Calciumkanalen en Ryanodine

Study Notes

DHP is een voltage-gevoelig calciumkanaal, dat vervormt door een actiepotentiaal en de RyR-receptor opent.
Calcium (Ca2+) stroomt uit het sarcoplasmatisch reticulum, waardoor de intracellulaire concentratie met een factor van 1000 toeneemt.
Ryanodine, afkomstig van de plant Ryania speciosa, is een insecticide en giftig. Het opent het calciumpoortje bij lage concentraties, wat leidt tot sterke spiercontracties; bij hogere concentraties blijft het poortje gesloten, waardoor contracties onmogelijk zijn.

Zenuwactiepotentiaal en acetylcholine veroorzaken een contractie die uiteindelijk moet leiden tot relaxatie.
Contractie verloopt via de kruisbrugcyclus:
- Calcium bindt aan troponine C (TnC).
- Tropomyosine verschuift, waardoor actine bloot komt te liggen.
- Myosine bindt aan actine en vormt kruisbruggen, waarna actine over myosine glijdt (powerstroke).
ATP splitst in ADP en Pi tijdens het binden van myosine aan actine.

Acetylcholine moet loslaten om de ionenstroom van calcium te stoppen; dit reguleert de spieractiviteit.
Meer inspanning leidt tot activering van meer spiercellen (meer twitches); minder inspanning leidt tot minder actieve spiercellen (minder twitches).
Ruimtelijke summatie verhoogt de contractie-efficiëntie door het aantal motorische eenheden te laten toenemen.

Hartspiercellen verschillen van skeletspiercellen in stimulatie, waarbij Purkinjecellen autonoom actiepotentialen genereren.
Purkinjecellen hebben een pacemakerpotentiaal en zorgen voor synergistische activatie van hartspiercellen via gap junctions.
De Na/K-pomp handhaaft de ionenbalans door Na+ naar buiten en K+ naar binnen te pompen, dit creëert een concentratiegradiënt.

Depolarisatie en hyperpolarisatie beïnvloeden de kans op actie, waarbij depolarisatie de activiteit vergroot en hyperpolarisatie deze vermindert.
Gegradeerde potentiaal komt voor in verschillende intensiteiten, is lokaal en kan in amplitude variëren.

Zenuwcellen geleiden prikkels met een snelheid van 1-100 m/s, afhankelijk van vezeltype en axondikte.
Gegradeerde potentiaal in het axon zorgt voor het activeren van natriumkanalen, wat leidt tot een influx van natriumionen en verdere depolarisatie.
De prikkelgeleiding vindt plaats door sequentiële depolarisatie en is vergelijkbaar met vallende dominostenen, waarbij een actiepotentiaal snel over het axon wordt voortgeleid.