Cultuurwetenschappen Samenvatting 2021

Onderzoekt wat de mens tot mens maakt.

De leer van normen en waarden; wat ethisch of moreel is.

De theorie van kennis; hoe weten we wat we weten?

De relatie tussen taal en kennis.

Een fundamentele vraag over basisprincipes.

Stichter van de Westerse filosofie; hoe verantwoord te leven.

Student van Socrates; ontwikkelde zijn filosofie verder.

Gebaseerd op vragen over basisprincipes van de wereld en de mens.

De media regelen zichzelf door zich aan bepaalde codes te houden, zoals de code van de journalistiek.

Een instantie die controleert of journalisten en media zich aan de journalistieke code houden.

Een set regels die journalisten/media moeten volgen, inclusief respecteert voor privacy.

Idealen die een samenleving streeft na.

Gedragsregels voor waarden.

Schriftelijke regels, wetten.

Ongeschreven gewoontes en verwachtingen.

De leer van goed en kwaad.

De opvattingen over goed en kwaad.

Een levensbeschouwing zonder godsdienst, die eigen waarden/normen ontwikkelt.

Een situatie waarin je moet kiezen tussen twee minder ideale, of ongewenste keuzes.

Een belangrijke Griekse filosoof die de empirische werkelijkheid belangrijk vond. Hij zag logica als een methode, geen onderdeel van de filosofie.

Een Chinese filosoof die geloofde in de gelijkheid van alle mensen, ongeacht hun afkomst. Dit was in zijn tijd een controversieel idee.

Een Nederlandse priester die de vrijheid en vrede belangrijk vond. Hij had een onwettig kind, aangezien zijn ouders geen kinderen mochten hebben.

De grondlegger van het Protestantisme, die zich verzette tegen aflaten en de ketterij van de heersende kerk.

Een filosoof die als socialist werd gezien en bevriend was met Luther.

Een filosoof die bekend staat door zijn uitspraak 'cogito ergo sum' (ik denk, dus ik ben), en die zijn basis vond in het rationalisme.

Een Verlichtingsfilosoof die de waarde van ervaringskennis benadrukte in plaats van aangeboren kennis.

Een filosoof die geloofde dat vrijheid belangrijk is en een idealist was.

Een filosoof die de rechten van de mens uitgebreid heeft gezien. Hij richtte zich op de romantiek en geloofde dat mensen in hun natuurlijke staat geen idee hebben van goed of slecht.

Een revolutionaire socialist en grondlegger van het communisme. Hij geloofde in het dictatuur van het proletariaat.

Een filosoof die zich richtte op het bestaan van de mens, en gelooft dat de mens veroordeeld is tot vrijheid, maar dat vrije keuze geen plezierig proces is.

Een Belgische filosoof die zich richtte op belangrijke vragen zoals euthanasie, en dat zonder mensen er geen waarde aan iets te hechten is. Zijn focus ligt op het huidige leven..

Een hedendaagse filosoof die veel schrijft over liefde, en benadrukt het belang van geduld binnen liefde, en dat perfectie schadelijk is in liefde.

Een filosoof die beweert dat de westerse democratie de beste regeringsvorm is.

Het algemene beeld dat iemand heeft over de wereld en de mens.

Een geheel van ideeen van een cultuur, gebaseerd op belangrijke verhalen. Deze verhalen hebben een educatieve doelstelling en rechtvaardigen de maatschappij.

De procedure die je volgt als je beroep aantekent tegen een rechterlijke uitspraak.

Een persoon die meerdere keren dezelfde strafbare feiten heeft gepleegd.

Een ambtenaar die dagvaardingen bezorgt en procedures uitvoert, zoals ontruimingen of veilingen.

Een magistraat die beslissingen neemt in gerechtelijke procedures.

Een jurist die rechtsbijstand verleent en advies geeft.

Een ambtenaar die administratieve taken verzorgt in een rechtbank.

Vertegenwoordigt de samenleving in de rechtbank en vervolgt misdrijven.

De aanklager in een rechtszaak, een jurist die een partij vertegenwoordigt.

De overheid is verdeeld in drie machten: wetgevende (wetten maken), uitvoerende (wetten uitvoeren) en rechterlijke (wetten interpreteren en toepassen).

De macht die wetten maakt, zoals de senaat.

De macht die wetten uitvoert, zoals de politie die wetten handhaaft.

De macht die zorgt dat wetten juist worden toegepast, zoals rechtbanken.

De belangrijkste wet van een land die de basisrechten en de structuur van de staat vastlegt.

Een voorstel voor een nieuwe wet, vaak door de regering ingediend.

Een voorstel voor een nieuwe wet, ingediend door volksvertegenwoordigers of senatoren.

