Podcast
Questions and Answers
De raadsheer-fiscaal was de rekwestmeester die belast was met de zgn. ______ zaken.
De raadsheer-fiscaal was de rekwestmeester die belast was met de zgn. ______ zaken.
fiscale
De raadsheer-fiscaal was de verdediger bij uitstek van de ______ belangen in de koninklijke Nederlanden.
De raadsheer-fiscaal was de verdediger bij uitstek van de ______ belangen in de koninklijke Nederlanden.
landsheerlijke
Hoofd-voorzitter, rekwestmeesters en raadsheer-fiscaal werden door de ______ zelf benoemd.
Hoofd-voorzitter, rekwestmeesters en raadsheer-fiscaal werden door de ______ zelf benoemd.
landsheer
De Geheime Raad diende de landvoogd of de ______ van advies te voorzien.
De Geheime Raad diende de landvoogd of de ______ van advies te voorzien.
Vanaf 1620 werden alle adviezen op ______ gesteld en aan de landvoogd voorgelegd.
Vanaf 1620 werden alle adviezen op ______ gesteld en aan de landvoogd voorgelegd.
De kanselier van Bourgondië is een voorbeeld van een centrale instelling in de ______.
De kanselier van Bourgondië is een voorbeeld van een centrale instelling in de ______.
De Hoge Raad voor de Nederlanden en Bourgondië te Madrid is een instelling van de ______.
De Hoge Raad voor de Nederlanden en Bourgondië te Madrid is een instelling van de ______.
De landvoogd functioneerde als vertegenwoordiger van de vorst in de ______.
De landvoogd functioneerde als vertegenwoordiger van de vorst in de ______.
De Staten-Generaal fungeerde als vertegenwoordiger van de ______.
De Staten-Generaal fungeerde als vertegenwoordiger van de ______.
De Raad van Financiën was verantwoordelijk voor de ______ binnen het bestuur.
De Raad van Financiën was verantwoordelijk voor de ______ binnen het bestuur.
De provinciegouverneurs zijn voorbeelden van instellingen op ______ vlak.
De provinciegouverneurs zijn voorbeelden van instellingen op ______ vlak.
Initiatieven zoals de Raad van Beroerten waren een reactie op rechtszaken en betroffen ______ binnen de context van het bestuur.
Initiatieven zoals de Raad van Beroerten waren een reactie op rechtszaken en betroffen ______ binnen de context van het bestuur.
De soeverein bezat de hoogste ______ macht.
De soeverein bezat de hoogste ______ macht.
Hij beheerde tevens de ______.
Hij beheerde tevens de ______.
Hij besliste inzake buitenlands ______.
Hij besliste inzake buitenlands ______.
Hij riep de ______ samen met aanduiding van de dagorde.
Hij riep de ______ samen met aanduiding van de dagorde.
De vorst was de opperbevelhebber van het ______.
De vorst was de opperbevelhebber van het ______.
Hij verleende het ______ op de publicatie van niet-dogmatische beslissingen.
Hij verleende het ______ op de publicatie van niet-dogmatische beslissingen.
Hij was de beschermer van de ______ kerk.
Hij was de beschermer van de ______ kerk.
Hij had niet het recht om zelf ______ te heffen.
Hij had niet het recht om zelf ______ te heffen.
Aartshertog Karel werd een Europees ______.
Aartshertog Karel werd een Europees ______.
Hij dankte die invloed aan zijn ______ relatie met de koning.
Hij dankte die invloed aan zijn ______ relatie met de koning.
De ______ van State werd in 1531 opgericht.
De ______ van State werd in 1531 opgericht.
Maria van Hongarije was de zuster van keizer ______.
Maria van Hongarije was de zuster van keizer ______.
De Raad van State groeide uit tot het voornaamste ______ bestuursorgaan van de Nederlanden.
De Raad van State groeide uit tot het voornaamste ______ bestuursorgaan van de Nederlanden.
De intrede van juristen zorgde voor ongenoegen bij de ______-raadsheren.
