Anatomische Terminologie Quiz
49 Questions
6 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de betekenis van de term 'proximaal' in de anatomische terminologie?

  • Achter een ander anatomisch structuur gelegen.
  • Het verst van het centrum van het lichaam gelegen.
  • Aan het uiteinde van een ledemaat gelegen.
  • Het dichtst bij het centrum van het lichaam gelegen. (correct)
  • Welke van de volgende uitspraken beschrijft de term 'distaal' correct?

  • Het verst van het centrum van het lichaam gelegen. (correct)
  • De verbinding tussen twee botten.
  • Het oppervlak van een orgaan beschrijvend.
  • Het meest centrale punt van het lichaam.
  • In welke situatie zou je de term 'proximaal' gebruiken?

  • Bij het beschrijven van de tenen ten opzichte van de knie.
  • Bij het vergelijken van de knie met de enkel.
  • Bij het beschrijven van de afstand tussen de vingers en de schouder.
  • Bij het beschrijven van de schouder als het dichtst bij het lichaam. (correct)
  • Hoe zou je de term 'distaal' toepassen in een anatomische beschrijving?

    <p>Om te beschrijven dat de hiel distaal is ten opzichte van de knie.</p> Signup and view all the answers

    Wat is het tegenovergestelde van 'proximaal' in anatomische termen?

    <p>Distaal</p> Signup and view all the answers

    Welk van de volgende termen verwijst naar de buikzijde van een dier?

    <p>Ventraal</p> Signup and view all the answers

    Welke term beschrijft de positie richting de schedel?

    <p>Craniaal</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent de term 'mediaan' in anatomische termen?

    <p>In het midden</p> Signup and view all the answers

    Welke term verwijst naar de kant van de zijkant?

    <p>Lateraal</p> Signup and view all the answers

    Welke term wordt gebruikt om te verwijzen naar de mondzijde?

    <p>Oraal</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent de term 'chronisch' in medische context?

    <p>Langdurig.</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de term 'auto-immun' het beste?

    <p>Afweer tegen eigen lichaamscellen.</p> Signup and view all the answers

    Welke term betekent 'melding van een vreemd voorwerp in het lichaam'?

    <p>Corpus alienum.</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt aangeduid met de term 'stenose'?

    <p>Vernauwing van een kanaal of opening.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende termen verwijst naar een acute, heftige allergische reactie?

    <p>Anafylaxie.</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent 'subklinisch' in de medische terminologie?

    <p>Geen zichtbare ziekteverschijnselen.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van een endocriene klier?

    <p>Het product wordt naar het bloed afgevoerd.</p> Signup and view all the answers

    Welke term verwijst naar een toename van hartslag?

    <p>Tachycardie</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van de pleura?

    <p>Het omhulsel van de longen en borstholte.</p> Signup and view all the answers

    Welke uitspraak is waar over erytrocyten?

    <p>Ze zijn verantwoordelijk voor het transport van zuurstof.</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft het begrip 'dyspneu' het beste?

    <p>Afwezigheid van ademhaling.</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent de term 'occlusie' in de context van diergeneeskunde?

    <p>Aansluiting van twee bewegende delen</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende termen beschrijft een kwaadaardige (maligne) aandoening?

    <p>Neoplasie</p> Signup and view all the answers

    Wat is de juiste definitie van 'insufficientie'?

    <p>Tekortkomen in functie of capaciteit</p> Signup and view all the answers

    Welke term verwijst naar de situatie waarin er een gebrek aan bloedvoorziening is?

    <p>Ischemie</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt de term 'ectopisch' in?

    <p>Weefsel op een ongebruikelijke locatie</p> Signup and view all the answers

    Welke term describeert het krimpen weefsel door afname in celgrootte?

    <p>Hypotrofie</p> Signup and view all the answers

    Wat is de betekenis van 'malocclusie' in de diergeneeskunde?

    <p>Verkeerde aansluiting van kaakdelen</p> Signup and view all the answers

    Wat impliceert de term 'percussie'?