Proces waarbij de aanvaarding van een voorstel beslist wordt.

Acties om een politieke partij te promoten.

Verplichting voor burgers om te stemmen.

Stemmen op een partij, niet op een individuele kandidaat.

Een toestemming aan iemand anders om je stem uit te brengen.

De kandidaat onderaan de partijlijst.

Een filosoof die geloofde dat menselijke handelingen afkomstig zijn van de mens zelf, en niet door God gestuurd. Hij sprak over rechten van de mens en schreef het boek "Het maatschappelijk verdrag". Hij was verbonden aan de stroming Romantiek.

Een revolutionaire denker en socialist die basisgrondlegger was van het communisme, met nadruk op het "dictatuur van het proletariaat" - de werkende klasse aan de macht.

Een filosoof die zich concentreerde op het bestaan van de mens en geloofde dat de vrije keuze tot vrijheid leidt, maar weinig plezierig is.

Een Belgische filosoof die zich richtte op fundamentele vragen zoals euthanasie en geloofde dat de mens waarde geeft aan het leven.

Een hedendaagse filosoof die vaak over liefde schrijft, benadrukkend dat geduld centraal moet staan en dat perfectie schadelijk is.

Een filosoof die de westerse democratie als de beste regeringsvorm beschouwt.

Het algemene beeld dat iemand heeft van de wereld en de mens.

Een geheel van verhalen en ideeen van een cultuur, met educatief en rechtvaardigende waarde voor de maatschappij.

Een gemeente met 20.000 geregistreerde kiezers heeft altijd een oneven aantal zetels in het parlement.

Een persoon die onderzoekt welke mogelijkheden er zijn om een regering te vormen.

De helft plus één van de stemmen die nodig zijn om besluiten te nemen in het parlement.

De persoon die de regering samenstelt en posten verdeelt over de partijen.

Een samenwerking tussen verschillende partijen om een regering te vormen.

Een overeenkomst tussen partijen die de belangrijkste afspraken en beleidspunten voor de komende jaren beschrijft.

Personen die verantwoordelijk zijn voor specifieke ministeries in de regering.

De koning benoemt de informateur en formateur en geeft eventueel advies, maar neemt geen beslissingen.

Het deelnemen aan de politiek op een traditionele manier, zoals stemmen op verkiezingen.

Het deelnemen aan de politiek op een manier die afwijkt van de traditionele methodes.

Een staat die bestaat uit deelstaten met eigen bevoegdheden en rechtsystemen.

De overheid is verdeeld in drie machten: wetgevende (wetten maken), uitvoerende (wetten uitvoeren) en rechterlijke (wetten interpreteren en toepassen).

De macht die wetten maakt, zoals de senaat.

De macht die wetten uitvoert, zoals de politie.

De macht die wetten juist toepast, zoals rechtbanken.

De belangrijkste wet van een land die de basisrechten en de structuur van de staat vastlegt.

Een voorstel voor een nieuwe wet, vaak door de regering ingediend.

Een voorstel voor een nieuwe wet, ingediend door volksvertegenwoordigers of senatoren.

Proces waarbij de aanvaarding van een voorstel beslist wordt.

Acties om een politieke partij te promoten.

Verplichting voor burgers om te stemmen.

Stemmen op een partij, niet op een individuele kandidaat.

Een toestemming aan iemand anders om je stem uit te brengen.

De kandidaat onderaan de partijlijst.

Een staat waarin de overheid de primaire verantwoordelijkheid draagt voor de verzorging van haar burgers (gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid, sociale zekerheid).

Een staat die zijn burgers beschermt en hen minder afhankelijk maakt van sociale uitkeringen, motivatie om te werken bevorderen.

In de verzorgingsstaat konden burgers profiteren, terwijl de actieve-welvaartstaat benadrukt dat burgers moeten bijdragen aan collectieve voorzieningen.

Een gemeenschappelijk belang onderschrijven ten gunste van andere leden van de samenleving.

Een stelsel dat tijdelijk mensen uit de nood helpt en hun inkomen garandeert als ze bijvoorbeeld niet kunnen werken.

Solidariteit is de basis, de groep draagt een bedrag bij om personen in nood te ondersteunen.

Werkende mensen betalen belastingen, proportioneel aan hun loon, om een minimuminkomen te garanderen voor iedereen.

De media hebben een grote invloed op de publieke opinie en de lezers nemen de boodschap over zonder nadenken.

De invloed van media is beperkt, want mensen selecteren alleen informatie die past bij hun bestaande mening.

Media bepalen welke onderwerpen belangrijk zijn voor de samenleving.

Groepen die proberen invloed uit te oefenen op de media en het politieke debat.

Televisie geeft een vertekend beeld van de werkelijkheid.

Vaak voorkomende negatieve of positieve beelden over bepaalde groepen.

Het bewust misbruiken van media om de publieke opinie te beïnvloeden.

Systematisch en eenzijdig negatief onderwijzen.

De media heeft een grote invloed in het politieke systeem naast de 3 bestaande machten.

Dingen mooier voorstellen dan ze zijn.

Enkel twee extremen laten zien zonder de nuances.

Een manier om aandacht te genereren; herhalen van een boodschap.

Een gevoel van samenhorigheid creëren.

Gebruik maken van angst om een bepaalde boodschap over te brengen.

Een gebeuren groter voorstellen dan het daadwerkelijk is.

Gebruiken van algemeen geaccepteerde waarden om een punt te maken.

Een versimpelde, vaak negatieve voorstelling van een groep mensen.

Het recht om te publiceren zonder censuur.

Beperking van informatie of communicatie door een autoriteit.

Het recht van journalisten om hun bronnen geheim te houden.

De verantwoordelijke minister voor mediabeleid in Vlaanderen.

Strategische adviesraad voor cultuur, jeugd, sport en media.

Onafhankelijke toezichthouder media.

Verschillende media-organisaties onder één eigenaarschap.

Een situatie waarin er maar één enkele grote speler is in de media.

Automatisering, financiering van wetenschap door economie gericht op vooruitgang; wetenschap moet financieel ondersteund worden.

Amuseren, onderwijs, uiten van ideeën/waarden, tonen van machtsverhoudingen, kritiek geven, decoratie.

Kunst uit de tijd voor het schrift; expressieve kracht, vaak symboliek.

Kunst uit Oude Griekenland/Rome, kenmerkend door harmonie en schoonheid.

Kunst in functie van religie, vaak anoniem/geen individuele artiesten

Kunst met hoge gebouwen en indrukwekkende architectuur (religieus).

Kunststroming met harmonie, realisme, en herwaardering van klassieke vormen.

Kunst die een grote indruk wil achterlaten door drama en emoties.

Kunstkunststroming die politieke macht en orde uitbeeldt.

Kunst gefocust op gevoel en emotie, afwijkend van de ratio.

Kunst die een getrouwe weergave van de werkelijkheid probeert te geven.

Kunst met focus op de indruk van licht, lucht, sfeer, en atmosfeer (geen detail).

Kunststroming met een nieuwe manier van luxe uitbeelden in decoratief design.

Kunst met felle kleuren om emoties en gevoelens uit te drukken.

Kunst met geometrische vormen, vaak abstractie, zoals blokjes.

Kunst met onrealistische voorstellingen en dromen.

Kunst in de stijl van foto's, vaak populaire cultuur.

Kunst waarbij de idee belangrijker is dan de fysieke uitvoer.

Kunstvorm verbonden aan subculturen, meestal op openbare ruimtes.

Kunst die verschillende stijlen combineert en mengt.

Uitwisseling en beïnvloeding tussen westerse en niet-westerse kunstvormen.

Arabische kunst in Spanje; kenmerkend door versieringen (zoals minaretten) en detail.

De krant is een vorm van geschreven massamedia, afkomstig van het Franse woord "courant", wat "actueel lopend" betekent.

De industriële revolutie van 1850 zorgde voor de uitvinding van de rotatiedrukpers en dus een snellere productie van kranten.

Kranten waren voordien duur te wijten aan handmatige persen en belastingen.

Een gemeente met 20.000 geregistreerde kiezers heeft altijd een oneven aantal zetels in het parlement.

Een persoon die onderzoekt welke mogelijkheden er zijn om een regering te vormen.

De helft plus één van de stemmen die nodig zijn om besluiten te nemen in het parlement.

De persoon die de regering samenstelt en posten verdeelt over de partijen.

Een samenwerking tussen verschillende partijen om een regering te vormen.

Een overeenkomst tussen partijen die de belangrijkste afspraken en beleidspunten voor de komende jaren beschrijft.

Personen die verantwoordelijk zijn voor specifieke ministeries in de regering.

De koning benoemt de informateur en formateur en geeft eventueel advies, maar neemt geen beslissingen.

Het deelnemen aan de politiek op een traditionele manier, zoals stemmen op verkiezingen.

Het deelnemen aan de politiek op een manier die afwijkt van de traditionele methodes.

Een staat die bestaat uit deelstaten met eigen bevoegdheden en rechtsystemen.

Een staat waar de overheid de basisverzorging van haar burgers regelt (gezondheid, onderwijs, werk, sociale zekerheid).

Een staat die burgers beschermt en minder afhankelijk maakt van sociale zekerheid door mensen aan het werk te houden.

