Celmembraan en Lipiden: Biochemie

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Wat is de primaire functie van de celmembraan?

  • Het opslaan van genetische informatie.
  • Het synthetiseren van eiwitten.
  • Het reguleren van de beweging van stoffen in en uit de cel en het beschermen van de cel tegen externe factoren. (correct)
  • Het produceren van energie voor de cel.

Welke van de volgende lipiden is een belangrijk onderdeel van de celmembraan?

  • Fosfolipide (correct)
  • Triglyceride
  • Vetzuren
  • Glycerol

Wat is de functie van cholesterol in de celmembraan?

  • Het verhogen van de vloeibaarheid van de membraan bij lage temperaturen en het verminderen van de vloeibaarheid bij hoge temperaturen. (correct)
  • Het katalyseren van chemische reacties in de membraan.
  • Het verhogen van de starheid van de membraan bij alle temperaturen.
  • Het fungeren als een transporteiwit voor glucose.

Welke van de volgende beweringen over fosfolipiden is correct?

<p>Ze hebben een hydrofiele kop en een hydrofobe staart. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste functie van glycolipiden in de celmembraan?

<p>Het fungeren als markers voor celherkenning en immuunrespons. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke eigenschap van onverzadigde vetzuren beïnvloedt de vloeibaarheid van de celmembraan?

<p>De aanwezigheid van dubbele bindingen die knikken veroorzaken in de vetzuurstaarten. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom zijn omega-3 en omega-6 vetzuren essentieel?

<p>Omdat ze niet door het lichaam kunnen worden aangemaakt en via de voeding moeten worden opgenomen. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende factoren beïnvloedt de smelttemperatuur van een vetzuur het meest?

<p>De lengte van de koolstofketen en het aantal dubbele bindingen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van de aanduiding 'cis' in de context van onverzadigde vetzuren?

<p>De functionele groepen aan beide zijden van de dubbele binding bevinden zich aan dezelfde kant van de keten. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste functie van membraaneiwitten?

<p>Het reguleren van transport van stoffen over de membraan en het ontvangen van signalen van buiten de cel. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met de 'fluid mosaic structuur' van de celmembraan?

<p>De dynamische en flexibele structuur waarbij lipiden en proteïnen lateraal kunnen bewegen in de membraan. (B)</p> Signup and view all the answers

Welk type interactie houdt de fluid mosaic structuur van de celmembraan bij elkaar?

<p>Hydrofobe interacties en waterstofbruggen (A)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met laterale beweging van lipiden in de celmembraan?

<p>De beweging van een lipide binnen hetzelfde membraanvlak. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen een 'flip' en een 'flop' beweging van fosfolipiden in de celmembraan?

<p>Een 'flip' is de beweging van een fosfolipide van de buitenste naar de binnenste laag, terwijl een 'flop' de beweging van de binnenste naar de buitenste laag is. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke stelling beschrijft het best het proces van gefaciliteerde diffusie door een celmembraan?

<p>De beweging van moleculen van een hoge naar een lage concentratie met behulp van een transporteiwit. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen passief en actief transport over de celmembraan?

<p>Passief transport volgt de concentratiegradiënt, terwijl actief transport tegen de concentratiegradiënt in kan gaan en energie vereist. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van GLUT-proteïnen in het celmembraan?

<p>Het faciliteren van de opname van glucose in de cel. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen een uniport, symport en antiport transporteiwit?

<p>Een uniport transporteert één molecule, een symport transporteert twee moleculen in dezelfde richting, en een antiport transporteert twee moleculen in tegengestelde richting. (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt de selectiviteit van een ionkanaal de doorgang van ionen?

<p>Selectiviteit beperkt de doorgang tot ionen met een specifieke grootte, lading en interactie met het kanaal. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van myeline bij de actiepotentiaalgeleiding in neuronen?

<p>Het isoleren van de axon, waardoor de actiepotentiaal van knoop naar knoop kan 'springen', wat de geleidingssnelheid verhoogt. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er tijdens de depolarisatiefase van een actiepotentiaal?

<p>Natriumkanalen openen, waardoor Na+ de cel instroomt en het membraanpotentiaal positiever wordt. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van gap junctions tussen cellen?

<p>Het bevorderen van snelle communicatie en coördinatie tussen cellen door directe doorgang van ionen en kleine moleculen. (B)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende processen is een voorbeeld van primair actief transport?