    <p>Bekloppen van een lichaamsdeel</p> Signup and view all the answers

    Welke term beschrijft een vergroting van een orgaan?

    <p>-megali</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent de term 'hydro' in medische termen?

    <p>Met watervloei gepaard gaan</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende termen verwijst naar de kleine hersenen?

    <p>Cerebellum</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent de term 'prolaps' in een medische context?

    <p>Verzakking</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent de term 'pneumo'?

    <p>Met lucht gepaard gaan</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt aangeduid met het woord 'chylothorax'?

    <p>Vocht met waterrige consistentie in de pleuraholte</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent de term 'infarct'?

    <p>Verhindering van bloedtoevoer naar weefsel</p> Signup and view all the answers

    Voor welke aandoening staat de term 'hydrocefalus'?

    <p>Waterhoofd</p> Signup and view all the answers

    Wat is de betekenis van 'sopor'?

    <p>Sloom, alleen te wekken met milde prikkels</p> Signup and view all the answers

    Welke term geeft de betekenis van kleine pupillen aan?

    <p>Miose (miosis)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de Latijnse benaming voor de ellepijp?

    <p>Ulna</p> Signup and view all the answers

    Welke term staat gelijk aan de term 'Kuitbeen' in het Latijn?

    <p>Fibula</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent de medische term 'Atrofie'?

    <p>Afname van weefselmassa</p> Signup and view all the answers

    Wat is de Latijnse term voor 'Opperhuid'?

    <p>Epidermis</p> Signup and view all the answers

    Welke term beschrijft een schimmelinfectie van de huid?

    <p>Dermatofyse</p> Signup and view all the answers

    Wat is de betekenis van de term 'Fissuur' in de context van botten?

    <p>Breuklijn zonder verplaatsing</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent 'Pruritus' in medische termen?

    <p>Jeuk</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent de term 'Erytheem'?

    <p>Roodheid</p> Signup and view all the answers

    Welk van de volgende is de betekenis van 'Ligamentum'?

    <p>Verbinding tussen twee botten</p> Signup and view all the answers

    Welke term is gelijk aan 'M.b.t. de hals'?

    <p>Cervical</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Anatomische Terminologie

    • Dorsaal: Naar de rug toe, aan de rugzijde gelegen.
    • Ventraal: Naar de buik toe, aan de buikzijde gelegen.
    • Mediaan: Vanaf de zijkant gerekend in het midden ('middenlijn').
    • Mediaaal: Vanaf de zijkant gerekend naar het midden toe.
    • Lateraal: Naar de zijkant toe, aan de zijkant gelegen.
    • Craniaal: Aan/richting de kant van de schedel.
    • Caudaal: Aan/richting de kant van de staart.
    • Rostraal: Aan/richting de voorkant van de kop, wordt gebruikt wanneer over het hele dier gesproken wordt.
    • Oraal: Op de mond betrekking hebbend of aan de mondzijde gelegen.
    • Nasaal: In of bij de neusstreek gelegen en daarop betrekking hebbend.
    • Proximaal: Het dichtst bij het centrum van het lichaam (romp) gelegen.
    • Distaal: Het verst van het centrum van het lichaam gelegen; aan het uiteinde.

    Veelgebruikte Algemene Termen

    • Thoracaal: M.b.t. de borstkas.
    • Abdominaal: M.b.t. de buikholte.
    • Cervicaal: M.b.t. de hals.
    • Spinaal: M.b.t. de wervelkolom.
    • Lumbaal: M.b.t. de ledenen.
    • Systemisch: Van het hele lichaam.
    • Constrictie: Vernauwing (door samenknijping).
    • Dilatatie: Verwijding.
    • Contractie: Samenkorting (bv. van een spier).
    • -itis: Ontsteking, bv. hepatitis, endocarditis, uveitis.
    • Congenitaal: Aangeboren.
    • -pathie: Ziekte of afwijking van, bv. enteropathie, neuropathie, cardiomyopathie.
    • Anorexie: Niet meer eten.
    • Adipisatie: Niet meer drinken.
    • Feline: M.b.t. de kat.
    • Canine: M.b.t. de hond.
    • Hernia: Uitsprong van een orgaan of weefsel naar een plek waar het in eerste instantie lag.
    • Trauma: Beschadiging, verwonding (kan zijn mechanisch, psychologisch...).
    • Corpus alienum (mv.corpora aliena): Vreemd voorwerp.
    • Immuundeficiënt: Te zwak afweersysteem; te kort aan functionele afweercellen.
    • Auto-immun: Afweer tegen de lichaamscellen geen gericht.
    • Anafylaxie: Heftige systemische allergische reactie.
    • Intoxicatie: Vergiftiging.
    • Atopie: Allergie tegen ingedrade allergenen.
    • Deficiëntie: Een tekort (bv.calciummis, -tekort aan kalk).
    • Percaut: Zeer snel optredend (ziekteverschijnselen).
    • Acuut: Snel optredend (ziekteverschijnselen).
    • Chronisch: Langdurig (ziekteverschijnselen).
    • Klinisch: Zichtbare ziekteverschijnselen bij aanwezigheid van een ziekte of aandoening.
    • Subklinisch: Geen ziekteverschijnselen zichtbaar, wel aanwezigheid van een ziekte of aandoening.
    • Hematoom: Bloeduitstorting, bloedophoping.
    • Cyste: Ompakselde holte, gevuld met vocht.
    • Sepsis: Infectie van het bloed met toxineproducerende bacteriën.
    • Ulcus: Zweer.
    • Ruptuur: Scheur.
    • Nucleus: Kern.
    • Stenose: Vernauwing.

    Veelgebruikte Diergeneesmiddelen en Latijnse Termen

    • Occulsie: Aansluiting van twee bewegende delen op elkaar (bv.occlusie van de kaak). Betekent ook wel 'verstopping' (bv.arterie occlusie, verstopping van een bloedvat).
    • Obstructie: Afsluiting, verstopping.
    • Ectopisch: Weefsel dat zich op een andere plek bevindt dan gebruikelijk (bv. ectopische ureter).
    • Ablatio: Loslating.
    • Malocclusie: Verkeerde aansluiting van twee bewegende delen op elkaar (bv.malocclusie van de kaak).
    • Externa: Buitensste.
    • Interna: Binnenste.
    • Mono: M.b.t. één object (bv.monoparese, verzwakking van één voet).
    • Poly: M.b.t. meerdere objecten (bv.polyartitis, gewrichtsontsteking van meerdere gewrichten).
    • Auscultatie: Beluisteren.
    • Percussie: Bekloppen.
    • Palpatie: Betasten, aflassen, bevoelen.
    • Insufficiëntie: Tekortschieten, tekortkomen (bv.mitralisinsufficiëntie, het tekortschieten van de linkerklep in het hart).
    • -tomie: Openen (bv.laparotomie, het openen van de buik).
    • Mono: Bekijken (bv.endoscopie).
    • Maligne: Kwaadaardig.
    • Benigne: Goedaardig.
    • Extractie: Iets weghalen of ergens uithalen (bv.extractie van een tand).
    • Resorptie: Heropname.

    Weefsels

    • Arterie: Slagader.
    • Vasculair: M.b.t. de bloedvaten.
    • Vene: Ader.
    • Nervus: Zenuw.
    • Musculus: Spier.
    • Glandula: Klier.
    • Hyper/hypoplasie: Groei of krimp van weefsel door groei of krimp van celantal.
    • Hypo/hypotrofe: Groei of krimp van weefsel door groei of krimp van celgroote.
    • Dysplasie: Afwijkende vorming van weefsel.
    • Aplasie: Afwezigheid vorming van weefsel.
    • Ischemie: Gebrek aan bloedvoorziening van een weefsel.
    • Necrose: Afsterven van een weefsel.
    • Ductus: Buis, kanaal.
    • Serosa: Lichaamsvlees, bekledend weefsel van de interne organen. Bestaat uit endotheel.
    • Mucosa: Slijmvlies.
    • Neoplasie: Nieuwvorming; kanker.

    Vegetatieve Degeneratie en Latijnse Termen

    • -megali: Vergroting, bijv. van een orgaan (splenomegalie - milvergroting)
    • Degeneratie: Afbraak, achteruitgang
    • Oedeem: Vochtopeenhoping
    • Purulent: Met pus gepaard gaan
    • Hemo: Met bloed gepaard gaan.
    • Hydro: Met watervloei gepaard gaan (bijv. hydrothorax)
    • Chylo: Met waterig vocht gepaard gaan (bijv. chylothorax)
    • Pyo: Met pus gepaard gaan (bijv. pyothorax)
    • Pneumo: Met lucht gepaard gaan (bijv. pneumothorax, lucht in het mediaalijsten)
    • Liquo: Met vocht gepaard gaan (bijv. liquothorax).Het vocht kan bloed, pus of waterig vocht zijn.
    • Fibrose: Verharding, uitrekking.
    • Prolaps: Verbindingseveling
    • Tumor: Verzakking, uitzakking

    De Kop

    • Cerebrum: Grote hersenen.
    • Cerebellum: Kleine hersenen.
    • Miose (miosis): Kleine pupillen.
    • Mydriase (mydriasis): Verweide pupillen.
    • Cornea: Hoornvlies.
    • Uvea: Druifvlees (Uvea is echter de meest gebruikte term).
    • Retina: Netvlies.
    • Visus: Het zicht.
    • Oropharynx: Gedeelte van de farynx dat in de mondholte ligt.
    • Nasopharynx: Gedeelte van de farynx dat in de neusholte ligt.
    • Brachycefaal: Kortsnuit.
    • Metacefaal: 'Normale' snuit, gemiddelde lengte.
    • Dolichocefaal: Langsnuit.
    • Sopor: Sloom, met milde prikkels te wekken.
    • Stupor: Zeer sloom, alleen met sterke prikkels te wekken.
    • Coma: Niet wakker te maken.
    • Hydrocefalus: Waterhoofd.
    • Infarct: Verhindering van bloedtoevoer naar een bepaald weefsel; weefsel erachter sterft af (bijv. hartinfarct, herseninfarct).
    • Aura, ictus, post-ictaal: Stadia van een epileptiforme aanval.
    • Ataxie: Dronkenmansgang, afwijkende proprioceptie.
    • Vestibulair: M.b.t. het evenwichtsorgaan.

    Bewegingsapparaat

    • Scapula: Schouderblad.
    • Humerus: Opperarmbeen.
    • Radius: Spaakbeen.
    • Ulna: Ellepijp
    • Carpus: Middenhandsbenen
    • Metacarpalia: Vingers of tenen
    • Digitus: Heupkom
    • Acetabulum: Dijbeen
    • Femur: Scheenbeen
    • Tibia: Kuitbeen
    • Fibula: Enkelgewricht
    • Tarsus: Middenvoetsbeentjes
    • Metatarsalia: Kniecijfer
    • Patella: Gewrichtsvloeistof
    • Synovia: Borstbeen
    • Sternum: M.b.t. de hals
    • Vertebrae: Wervels
    • Cervical: M.b.t. de hals
    • Thoracaal: M.b.t. de thorax
    • Lumbaal: M.b.t. de lenden
    • Sacraal: M.b.t. het bekken
    • Caudaal (als in 'vertebrae caudales'): M.b.t. de staart
    • Atlas: Tweede halswervel
    • Axis: Bot
    • Os (m.v.ossa): Bindweefselstreng, verbinding tussen twee elementen. Vaak aanwezig in gewrichten.
    • Ligamentum: Bekken
    • Pelvis: Bekken
    • Extensor: Strekker
    • Flexor: Buiger
    • Costoal: M.b.t. de ribben
    • Parese: Verzwakking, verslapping
    • Afsplitsen: Verlamming
    • Atrofie: Vermindering van weefselmassa door krimp van celgrootte; spieratrofie = afname van spierspanning.
    • Fractuur: Breuk
    • Fissuur: Kloof; breuklijn zonder verplaatsing van botdelen.