Van profiteren in de verzorgingsstaat naar bijdragen en verdienen in de actieve-welvaartstaat.

Het gemeenschappelijk belang delen en rekening houden met elkaar in een samenleving.

Een stelsel dat tijdelijke ondersteuning biedt als je niet kan werken (bijv. ziekte, pensioen).

Solidariteit: de groep draagt bij om mensen in nood te ondersteunen.

Werkende mensen betalen belastingen op basis van hun inkomen om een minimuminkomen voor iedereen te garanderen.

Een politieke ideologie die streeft naar gelijkwaardigheid en solidariteit, door de overheid een belangrijke rol in de economie en sociale voorzieningen te geven.

Een politieke ideologie die de vrijheid van het individu centraal stelt en minimale overheidsinmenging in de economie en het leven van individuen.

Een politieke ideologie met één heerser of partij die controle heeft over de economie en alle aspecten van het leven van de bevolking.

Een politieke ideologie gebaseerd op extreme nationalisme en een sterke leider, vaak met gewelddadige methoden.

Een politieke ideologie die gebaseerd is op christelijke waarden en streeft naar inspraak van alle burgers.

Een politieke ideologie die de eigen natie en cultuur centraal stelt, vaak met een verlangen naar nationale eenheid.

Een politieke ideologie met milieuvriendelijkheid als belangrijkste doel, strevend naar duurzaamheid en bescherming van de natuur.

Alle politieke partijen die tegen de uitvoerende macht zijn gekant en geen deel uitmaken van de regering.

Een samenwerking tussen meerdere politieke partijen om een regering te vormen.

De wetgevende macht van een land, die controleert en toezicht houdt op het beleid van de regering.

De uitvoerende macht van een land, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de wetten.

Een adviesorgaan voor het parlement en een rechtscollege dat advies geeft over wetgeving en recht.

Het hoogste rechtscollege dat nagaat of wetgeving in overeenstemming is met de grondwet.

Een orgaan dat controleert of de overheid geld correct uitgeeft.

De media hebben een enorme invloed op de publieke opinie, waarbij de boodschap van de media direct wordt geabsorbeerd door het publiek.

Mensen kiezen welke informatie van de media ze accepteren, gebaseerd op hun eigen overtuigingen en referentiekaders.

De media bepalen welke onderwerpen belangrijk zijn voor de samenleving door de frequentie en aandacht die ze eraan geven.

Groepen die invloed proberen uit te oefenen op de media en de politiek.

Televisie geeft een vertekend beeld van de werkelijkheid, door bepaalde aspecten te benadrukken en andere te negeren.

Vooroordelen of algemene stereotypen die een snelle, maar vaak onnauwkeurige indruk creëren.

Het bewust en bedrieglijk beïnvloeden van de mening en attitudes van anderen.

Het systematisch en eenzijdig overtuigen van mensen van bepaalde ideeën of visies.

De media, naast de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht, hebben invloed op de politiek en samenleving.

Negatieve informatie verdoezelen of in een positief licht schilderen.

Het presenteren van een onderwerp met slechts twee extreme mogelijkheden zonder nuance.

Het herhalen van berichten om het effect te versterken en een indruk te creëren.

Het aanwakkeren van een gevoel van solidariteit en gemeenschap binnen een groep.

Het benadrukken van zorgen en angsten bij mensen om hun gedrag te beïnvloeden.

Het veralgemenen van gebeurtenissen of meningen om ze in een larger context te plaatsen.

Het benadrukken van belangrijke waarden of idealen om de aandacht te vestigen op een bepaalde boodschap.

Veralgemening over een groep mensen of een groep objecten; vaak negatief of positief.

Het recht om te publiceren zonder censuur.

Beperking of verbod op bepaalde informatie.

Journalisten mogen hun bronnen geheim houden.

Verschillende mediabedrijven onder één eigendom.

Een situatie waarin één of enkele bedrijven een markt domineren.

Algemeen Christelijke Vakbond

Algemeen Belgische vakbond

Algemene centrale der liberalen vakverbond van België

Vakbond van Belgische ondernemingen

Vlaams netwerk van ondernemingen

Wereldwijde integratie van economische activiteiten.

Grote bedrijven met vestigingen in meerdere landen.

Conflict tussen economische groei en milieu.

Conflict tussen economische groei en gezondheidsproblemen.

Kenmerken van betrouwbare informatie.

Conclusies trekken uit observaties.

Logische conclusies uit aannames.

Kennis gebaseerd op zintuiglijke waarnemingen.

Kennis gebaseerd op redelijkheid.

Alledaagse kennis, niet wetenschappelijk.