Bacteriële Huidinfecties: Diagnose en Behandeling

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende is een leerdoel met betrekking tot bacteriële huidinfecties?

  • Het interpreteren van complexe genetische testen om zeldzame huidaandoeningen te diagnosticeren.
  • Het kunnen benoemen van de belangrijkste verwekkers van veelvoorkomende en ernstige huidinfecties. (correct)
  • Het kunnen voorschrijven van immunosuppressiva voor chronische huidziekten.
  • Het kunnen uitvoeren van een huidbiopsie op een verdachte laesie.

Welke van de volgende opties is een correcte toepassing van het PROVOKE-acroniem in de dermatologie?

  • Het beoordelen van de psychologische impact van de huidaandoening op de patiënt.
  • Het systematisch beschrijven van een huidafwijking. (correct)
  • Het bepalen van de prognose van een maligne aandoening.
  • Het protocolleren van de procedure voor excisie van huidtumoren.

Welke informatie is essentieel voor het stellen van de diagnose bacteriële huidinfectie?

  • De symptomen, klachten en resultaten van (aanvullend) onderzoek. (correct)
  • De actuele politieke situatie in de regio waar de patiënt woont.
  • De sociale economische status van de patiënt.
  • De persoonlijke voorkeur van de patiënt voor een bepaalde behandeling.

Welke pathogene eigenschap is kenmerkend voor stafylokokken bij de pathogenese van huidinfecties?

<p>Afbraak van intercellulaire verbindingen door exfoliatieve toxinen. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke term beschrijft het best een laesie die bestaat uit een klein aantal opvolgende laesies in het verloop van een lymfbaan?

<p>Sporotrichoid (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de meest nauwkeurige beschrijving van de term 'purpura' in de context van huidafwijkingen?

<p>Niet-wegdrukbare roodheid veroorzaakt door erytrocytenextravasatie (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beschrijvingen past het best bij een 'macula'?

<p>Een vlakke kleurverandering zonder textuurverschil (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest nauwkeurig de pathogenese van erythrasma?

<p>Het is een bacteriële infectie veroorzaakt door Corynebacterium minutissimum, die gedijt in vochtige, warme omgevingen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de aanbevolen eerste stap in de behandeling van een milde erythrasma infectie?

<p>Miconazolcrème (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende symptomen is het meest suggestief voor het onderscheid tussen erysipelas en cellulitis?

<p>Scherp begrensd erytheem (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een essentiële differentiaaldiagnose om te overwegen bij de beoordeling van een patiënt met laesies die verdacht zijn voor cellulitis?

<p>Diepe veneuze trombose (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de meest passende eerste stap in de behandeling van necrotiserende fasciitis?

<p>Chirurgisch debridement (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende micro-organismen wordt vaak geassocieerd met de pathogenese van Staphylococcal Scalded Skin Syndrome (SSSS)?

<p>Staphylococcus aureus (B)</p> Signup and view all the answers

Welke term beschrijft het best de volgende huidafwijking: een rode, gezwollen ontsteking rond de nagelriem, soms gecompliceerd door abcesvorming?

<p>Paronychia (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende maatregelen is het meest cruciaal om recidieven van bacteriële huidinfecties te voorkomen, vooral bij patiënten met een verhoogd risico?

<p>Optimaliseren van de huidhygiëne en wondverzorging (A)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering beschrijft een belangrijk aspect van de behandeling van skin and soft tissue infections (SSTI's) veroorzaakt door MRSA?

<p>Incisie en drainage van abcessen is vaak noodzakelijk als aanvulling op de antibiotische therapie. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende klinische kenmerken is het meest suggestief voor necrotiserende fasciitis in plaats van cellulitis?

<p>Aanwezigheid van crepitatie in het aangetaste weefsel (B)</p> Signup and view all the answers

Welke factor beïnvloedt de samenstelling van de huidflora het meest significant?

<p>De vochtigheid en pH van de huid. (D)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt presenteert zich met een rode, pijnlijke en gezwollen nagelriem zonder pus. Welke behandeling is het meest geschikt in eerste instantie?

<p>Lokale antiseptica en afwachtend beleid (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende bevindingen zou het meest waarschijnlijk leiden tot een verandering in het antibioticabeleid bij een patiënt die wordt behandeld voor cellulitis?