De intrede van juristen zorgde voor ongenoegen bij de ______-raadsheren.
Tijdens de regering van Filips II groeide de ______ uit tot regelrechte oppositie.
Tijdens de regering van Filips II groeide de ______ uit tot regelrechte oppositie.
De ______ van Oranje in 1568 leidde tot belangrijke historische veranderingen.
De ______ van Oranje in 1568 leidde tot belangrijke historische veranderingen.
Steunend op de Unie van Atrecht kon Alexander Farnese de ______ beginnen.
Steunend op de Unie van Atrecht kon Alexander Farnese de ______ beginnen.
De situatie van 1531 werd hersteld met de ______ van de Raad van State.
De situatie van 1531 werd hersteld met de ______ van de Raad van State.
De hoge edelen werden stelselmatig ______ door togati.
De hoge edelen werden stelselmatig ______ door togati.
Margaretha was de eerste officiële ______ over de Habsburgse Nederlanden.
Margaretha was de eerste officiële ______ over de Habsburgse Nederlanden.
Karel V benoemde zijn zuster Maria tot ______ van de Nederlanden.
Karel V benoemde zijn zuster Maria tot ______ van de Nederlanden.
Na het ontslag van Margaretha in 1567 volgde de hertog van ______ haar op.
Na het ontslag van Margaretha in 1567 volgde de hertog van ______ haar op.
Filips II benoemde Emmanuel Filibert van Savoie tot zijn ______-generaal.
Filips II benoemde Emmanuel Filibert van Savoie tot zijn ______-generaal.
Alexander Farnese was gedurende bijna vijftien jaar landvoogd in de ______.
Alexander Farnese was gedurende bijna vijftien jaar landvoogd in de ______.
De Nederlandse ingezetenen beschouwden de benoeming van een lid van de ______ als een blijk van bekommernis.
De Nederlandse ingezetenen beschouwden de benoeming van een lid van de ______ als een blijk van bekommernis.
Bij normale omstandigheden hadden de Nederlandse Staten geen ______ bij de benoeming van een landvoogd.
Bij normale omstandigheden hadden de Nederlandse Staten geen ______ bij de benoeming van een landvoogd.
Bij het kinderloos overlijden van Albert in 1621 keerde de soevereiniteit terug naar de koning van ______.
Bij het kinderloos overlijden van Albert in 1621 keerde de soevereiniteit terug naar de koning van ______.
Karel V en Filips II waren soms in de Nederlanden, maar de landvoogden ______ in functie.
Karel V en Filips II waren soms in de Nederlanden, maar de landvoogden ______ in functie.
De periode dat Albert en Isabella soeverein waren, was van ______ tot 1621.
De periode dat Albert en Isabella soeverein waren, was van ______ tot 1621.
Flashcards
Centrale instellingen in de Bourgondische Nederlanden
Centrale instellingen in de Bourgondische Nederlanden
De belangrijkste instellingen van de centrale macht in de Bourgondische Nederlanden, zoals de kanselier, Hofraad (Grand Conseil Ducal) en de ordonnantie van Thionville.
De Kanselier van Bourgondië
De Kanselier van Bourgondië
De kanselier van Bourgondië was de hoogste juridische adviseur en verantwoordelijk voor het administratieve en juridische beleid.
De Hofraad (Grand Conseil Ducal)
De Hofraad (Grand Conseil Ducal)
De Hofraad (Grand Conseil Ducal) was een belangrijk adviesorgaan dat de hertog advies gaf over belangrijke aangelegenheden, vooral inzake rechtszaken.
De ordonnanties van Thionville
De ordonnanties van Thionville
Signup and view all the flashcards
De Landvoogd
De Landvoogd
Signup and view all the flashcards
De Madrileense Raad van State (consejo de estado)
De Madrileense Raad van State (consejo de estado)
Signup and view all the flashcards
De Staten-Generaal in de Habsburgse Nederlanden
De Staten-Generaal in de Habsburgse Nederlanden
Signup and view all the flashcards
Centrale administratie en instellingen
Centrale administratie en instellingen
Signup and view all the flashcards
Machten van de soeverein
Machten van de soeverein
Signup and view all the flashcards
Rechterlijke macht
Rechterlijke macht
Signup and view all the flashcards
Economische politiek
Economische politiek
Signup and view all the flashcards
Buitenlands beleid
Buitenlands beleid
Signup and view all the flashcards
Militaire macht
Militaire macht
Signup and view all the flashcards
Regalia
Regalia
Signup and view all the flashcards
Religieuze macht
Religieuze macht
Signup and view all the flashcards
Raad van State
Raad van State
Signup and view all the flashcards
Wie was de eerste landvoogdes van de Habsburgse Nederlanden?
Wie was de eerste landvoogdes van de Habsburgse Nederlanden?
Signup and view all the flashcards
Hadden de landvoogden macht tijdens de aanwezigheid van de Habsburgse vorsten?
Hadden de landvoogden macht tijdens de aanwezigheid van de Habsburgse vorsten?
Signup and view all the flashcards
Wanneer was er geen landvoogd in de Nederlanden?
Wanneer was er geen landvoogd in de Nederlanden?
Signup and view all the flashcards
Waar woonde Maria van Hongarije als landvoogdes?
Waar woonde Maria van Hongarije als landvoogdes?
Signup and view all the flashcards
Wie volgde Margaretha van Oostenrijk op als landvoogdes?
Wie volgde Margaretha van Oostenrijk op als landvoogdes?
Signup and view all the flashcards
Wie was de eerste gouverneur-generaal van Filips II?
Wie was de eerste gouverneur-generaal van Filips II?
Signup and view all the flashcards
Wie volgde Emmanuel Filibert op als landvoogdes?
Wie volgde Emmanuel Filibert op als landvoogdes?
Signup and view all the flashcards
Wie volgde Margaretha van Parma op als landvoogdes?
Wie volgde Margaretha van Parma op als landvoogdes?
Signup and view all the flashcards
Hoe lang was Alexander Farnese landvoogd?
Hoe lang was Alexander Farnese landvoogd?
Signup and view all the flashcards
Wie werden er meestal benoemd als landvoogd?
Wie werden er meestal benoemd als landvoogd?
Signup and view all the flashcards
Wie was de raadsheer-fiscaal?
Wie was de raadsheer-fiscaal?
Signup and view all the flashcards
Welke bevoegdheden had de raadsheer-fiscaal?
Welke bevoegdheden had de raadsheer-fiscaal?
Signup and view all the flashcards
Wat was de rol van de Geheime Raad?
Wat was de rol van de Geheime Raad?
Signup and view all the flashcards
Waarom was de raadsheer-fiscaal belangrijk?
Waarom was de raadsheer-fiscaal belangrijk?
Signup and view all the flashcards
Hoe werd de raadsheer-fiscaal aangesteld?
Hoe werd de raadsheer-fiscaal aangesteld?
Signup and view all the flashcards
Wat was de Raad van State?
Wat was de Raad van State?
Signup and view all the flashcards
Wat was de belangrijkste taak van de Raad van State bij zijn oprichting?
Wat was de belangrijkste taak van de Raad van State bij zijn oprichting?
Signup and view all the flashcards
Wie waren de leden van de Raad van State?
Wie waren de leden van de Raad van State?
Signup and view all the flashcards
Wanneer ontstond er onenigheid in de Raad van State?
Wanneer ontstond er onenigheid in de Raad van State?
Signup and view all the flashcards
Wat was de rol van de Raad van State in de opstand van Oranje?
Wat was de rol van de Raad van State in de opstand van Oranje?
Signup and view all the flashcards
Wat gebeurde er met de Raad van State na de opstand van Oranje?
Wat gebeurde er met de Raad van State na de opstand van Oranje?
Signup and view all the flashcards
Waarom was de Raad van State belangrijk?
Waarom was de Raad van State belangrijk?
