Dieren zijn consumenten en hun aanpassingen

Dieren zijn consumenten

• Dieren zijn consumenten omdat ze voedingsstoffen opnemen van andere organismen.
• Planten zijn producenten omdat ze voedingsstoffen produceren uit de levenloze natuur.

Soorten consumenten

• Zoogdieren kunnen worden onderverdeeld in drie soorten consumenten:
  • Carnivoren (vleeseters)
  • Herbivoren (planteneters)
  • Omnivoren (alleseters)

Aanpassingen in lichaamsbouw

• Elk van deze drie groepen heeft speciale aanpassingen aan hun lichaamsbouw om hun dieet te verteren.

Carnivoor aanpassingen

• Carnivoren hebben knipkiezen die perfect zijn voor het snijden van vlees.
• Ze hebben vaak lange hoektanden om in een prooi te grijpen en te doden.
• Ze hebben een kort darmkanaal en een dunne, spitse buikholte voor snelheid en efficiëntie.
• Vlees is relatief makkelijk te verteren, dus een lang darmkanaal is niet nodig.

Herbivoor aanpassingen

• Herbivoren hebben maalkiezen die speciaal zijn gemaakt voor het vermalen van bladeren en plantaardig materiaal.
• Plantaardig materiaal bevat celwanden, die moeilijk te verteren zijn voor dieren.
• Herbivoren hebben een lang darmkanaal met speciale bacteriën die helpen bij de vertering van planten.

Omnivoor aanpassingen

• Omnivoren hebben knobbelkiezen die zowel planten kunnen vermalen als vlees kunnen snijden.
• Ze kunnen lange hoektanden hebben, maar deze zijn vaak korter dan die van carnivoren.
• Hun darmkanaal is middellang, aangepast aan het verteren van zowel plantaardig als dierlijk materiaal.

Mensen: een uitzondering

• Mensen zijn officieel omnivoren, maar ons gebit is niet zo gespecialiseerd als dat van andere zoogdieren.
• We bereiden ons voedsel met vuur, waardoor het makkelijker te verteren is.
• We gebruiken bestek, waardoor ons gebit minder belangrijk is geworden.
• We hebben geen verstandskiezen meer nodig, omdat we ons voedsel niet meer hoeven te vermalen.