Chemie Verbranding Quiz

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Download our mobile app to listen on the go

Get App

Questions and Answers

Koppel de brandstof aan zijn naam:

Glucose = Suiker Oxygen = Zuurstof Water = Bijproduct van verbranding Energie = Vrijgegeven bij verbranding

Koppel de producten van de verbranding aan hun beschrijving:

Water = Bijproduct van verbranding Kooldioxide = Bijproduct van verbranding Energie = Vrijgegeven tijdens de reactie Oxygen = Nodig voor verbranding

Koppel de elementen aan hun rol in de verbranding:

Glucose = Brandstof Oxygen = Oxidizer Water = Product van verbranding Energie = Vrijgave tijdens verbranding

Koppel de termen aan hun relevantie in de reactie:

Brandstof = Glucose Oxidizer = Zuurstof Bijproducten = Water en kooldioxide Energie = Vorm van warmte Signup and view all the answers

Koppel de chemische reactie aan de juiste vergelijking:

Glucose + Zuurstof = Water + Kooldioxide + Energie Kooldioxide + Water = Geen verbranding Zuurstof + Glucose = Brandstofverbruik Water + Energie = Bijproduct van verbranding Signup and view all the answers

Koppel de volgende termen aan hun betekenis:

Verbranding = Afbraak van glucose in cellen Zuurstof = Nodig voor verbranding Koolstofdioxide = Product van verbranding Brandstof = Substantie die wordt verbrand om energie te produceren Signup and view all the answers

Koppel de volgende activiteiten aan hun energiebehoefte:

Rock klimmen = Fysieke activiteit die energie nodig heeft Ademen = Fysiologische functie die energie nodig heeft Lichaamstemperatuur handhaven = Energie nodig om ongeveer 37°C te blijven Verbranding in cellen = Essentieel voor levensprocessen Signup and view all the answers

Koppel de volgende elementen aan hun rol in verbranding:

Glucose = Primair brandstof voor energie Oxygen = Vereist voor verbrandingsproces Koolstofdioxide = Afvalproduct van verbranding Energie = Nodig voor beweging en temperatuurregulatie Signup and view all the answers

Koppel de volgende uitspraken aan hun inhoud:

Verbranding in het lichaam = Gebeurd dag en nacht in elke cel Geen vuur nodig = Cells verbranden glucose zonder echte vlam Afvalproduct = Koolstofdioxide is een product van combustie Levensprocessen = Verbranding is essentieel voor alle levende cellen Signup and view all the answers

Koppel de volgende uitspraken over verbranding aan hun effecten:

Zuurstoftekort = Candle dooft als zuurstof opraakt Er zijn brandstoffen nodig = Om energie te produceren tijdens verbranding Energieproductie = Nodig voor alle lichaamsorganen Glucose afbreken = Maakt energie vrij in cellen Signup and view all the answers

Flashcards

Brandstof

De stof die verbrandt in een chemische reactie.

Oxidatiemiddel

De stof die nodig is om iets te laten verbranden.