<p>De natrium-kalium pomp die ionen transporteert tegen hun concentratiegradiënt in, gebruikmakend van ATP. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe verschilt secundair actief transport van primair actief transport?

<p>Secundair actief transport gebruikt de energie van een iongradiënt die is opgebouwd door primair actief transport. (A)</p> Signup and view all the answers

ABC-transporters zijn betrokken bij:

<p>Het transport van cholesterol, cortisol en andere stoffen, en kunnen resistentie tegen medicijnen veroorzaken. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke rol spelen kanalen en pompen in de celmembraan?

<p>Ze reguleren het transport van moleculen over de membraan. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de voornaamste functie van de natrium-kaliumpomp in dierlijke cellen?

<p>Het handhaven van de natrium- en kaliumgradiënten over het celmembraan. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende vectoren transporteert twee verschillende moleculen of ionen in dezelfde richting over een membraan?

<p>Symport (D)</p> Signup and view all the answers

Welk type lipide is vooral belangrijk voor celherkenning en de ABO-bloedgroep?

<p>Glycolipiden (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de voornaamste functie van kanalen in celmembranen?

<p>Het transporteren van specifieke ionen of moleculen over de membraan volgens hun elektrochemische gradiënt (D)</p> Signup and view all the answers

Wanneer een celmembraan zegt selectief permeabel te zijn, wat betekent dit dan?

<p>De membraan staat sommige moleculen toe om er doorheen te gaan, maar blokkeert de doorgang van andere moleculen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen kanalen en transporters in het transport over de celmembraan?

<p>Kanalen vormen een open porie waardoor moleculen kunnen bewegen, terwijl transporters een conformatieverandering ondergaan om moleculen te verplaatsen. (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe draagt de celmembraan bij aan de homeostase binnen een cel?

<p>Door selectief te reguleren welke stoffen de cel in en uit kunnen gaan, waardoor de interne samenstelling stabiel blijft. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de twee belangrijkste componenten van een celmembraan?

<p>Lipiden en eiwitten (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van een toename in de hoeveelheid cholesterol in een celmembraan?

<p>Het werkt als een buffer, waardoor de membraan minder vloeibaar is bij hoge temperaturen en minder stijf bij lage temperaturen. (B)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Wat is een celmembraan?

Een dubbellaags structuur van lipiden en proteïnen die een barrière vormt en nutriënten reguleert.

Functie van de celmembraan

Een selectieve barrière die de cel beschermt en het transport van stoffen reguleert.

Wat zijn fosfolipiden?

Bevatten een hydrofiele kop en hydrofobe staart, vormen de basis van de membraan.

Wat zijn glycolipiden?

Lipiden met suikergroepen, belangrijk voor celherkenning.

Signup and view all the flashcards

Wat is cholesterol in de membraan?

Speelt een rol in de stevigheid en flexibiliteit van de membraan.

Signup and view all the flashcards

Waar vind je membranen?

Mitochondriën, peroxisomen, endoplasmatisch reticulum, kernmembraan, vesikels, lysosomen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn membraanproteïnen?

Eiwitten die een rol spelen in transport, signalering en structuur van de celmembraan.

Signup and view all the flashcards

Waar zitten perifere membraaneiwitten?

Zijn hydrofiel en zitten aan het waterige oppervlak van de membraan.

Signup and view all the flashcards

Welke bewegingen van lipiden in een membraan zijn er?

Laterale beweging, thermische agitatie, flip-flop.

Signup and view all the flashcards

Waarom is membraantransport belangrijk?

Zijn essentieel voor homeostase en functie van cellen.

Signup and view all the flashcards

Soorten membraantransport

Uniporter, symporter, antiporter.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn kanalen in de celmembraan?

Open structuren in het membraan die selectief moleculen doorlaten.

Signup and view all the flashcards

Wat is selectiviteit van kanalen?

Regelen de doorlaatbaarheid, gebaseerd op grootte, lading, enz.

Signup and view all the flashcards

Wat is een actiepotentiaal?

Een snelle verandering in potentiaal over de membraan.

Signup and view all the flashcards

Waarom is een actiepotentiaal essentieel?

Wordt gebruikt voor communicatie tussen cellen.

Signup and view all the flashcards

Waarom is myeline belangrijk?

Zorgen voor isolatie zodat actiepotentialen snel kunnen plaatsvinden.

Signup and view all the flashcards

Wat is het verschil tussen primaire en secundaire pompen?

Primaire pompen gebruiken ATP rechtstreeks, secundaire pompen gebruiken iongradiënten.

