Podcast
Questions and Answers
Wat is het doel van exposure in vivo bij angststoornissen?
Wat is het doel van exposure in vivo bij angststoornissen?
- Gewenning aan de angststimulus (correct)
- Directe medicatie toediening
- Genetisch gedrag effectief maken
- Vermijden van angstprikkels
Wat houdt responspreventie in bij de behandeling van angststoornissen?
Wat houdt responspreventie in bij de behandeling van angststoornissen?
- Het vergroten van angstreacties
- Het stimuleren van veiligheidsgedrag
- Het nalaten van angst reducerend gedrag (correct)
- Het compleet negeren van de angst
Welke van de volgende stappen behoort niet tot de cognitieve therapie?
Welke van de volgende stappen behoort niet tot de cognitieve therapie?
- Formuleren van functionelere interpretaties
- Toetsing van interpretaties in de realiteit
- Uitsluiten van negatieve metacognities (correct)
- Opsporen van catastrofale interpretaties
Wat is een kenmerk van metacognitieve therapie?
Wat is een kenmerk van metacognitieve therapie?
Welke interventie versterkt of versnelt de gedragstherapie of cognitieve therapie?
Welke interventie versterkt of versnelt de gedragstherapie of cognitieve therapie?
Wat wordt er bedoeld met pathologische angst?
Wat wordt er bedoeld met pathologische angst?
Welke van de volgende symptomen behoort niet tot de criteria voor een paniekaanval?
Welke van de volgende symptomen behoort niet tot de criteria voor een paniekaanval?
Wat is het verschil tussen spontane en situationele paniekaanvallen?
Wat is het verschil tussen spontane en situationele paniekaanvallen?
Wat is een kenmerk van vermijdingsgedrag bij angststoornissen?
Wat is een kenmerk van vermijdingsgedrag bij angststoornissen?
Welke uitspraak over angst is juist?
Welke uitspraak over angst is juist?
Welke van de volgende angststoornissen is niet opgenomen in de DSM5 classificatie?
Welke van de volgende angststoornissen is niet opgenomen in de DSM5 classificatie?
Wat is een belangrijk kenmerk van een paniekaanval?
Wat is een belangrijk kenmerk van een paniekaanval?
Wat is een voorbeeld van een autonome symptoom tijdens een paniekaanval?
Wat is een voorbeeld van een autonome symptoom tijdens een paniekaanval?
Wat is een kenmerk van agora fobie?
Wat is een kenmerk van agora fobie?
Wanneer is er sprake van sociale angststoornis volgens de DSM5 criteria?
Wanneer is er sprake van sociale angststoornis volgens de DSM5 criteria?
Wat is een voorbeeld van een situatie die angst kan oproepen bij iemand met sociale angststoornis?
Wat is een voorbeeld van een situatie die angst kan oproepen bij iemand met sociale angststoornis?
Wat karakteriseert een specifieke fobie?
Wat karakteriseert een specifieke fobie?
Volgens de DSM5 criteria, wat volgt op de angst of vrees voor sociale situaties?
Volgens de DSM5 criteria, wat volgt op de angst of vrees voor sociale situaties?
Wat is een veelvoorkomende oorzaak voor vermijding in agora fobie?
Wat is een veelvoorkomende oorzaak voor vermijding in agora fobie?
Hoe lang duurt de angst of vrees bij sociale angststoornis meestal?
Hoe lang duurt de angst of vrees bij sociale angststoornis meestal?
Wat kan voorkomen bij een specifieke fobie?
Wat kan voorkomen bij een specifieke fobie?
Wat beschrijft positieve metacognitie?
Wat beschrijft positieve metacognitie?
Welke symptomen zijn niet geassocieerd met gegeneraliseerde-angststoornis?
Welke symptomen zijn niet geassocieerd met gegeneraliseerde-angststoornis?
Wanneer beginnen angststoornissen zich meestal?
Wanneer beginnen angststoornissen zich meestal?
Wat is een veelvoorkomende misvatting over de behandeling van angststoornissen?
Wat is een veelvoorkomende misvatting over de behandeling van angststoornissen?
Wat bepaalt of een angst of vrees als buiten proportie wordt beschouwd?
Wat bepaalt of een angst of vrees als buiten proportie wordt beschouwd?
Welk van de volgende symptomen is geen criterium voor een gegeneraliseerde-angststoornis volgens de DSM-5?
Welk van de volgende symptomen is geen criterium voor een gegeneraliseerde-angststoornis volgens de DSM-5?
Wat is een veelvoorkomend gevolg van een angststoornis na de eerste episode?
Wat is een veelvoorkomend gevolg van een angststoornis na de eerste episode?
Wat is een symptoom van een paniekstoornis?
Wat is een symptoom van een paniekstoornis?
Wat wordt bedoeld met anticipatieangst?
Wat wordt bedoeld met anticipatieangst?
Welke van de volgende symptomen is geen neurologisch symptoom?
Welke van de volgende symptomen is geen neurologisch symptoom?
Welk gedrag kan optreden als gevolg van paniekstoornis?
Welk gedrag kan optreden als gevolg van paniekstoornis?
Welke vrees is typisch voor patiënten met een paniekstoornis?
Welke vrees is typisch voor patiënten met een paniekstoornis?
Wat zijn de DSM5 criteria voor een paniekstoornis?
Wat zijn de DSM5 criteria voor een paniekstoornis?
Wat houdt maladaptief gedrag in bij paniekstoornis?
Wat houdt maladaptief gedrag in bij paniekstoornis?
Welke van de volgende neurotransmitters is niet betrokken bij het hersenvreessysteem?
Welke van de volgende neurotransmitters is niet betrokken bij het hersenvreessysteem?
Wat is de rol van de amygdala in de angstrespons?
Wat is de rol van de amygdala in de angstrespons?
Wat is een mogelijke oorzaak voor angststoornissen volgens de informatie?
Wat is een mogelijke oorzaak voor angststoornissen volgens de informatie?
Wat is vereist voor de extinctie van angst?
Wat is vereist voor de extinctie van angst?
Wat is de eerste keuze in medicamenteuze behandeling voor angststoornissen?
Wat is de eerste keuze in medicamenteuze behandeling voor angststoornissen?
Welke reactie wordt niet gestuurd door de amygdala?
Welke reactie wordt niet gestuurd door de amygdala?
Wat is de tijdsduur voordat de effectiviteit van behandeling kan worden geëvalueerd bij sociale angststoornis?
Wat is de tijdsduur voordat de effectiviteit van behandeling kan worden geëvalueerd bij sociale angststoornis?
Wat is een gevolg van vermijdingsgedrag bij angststoornissen?
Wat is een gevolg van vermijdingsgedrag bij angststoornissen?
Flashcards
Angststoornis
Angststoornis
Een aandoening waarbij na een angstprikkel een ongewoon intense en/of langdurige angst ontstaat, die buiten proporties is, of wanneer er angst zonder angstprikkel aanwezig is.
Paniekaanval
Paniekaanval
Plotseling opkomende aanvallen van angst met lichamelijke symptomen, waarbij de persoon bang is om dood te gaan, gek te worden, of de controle te verliezen.
DSM-5
DSM-5
Een gids voor de classificatie van mentale stoornissen, waaronder angststoornissen.
Paniekstoornis
Paniekstoornis
Signup and view all the flashcards
Vermijdingsgedrag
Vermijdingsgedrag
Signup and view all the flashcards
Spontane paniekaanval
Spontane paniekaanval
Signup and view all the flashcards
Symptomen paniekaanval (cardiopulmonaal)
Symptomen paniekaanval (cardiopulmonaal)
Signup and view all the flashcards
Symptomen paniekaanval (autonoom)
Symptomen paniekaanval (autonoom)
Signup and view all the flashcards
Anticipatieangst
Anticipatieangst
Signup and view all the flashcards
Agorafobie
Agorafobie
Signup and view all the flashcards
DSM5 criteria paniekstoornis
DSM5 criteria paniekstoornis
Signup and view all the flashcards
DSM5 criteria agorafobie
DSM5 criteria agorafobie
Signup and view all the flashcards
Derealisatie
Derealisatie
Signup and view all the flashcards
Depersonalisatie
Depersonalisatie
Signup and view all the flashcards
Neurologische symptomen
Neurologische symptomen
Signup and view all the flashcards
Exposure in vivo
Exposure in vivo
Signup and view all the flashcards
Responspreventie
Responspreventie
Signup and view all the flashcards
Catastrofale interpretaties
Catastrofale interpretaties
Signup and view all the flashcards
Cognitieve therapie
Cognitieve therapie
Signup and view all the flashcards
Metacognitieve therapie
Metacognitieve therapie
Signup and view all the flashcards
Agorafobische situaties
Agorafobische situaties
Signup and view all the flashcards
Sociale angststoornis
Sociale angststoornis
Signup and view all the flashcards
DSM-5 criteria sociale angststoornis (1)
DSM-5 criteria sociale angststoornis (1)
Signup and view all the flashcards
DSM-5 criteria sociale angststoornis (2)
DSM-5 criteria sociale angststoornis (2)
Signup and view all the flashcards
Specifieke fobie
Specifieke fobie
Signup and view all the flashcards
DSM-5 criteria specifieke fobie (1)
DSM-5 criteria specifieke fobie (1)
Signup and view all the flashcards
DSM-5 criteria specifieke fobie (2)
DSM-5 criteria specifieke fobie (2)
Signup and view all the flashcards
Gegeneraliseerde angststoornis
Gegeneraliseerde angststoornis
Signup and view all the flashcards
Positieve metacognitie
Positieve metacognitie
Signup and view all the flashcards
Negatieve metacognitie
Negatieve metacognitie
Signup and view all the flashcards
Internaliserend temperament
Internaliserend temperament
Signup and view all the flashcards
Premorbide
Premorbide
Signup and view all the flashcards
Somatische klachten
Somatische klachten
Signup and view all the flashcards
Sluipend begin
Sluipend begin
Signup and view all the flashcards
Angstcircuit
Angstcircuit
Signup and view all the flashcards
Amygdala
Amygdala
Signup and view all the flashcards
Hippocampus
Hippocampus
Signup and view all the flashcards
Frontostriataal circuit
Frontostriataal circuit
Signup and view all the flashcards
Extinctie
Extinctie
Signup and view all the flashcards
Angstwekkende gedachten
Angstwekkende gedachten
Signup and view all the flashcards
SSRI
SSRI
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Angststoornissen
- Angststoornissen ontstaan wanneer een angstprikkel een ongewoon intense en/of langdurige angst veroorzaakt, die buiten proporties is, of wanneer angst optreedt zonder een angstprikkel.
- Classificatie van angststoornissen volgens DSM-5: paniekstoornis, agorafobie, specifieke fobie, sociale angststoornis, gegeneraliseerde angststoornis, angststoornis door een middel/medicatie, angststoornis door een somatische aandoening.
- Angst is een toekomstgerichte stemming, geassocieerd met voorbereiding op mogelijke negatieve gebeurtenissen.
- Vrees is een alarmreactie die optreedt bij echt of vermeend gevaar, gepaard met gedachten over direct gevaar en autonome symptomen.
- Paniekaanval: plotselinge aanvallen van intense angst, met lichamelijke symptomen (hartkloppingen, pijn op de borst, ademnood), die binnen tien minuten een piek bereiken en daarna geleidelijk afnemen. Er is vaak een angst voor dood, gek worden of de controle verliezen. Er worden onderscheiden: spontane en situationele paniekaanvallen.
- Vermijdingsgedrag: patiënten vermijden angstige situaties, zowel actief als passief.
- Paniekstoornis: terugkerende onverwachte paniekaanvallen, met angst voor nieuwe aanvallen.
- Agorafobie: angst voor situaties waarin vluchten moeilijk of onmogelijk is (bv. openbare ruimtes, drukke plekken, transportmiddelen).
- Sociale angststoornis: extreme angst en vrees voor sociale situaties, waar men bang is voor bespotting of afkeuring.
- Specifieke fobie: aanhoudende vrees voor een specifiek object of situatie (bv. dieren, hoogte, bloed).
- Gegeneraliseerde angststoornis: aanhoudende angst en bezorgdheid over veel verschillende zaken en problemen, met moeite om deze bezorgdheid onder controle te houden.
- Angststoornis door een middel/medicatie of somatische aandoening: angst die voortvloeit uit een medicijn of een onderliggende medische aandoening.
DSM-5 Criteria
- De criteria voor de verschillende angststoornissen zijn beschreven, met specifieke symptomen, duur en impact op het dagelijks functioneren.
Behandeling
- De behandeling bestaat uit psycho-educatie, medicatie en psychologische therapie (gedragstherapie en cognitieve therapie), met focus op exposure en responspreventie in geval van vermijdingsgedrag.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Dit quiz behandelt verschillende soorten angststoornissen zoals paniekstoornis, agorafobie en sociale angststoornis, volgens de DSM-5 classificatie. Leer over de kenmerken, symptomen en reacties van angst en vrees. Test je kennis over dit onderwerp en begrijp de impact van angst op het dagelijks leven.