<p>Geen verbetering na 48 uur behandeling (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke overweging bij de behandeling van impetigo bij kinderen om de verspreiding van de infectie te voorkomen?

<p>Het stimuleren van frequent handen wassen en vermijden van krabben aan de laesies (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen is kenmerkend voor de klinische presentatie van toxisch shock syndroom (TSS) in vergelijking met Staphylococcal Scalded Skin Syndrome (SSSS)?

<p>TSS wordt gekenmerkt door een maculeus exantheem en orgaanfalen, terwijl SSSS resulteert in wijdverspreide epidermale schilfering. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de meest voorkomende complicatie die geassocieerd is met verkeerd beheerde furunkels of karbunkels in het gezicht, met name in het gebied rond de neus?

<p>Sinustrombose (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen geeft het meest nauwkeurig de relatie weer tussen ecthyma en impetigo?

<p>Ecthyma is een diepere, ulceratieve vorm van impetigo die de dermis bereikt. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke reden om een chirurg te raadplegen bij een karbunkel ?

<p>Om de diepte van de infectie vast te stellen (A)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering is correct met betrekking tot de rol van topische antibiotica bij de behandeling van bacteriële huidinfecties?

<p>Topische antibiotica hebben de voorkeur in plaats van systemische antibiotica bij oppervlakkige infecties. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende factoren is het meest suggestief voor het voorschrijven van systemische antibiotica in plaats van alleen lokale behandeling bij een patiënt met impetigo?

<p>Wijdverspreide laesies met systemische symptomen zoals koorts (B)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt met een verminderde weerstand presenteert zich met een pijnlijke, zich snel uitbreidende rode plek op de arm, uitgaande van een klein wondje. Welke diagnose moet het eerst worden overwogen?

<p>Necrotiserende fasciitis (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het meest cruciale element in de behandeling van iemand die wordt verdacht van toxisch shock syndroom (TSS)?

<p>Snelle toediening van breedspectrum antibiotica en ondersteunende zorg op een intensive care (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende combinaties van symptomen is het meest suggestief voor de vroege stadia van toxisch shock syndroom (TSS) in plaats van een andere, minder ernstige infectie?

<p>Koorts, huiduitslag en gastro-intestinale symptomen, gevolgd door hypotensie en orgaanfalen (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende risicofactoren is het meest relevant bij de ontwikkeling van een infectie door Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA)?

<p>Recent verblijf in een ziekenhuis of verpleeghuis (D)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt vertelt dat de huidinfectie steeds terugkomt en vraagt om advies. Welke is het beste om te adviseren in het voorkomen van recidieven?

<p>Optimaliseren van de huidhygiëne en wondverzorging. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke verandering in de aanpak is het meest aangewezen als de algemene antibiotica geen effect lijken te hebben bij een diepe huidinfectie met abces?

<p>Het abces laten verwijderen door middel van een chirurgische ingreep (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de meest accurate definitie van een fistel in de context van huidinfecties?

<p>Een abnormale verbinding tussen twee epitheel beklede oppervlakken (C)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt die bekend is met ulcus cruris, heeft sinds enkele dagen koorts en een erysipelas-achtig beeld aan het onderbeen. Welke van de volgende overwegingen is het belangrijkst bij het starten van de behandeling?

<p>Zo snel mogelijk starten met breedspectrum antibiotica iv. (D)</p> Signup and view all the answers

Welk advies is het meest van belang om direct aan een patiënt met een furunkel in het gezicht te geven?

<p>Direct een arts raadplegen. (B)</p> Signup and view all the answers

In welke situatie is het het minst van belang om direct een arts in te schakelen bij oppervlakkige huidinfecties?

<p>In geen van de bovenstaande situaties kan er sprake zijn van afwachten. (B)</p> Signup and view all the answers

Welk type antibioticum werkt in op de celwandsynthese van de bacterie en wordt vaak ingezet bij huidinfecties?

<p>Penicilline (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Belangrijkste verwekkers

De student kan de belangrijkste verwekkers van veel voorkomende en ernstige huidinfecties noemen.

