Didactische Werkvormen in het Onderwijs
5 Questions
2 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is een veelvoorkomende toepassing van de afbeeldingen die laten zien hoe verschillende objecten worden geassembleerd?

  • Onderwijs in kunst.
  • Technische handleidingen. (correct)
  • Historische documentatie.
  • Modeontwerp.
  • Welke kleurcombinatie wordt in de afbeeldingen vaak gebruikt om duidelijkheid te scheppen in instructies?

  • Zwart en wit. (correct)
  • Rood en groen.
  • Blauw en geel.
  • Paars en oranje.
  • Wat is een belangrijk kenmerk van de afbeeldingen die het assemblageproces tonen?

  • Ze gebruiken complexe grafische elementen.
  • Ze zijn meestal in kleur en met annotaties. (correct)
  • Ze zijn vaak uitdagend om te begrijpen.
  • Ze bevatten vaak handgetekende elementen.
  • Waarom zijn overzichtelijke afbeeldingen belangrijk in technische documentatie?

    <p>Om de gebruiker te helpen bij het volgen van de stappen.</p> Signup and view all the answers

    Wat kan een gevolg zijn van onduidelijke afbeeldingen in instructies?

    <p>Verhoogde frustratie van gebruikers.</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Didactische werkvormen

    • Didactische werkvormen zijn manieren om de onderwijs-leer-situatie in te richten.
    • De werkvorm moet aansluiten bij het lesonderwerp en de leerlingen activeren.
    • De werkvorm moet rekening houden met de verschillen in niveau tussen leerlingen.
    • Voorbeelden van werkvormen:
      • Klassieke vragen stellen en leerlingen ook uitnodigen tot het stellen van vragen.
      • Denken-delen-uitwisselen: leerlingen denken eerst zelf over een vraag na, delen hun antwoord, gevolgd door een plenaire bespreking.
      • Opdrachten waarbij leerlingen in groepjes problemen oplossen.

    Beginsituatie van leerlingen

    • Er is geen algemene startsituatie, maar specifieke situaties die per groep en per leerling verschillen.
    • Factoren die belangrijk zijn bij het bepalen van de beginsituatie:
      • De situatie op school en in de groep.
      • De leefwereld van de leerlingen (etnische, sociale en culturele achtergronden).
      • De interesses en belevingswereld van de leerlingen.
      • De ontwikkeling van de leerlingen.
      • De onderwijsmethoden en didactische werkvormen die de docent gebruikt.

    Potentiële, actuele en toekomstige beginsituatie

    • Potentiële beginsituatie: de verwachting van de leerkracht.
    • Actuele beginsituatie: de huidige staat van de leerlingen op dat moment.
    • Toekomstige beginsituatie: de verwachte mogelijkheden van de leerlingen aan het einde van een les of activiteit.

    Leerlingen leren kennen

    • Onderzoeken de beginsituatie van leerlingen
    • Anna en haar mentor bespreken de beginsituatie en doen verschillende opdrachten met de kinderen.

    Sociaal-economische verschillen en kansenongelijkheid

    • Het onderwijs moet een motor zijn voor gelijke kansen voor alle kinderen uit verschillende milieus, ongeacht sociaal-economische achtergrond.
    • Kinderen uit arbeidersgezinnen kregen vaak lagere schooladviezen dan kinderen uit welgestelde milieus.
    • Er zijn inspanningen gedaan (Mammoetwet, compensatieprogramma's, Sesamstraat) om deze verschillen te verkleinen.
    • Er is sprake van schaduwonderwijs; commerciële voorzieningen rond het reguliere onderwijs om leerlingen te helpen.

    Digitale afstandsonderwijs en kansenongelijkheid

    • Toegang tot internet, computer thuis zijn essentieel voor de leerontwikkeling.
    • Er is de afgelopen jaren meer kansenongelijkheid blootgelegd door digitale onderwijs.
    • Leraren hadden moeite leerlingen te bereiken die geen digitale middelen hadden.

    Rol van de leraar en kansenongelijkheid

    • Leraren hebben een grote invloed op kansenongelijkheid
    • Leraren moeten aandacht, belangstelling en waardering evenredig over alle leerlingen verdelen (differentiëren), maar dit is soms lastig.
    • Leraren kunnen onbewust kansenongelijkheid in stand houden door kinderen van laagopgeleide ouders of kinderen met een migratieachtergrond te onderschatten.

    Echtscheiding en loyaliteit

    • Echtscheiding is een belangrijk aspect van de huidige leefwereld van kinderen.
    • Echtscheiding kan loyaliteitsconflicten veroorzaken.
    • Kinderen kunnen grote psychische problemen hebben door een echtscheiding.
    • Leraren moeten zich bewust zijn van de druk en de gevolgen voor de leerlingen.

    Culturele verschillen en de relatie met de school.

    • De thuiscultuur kan soms anders zijn dan de schoolcultuur.
    • De school moet zich aanpassen aan de thuiscultuur en proberen contact te leggen met de ouders.
    • Het is belangrijk voor leraren om kennis te hebben van de thuiscultuur.
    • Er moet een goede afstemming zijn tussen de school en ouders.

    Sociaal milieu en schoolsucces

    • Meningsverschillen over de relatie tussen sociaal milieu en schoolsucces.
    • Opvatting: Er wordt gekeken naar het effect van intelligentie, milieu, en de invloeden deze dingen op de leerprestaties hebben.

    Belevingswereld: Interesses van kinderen

    • Het is belangrijk rekening te houden met de belevingswereld, interesses en sociaal-culturele aspecten van de kinderen.
    • Kleuters beleven de wereld anders dan kinderen van 12 en hebben andere interesses.
    • Kleuters ontwikkelen zich spelenderwijs, zijn nieuwsgierig, aanstekelijk en hebben een fantasievolle wereld.
    • Kleuters kennen vaak een egocentrische kijk.

    Kinderen van 5 tot 8 jaar

    • Kinderen worden steeds zakelijker
    • Kinderen beleven de wereld steeds meer geordend
    • Fantasie en realiteit worden gescheiden

    Activiteiten kinderen 4 tot 12

    • Kinderen kunnen hun spelletjes aanpassen aan de omgeving.
    • Kinderen hebben een grote fantasie en spelen allerlei rollen uit.
    • De wereld wordt concreter en meer begrip is er voor wetmatigheden.
    • Kinderen kunnen zich specialiseren in bepaalde onderwerpen.
    • De veranderingen in denken en fantasie zijn zichtbaar in de tekeningen.

    Kinderen en ontwikkeling (lichamelijke veranderingen)

    • De belevingswereld verandert met lichamelijke ontwikkeling.
    • Er is behoefte aan spelletjes zoals zwemmen, fietsen en schaatsen.
    • Kinderen begrijpen de wereld en wetmatigheden steeds beter.

    Kinderen en de realiteit

    • Kinderen willen steeds meer de 'naadje van de kous' weten.
    • Er is een grotere kennis over hondenrassen of de Formule 1.
    • Er is een toenemend inzicht in sociale interacties en een grotere gevoeligheid voor rechtvaardigheid.
    • Kinderen zijn steeds abstracter in hun denken

    Jongens en meisjes

    • Verschillen in sec rolen: gedrag, interesses etc

    Ontwikkelingspsychologie

    • De ontwikkelingspsychologie bestudeert de ontwikkeling van kinderen en de mogelijke achterstanden en stoornissen.
    • Ontwikkelingsprocessen worden beschreven aan de hand van ontwikkelingslijnen
    • Sociaal-culturele achtergrond heeft invloed op gewoonten, gebruiken, waarden en normen.
    • Voorbeelden: een gesprek over een baby of de geboorte, en het begrijpen/aanpassen voor verschillende kinderen.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Chapter 2

    Description

    Ontdek verschillende didactische werkvormen die je kunt gebruiken in de klas. Deze quiz behandelt hoe je de werkvormen kunt afstemmen op het lesonderwerp en rekening kunt houden met de verschillen tussen leerlingen. Test je kennis over effectieve onderwijsmethoden en hun impact op de leerervaring.

    More Like This

    Educational Models and Teaching Methods
    17 questions
    Didactische Werkvormen Quiz
    37 questions

    Didactische Werkvormen Quiz

    AffirmativePlutonium7058 avatar
    AffirmativePlutonium7058
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser