Antropologie en Volkskunde Quiz

Antropologie is een brede studie die de mens in al z'n facetten bestudeert, van de evolutie tot de huidige cultuur.

De tak van antropologie die zich richt op de studie van menselijke skeletten, pathogenen, populatiegenetica en evolutionair gedrag.

De studie van de mens als biologisch organisme, inclusief het gedrag van primaten, menselijke evolutie en populatiegenetica.

De studie van taalvariatie, het sociaal gebruik van taal en de relatie tussen taal en cultuur.

De studie van materiële resten en artefacten uit het verleden.

De studie van sociale organisatie, culturele betekenissen, symbolen en rituelen.

Antropologie streeft naar het oplossen van menselijke problemen door het gebruik van interdisciplinaire kennis.

Het vergelijken van de biologische antropologie met ethologie, die het gedrag van dieren bestudeert.

De term 'volkskunde' ontstond in de 18e eeuw als een studie van één specifiek volk.

William Thoms introduceerde in 1846 de term 'Folk-Lore' om de tradities en kennis van het volk aan te duiden.

Een periode waarin volkskunde en antropologie culturen vastlegden, voordat ze zouden verdwijnen.

De focus in volkskunde verschoof in de jaren 60 naar de historische ontwikkeling, sociale gelaagdheid en geografische verspreiding van culturele verschijnselen.

Moderne volkskunde, ook bekend als etnologie, bestudeert breed gedragen cultuurverschijnselen als dynamische processen van betekenisgeving.

De moderne etnologie neemt een kritische blik aan op folklore en volkscultuur, en erkent de machtsrelaties en belangen die ermee verbonden zijn.

Een studie die zich richt op alle volken en hun culturen.

Een concrete verzameling van kennis of gebruiken van een volk.

Het proces waarbij mensen aan ervaringen, personen en plekken een heilige waarde toekennen, onafhankelijk van gevestigde religieuze instituties.

Het maken van heiligheid berust op religieuze interpretatie, ritualisering en onderhandeling. Het is een dynamisch en contextueel proces, wat in de ene cultuur als heilig wordt beschouwd kan in een andere context helemaal niet heilig zijn.

Rituelen roepen het sacrale niet alleen op, maar zijn zelf sacrale handelingen, apart en bijzonder.

Een verzameling rituelen met een zekere samenhang qua vormgeving, participatie, aanleiding en context, zoals jaarrituelen, levensrituelen, etc.

Het is een handeling die van een dagdagelijkse praktijk een symboolhandeling maakt door bijzondere vormgeving en aparte situering qua plaats en tijd.

Een onderzoeksveld waarbinnen de gemaaktheid van religieuze vormen uiterst zichtbaar is.

Wat door mensen apart wordt gezet/‘heilig’ wordt beschouwd. Sacraliteit is universeel en hoeft niet gebonden te zijn aan een specifiek geloof.

Een bepaald moment of specifieke gebeurtenis, eventueel met historische betekenis, kan tijdelijk als heilig worden beschouwd vanwege collectieve ervaring en de betekenis die eraan wordt toegekend door een gemeenschap.

Een vaardigheid die meer is dan techniek, die beheersing, creatief probleemoplossen, zichtbaarheid en erkenning van de maker vereist.

Het vermogen om een vak te beheersen, wat 10.000 uur ervaring en creatief probleemoplossen vereist.

De zichtbaarheid en erkenning van de maker, die belangrijk zijn voor trots en voldoening.

De combinatie van intellectuele kennis, lichamelijke vaardigheid en passie die nodig is voor ambachtelijk werk.

De overdracht van kennis en technieken door de generaties heen, die de basis vormt voor ambachtelijk werk.

Het vermogen van ambachtslieden om samen te werken, kennis te delen, kwaliteit te bewaken en nieuwe ambachtslieden op te leiden.

De sterke band die ambachtslieden hebben met hun materialen, gereedschappen en grondstoffen.

De positieve en negatieve impact van erfgoed op ambachten: van musealisering tot statusverhoging.

De studie van volkscultuur gaat verder dan het kleurrijke en schilderachtige beeld dat vaak geassocieerd wordt met folklore. Volkscultuur is ingebed in machtsverhoudingen en belangen, vaak verhuld via traditionele vormen.

Een vorm van antropologisch onderzoek waarbij de studie van culturen gebeurt vanuit secundaire bronnen zoals reisverslagen en bibliotheken, zonder eigen veldwerk.

Een Schotse antropoloog, bekend van zijn werk 'The Golden Bough', waarin hij een evolutietheorie van cultuur presenteert: Magie, Religie, Wetenschap.

Volgens Frazer is religie een tijdelijke fase in de ontwikkeling van de mens. Hij dacht dat we van magie naar religie en uiteindelijk naar een rationele wetenschappelijke wereld zouden gaan, wat leidt tot 'onttovering'.

Een primitieve rituele praktijk beschreven door Frazer, waarbij een 'jaar-koning' geofferd wordt om vruchtbaarheid en welvaart te verzekeren, die hij zag als een belangrijke uiting van religie.

Een Engelse 'armchair' antropoloog die pionierde in culturele en sociale evolutie. Hij bestudeerde de ontwikkeling van culturen doorheen de tijd, zonder eigen veldwerk.

De kritiek op 'armchair' antropologie is dat het te veel steunt op secundaire bronnen en niet genoeg rekening houdt met de complexiteit van culturen en de subjectiviteit van de bronnen.

Volgens Frazer en Tylor doorloopt de mensheid een natuurlijke evolutie van magie naar religie en uiteindelijk wetenschap. Deze theorie werd later bekritiseerd voor het generaliseren van culturen en voor het negeren van lokale diversiteit.

De toenemende snelheid van transport en communicatie, waardoor de afstand tussen mensen en plaatsen minder belangrijk wordt. Dit zorgt ervoor dat informatie en goederen sneller worden verspreid.

Wanneer sociale relaties losgekoppeld worden van hun lokale context, vaak door technologische en economische veranderingen. Mensen en bedrijven verbinden zich niet meer alleen met hun directe omgeving.

De opkomst van vergelijkbare normen en standaarden over de hele wereld, zoals het gebruik van de Engelse taal, vergelijkbare hotels en winkels. Dit zorgt voor een meer uniforme wereld.

Een toename van verbindingen tussen mensen over continenten, dankzij snellere en efficiënter wordende netwerken. Dit leidt tot nieuwe afhankelijkheden en mogelijkheden.

Een toename van migratie, zakelijk reizen, internationale conferenties en toerisme. Mensen reizen vaker over grote afstanden.

Het proces waarbij mensen met verschillende achtergronden steeds meer contact met elkaar hebben, wat leidt tot een mengeling van culturen.

Globalisering verzwakt grenzen en leidt tot een toename van transnationale risico's, zoals ziektes, terrorisme en klimaatverandering.

De manier waarop de samenleving omgaat met risico's en onzekerheden, vooral in het licht van mondiale problemen.