Huidafwijking beschrijven

De student kan een huidafwijking beschrijven met behulp van de PROVOKE-methode.

Diagnose stellen

De student kan aan de hand van symptomen, klachten en resultaten van (aanvullend) onderzoek de diagnose bacteriële huidinfectie stellen.

Behandeling kennen

De student weet hoe de meest voorkomende bacteriële huidinfecties behandeld worden.

Signup and view all the flashcards

P: Plaats

P staat voor Plaats, de locatie van de huidafwijking.

Signup and view all the flashcards

R: Rangschikking

R staat voor Rangschikking, de ordening van de laesies (bijv. gegroepeerd, lineair).

Signup and view all the flashcards

O: Omvang

O staat voor Omvang, de grootte en verspreiding van de laesie.

Signup and view all the flashcards

V: Vorm

V staat voor Vorm, de uiterlijke vorm van de laesie (bijv. rond, ovaal, polygonaal).

Signup and view all the flashcards

O: Omtrek

O staat voor Omtrek, de begrenzing van de laesie (bijv. scherp, onscherp).

Signup and view all the flashcards

K: Kleur

K staat voor Kleur, de kleur van de laesie (bijv. rood, blauw, geel).

Signup and view all the flashcards

E: Efflorescentie

E staat voor Efflorescentie, de aard van de huidafwijking (bijv. macula, papula, vesicula).

Signup and view all the flashcards

Macula (vlek)

Kleine, nauwelijks verheven, kleurveranderingen in de huid.

Signup and view all the flashcards

Papula (bultje)

Circumscripte solide verhevenheid van de huid, kleiner dan 1 cm.

Signup and view all the flashcards

Nodulus

Circumscripte palpabele verhevenheid (meestal solide)in de huid, kleiner dan 1 cm

Signup and view all the flashcards

Nodus (knobbel)

Grotere palpabele solide verhevenheid van de huid, groter dan 1 cm.

Signup and view all the flashcards

Plaque (plaat)

Solide, plateau-achtige (afgevlakte)verhevenheid van de huid >1 cm.

Signup and view all the flashcards

Vesicula (blaasje)

Zichtbare holte gevuld met helder vocht, zonder eigen wand, < 1 cm.

Signup and view all the flashcards

Bulla (blaar)

Als een blaasje, maar > 1 cm, subcorneaal, intra-epidermaal of subepidermaal.

Signup and view all the flashcards

Pustula (puist)

Zichtbare holte gevuld met purulent vocht, pus, zonder eigen wand, < 1 cm.

Signup and view all the flashcards

Squama (schilfer)

Schilfer, loslatend conglomeraat van hoorncellen.

Signup and view all the flashcards

Crusta (korst)

Korst, samengesteld uit ingedroogd exsudaat, fibrine, bloed, cellen, necrotisch materiaal of vuil.

Signup and view all the flashcards

Comedo (mee-eter)

Afgesloten talgklieruitvoergang, met ophoping van talgklier-materiaal (meeëter).

Signup and view all the flashcards

Lichenificatie

Vergroving van het huidreliëf, verdikking van de huid met accentuatie van de huidlijnen door chronisch krabben of wrijven.

Signup and view all the flashcards

Erosie

Oppervlakkig defect beperkt tot de epidermis, geen puntbloedingen.

Signup and view all the flashcards

Excoriatie

Defect tot in de dermis, puntbloedingen.

Signup and view all the flashcards

Vulnus

Beschadiging van de huid zonder onderliggend pathologisch proces.

Signup and view all the flashcards

Ulcus

Defect van de huid tot in de subcutis.

Signup and view all the flashcards

Rhagade (fissuur)

Kloof, scheur, inscheuring van de huid, variërend van oppervlakkig tot diep.

Signup and view all the flashcards

Atrofie

Afname van volume van huid-samenstellende elementen.

Signup and view all the flashcards

Verwekker Erysipelas

Erysipelas wordt veroorzaakt door S. pyogenes (A-streptokokken).

Signup and view all the flashcards

Verwekkers Cellulitis

Cellulitis kan worden veroorzaakt door S. aureus en S. pyogenes (A-strep).

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Bacteriële Huidinfecties: Kliniek en Behandeling - Leerdoelen

  • Studenten kunnen de belangrijkste veroorzakers van voorkomende en ernstige huidinfecties noemen.
  • Studenten kunnen een huidafwijking beschrijven aan de hand van PROVOKE.
  • Studenten kunnen op basis van symptomen, klachten en onderzoeksresultaten de diagnose van een bacteriële huidinfectie stellen.
  • Studenten hebben kennis over hoe de meest voorkomende bacteriële huidinfecties behandeld moeten worden.

PROVOKE: Een Acroniem voor Huidbeschrijving

  • PROVOKE is een acroniem dat staat voor Plaats, Rangschikking, Omvang, Vorm, Omtrek, Kleur en Efflorescentie.
  • De plaats van een laesie kan een belangrijk diagnostisch gegeven zijn.
    • Bijvoorbeeld, atopisch eczeem komt vaak voor in de knieholten en herpes simplex type 1 op de lip.
  • Rangschikking en uitbreiding beschrijven de samenhang en het oppervlak van de laesies.
    • Rangschikking is de verhouding van laesies ten opzichte van elkaar, uitbreiding is het oppervlak dat de laesie inneemt.
  • Voorbeelden van rangschikking zijn gedissemineerd, diffuus discreet, reticulair, confluerend, en folliculair.
  • Uitbreiding kan solitair, circumscript, regionaal, segmentaal, gegeneraliseerd of universeel zijn.
  • De omtrek van een laesie kan lijnscherp, scherp, matig scherp of onscherp zijn.
  • Efflorescenties zijn termen die bepaalde kenmerken bundelen, en termen die de overige aspecten van een laesie beschrijven (bijv. atrofie).
    • Hieronder vallen macula, nodus, comedo, dyschromia, erosie, bulla, papula, subcorneaal, excoriatie, epidermaal, intra-epidermaal, vulnus, dermaal, subepidermaal, squama, ulcus, dermo-epidermaal, nodulus, crusta, atrofie
  • Macula is een omschreven kleurverandering in het niveau van de huid zonder verdere epidermale of dermale afwijkingen.
  • Dyschromie is een niet nader genoemde verkleuring van de huid, die niet berust op vaatverwijding, niet wegdrukbaar of afwasbaar is.
  • Erytheem is tijdelijke wegdrukbare roodheid van de huid, berustend op vaatverwijding.
  • Purpura is rode, blauw-rode of paarse verkleuring van de huid door een bloeding (erytrocyten extravasatie), niet wegdrukbaar.
  • Teleangiëctasie is een blijvende verwijding van capillairen en kleinere bloedvaatjes, wegdrukbaar.
  • Papula is een circumscripte solide verhevenheid uitgaande van de huid (epidermis en adnexen of dermis) kleiner dan 1 cm, ontstaan door cel, weefsel of vochttoename.
  • Urtica is een vluchtige, vlakke, rode of bleke omschreven verhevenheid van de huid berustend op oedeem in de dermis, door vasodilatatie en verhoogde vasopermeabiliteit.
  • Nodulus is een Circumscripte palpabele verhevenheid (meestal solide) in de huid (epidermis, dermis) of onder de huid (subcutis) kleiner dan 1 cm.
  • Nodus is een Circumscripte palpabele verhevenheid (meestal solide) in de huid (epidermis, dermis) of onder de huid (subcutis) groter dan 1 cm.
  • Tumor is een gezwel, nieuwvorming (benigne of maligne).
  • Plaque is een solide, plateau-achtige (afgevlakte) verhevenheid van de huid groter dan 1 cm, veroorzaakt door toegenomen dikte van epidermis en/of dermis.
  • Vesicula is een zichtbare holte gevuld met helder vocht, zonder eigen wand, kleiner dan 1 cm, in of vlak onder de epidermis.
  • Bulla is als vesicula, maar groter dan 1 cm, subcorneaal, intra-epidermaal of subepidermaal. Gevuld met helder vocht, soms hemorrhagisch of purulent.
  • Pustula is een zichtbare holte gevuld met purulent vocht, pus, zonder eigen wand, < 1 cm meestal in epidermis gelegen (puist)
  • Squama is een schilfer, loslatend conglomeraat van hoorncellen.
  • Crusta is een korst, samengesteld uit ingedroogd exsudaat, fibrine, bloed, cellen, necrotisch materiaal of vuil.
  • Comedo een afgesloten talgklieruitvoergang, met ophoping van talgklier-materiaal (meeëter).
  • Lichenificatie is de vergroving van het huidrelief, verdikking van de huid met accentuatie van de huidlijnen door chronisch krabben of wrijven..
  • Eczema is een met vochtontwikkeling gepaard gaande ontstekingsreactie van epidermis en dermis.
    • Het is gekenmerkt door verschijnselen die naast en na elkaar kunnen voorkomen, zoals roodheid, zwelling, blaasjes, puistjes, erosies, rhagaden, crusta, schilfers, lichenificatie; onregelmatig begrensd en neiging tot perifere uitbreiding.
  • Erosie is een oppervlakkig defect beperkt tot de epidermis, geen puntbloedingen te zien.
  • Excoriatie is een defect tot in de dermis, puntbloedingen te zien
  • Vulnus is een beschadiging van de huid zonder onderliggend pathologisch proces.
  • Ulcus is een defect van de huid tot in de subcutis, tot onder het niveau van de haarfollikels (full-thickness).
  • Rhagade is een kloof, scheur, inscheuring van de huid, variërend van oppervlakkig tot diep.
  • Atrofie is de afname van volume van huid-samenstellende elementen (epidermis, dermis of subcutis)

E-learning Bacteriële Huidinfecties: Snelle Herkenning

  • Veel huidafwijkingen hebben een stereotype presentatie.

Erythrasma Kenmerken, Diagnostiek en Behandeling

  • Erythrasma komt vaak voor bij mensen met overgewicht en heeft een roodbruine kleur.
  • Differentiaaldiagnoses omvatten Candida infectie (beide schilferen en jeuken), Eczema seborroicum (rood/bruin op plaatsen met veel talgproductie), Psoriasis (scherp begrensd en donkerrode kleuren), en Tinea corporis (ringworm, scherp begrensd en donkerrode kleur).
  • Abces is geen differentiaaldiagnose, omdat het naast roodheid ook een pijnlijke zwelling (soms met koorts) veroorzaakt.
  • Cellulitus veroorzaakt naast roodheid ook pijn en warmte, mogelijk met systemische verschijnselen zoals malaise/koorts.
  • Erysipelas veroorzaakt naast roodheid ook pijn en warmte, met mogelijk systemische verschijnselen (algehele malaise/koorts).
  • Erysipeloid naast roodheid veroorzaakt ook pijn en warmte, met jeuk en een branderig gevoel, vaak na contact met dieren. Systemisch symptomen zijn ook goed mogelijk.
  • Erythrasma wordt gekenmerkt door PROVOKE eigenschappen:
    • P: Binnenzijde beide bovenbenen, rond het scrotum
    • R: Circumscript, diffuus
    • O: Enkele laesie, handpalmgrootte
    • V: Grillig
    • O: Scherp begrensd
    • K: Rood/bruin
    • E: Dyschromie
  • Aanvullend onderzoek is bij Erythrasma niet geïndiceerd.
  • Niet goed afdrogen en het vermijden van sauna’s en zweterige kleding wordt aanbevolen.
  • Huidplooien dagelijks wassen zonder zeep en goed afdrogen.
  • Behandeling: Miconazolcrème

Impetigo: Oorzaken, Symptomen en Behandeling Krentenbaard

  • Impetigo komt vaak voor bij kinderen, vooral na een verkoudheid, en veroorzaakt blaasjes en wondjes met gele korstjes rond neus/mond.
  • Differentiaaldiagnoses omvatten Herpes simplex labialis (beide met blaasjes en korstjes, mogelijk gelig bij herpes simplex).
    • Acne en folliculitis komen minder vaak voor bij peuters en zijn meestal rood met witte uitvloed.
    • Stafylococcal scalded-skin syndrome is een zeldzaam syndroom met grote blaren en loslatend vel, vooral bij baby's.
    • Varicella infectie (waterpokken) veroorzaakt kleine rode laesies over het gehele lichaam/deel daarvan.
  • PROVOKE kenmerken van Impetigo
    • P: Rond de neus en mond
    • R: Circumscript, en bouquet gegroepeerd
    • O: Tientallen laesies, milliaire grootte
    • V: Bolrond, rond
    • O: Matig scherp begrensd
    • K: Rode huid, gele korsten
    • E: Vesicula, crusta, eryhtema
  • Aanvullend onderzoek is bij Impetigo niet geïndiceerd.
  • Behandeling: Fusidinezuurcrème
    • Advies om besmetting te voorkomen: niet krabben, handen regelmatig wassen, en neus vaak snuiten

