Podcast
Questions and Answers
Bij frontotemporale dementie (FTD), welke neurologische bevinding indiceert een slechtere prognose bovenop de dementie zelf?
Bij frontotemporale dementie (FTD), welke neurologische bevinding indiceert een slechtere prognose bovenop de dementie zelf?
- Incidentele vasculaire laesies waargenomen via MRI.
- Gelijktijdige diagnose van de ziekte van Parkinson met Lewy-body dementie.
- Comorbiditeit met diabetes mellitus type 2 met vasculaire dementie.
- Aanwezigheid van amyotrofische lateraalsclerose (ALS). (correct)
Een patiënt vertoont vloeiende, grammaticaal correcte spraak die echter leeg is qua inhoud, circumlocuties en toenemende moeilijkheid met het begrijpen van woordbetekenissen, vooral bij conceptuele categorieën zoals dieren. De patiënt is zich bewust van deze problemen, vooral in vroege stadia. Welke neurodegeneratieve aandoening komt het meest overeen met deze symptomen?
Een patiënt vertoont vloeiende, grammaticaal correcte spraak die echter leeg is qua inhoud, circumlocuties en toenemende moeilijkheid met het begrijpen van woordbetekenissen, vooral bij conceptuele categorieën zoals dieren. De patiënt is zich bewust van deze problemen, vooral in vroege stadia. Welke neurodegeneratieve aandoening komt het meest overeen met deze symptomen?
- Niet-vloeiende variant van primair progressieve afasie.
- Ziekte van Alzheimer met atypische presentatie.
- Gedragsvariant van frontotemporale dementie (bvFTD).
- Semantische dementie. (correct)
Bij de ziekte van Alzheimer, welke neuropathologische veranderingen, naast plaques en tangles, worden steeds vaker waargenomen bij oudere patiënten, die de complexiteit van de pathologie aanzienlijk vergroten?
Bij de ziekte van Alzheimer, welke neuropathologische veranderingen, naast plaques en tangles, worden steeds vaker waargenomen bij oudere patiënten, die de complexiteit van de pathologie aanzienlijk vergroten?
- Exclusief eenzijdige laesies in de hippocampus, consistent met vroege geheugenstoornissen.
- Uitsluitend accumulatie van prioneiwitten, vergelijkbaar met de ziekte van Creutzfeldt-Jakob.
- Prominente cerebrovasculaire afwijkingen en corticale Lewy-lichaampjes, die de diagnose en behandeling bemoeilijken. (correct)
- Voornamelijk vasculaire malformaties in de hersenstam, die leiden tot motorische disfunctie.
Welke specifieke taalstoornis kenmerkt primair progressieve afasie, waarbij het taalbegrip initieel intact blijft?
Welke specifieke taalstoornis kenmerkt primair progressieve afasie, waarbij het taalbegrip initieel intact blijft?
In zeldzame familiaire vormen van de ziekte van Alzheimer, waarbij de ziekte op jonge leeftijd begint, spelen mutaties in het amyloïd-precursor-proteïne-gen (APP) een sleutelrol. Welk specifiek gevolg heeft deze genetische afwijking op de pathofysiologie van de ziekte?
In zeldzame familiaire vormen van de ziekte van Alzheimer, waarbij de ziekte op jonge leeftijd begint, spelen mutaties in het amyloïd-precursor-proteïne-gen (APP) een sleutelrol. Welk specifiek gevolg heeft deze genetische afwijking op de pathofysiologie van de ziekte?
Bij een patiënt met vermoeden van frontotemporale dementie (FTD) wordt een heteroanamnese afgenomen. Waarom is dit van cruciaal belang in de diagnostische procedure?
Bij een patiënt met vermoeden van frontotemporale dementie (FTD) wordt een heteroanamnese afgenomen. Waarom is dit van cruciaal belang in de diagnostische procedure?
Wat is de voornaamste bevinding bij neuropsychologisch onderzoek die consistent is met de diagnose frontotemporale dementie (FTD) in de vroege stadia??
Wat is de voornaamste bevinding bij neuropsychologisch onderzoek die consistent is met de diagnose frontotemporale dementie (FTD) in de vroege stadia??
Acetylcholinesteraseremmers worden gebruikt voor de symptomatische behandeling van de ziekte van Alzheimer. Wat is de precieze aard van het klinische effect dat deze middelen sorteren, rekening houdend met de beperkingen en bijwerkingen?
Acetylcholinesteraseremmers worden gebruikt voor de symptomatische behandeling van de ziekte van Alzheimer. Wat is de precieze aard van het klinische effect dat deze middelen sorteren, rekening houdend met de beperkingen en bijwerkingen?
Bij welke specifieke subgroep van patiënten met dementie kunnen acetylcholinesteraseremmers een aanzienlijke verbetering teweegbrengen, vooral met betrekking tot aandacht, apathie en hallucinaties, en welke pathofysiologische overwegingen liggen hieraan ten grondslag?
Bij welke specifieke subgroep van patiënten met dementie kunnen acetylcholinesteraseremmers een aanzienlijke verbetering teweegbrengen, vooral met betrekking tot aandacht, apathie en hallucinaties, en welke pathofysiologische overwegingen liggen hieraan ten grondslag?
Welk neurobeeldvormend onderzoek heeft de meeste waarde bij het aantonen van structurele veranderingen geassocieerd met frontotemporale dementie (FTD)?
Welk neurobeeldvormend onderzoek heeft de meeste waarde bij het aantonen van structurele veranderingen geassocieerd met frontotemporale dementie (FTD)?
Memantine, een NMDA-receptorantagonist, wordt ingezet bij de behandeling van matig ernstige ziekte van Alzheimer. Wat is de huidige consensus over de klinische effectiviteit van memantine in vergelijking met acetylcholinesteraseremmers, en welke neurobiologische mechanismen liggen hieraan ten grondslag?
Memantine, een NMDA-receptorantagonist, wordt ingezet bij de behandeling van matig ernstige ziekte van Alzheimer. Wat is de huidige consensus over de klinische effectiviteit van memantine in vergelijking met acetylcholinesteraseremmers, en welke neurobiologische mechanismen liggen hieraan ten grondslag?
Welke van de volgende pathologische bevindingen in hersenweefsel is consistent met een diagnose van frontotemporale dementie (FTD)?
Welke van de volgende pathologische bevindingen in hersenweefsel is consistent met een diagnose van frontotemporale dementie (FTD)?
Antipsychotica worden soms voorgeschreven bij gedragsproblemen of hallucinaties bij patiënten met dementie. Welke overwegingen zijn cruciaal bij het voorschrijven van antipsychotica aan deze kwetsbare populatie, gezien de potentiële risico's en de beperkte effectiviteit?
Antipsychotica worden soms voorgeschreven bij gedragsproblemen of hallucinaties bij patiënten met dementie. Welke overwegingen zijn cruciaal bij het voorschrijven van antipsychotica aan deze kwetsbare populatie, gezien de potentiële risico's en de beperkte effectiviteit?
Een patiënt presenteert zich met incontinentie, loopstoornissen (astasie en abasie), ernstige apathie en abulie. Er is snelle progressie van de symptomen en een relatief korte overlevingstijd. Welke variant van dementie komt het meest overeen met deze presentatie?
Een patiënt presenteert zich met incontinentie, loopstoornissen (astasie en abasie), ernstige apathie en abulie. Er is snelle progressie van de symptomen en een relatief korte overlevingstijd. Welke variant van dementie komt het meest overeen met deze presentatie?
Geavanceerde neuroimaging-technieken onthullen een complexe interactie van pathologische processen bij de ziekte van Alzheimer. Welke bevindingen suggereren een synergetisch effect tussen amyloïde plaques en neurofibrillaire tangles in de progressie van cognitieve achteruitgang?
Geavanceerde neuroimaging-technieken onthullen een complexe interactie van pathologische processen bij de ziekte van Alzheimer. Welke bevindingen suggereren een synergetisch effect tussen amyloïde plaques en neurofibrillaire tangles in de progressie van cognitieve achteruitgang?
Gezien de huidige beperkingen in de behandeling van de ziekte van Alzheimer, welke veelbelovende onderzoeksgebieden bieden perspectief op de ontwikkeling van ziekte-modificerende therapieën en preventieve strategieën, rekening houdend met de multifactoriële aard van de aandoening?
Gezien de huidige beperkingen in de behandeling van de ziekte van Alzheimer, welke veelbelovende onderzoeksgebieden bieden perspectief op de ontwikkeling van ziekte-modificerende therapieën en preventieve strategieën, rekening houdend met de multifactoriële aard van de aandoening?
Een 78-jarige patiënt presenteert zich met fluctuerende cognitieve functies, visuele hallucinaties en parkinsonisme. Neuropsychologisch onderzoek toont significante stoornissen in ruimtelijk inzicht en uitvoerende functies. Welke bevinding bij SPECT-onderzoek zou het meest consistent zijn met de diagnose dementie met Lewy-lichaampjes?
Een 78-jarige patiënt presenteert zich met fluctuerende cognitieve functies, visuele hallucinaties en parkinsonisme. Neuropsychologisch onderzoek toont significante stoornissen in ruimtelijk inzicht en uitvoerende functies. Welke bevinding bij SPECT-onderzoek zou het meest consistent zijn met de diagnose dementie met Lewy-lichaampjes?
Bij een patiënt met de klinische diagnose dementie met Lewy-lichaampjes overweegt u een behandeling met levodopa vanwege parkinsonistische symptomen. Welke overweging is cruciaal gezien de specifieke pathofysiologie van deze aandoening?
Bij een patiënt met de klinische diagnose dementie met Lewy-lichaampjes overweegt u een behandeling met levodopa vanwege parkinsonistische symptomen. Welke overweging is cruciaal gezien de specifieke pathofysiologie van deze aandoening?
Een geriater onderzoekt postmortaal hersenweefsel van een patiënt met een lange historie van dementie met Lewy-lichaampjes. Welke microscopische bevinding zou het meest kenmerkend zijn?
Een geriater onderzoekt postmortaal hersenweefsel van een patiënt met een lange historie van dementie met Lewy-lichaampjes. Welke microscopische bevinding zou het meest kenmerkend zijn?
Een onderzoeker bestudeert de pathogenese van dementie met Lewy-lichaampjes en de ziekte van Parkinson. Welke bewering beschrijft het meest nauwkeurig de huidige inzichten over de relatie tussen de distributie van Lewy-lichaampjes en het resulterende klinische beeld?
Een onderzoeker bestudeert de pathogenese van dementie met Lewy-lichaampjes en de ziekte van Parkinson. Welke bewering beschrijft het meest nauwkeurig de huidige inzichten over de relatie tussen de distributie van Lewy-lichaampjes en het resulterende klinische beeld?
Stel, je bent een neuroloog die een patiënt met een vermoedelijke diagnose van dementie met Lewy-lichaampjes evalueert. Welk van de volgende bevindingen zou het meest pleiten tegen een diagnose van de ziekte van Alzheimer en de waarschijnlijkheid van Dementie met Lewy-lichaampjes verhogen?
Stel, je bent een neuroloog die een patiënt met een vermoedelijke diagnose van dementie met Lewy-lichaampjes evalueert. Welk van de volgende bevindingen zou het meest pleiten tegen een diagnose van de ziekte van Alzheimer en de waarschijnlijkheid van Dementie met Lewy-lichaampjes verhogen?
Een 82-jarige patiënt met dementie met Lewy-lichaampjes (DLB) heeft last van frequente, complexe visuele hallucinaties die haar kwaliteit van leven aanzienlijk verminderen. Welke farmacologische benadering is, gezien de huidige richtlijnen en farmacologische overwegingen bij DLB, de meest aangewezen eerste stap?
Een 82-jarige patiënt met dementie met Lewy-lichaampjes (DLB) heeft last van frequente, complexe visuele hallucinaties die haar kwaliteit van leven aanzienlijk verminderen. Welke farmacologische benadering is, gezien de huidige richtlijnen en farmacologische overwegingen bij DLB, de meest aangewezen eerste stap?
In een klinische trial wordt een nieuwe diagnostische marker voor dementie met Lewy-lichaampjes (DLB) onderzocht. Welke van de volgende combinaties van bevindingen zou de hoogste specificiteit en sensitiviteit suggereren voor het onderscheiden van DLB van andere vormen van dementie, zoals de ziekte van Alzheimer (AD) en vasculaire dementie (VaD)?
In een klinische trial wordt een nieuwe diagnostische marker voor dementie met Lewy-lichaampjes (DLB) onderzocht. Welke van de volgende combinaties van bevindingen zou de hoogste specificiteit en sensitiviteit suggereren voor het onderscheiden van DLB van andere vormen van dementie, zoals de ziekte van Alzheimer (AD) en vasculaire dementie (VaD)?
Een onderzoeker wil de impact van Lewy-lichaampjes op de synaptische functie in de hersenen van patiënten met dementie met Lewy-lichaampjes (DLB) bestuderen. Welke geavanceerde techniek zou het meest geschikt zijn om de directe effecten van α-synucleïne aggregaten op de synaptische transmissie en plasticiteit te onderzoeken in een diermodel dat DLB nabootst?
Een onderzoeker wil de impact van Lewy-lichaampjes op de synaptische functie in de hersenen van patiënten met dementie met Lewy-lichaampjes (DLB) bestuderen. Welke geavanceerde techniek zou het meest geschikt zijn om de directe effecten van α-synucleïne aggregaten op de synaptische transmissie en plasticiteit te onderzoeken in een diermodel dat DLB nabootst?
Bij vasculaire dementie geassocieerd met 'small vessel disease', welke pathofysiologische factor speelt de meest cruciale rol bij het initiëren van de cognitieve achteruitgang?
Bij vasculaire dementie geassocieerd met 'small vessel disease', welke pathofysiologische factor speelt de meest cruciale rol bij het initiëren van de cognitieve achteruitgang?
Welke overweging is het meest kritisch bij het evalueren van de effectiviteit van acetylcholinesteraseremmers bij vasculaire dementie?
Welke overweging is het meest kritisch bij het evalueren van de effectiviteit van acetylcholinesteraseremmers bij vasculaire dementie?
Waarom wordt het starten van een trombocytenaggregatieremmer niet aanbevolen als een primaire strategie om de progressie van dementie af te remmen of te voorkomen bij vasculaire dementie?
Waarom wordt het starten van een trombocytenaggregatieremmer niet aanbevolen als een primaire strategie om de progressie van dementie af te remmen of te voorkomen bij vasculaire dementie?
Welke specifieke MRI-bevindingen zijn het meest suggestief voor een diagnose van vasculaire dementie, onderscheiden van andere vormen van dementie?
Welke specifieke MRI-bevindingen zijn het meest suggestief voor een diagnose van vasculaire dementie, onderscheiden van andere vormen van dementie?
Een patiënt vertoont een subcorticaal dementiesyndroom met traagheid, apathie en een hypokinetisch-rigide syndroom. Welke aanvullende klinische kenmerken zouden het meest suggestief zijn voor de diagnose vasculaire dementie in plaats van de ziekte van Parkinson met cognitieve stoornissen?
Een patiënt vertoont een subcorticaal dementiesyndroom met traagheid, apathie en een hypokinetisch-rigide syndroom. Welke aanvullende klinische kenmerken zouden het meest suggestief zijn voor de diagnose vasculaire dementie in plaats van de ziekte van Parkinson met cognitieve stoornissen?
Bij de differentiaaldiagnose van dementie met Lewy-lichaampjes (DLB) is het cruciaal om te onderscheiden van de ziekte van Parkinson met dementie (PDD). Welke combinatie van symptomen zou het meest suggestief zijn voor DLB in plaats van PDD:
Bij de differentiaaldiagnose van dementie met Lewy-lichaampjes (DLB) is het cruciaal om te onderscheiden van de ziekte van Parkinson met dementie (PDD). Welke combinatie van symptomen zou het meest suggestief zijn voor DLB in plaats van PDD:
Welke van de volgende mechanismen verklaart het meest nauwkeurig de pathogenese van Creutzfeldt-Jakob (CJD) op moleculair niveau, rekening houdend met de rol van PrP?
Welke van de volgende mechanismen verklaart het meest nauwkeurig de pathogenese van Creutzfeldt-Jakob (CJD) op moleculair niveau, rekening houdend met de rol van PrP?
Een patiënt presenteert zich met progressieve cerebellaire ataxie en toenemende dementie. Gezien de in de tekst genoemde erfelijke prionziekten, welke genetische analyse zou de hoogste prioriteit moeten hebben om de meest waarschijnlijke diagnose te bevestigen?
Een patiënt presenteert zich met progressieve cerebellaire ataxie en toenemende dementie. Gezien de in de tekst genoemde erfelijke prionziekten, welke genetische analyse zou de hoogste prioriteit moeten hebben om de meest waarschijnlijke diagnose te bevestigen?
Wat is de meest cruciale differentiatiepunt tussen dementie met Lewy-lichaampjes (DLB) en de ziekte van Alzheimer in de vroege stadia van de ziekte?
Wat is de meest cruciale differentiatiepunt tussen dementie met Lewy-lichaampjes (DLB) en de ziekte van Alzheimer in de vroege stadia van de ziekte?
Een patiënt met dementie met Lewy-lichaampjes (DLB) ervaart significante fluctuaties in cognitieve functies en frequente visuele hallucinaties. Welke farmacologische benadering is het meest delicaat en vereist zorgvuldige overweging gezien de potentiele risico's?
Een patiënt met dementie met Lewy-lichaampjes (DLB) ervaart significante fluctuaties in cognitieve functies en frequente visuele hallucinaties. Welke farmacologische benadering is het meest delicaat en vereist zorgvuldige overweging gezien de potentiele risico's?
Bij het differentiëren tussen 'Fatal Familial Insomnia' (FFI) en andere prionziekten, welke combinatie van klinische en pathologische bevindingen zou het meest suggestief zijn voor FFI?
Bij het differentiëren tussen 'Fatal Familial Insomnia' (FFI) en andere prionziekten, welke combinatie van klinische en pathologische bevindingen zou het meest suggestief zijn voor FFI?
Stel dat een nieuw therapeutisch middel voor prionziekten is ontwikkeld dat gericht is op het stabiliseren van de normale conformatie van PrP. Welk van de volgende benaderingen zou het meest geschikt zijn om de werkzaamheid van dit middel in vivo te beoordelen?
Stel dat een nieuw therapeutisch middel voor prionziekten is ontwikkeld dat gericht is op het stabiliseren van de normale conformatie van PrP. Welk van de volgende benaderingen zou het meest geschikt zijn om de werkzaamheid van dit middel in vivo te beoordelen?
Welke van de volgende differentiaaldiagnoses is het minst relevant bij de initiële beoordeling van een patiënt met snel progressieve dementie, gezien de lijst van reversibele oorzaken van dementie?
Welke van de volgende differentiaaldiagnoses is het minst relevant bij de initiële beoordeling van een patiënt met snel progressieve dementie, gezien de lijst van reversibele oorzaken van dementie?
Gegeven de lijst van behandelbare oorzaken van dementie, welke diagnostische test zou het meest urgent zijn bij een patiënt die zich presenteert met dementie, urineweginfecties en een loopstoornis?
Gegeven de lijst van behandelbare oorzaken van dementie, welke diagnostische test zou het meest urgent zijn bij een patiënt die zich presenteert met dementie, urineweginfecties en een loopstoornis?
Een onderzoeker evalueert een nieuwe diagnostische marker voor vroege detectie van prionziekten. Welk van de volgende kenmerken zou de marker het meest wenselijk maken voor klinische toepassing?
Een onderzoeker evalueert een nieuwe diagnostische marker voor vroege detectie van prionziekten. Welk van de volgende kenmerken zou de marker het meest wenselijk maken voor klinische toepassing?
In de context van de overdraagbaarheid van prionziekten, welke voorzorgsmaatregel zou het meest cruciaal zijn bij het omgaan met chirurgische instrumenten die zijn gebruikt bij een patiënt bij wie een Creutzfeldt-Jakob vermoed wordt?
In de context van de overdraagbaarheid van prionziekten, welke voorzorgsmaatregel zou het meest cruciaal zijn bij het omgaan met chirurgische instrumenten die zijn gebruikt bij een patiënt bij wie een Creutzfeldt-Jakob vermoed wordt?
Een patiënt met dementie met Lewy-lichaampjes vertoont een acute verslechtering van parkinsonisme, ernstig delier en bewustzijnsdaling na toediening van een antipsychoticum. Welke van de volgende factoren draagt het meest waarschijnlijk bij aan deze reactie, rekening houdend met de onderliggende pathofysiologie?
Een patiënt met dementie met Lewy-lichaampjes vertoont een acute verslechtering van parkinsonisme, ernstig delier en bewustzijnsdaling na toediening van een antipsychoticum. Welke van de volgende factoren draagt het meest waarschijnlijk bij aan deze reactie, rekening houdend met de onderliggende pathofysiologie?
In een gerandomiseerde, gecontroleerde studie wordt een intensieve, multimodale interventie onderzocht gericht op cardiovasculaire risicofactoren bij ouderen met een hoog risico op vasculaire dementie. Welke van de volgende uitkomsten zou, indien significant, het sterkste bewijs leveren dat de interventie de incidentie van vasculaire dementie vermindert?
In een gerandomiseerde, gecontroleerde studie wordt een intensieve, multimodale interventie onderzocht gericht op cardiovasculaire risicofactoren bij ouderen met een hoog risico op vasculaire dementie. Welke van de volgende uitkomsten zou, indien significant, het sterkste bewijs leveren dat de interventie de incidentie van vasculaire dementie vermindert?
Een mantelzorger van een patiënt met gevorderde vasculaire dementie ervaart ernstige overbelasting. Welke van de volgende strategieën, gebaseerd op evidence-based practice, is het meest waarschijnlijk effectief in het verminderen van de belasting van de mantelzorger en het uitstellen van opname in een verpleeghuis?
Een mantelzorger van een patiënt met gevorderde vasculaire dementie ervaart ernstige overbelasting. Welke van de volgende strategieën, gebaseerd op evidence-based practice, is het meest waarschijnlijk effectief in het verminderen van de belasting van de mantelzorger en het uitstellen van opname in een verpleeghuis?
Een onderzoeker evalueert de effectiviteit van ergotherapie bij patiënten met vasculaire cognitieve beperkingen (VCI). Welke van de volgende uitkomsten zou de sterkste ondersteuning bieden voor de conclusie dat ergotherapie een significante, klinisch relevante verbetering biedt in het dagelijks functioneren van deze patiënten?
Een onderzoeker evalueert de effectiviteit van ergotherapie bij patiënten met vasculaire cognitieve beperkingen (VCI). Welke van de volgende uitkomsten zou de sterkste ondersteuning bieden voor de conclusie dat ergotherapie een significante, klinisch relevante verbetering biedt in het dagelijks functioneren van deze patiënten?
Een 78-jarige man met hypertensie, diabetes mellitus type 2, en een voorgeschiedenis van een TIA presenteert zich met geleidelijk toenemende cognitieve achteruitgang, gekenmerkt door problemen met executieve functies en vertraging in de informatieverwerking. MRI van de hersenen toont uitgebreide wittestofafwijkingen en enkele lacunaire infarcten. Welke van de volgende farmacologische benaderingen is het meest geschikt om de cognitieve symptomen te behandelen en de progressie van de vasculaire schade te vertragen?
Een 78-jarige man met hypertensie, diabetes mellitus type 2, en een voorgeschiedenis van een TIA presenteert zich met geleidelijk toenemende cognitieve achteruitgang, gekenmerkt door problemen met executieve functies en vertraging in de informatieverwerking. MRI van de hersenen toont uitgebreide wittestofafwijkingen en enkele lacunaire infarcten. Welke van de volgende farmacologische benaderingen is het meest geschikt om de cognitieve symptomen te behandelen en de progressie van de vasculaire schade te vertragen?
Bij een patiënt met vasculaire dementie wordt vermoed dat multipele stille infarcten bijdragen aan de cognitieve achteruitgang. Welke geavanceerde beeldvormingstechniek, naast conventionele MRI, zou de meest waardevolle aanvullende informatie opleveren om de omvang en impact van deze stille infarcten op de hersenfunctie te beoordelen?
Bij een patiënt met vasculaire dementie wordt vermoed dat multipele stille infarcten bijdragen aan de cognitieve achteruitgang. Welke geavanceerde beeldvormingstechniek, naast conventionele MRI, zou de meest waardevolle aanvullende informatie opleveren om de omvang en impact van deze stille infarcten op de hersenfunctie te beoordelen?
Een patiënt met vasculaire cognitieve stoornissen (VCI) vertoont apathie en verminderde initiatiefname, wat een negatieve invloed heeft op de deelname aan revalidatieprogramma's. Welke farmacologische strategie, rekening houdend met de potentiële risico's en voordelen, zou het meest geschikt zijn om deze specifieke neuropsychiatrische symptomen te behandelen?
Een patiënt met vasculaire cognitieve stoornissen (VCI) vertoont apathie en verminderde initiatiefname, wat een negatieve invloed heeft op de deelname aan revalidatieprogramma's. Welke farmacologische strategie, rekening houdend met de potentiële risico's en voordelen, zou het meest geschikt zijn om deze specifieke neuropsychiatrische symptomen te behandelen?
Een onderzoeksteam ontwerpt een longitudinale studie om risicofactoren voor vasculaire dementie te identificeren in een cohort van gezonde ouderen. Welke combinatie van biomarkers, verkregen bij baseline onderzoek, zou de meest accurate voorspelling mogelijk maken van wie vasculaire dementie zal ontwikkelen over een periode van 10 jaar?
Een onderzoeksteam ontwerpt een longitudinale studie om risicofactoren voor vasculaire dementie te identificeren in een cohort van gezonde ouderen. Welke combinatie van biomarkers, verkregen bij baseline onderzoek, zou de meest accurate voorspelling mogelijk maken van wie vasculaire dementie zal ontwikkelen over een periode van 10 jaar?
Flashcards
Dementie met Lewy-lichaampjes behandeling
Dementie met Lewy-lichaampjes behandeling
Atypische antipsychotica in zeer lage dosering gebruiken.
Niet-medicamenteuze behandeling dementie
Niet-medicamenteuze behandeling dementie
Goede regelmaat, dagstructuur en speciale benadering van de patiënt.
Ondersteuning mantelzorger dementie
Ondersteuning mantelzorger dementie
Uitleg over de ziekte, lotgenotencontact en dagopvang.
Paramedische behandelingen dementie
Paramedische behandelingen dementie
Signup and view all the flashcards
Risicofactoren dementie (observationeel)
Risicofactoren dementie (observationeel)
Signup and view all the flashcards
Vasculaire dementie oorzaak
Vasculaire dementie oorzaak
Signup and view all the flashcards
Vasculaire dementie definitie
Vasculaire dementie definitie
Signup and view all the flashcards
Vasculaire cognitieve beperkingen
Vasculaire cognitieve beperkingen
Signup and view all the flashcards
Plaques
Plaques
Signup and view all the flashcards
Neurofibrillaire tangles
Neurofibrillaire tangles
Signup and view all the flashcards
Cerebrovasculaire afwijkingen
Cerebrovasculaire afwijkingen
Signup and view all the flashcards
Corticale Lewy-lichaampjes
Corticale Lewy-lichaampjes
Signup and view all the flashcards
Amyloïd-precursor-proteïne-gen (APP)
Amyloïd-precursor-proteïne-gen (APP)
Signup and view all the flashcards
Acetylcholinesteraseremmers
Acetylcholinesteraseremmers
Signup and view all the flashcards
Memantine
Memantine
Signup and view all the flashcards
Antipsychotica
Antipsychotica
Signup and view all the flashcards
Vasculaire dementie behandeling
Vasculaire dementie behandeling
Signup and view all the flashcards
Vasculaire dementie kenmerken
Vasculaire dementie kenmerken
Signup and view all the flashcards
Vasculaire dementie MRI
Vasculaire dementie MRI
Signup and view all the flashcards
Dementie met Lewy-lichaampjes (DLB)
Dementie met Lewy-lichaampjes (DLB)
Signup and view all the flashcards
DLB cognitieve symptomen
DLB cognitieve symptomen
Signup and view all the flashcards
DLB vroege symptomen
DLB vroege symptomen
Signup and view all the flashcards
DLB & Parkinsonisme
DLB & Parkinsonisme
Signup and view all the flashcards
Dementie met Lewy-lichaampjes diagnose
Dementie met Lewy-lichaampjes diagnose
Signup and view all the flashcards
Neuropsychologisch onderzoek bij DLB
Neuropsychologisch onderzoek bij DLB
Signup and view all the flashcards
SPECT-scan bij DLB
SPECT-scan bij DLB
Signup and view all the flashcards
Lewy-lichaampjes
Lewy-lichaampjes
Signup and view all the flashcards
Locatie Lewy-lichaampjes
Locatie Lewy-lichaampjes
Signup and view all the flashcards
Corticaal begin DLB
Corticaal begin DLB
Signup and view all the flashcards
Medicatie DLB hallucinaties
Medicatie DLB hallucinaties
Signup and view all the flashcards
Reactie DLB op Levodopa
Reactie DLB op Levodopa
Signup and view all the flashcards
Prion (PrP)
Prion (PrP)
Signup and view all the flashcards
Prionziekten
Prionziekten
Signup and view all the flashcards
Creutzfeldt-Jakob Disease (CJD)
Creutzfeldt-Jakob Disease (CJD)
Signup and view all the flashcards
Behandeling van CJD
Behandeling van CJD
Signup and view all the flashcards
Erfelijke CJD
Erfelijke CJD
Signup and view all the flashcards
Gerstmann-Sträussler-Scheinker (GSS)
Gerstmann-Sträussler-Scheinker (GSS)
Signup and view all the flashcards
Fatal Familial Insomnia (FFI)
Fatal Familial Insomnia (FFI)
Signup and view all the flashcards
Reversibele dementie
Reversibele dementie
Signup and view all the flashcards
Astasie en abasie
Astasie en abasie
Signup and view all the flashcards
Abulie
Abulie
Signup and view all the flashcards
Primair progressieve afasie
Primair progressieve afasie
Signup and view all the flashcards
Semantische dementie
Semantische dementie
Signup and view all the flashcards
Circumlocutie
Circumlocutie
Signup and view all the flashcards
Neuropsychologisch onderzoek bij FTD
Neuropsychologisch onderzoek bij FTD
Signup and view all the flashcards
CT/MRI bij FTD diagnose
CT/MRI bij FTD diagnose
Signup and view all the flashcards
Pathologische kenmerken van FTD
Pathologische kenmerken van FTD
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Dementie Samenvatting
- Dementie is een klinisch syndroom gekenmerkt door cognitieve stoornissen die het dagelijks functioneren belemmeren, inclusief geheugenproblemen.
- Belangrijke oorzaken: neurodegeneratieve ziekten zoals de ziekte van Alzheimer, Lewy-body dementie, en frontotemporale dementie.
- Vasculaire dementie is een veelvoorkomende oorzaak, door vasculaire schade aan de hersenen zoals multipele infarcten en wittestofafwijkingen.
- Het is belangrijk om andere oorzaken uit te sluiten, zoals infecties, intoxicaties, intracraniële tumoren en subdurale hematomen.
Inleiding
- Dementie wordt gekenmerkt door stoornissen in geheugen, uitvoerende functies en praxis, mogelijk met gedrags- of persoonlijkheidsveranderingen, bij helder bewustzijn.
- Dementie wordt gediagnosticeerd wanneer deze stoornissen beperkingen veroorzaken in het dagelijks leven.
- Meest voorkomende oorzaken: ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie, Lewy-body dementie en frontotemporale dementie.
- De prevalentie van dementie neemt toe na het 70e levensjaar; zeldzame erfelijke vormen kunnen al voor het 65e jaar optreden.
- De meeste vormen van dementie beginnen geleidelijk, voorafgegaan door milde cognitieve stoornissen zonder duidelijke verstoring van het dagelijks leven.
- Oorzaken van dementie worden ingedeeld in neurodegeneratieve (zoals Alzheimer) en niet-neurodegeneratieve aandoeningen (zoals vasculaire dementie).
- Vaak is de oorzaak multifactorieel, waarbij patiënten klinisch het beeld van Alzheimer hebben, maar postmortaal ook vasculaire schade en Lewy-lichaampjes vertonen.
- Er wordt onderscheid gemaakt tussen corticale dementie (geheugen, taal, praxis, visuoconstructie) en subcorticale dementie (mentale traagheid, apathie).
Dementiesyndroom Kenmerken
- Cognitieve stoornissen in meerdere domeinen zijn aanwezig.
- Vaak gecombineerd met stoornissen in gedrag en persoonlijkheid.
- De symptomen leiden tot beperkingen in het dagelijks leven.
- Het bewustzijn blijft normaal, ter onderscheiding van een delier.
Ziekte van Alzheimer
- De ziekte van Alzheimer (ZvA) is de meest voorkomende vorm van dementie.
- Het is een neurodegeneratieve ziekte waarvan het voorkomen sterk toeneemt met de leeftijd.
- Op 65-jarige leeftijd is ongeveer 1% van de mensen aangedaan, op 85-jarige leeftijd meer dan 20%.
- Essentieel is een betrouwbare heteroanamnese, gezien het beperkte ziekte-inzicht van de patiënt.
- Aanvankelijk is vooral het anterograde episodische geheugen gestoord.
- Later ontstaan ook stoornissen in het retrograde episodische geheugen en het semantische geheugen.
- Alle andere hogere cerebrale functies, zoals taal, praxis en ruimtelijk inzicht, kunnen in het beloop van de ziekte aangedaan zijn.
- Woordvindstoornissen, stoornissen in het taalbegrip en een afgenomen woordproductie ontwikkelen zich tot een steeds duidelijkere afasie.
- Ook stoornissen in het ruimtelijk inzicht komen veel voor en uiten zich bijvoorbeeld in verdwalen of niet meer de tafel kunnen dekken.
- Soms kunnen patiënten vertrouwde gezichten niet meer herkennen (prosopagnosie).
- Apraxie ontstaat veelal later in het beloop, waardoor de patiënt allerlei vertrouwde handelingen niet meer kan verrichten.
- Bijkomende symptomen zijn onzekerheid, somberheid en apathie.
Tabel 26.1: Kernsymptomen en Verschijnselen Vergelijking
- Ziekte van Alzheimer: langzaam progressief, geheugenstoornis, minimaal één ander domein gestoord, initieel geen andere neurologische afwijkingen.
- Dementie met Lewy-lichaampjes: langzaam progressief, fluctuaties, visuele hallucinaties, parkinsonisme.
- Frontotemporale dementie: langzaam progressief, gedragsstoornissen, vroeg functioneel verlies, emotionele vervlakking, en verlies van ziekte-inzicht.
Ondersteunende Symptomen en Symptomen Niet Passend bij de Diagnose Vergelijking
- Ziekte van Alzheimer: bijkomende afasie, apraxie, agnosie, stoornis in dagelijkse activiteiten. Acuut begin, focale afwijkingen, insulten of loopstoornis vroeg in de ziekte passen niet bij diagnose.
- Dementie met Lewy-lichaampjes: remslaapstoornis, neuroleptica-overgevoeligheid, herhaaldelijk vallen, autonome disfunctie, acuut begin en focale afwijkingen passen niet bij de diagnose.
- Frontotemporale dementie: specifieke gedrags-, taalstoornissen, en primitieve reflexen. Acuut begin en vroeg geheugenverlies passen niet bij de diagnose.
- Bij het vorderen van de ziekte ontstaan vaak gedragsproblemen; paranoïde wanen komen vaak voor.
- Door toenemende afasie wordt communicatie steeds moeilijker; myoklonieën en epilepsie komen bij 10-20% van de patiënten in latere fase voor.
- In late stadia: hypokinetisch-rigide verschijnselen, positieve grijp- en zuigreflex.
- Het beloop leidt tot regressie met afhankelijkheid voor dagelijkse verzorging; eindstadium: bewegingloos, mutistisch, incontinent in bed.
- Gemiddelde ziekteduur is acht jaar, mede afhankelijk van de leeftijd bij debuut; hoe jonger de leeftijd, hoe korter de duur.
- Acute verslechteringen kunnen optreden door delier bij infecties, intoxicaties, en ziekenhuisopnamen.
Aanvullend Onderzoek
- De diagnose van de ziekte van Alzheimer is klinisch.
- Anamnese, heteroanamnese, kort cognitief onderzoek en neurologisch onderzoek zijn essentieel.
- De MMSE of een kloktekentest kan gebruikt worden voor kort cognitief onderzoek.
- Bij twijfel over de aard en de ernst van de cognitieve stoornissen, kan een neuropsychologisch onderzoek uitgevoerd worden.
- Een CT of MRI van de hersenen is niet noodzakelijk bij een duidelijk klinisch beeld.
- Bij patiënten onder de 65 jaar wordt beeldvorming geadviseerd.
- De diagnostische waarde van MRI is, met name bij patiënten boven de 75 jaar, echter beperkt.
Laboratoriumonderzoek en Andere Tests
- Bij alle patiënten met cognitieve klachten worden Hb, Ht, MCV, BSE, glucose, TSH en creatinine bepaald om behandelbare oorzaken uit te sluiten.
- Neuropsychologisch onderzoek kan ondersteuning bieden bij het vaststellen van cognitieve stoornissen.
- MRI of CT kan structurele oorzaken uitsluiten, zoals een tumor of een hydrocefalus.
- SPECT en PET kunnen gebieden met focaal hypometabolisme worden gezien.
- Liquoronderzoek wordt gedaan bij klinische verdenking op een infectie, een paraneoplastisch syndroom of auto-immuunencefalopathie.
- EEG kan in het beloop van de ziekte verandering laten zien.
Pathogenese en Etiologie van Alzheimer
- De ziekte van Alzheimer wordt neuropathologisch gekenmerkt door corticale atrofie.
- Alleen met deze afwijkingen bij postmortaal onderzoek kan een zekere diagnose worden gesteld.
- Er zijn enkele zeldzame familiaire vormen, waarbij mutaties in het amyloïd-precursor-proteïne-gen leiden tot afwijkende verwerking.
Behandeling van Alzheimer en Andere Dementiesyndromen
- Voor enkele zeldzame vormen van dementie is een specifieke behandeling van de onderliggende ziekte mogelijk.
- Medicamenteuze behandeling: Acetylcholinesteraseremmers.
- Bijwerkingen komen relatief vaak voor.
- NMDA-receptorantagonist memantine wordt ook gebruikt bij patiënten met een matig ernstige ziekte van Alzheimer.
- Bij gedragsproblemen kunnen antipsychotica voorgeschreven worden.
- Bij patiënten met dementie met Lewy-lichaampjes moet een atypisch antipsychoticum in een zeer lage dosering gebruikt worden.
- Niet-medicamenteuze behandelingen zijn effectief als ze in combinatie worden toegepast.
- Patiënten en familieleden willen vaak weten wat ze kunnen doen om cognitieve achteruitgang en dementie te voorkomen.
Vasculaire Dementie
- Vasculaire hersenschade is de belangrijkste niet-neurodegeneratieve oorzaak van een dementiesyndroom.
- “Vasculaire cognitieve beperkingen" is de lichtste vorm, waarbij de cognitieve stoornissen doorgaans geen hinder veroorzaken in het dagelijks leven.
- Vasculaire dementie is de overkoepelende term voor cognitieve stoornissen door cerebrovasculaire schade.
- Bij patiënten kan sprake zijn van vasculaire aandoeningen als ze lijden aan verschijnselen en symptomen die hinder veroorzaken in het dagelijks leven.
- Dementie kan ook direct optreden na één beroerte.
- Dit hangt samen met de locatie van de beroerte
- Dit wordt uitgelokt door vasculaire schade in de hersenen
Klinische Verschijnselen Vasculaire Dementie
- Symptomen kunnen acuut en stapsgewijs ontstaan, gerelateerd aan beroerte, in tegenstelling tot Alzheimer.
- Het beeld lijkt eerder langzaam progressief, met af en toe acute verslechtering.
- Subcorticale verschijnselen, zoals traagheid, uitvoerende functiestoornissen en apathie, staan meer op de voorgrond.
- Focale afwijkingen passend bij doorgemaakte beroertes worden gevonden bij neurologisch onderzoek.
- Er kan sprake zijn van een hypokinetisch-rigide syndroom, ook wel vasculair parkinsonisme genoemd.
Aanvullend Onderzoek Vasculaire Dementie
- MRI heeft de voorkeur vanwege de hogere resolutie, met name voor het beoordelen van wittestofafwijkingen
- Naast neurologisch onderzoek, inclusief beknopt cognitief onderzoek, is beeldvormend onderzoek vereist om de diagnose te kunnen stellen.
- Bij twijfel over de aard en ernst van cognitieve stoornissen kan een neuropsychologisch onderzoek zinvol zijn.
Pathogenese Vasculaire Dementie
- Hypertensie, diabetes mellitus, hypercholesterolemie en roken verhogen de kans op het krijgen van een beroerte.
- De dementie wordt rechtstreeks toegeschreven aan de beroerte.
Behandeling Vasculaire Dementie
- Optimaliseren van de behandeling van risicofactoren voor een beroerte lijkt aangewezen. De meeste patiënten met symptomatische vasculaire dementie hebben recht op acetylcholinesterase remmers en meer ondersteunende behandelingen.
Essentiële Kenmerken Vasculaire Dementie
- subcorticaal dementiesyndroom
- stapsgewijze of langzaam progressieve achteruitgang
- focale verschijnselen en/of hypokinetisch-rigide syndroom
- MRI: een of meer infarcten, vaak met wittestofafwijkingen
Dementie met Lewy-Lichaampjes
- Het vertoont veel overeenkomsten met zowel Parkinson klinisch als neuropathologisch
- Een minder vaak voorkomende oorzaak van corticale dementie is dementie met Lewy-lichaampjes (DLB).
Klinische Verschijnselen DML
- De symptomen beginnen geleidelijk
- Stoornissen in uitvoerende functies en stoornissen in ruimtelijk inzicht staan op de voorgrond.
- Familieleden spreken vaak van 'heel goede dagen, afgewisseld met dagen dat hij in de war is'.
- Parkinsonisme is een kernsymptoom van de ziekte.
- De visuele hallucinaties en delirante episoden treden vooral aan het begin van de ziekte op
- De diagnose kan worden gesteld als de cognitieve stoornissen binnen één jaar na start van het parkinsonisme optreden, of wanneer cognitieve klachten de eerste symptomen zijn
Aanvullend Onderzoek DML
- Dementie met Lewy-lichaampjes is een klinische diagnose.
- Bij neuropsychologisch onderzoek worden vaak stoornissen in ruimtelijk inzicht en uitvoerende functies gevonden.
Pathogenese DML
- Bij postmortaal pathologisch onderzoek vindt men eosinofiele neuronale insluitlichaampjes.
- De klinische beeld hangt sterk af van de distributie van de Lewy-lichaampjes en corticaal begin.
Behandeling DML
- De behandeling is vaak lastig
- Voor de cognitieve stoornissen, en met name de hallucinaties en de delirante episoden, kan een acetylcholinesteraseremmer effectief zijn.
- De klassieke antipsychotica kunnen leiden tot ernstige extrapiramidale verschijnselen en een delier
Frontotemporale Dementie (FTD) Kenmerken
- FTD is een relatief zeldzame vorm van dementie, die meestal debuteert op wat jongere leeftijd, met een piek tussen de 50 en 70 jaar.
- Er worden drie subtypen onderscheiden: de gedragsvariant, primair progressieve afasie en semantische dementie.
- De gedragsvariant komt het meest voor.
Klinische Verschijnselen FTD
- Gedragsvariant wordt gekenmerkt door vroege en prominente gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen.
- Patiënten die meer teruggetrokken apathisch gedrag vertonen
- Loopstoornissen komen relatief veel voor.
Aanvullend Onderzoek FTD
- Met neuropsychologisch onderzoek kunnen duidelijke frontale functiestoornissen worden aangetoond, waarbij andere corticale functies relatief intact zijn
- Frontotemporale atrofie uit zich uitgesproken op CT of MRI
Pathogenese FTD
- FTD is neuropathologisch heterogeen.
- Er zijn diverse genetische mutaties bekend die FTD veroorzaken
Behandeling FTD
- Er is geen medicamenteuze behandeling voor frontotemporale dementie.
- Gedragsproblemen zijn meestal moeilijk te behandelen.
Ziekte van Creutzfeldt-Jakob
- Een uiterst zeldzame ziekte die tot snel progressieve dementie leidt.
- Naast de sporadische vorm is er de variant-CJD (vCJD), ook wel bekend als 'gekkekoeienziekte'.
Klinische Verschijnselen CJ
- Patiënten beginnen de meeste ziekte de ziekte met ataxie De prognose van deze patiënt is slecht
- Het beloop is progressiever bij de traditionelere ziekte van Creutzfeldt Jakob
- De patiënt kan psychiatrische symptomen vertonen en vertonen ook neurologische symptomen.
Aanvullend Onderzoek CJ
- Afwijkend signaal op MRI in basale kernen, thalamus en cortex
- Uiteindelijk resteert vrijwel altijd akinetisch mutisme
- Het EEG vertoont trifasische golven, zoals bij metabole encefalopathie.
Pathogenese CJD
- Veroorzaakt door abnormaal eiwit (prionproteïne, PrP).
- PrP is een variant van een normaal in het lichaam voorkomend eiwit.
Behandeling CJD
- Er is geen specifieke behandeling voor CJD.
- Er zijn enkele families beschreven met een autosomaal dominant overervende variant van CJD.
Reversibele Dementie
- Grote meerderheid van de ziekten die dementie veroorzaken, is progressief en vrijwel onbehandelbaar.
- Cognitieve stoornissen lijden tot dementie wat vaak wel behandelbaar is.
- Neuroborreliose
- Schildklieraandoeningen
- Ruimte-innemend proces
- Paraneoplastische syndromen
- Normal-pressure hydrocephalus
- Chronisch subduraal hematoom
- Vitamine-B1-deficiëntie
- Metabole encefalopathie
- Syfilis (dementia paralytica)
- Epileptische amnesie
- Stemmingsstoornis
- Functionele stoornis
- Obstructief slaapapneusyndroom
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Dementie is een syndroom met cognitieve stoornissen die het dagelijks functioneren belemmeren. Belangrijke oorzaken zijn neurodegeneratieve ziekten zoals Alzheimer, vasculaire dementie en Lewy-body dementie. Het is essentieel om andere mogelijke oorzaken uit te sluiten.