Signup and view all the flashcards
Welke andere instellingen vormden de 'Collaterale Raden' met de Raad van State?
Welke andere instellingen vormden de 'Collaterale Raden' met de Raad van State?
Signup and view all the flashcards
Wat is het verband tussen de Raad van State en de Hofraad?
Wat is het verband tussen de Raad van State en de Hofraad?
Signup and view all the flashcards
Hoe wilde de Raad van State de invloed van de Adel in de Nederlanden inperken?
Hoe wilde de Raad van State de invloed van de Adel in de Nederlanden inperken?
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Document Information
- Title: Heuristiek: Vroegmoderne Tijd
- Author: René Vermeir
- Degree: Tweede Bachelor Geschiedenis
- Academic Year: 2024-2025
- Institution: Universiteit Gent
Book I: Instellingen in de Bourgondische en Habsburgse Nederlanden
- Deel I: De centrale instellingen in de Bourgondische Nederlanden
- Hoofdstuk I: Staatsvorming en institutionele ontwikkelingen - algemeenheden ter overweging
- Hoofdstuk II: De centrale instellingen van 1385 tot 1473
- § 1: De kanselier van Bourgondië
- § 2: De Hofraad (Grand Conseil Ducal)
- Hoofdstuk III: De ordonnanties van Thionville
- Hoofdstuk IV: De reactie van 1477 en de verdere evolutie
- Deel II: Instellingen bevoegd voor de Habsburgse Nederlanden (XVIe-XVIIe eeuw)
- Hoofdstuk I: De vorst en de adviesinstellingen a latere principis
- § 1: De vorst
- § 2: De Madrileense Raad van State (consejo de estado)
- § 3: De Hoge Raad voor de Nederlanden en Bourgondië te Madrid
- Hoofdstuk II: De rechtstreekse vertegenwoordigers van de vorst in de Nederlanden
- Hoofdstuk III: Instellingen op centraal vlak
- Hoofdstuk IV: Instellingen op gewestelijk vlak
- Hoofdstuk V: Instellingen op regionaal en lokaal vlak
- Hoofdstuk I: De vorst en de adviesinstellingen a latere principis
- Deel III: Instellingen bevoegd voor de Habsburgse Nederlanden (XVIIIe eeuw)
- Hoofdstuk I: De vorst en de adviesinstellingen a latere principis
Book II: Heuristiek voor de geschiedenis van de Vroegmoderne Tijd
- Deel I: Bibliografieën en tijdschriften m.b.t. de geschiedenis van de Vroegmoderne Tijd
- Deel II: Bronnen voor de geschiedenis van de Vroegmoderne Tijd
- Hoofdstuk I: Bepaling en indeling van de bronnen
- Hoofdstuk II: Verhalende bronnen
- Hoofdstuk III: Niet-verhalende bronnen
- Deel IV: Bronnenpublicaties
Deel III: Archieven en Bibliotheken
- Hoofdstuk I: Inleidende begrippen
- Hoofdstuk II: De belangrijkste archiefdepots in België
- § 1: De Rijksarchieven van België
- § 2: Het Algemeen Rijksarchief en het Rijksarchief in Vorst
- § 3: De Rijksarchieven in het Vlaams Gewest
- § 4: De Rijksarchieven in Wallonië en de Duitstalige Gemeenschap
- § 5: Andere archiefbewaarplaatsen in België
- § 5.1: Stads- en OCMW-archieven
- § 5.1.1: Het stadsarchief Antwerpen
- § 5.1.2: Het archief van het Antwerpse OCMW
- § 5.1.3: Het stadsarchief Gent
- § 5.1.4: Het stadsarchief Brugge
- § 6: Databanken met bronnenmateriaal
- § 7: Private archieven
- Hoofdstuk III: De archieven in het buitenland
- § 1: Nederland
- § 2: Frankrijk
- § 3: Spanje
- § 4: Oostenrijk
- § 5: Italië
Deel IV: Bronnenpublicaties
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.