Signup and view all the flashcards

Transport kan ongunstig zijn!

Kan positieve of negatieve effecten hebben op een proces.

Signup and view all the flashcards

Belangrijkste punten over kanalen en pompen

Kanalen en pompen reguleren moleculen. Ze zijn specifiek of aspecifiek.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Celmembraan en Lipiden

  • Celmembranen en lipiden zijn belangrijke onderdelen van biochemie.
  • De celmembraan beschermt celcomponenten en houdt ze bij elkaar.
  • Lipiden vormen een groot deel van de membraan. Verschillende vormen van lipiden, zoals verzadigd, onverzadigd, cis en trans, hebben verschillende eigenschappen.

Celmembraan: Kenmerken en Functies

  • De celmembraan houdt verschillende componenten van een cel of organel bij elkaar en beschermt deze tegen externe factoren.
  • Het is een selectieve barrière die nutriënten en andere stoffen reguleert.
  • De celmembraan is dubbellaags en is opgebouwd uit lipiden (vetten) en proteïnen (eiwitten).
  • Specifieke proteïnen, zoals pompen, kanalen en receptoren, spelen een rol.
  • De membraan heeft een fluid mosaic structuur die bij elkaar wordt gehouden door niet-covalente (elektromagnetische) bindingen, zoals waterstofbruggen.

Membranen: Locaties

  • Membranen bevinden zich in verschillende organellen en structuren in de cel.
  • Deze locaties omvatten mitochondriën, peroxisomen, het endoplasmatisch reticulum, de kernmembraan, vesikels, en lysosomen.
  • Een massa celmembraan bestaat voor 50% uit lipiden.

Lipiden: Classificatie

  • Fosfolipiden, glycolipiden en cholesterol zijn de belangrijkste klassen van lipiden in de celmembraan.

Fosfolipiden: Structuur

  • De synthese van fosfolipiden vindt plaats in het endoplasmatisch reticulum.
  • Twee vetzuurmoleculen, gekoppeld aan coenzym A (CoA), binden aan glycerol-3-fosfaat.
  • Hierdoor ontstaat fosfatidinezuur, dat door een fosfatase wordt omgezet in diacylglycerol.
  • Vervolgens bindt een alcohol zoals serine, ethanolamine of choline.
  • Phosphatidylethanolamine zit dichter op elkaar in de membraan in vergelijking met andere fosfolipiden.
  • De kop van een fosfolipide is hydrofiel (wateraantrekkend); de staart is hydrofoob (waterafstotend).
  • De hydrofobe eigenschappen van vetzuurstaarten zijn de reden voor de dubbele fosfolipiden laag in de membraan.

Vetzuren in Fosfolipiden

  • Vetzuren zijn ketens van koolstofatomen met bindingen van waterstof en een carbonzuur.
  • Er zijn verzadigde en onverzadigde vetzuren.
  • Verzadigde vetzuren hebben enkele bindingen, terwijl onverzadigde vetzuren dubbele bindingen hebben.
  • Dubbele bindingen in onverzadigde vetzuren kunnen cis- of trans-bindingen zijn.
  • Onverzadigde cis-vetzuren zijn vaak van natuurlijke oorsprong.
  • Onverzadigde trans-vetzuren zijn vaak minder gezond.
  • Onverzadigde en meervoudig onverzadigde vetzuren zijn essentieel voor het menselijk lichaam.
  • Ze kunnen vaak niet zelf worden aangemaakt en moeten via de voeding worden verkregen.
  • Omega-3 en omega-6 vetzuren zijn voorbeelden, en de benaming is afgeleid van de positie van de eerste dubbele binding (geteld vanaf de staart).
  • Het dieet beïnvloedt de samenstelling van de membraan.

Smelttemperatuur van Vetzuren

  • De ketenlengte en het aantal bindingen beïnvloeden de smelttemperatuur van vetzuren.
  • Langere ketenlengtes (meer C-atomen) leiden tot een hogere smelttemperatuur.
  • Minder dubbele bindingen zorgen ook voor een hogere smelttemperatuur.

Glycolipiden

  • Glycolipiden functioneren als markers voor cel-contact en immuunrespons.
  • Het ABO-bloedgroepen systeem is een oligosacharide gebonden aan een glycolipide.
  • De binding van witte bloedcellen aan weefsels wordt ook gemedieerd door glycolipiden.

Cholesterol

  • Cholesterol is een belangrijk onderdeel van de celmembraan en draagt bij aan de stevigheid en permeabiliteit.
  • Cholesterol kan "vet-vlotten" vormen en eiwitten clusteren.
  • Het voorkomt membraanrigiditeit bij relatief lage temperaturen.
  • Het voorkomt membraanfluïditeit bij relatief hoge temperaturen.

Membraan Proteïnen

  • Membraanproteïnen dienen als receptoren (voor transport van informatie).
  • α-helix en β-sheet zijn structurele motieven die in membraanproteïnen voorkomen.
  • Membraanproteïnen kunnen ook kanalen vormen (voor transport van moleculen).

Beweging van Lipiden

  • Lipiden kunnen lateraal bewegen, een proces dat niet actief is.
  • Thermische agitatie, ook wel Brownse beweging, beïnvloedt de beweging van lipiden.
  • Lipiden kunnen transversaal bewegen (flip-flop: van buiten naar binnen of van binnen naar buiten).
  • Transversale beweging is incidenteel en wordt gemedieerd door enzymen: flippase en floppase.

Transport over membranen

  • Moleculen kunnen actief of passief over de membraan worden getransporteerd.
  • Passief transport vereist geen energie, actief transport wel.
  • Diffusie is de eenvoudigste vorm van transport.
  • Transport kan kanaal-gemedieerd (passief) of eiwit-gemedieerd zijn (passief of actief).
  • Uniporters, symporters, en antiporters zijn verschillende soorten transport-eiwitten.

Kanalen: Structuur en Functie

  • Kanalen zijn open, maar hun activiteit wordt gereguleerd.
  • Selectiviteit van een kanaal wordt bepaald door vorm, grootte of lading.
  • Ionen in oplossing vormen waterstof bindingen met watermoleculen.
  • De binnenkant van een natriumkanaal is negatief geladen, waardoor positieve natriumionen worden aangetrokken.
  • Kalium ionen zijn te groot, en negatieve (chloride) ionen worden afgestoten, kalium ionen passen wel door het kaliumkanaal, maar natrium kan dit niet.
  • De afstand tussen natrium ion en de negatieve elektronenen van het kanaal is groter dan de afstand tussen natrium ion en waterstofbruggen.

Actiepotentialen

  • Actiepotentialen zijn essentieel voor communicatie tussen cellen: een ultrakorte golf van elektrische ontlading die over het membraan gaat.
  • Een stimulus van een andere cel of neuron veroorzaakt depolarisatie, waardoor sommige Na+ kanalen openen. Na+ ionen stromen de cel in.
  • Na het overschrijden van de excitatie drempel openen alle Na+ kanalen.
  • Na het bereiken van de maximale actie potentiaal sluiten de Na+ kanalen en openen de K+ kanalen, waardoor K+ ionen de cel uitstromen en de balans herstelt.

Signaaloverdracht

  • Het is belangrijk dat een signaal snel en intact aankomt.
  • Kanalen zelf zijn niet erg "snel".
  • Myeline rond het axon zorgt voor isolatie, waardoor het potentiaal van knoop naar knoop springt.
  • Verlies van myeline leidt tot zwakkere signalen, zoals bij multiple sclerose.

Gap Junctions

  • Kanalen kunnen cellen met elkaar verbinden via gap junctions.
  • Dit zorgt voor contact tussen cytoplasma's.
  • Gap junctions zijn belangrijk voor intercellulaire communicatie en het synchroniseren van responsen.

Actief Transport

  • De meest bekende vorm van actief transport omvat de Intermembrane space.
  • P-type ATPases, die H+, Na+, Ca2+, Cu2+ en zware metalen transporteren, spelen een rol.
  • Deze pompen maken gebruikt van de vrijkomende energie tijdens de hydrolyse van adenosinetrifosfaat (ATP), waarbij ATP wordt omgezet in ADP+P+E.
  • De natrium-kalium pomp is een voorbeeld van dit principe.
  • ATP binding cassette (ABC) transporters zijn belangrijk in transport van cholesterol, cortisol en andere stoffen, kunnen ook een belangrijke rol in resistentie tegen medicijnen spelen, daardoor is het blokkeren van de transporter dus belangrijk in behandeling van sommige aandoeningen .
  • Secundair actief transport gebruikt het opgebouwde potentiaal van primair actief transport.
  • Kanalen en pompen zijn belangrijk in het reguleren van moleculen, specifiek of aspecifiek, en via actieve of passieve mechanismen.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser