen: Benadrukken.
  • bewährt: Kundig, deskundig, betrouwbaar.
  • auf Bewährung: Voorwaardelijk.
  • die Dose: Het blikje.
  • einstellen: Staken, stoppen.
  • erst: Pas.
  • flink: Behendig.
  • der Flur: De hal, de gang.
  • fordern: Eisen.
  • führen: Leiden.
  • genügen: Voldoende zijn.
  • der Grund: De reden.
  • klappen: Lukken.
  • klar: Duidelijk, helder.
  • klettern: Klimmen, beklimmen.
  • knapp: Net, amper.
  • die Leiter: De ladder.
  • der Meister: De kampioen.
  • offenbar: Blijkbaar.
  • prüfen: Controleren.
  • der Rentner: De gepensioneerde.
  • sauber: Schoon.
  • schade: Jammer, helaas.
  • schief gehen: Verkeerd aflopen.
  • Schlange stehen: In de rij staan.
  • sichern: Beveiligen, waarborgen.
  • sinken: Dalen, zakken.
  • der Sprecher: De woordvoerder.
  • streiken: Staken.
  • verstört: Ontdaan, geschokt.
  • das Vorjahr: Het vorig jaar.
  • das Verbrechen: De misdaad.
  • zur Verfügung: Ter beschikking.
  • verrückt: Gek, krankzinnig.
  • züchten: Kweken.
  • die Gegend: De streek, de omgeving.
  • die Ãœberschwemmung: De overstroming.
  • die Dämmerung: De schemering.
  • das Weltall: Het heelal.
  • die Schöpfung: De schepping.
  • der Mond: De maan.
  • der Schatten: De schaduw.
  • auslösen: Veroorzaken.
  • wachsen: Groeien.
  • das Abwasser: Het rioolwater.
  • sich durchsetzen: Zich handhaven.
  • der Kampf: De strijd.
  • der Kot: De uitwerpselen.
  • das Beutetier: Het prooidier.
  • die Nahrung: Het voedsel.
  • die Nahrungsquelle: De voedselbron.
  • bedrohen: Bedreigen.
  • die Sinnesorgane: De zintuigen.
  • scheuen: Schrikken.
  • unterlegen sein: De zwakkere zijn.
  • der Nachwuchs: De nakomelingen.
  • ausrotten: Uitroeien.
  • der Anlass: De aanleiding.
  • ausrutschen: Uitglijden.
  • der Schutz: De bescherming.
  • der Schädling: Het schadelijke insect.
  • der Zaun: De omheining.
  • unverkennbar: Onmiskenbaar.
  • nachweisen: Vaststellen.
  • hervorgehen aus: Blijken uit.
  • das Jagdrevier: Het jachtgebied.
  • die Wettervorhersage: De weersvoorspelling.
  • die Wetterbedingungen: De weersomstandigheden.
  • der Niederschlag: De neerslag.
  • das Gewitter: Het onweer.
  • das Glatteis: De ijzel.
  • die Nässe: De nattigheid.
  • das Unwetter: Het noodweer.
  • die Hitzewelle: De hittegolf.
  • die Strömung: De stroming.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

More Like This

Duitse grammatica: Perfekt oefeningen
5 questions
Duitse Literatuur: Charlotte's Reis
48 questions
Duitse Literatuur 1850-1990
5 questions
Duitse - Poolse Woordenlijst
5 questions

Duitse - Poolse Woordenlijst

EquitableLucchesiite avatar
EquitableLucchesiite
Use Quizgecko on...
Browser
Browser