Hoepelman (2016)

  • Hoepelman (2016) H1: 13-18; H6: 123-138

Anatomie en Huidflora

  • De huid bestaat uit epidermis, dermis en subcutis en is bedekt met bacteriën, gisten en mijten.
    • Belangrijke structuren: talgklieren (hydrateren en bevatten antimicrobiële peptiden), zweetklieren (thermoregulatie), en Langerhanscellen (afweer).
    • In een gezonde situatie is er sprake van symbiose: de huidflora beschermt tegen pathogenen.
  • Vochtigheid en pH beïnvloeden de samenstelling van de flora.
  • De huid kan beschadigd raken door externe factoren (trauma) of interne aandoeningen (diabetes).
  • Huidinfecties kunnen oppervlakkig (epidermis, huidadnexen), diep (subcutis, onderliggende structuren) of systemisch zijn (verspreiding via bloedbaan).

Primaire Bacteriële Huidinfecties: Verwekkers en Behandeling

  • Primaire infecties beginnen in of op de huid, meestal veroorzaakt door grampositieve kokken (stafylokokken en streptokokken).
  • S. aureus en S. pyogenes kunnen impetigo, cellulitis, paronychia, ecthyma, necrotiserende fasciitis veroorzaken.
  • S. aureus: kan folliculitis, karbunkel, furunkel, panaritium en pyomyositis veroorzaken.
  • S. pyogenes (groep A streptokokken) kan erysipelas en necrotiserende fasciitis type 2 veroorzaken.

Necrotiserende Infecties: Kenmerken en Behandeling

  • Necrose vormtinitieel in de huid (necrotiserende cellulitis, huidnecrose) en verspreidt zich naar dieper gelegen gebieden (of van dieper gelegen gebieden naar de huid toe) = faciitis necroticans.
  • Necrotiserende cellulitis ontstaat door progressief celverval van de oppvervlakkige huid.

NHG-Richtlijn: Diagnostiek van Huidinfecties

  • Anamnese omvat lokalisatie, duur, koorts, pijn, jeuk, beroep en hygiëne.
  • Onderzoek op MRSA bij opname in buitenlands ziekenhuis, contact met varkens/vleeskalveren, of verblijf in asielzoekerscentrum. Risicogroepen omvatten patiënten met verminderde afweer, risico op endocarditis of infectie gewrichtsprothese.
  • Lichamelijk onderzoek beoordeelt efflorescenties, algemene toestand, abces omvang en roodheid rondom het oog.
  • Aanvullend onderzoek is alleen nodig bij MRSA-risico (kweek huidlaesie, neus- en keelslijmvlies, perineum) of twijfel over abces.
  • Maak onderscheid tussen oppervlakkige en diepe huidinfecties en verwijzing naar een medisch specialist.
  • Bij een diepe huidinfectie kan MRSA, een diepe infectie bij implantaten, orbitale cellulitis, necrotiserende wekedeleninfectie het vaststellen bemoeilijken.
  • De huisarts stelt op basis van de kweek vast of er sprake is van dragerschap voor S. aureus of MRSA, of een huidinfectie door MRSA.

Algemene Voorlichting en Adviezen

  • Hygiëne-adviezen omvatten regelmatig handen wassen en goed drogen, nagels kort knippen, eigen handdoek gebruiken en contact met aangedane huid vermijden.
  • Baden of een nat verband is niet zinvol, behalve om korsten los te weken.
  • Patiënten met contact opnemen met de bedrijfsarts bij werk, voornamelijk in de voedingsindustrie/gezondheidszorg.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Skin Infections and Lesions
120 questions
Bacterial Skin Infections: Impetigo
20 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser