boek week 4

Medicijnen zoals acetylcholinesterase remmers (donezepil, rivastigmine, galantamine) en memantine (een niet-competitieve N-methyl-D-aspartaat glutamaatreceptor antagonist) worden gebruikt. Niet-medicamenteuze opties zoals Realiteit Oriëntatie Training (ROT), reminiscentietherapie en validatie zijn ook belangrijk.

Medicijnen die de afbraak van acetylcholine remmen, een belangrijke neurotransmitter in het geheugen.

Een medicijn dat de activiteit van glutamaat, een andere belangrijke neurotransmitter, reguleert.

Een niet-medicamenteuze therapie die cognitieve functies activeert om desoriëntatie te verminderen.

Systematisch herinneringen ophalen om gevoelens van onzekerheid en stress te verminderen.

De belevingswereld van de patiënt begrijpen en accepteren, hierdoor voelt de patiënt zich zekerder en geaccepteerd.

Symptomen die in de kindertijd ontstaan en voortduren in de volwassenheid, zoals verstandelijke beperking, ASS, ADHD of ticstoornissen.

Het is essentieel om informatie over de ontwikkeling in de kindertijd en adolescentie te verzamelen, om een correcte diagnose te stellen bij volwassenen.

De nieuwe naam voor dementie, gekenmerkt door symptomen van meerdere cognitieve functiedomeinen die de zelfredzaamheid verstoren.

Verschillende oorzaken, zoals de ziekte van Alzheimer, Lewy-body dementie, vasculaire dementie en dementie door de ziekte van Parkinson.

Gebaseerd op het klinische beeld, anamnese, heteroanamnese en aandacht voor cognitieve functies, dagelijks functioneren, neuropsychiatrische symptomen en mantelzorg.

De kans op dementie neemt aanzienlijk toe met de leeftijd, bijvoorbeeld 40% op 85-jarige leeftijd en >50% vanaf 95 jaar.

Cholinesterase remmers en memantine worden gebruikt om de symptomen van de ziekte van Alzheimer te verlichten.

Schaal voor het meten van de ernst en ontwikkeling van dementie.

Fase met veranderingen in cognitief en psychisch functioneren jaren voor het dementiesyndroom.

Begeleiding noodzakelijk, problemen bij instrumentele ADL (bv. koken, boodschappen).

Noodzaak tot verzorging, thuis wonen mogelijk met toezicht.

Uitgesproken geheugenstoornissen, herkenningsproblemen, apathie, mogelijk paranoïde waanvorming.

Schizofrenie heeft een sterke genetische basis. De D4 en D5 receptoren en dopaminetransporters spelen een belangrijke rol.

Copy number variations (CNVs) zijn veranderingen in het aantal genen. Deze spelen een rol bij het ontstaan van schizofrenie.

Deze factoren zijn belangrijk voor de ontwikkeling van synapsen en signalering in de hersenen. Ze kunnen een rol spelen bij schizofrenie.

Een lage geboortegewicht kan een risico factor zijn voor het ontwikkelen van schizofrenie.

De verhouding tussen mensen van 0-20 en 65+ jaar en mensen tussen 20-65 jaar. Deze druk neemt toe door de stijging van het aantal ouderen.

Ouderen hebben vaak meerdere somatische en psychiatrische aandoeningen tegelijk.

Sommige ouderen krijgen voor het eerst last van psychiatrische klachten.

Een proces waardoor de vitaliteit van het lichaam afneemt en de kans op overlijden toeneemt.

Genetisch bepaalde veroudering die de maximale levensduur van een soort bepaalt.

Veroudering door omgevingsfactoren zoals voeding, gifstoffen, werkstress of trauma.

Informatie verzamelen van anderen over de patiënt, zoals familie of verzorgers. Dit is belangrijk om een compleet beeld van de patiënt te krijgen.

Het is belangrijk om te weten hoe de patiënt omgaat met verlieservaringen (lichamelijk, intellectueel, rationeel en sociaal), inclusief hun reacties zoals sociale isolatie, depressiviteit of somatische klachten.

Het is belangrijk om te weten welke somatische en psychiatrische ziektes de patiënt in het verleden heeft gehad.

Het gebruik van medicijnen door de patiënt is belangrijk om te weten vanwege mogelijke interacties of bijwerkingen.

Overmatig alcoholgebruik kan zowel lichamelijke als mentale gezondheidsproblemen veroorzaken, vooral bij ouderen.

Benzodiazepinen zijn medicijnen die worden gebruikt om angst en slapeloosheid te bestrijden. Overmatig gebruik kan leiden tot afhankelijkheid.

Het is belangrijk om de dagelijkse routine, het sociale netwerk, de financiële situatie en andere levensaspecten van de patiënt te begrijpen.

Gedragsproblemen zoals prikkelbaarheid, achterdocht, agressie en apathie kunnen wijzen op neurodegeneratieve aandoeningen.

Een algemeen lichamelijk onderzoek is noodzakelijk om lichamelijke oorzaken van psychiatrische klachten uit te sluiten. Let bij tractusanamnese op het centrale zenuwstelsel en vasculaire risicofactoren.

Oriënterend laboratoriumonderzoek is vaak nodig. Neuropsychologisch en beeldvormend onderzoek kan worden ingezet bij blijvende onduidelijkheid.

Het vermogen om te denken, te leren, te onthouden en te redeneren, wat bij dementie verstoord is. Het wordt onderverdeeld in 6 domeinen.

Het vermogen om de emoties van anderen te begrijpen en sociaal gepast te reageren, wat bij dementie vaak verstoord is. Mensen met dementie kunnen sociaal onaanvaardbaar gedrag vertonen en moeite hebben met empathie.

Informatie verzamelen van familieleden, vrienden of verzorgers over de patiënt met dementie. Dit is belangrijk om een ​​duidelijker beeld te krijgen van het dagelijks functioneren en de cognitieve achteruitgang.

Het vermogen om je aandacht te richten, vast te houden en te verdelen wordt getest door taken die de aandacht belasten, zoals het onthouden van cijferreeksen of dagen van de week achteruit opzeggen.

Het vermogen om te plannen, te organiseren en problemen op te lossen. Bij dementie kunnen deze functies verminderd zijn, wat leidt tot moeilijkheden met dagelijkse taken.

De ziekte van Parkinson wordt veroorzaakt door verlies van dopamine producerende zenuwcellen in de substantia nigra.

Acetylcholinesterase remmers (donezepil, rivastigmine, galantamine) en memantine worden gebruikt om de symptomen van dementie te verminderen.

ROT is een niet-medicamenteuze therapie die cognitieve functies activeert om desoriëntatie te verminderen.

Reminiscentietherapie is een systematische aanpak om herinneringen op te halen om gevoelens van onzekerheid en stress te verminderen.

Validatie is een manier om de belevingswereld van de patiënt te begrijpen en te accepteren, waardoor de patiënt zich zekerder en meer geaccepteerd voelt.

Ontwikkelingsstoornissen zijn aandoeningen die in de kindertijd ontstaan en voortduren tot in de volwassenheid.

Het is essentieel om informatie over de ontwikkeling in de kindertijd en adolescentie te verzamelen.

Het is belangrijk om te weten hoe de patiënt omgaat met verlieservaringen, inclusief hun reacties zoals sociale isolatie, depressiviteit of somatische klachten.

De nieuwe naam voor dementie, staat voor Uitgebreide Neurocognitieve Stoornis. Het beschrijft een brede cognitieve achteruitgang die dagelijks functioneren beïnvloedt.

Een milde vorm van UNCS (dementie) waarbij de zelfredzaamheid nog intact is. De persoon heeft wel cognitieve problemen, maar kan nog zelfstandig functioneren.

Er zijn verschillende oorzaken van dementie. De meest voorkomende zijn: de ziekte van Alzheimer, Lewy-body dementie, vasculaire dementie en dementie door de ziekte van Parkinson.

Medicijnen zoals cholinesterase remmers en memantine kunnen helpen de symptomen van de ziekte van Alzheimer te verminderen.

Schizofrenie heeft een sterke genetische component, met D4 en D5 receptoren en dopaminetransporters die een rol spelen.

Een laag geboortegewicht kan een risicofactor zijn voor het ontwikkelen van schizofrenie.

Er zijn zes cognitieve domeinen die bij dementie beïnvloed kunnen worden: complexe aandacht, executieve functies, geheugen, taal, perceptueel-motorische functies en sociaal-cognitieve functies.

Dit domein omvat het vermogen om je aandacht te richten, vast te houden en te verdelen. Mensen met dementie kunnen moeite hebben met taken die veel aandacht vereisen, zoals het onthouden van een reeks cijfers.

Om het kortetermijngeheugen te testen, kan de patiënt gevraagd worden om een reeks losse woorden te onthouden en deze na een paar minuten te herhalen.