    Huid

    • Epidermis: Opperhuid, buitenste huidlaag
    • Dermis: Lederhuid
    • Subcutis: Onderhuid, onderste huidlaag
    • Dermatofyse: Schimmelinfectie van de huid
    • Pruritus: Jeuk
    • Alopecia: Kaalheid
    • Erytheem: Roodheid

    Endocrinologie

    • Endocrin: Klierproduct wordt naar het bloed afgevoerd (product = hormonen).
    • Exocrin: Klierproduct wordt via een buizensysteem afgevoerd, vaak naar buiten (huid, maagdarmkanaal).
    • Cortex: Schors.
    • Medulla: Merg.

    Bloed en Circulatie

    • Erytrocyt: Rode bloedcel.
    • Leukocyt: Witte bloedcel.
    • Trombocyt: Bloedplaatje.
    • Reticulocyt: Jonge, onvolwassen rode bloedcel.
    • Trombus: Stolsel.
    • Atrium: Boezem.
    • Ventricel: Kamer.
    • Septum: Scheidingswand.
    • Pericard: Hartzakje.
    • Tachycardie, bradycardie: Snelle hartslag, trage hartslag.
    • Mediastinum: Structuur in de borstholte, omgeven door losmazig bindweefsel; bevat longen, trachea, zenuwen, ductus thoracicus, thymus, lymfeknopen, en hart. Buiten het mediastinum zijn de pleura en longen aanwezig.
    • Anemie: Bloedarmoede; tekort aan functionele rode bloedcellen.
    • Hemorragische diathese: Verhoogde bloedingsneiging.
    • Aritmie: Ritmestoornis.
    • Cyanose: Ernstig zuurstoftekort in de weefsels, zichtbaar door een blauwverkleuring van de slijmviezen.

    Respiratie

    • Planum nasale: Neusspiegel.
    • Epistaxis: Bloedneus.
    • Conchae: Neusschelpen.
    • Farynxx: Keelholte.
    • Larynx: Strottenhoofd.
    • Epiglottis: Strotklep.
    • Trachea (bronchus, bronchioli, alveoli): Luchtpijp – grote en kleine luchtwegvertakkingen – functionele longenheid.
    • Pleura: Bedekkend vlies van de borstkas; longvlies (pleura visceralis) en borstvlies (pleura parietalis).
    • Dyspneu: Afwezigheid ademhaling.
    • Apneu: Bijgeluid bij de ademhaling.
    • Stridor: Bijgeluid bij de ademhaling.

    Spijsvertering

    • Slokdarm: Oesophagus
    • Onderkaak: Maxilla
    • Bovenkaak: Mandibula
    • Circulaire spierlaag: Sphincter
    • Hard: Palatum
    • Zacht: Durum
    • Snijtand: Incisiva
    • Hoektand: Caninus
    • Voorkies: Premolares
    • ('Echte') kies: Molars
    • Ingang van de maag: Pylorus
    • Uitgang van de maag: Mesenterium
    • Darmwand: Omentum
    • Onderdeel van het peritoneum: Peritoneum
    • Buikvlies: Emesis
    • Braken: Nausea
    • Misselijkheid: Duodenum
    • Twaalfvingerige darm: Jejunum
    • 'Nuche darm': Ileum
    • 'Krinkeldarm': Caecum
    • Blindedarm: Colon
    • 'Karteldarm': Rectum
    • 'Endeldarm': Anus
    • Kringspier: Defaecatie
    • Het zich ontlasten: Feces
    • Ontlasting: Flatulentie
    • Winderigheid: Pancreas
    • Alvleesklier: Hepat(o)-
    • M.b.t.de lever: Bilair
    • M.b.t.de galwegen: Tenesmus
    • Het overmatig persen: Volvulus/torsie
    • Draaiing (van een orgaan): Obstipatie
    • Verstopping: Dysbacteriose
    • Afwijkende groei: Icterus
    • Geelzucht: Lipidose (bv. van de lever)
    • Vervetting:

    Urinevormend Apparaat

    • Nefros: Nier.
    • Ureter: M.b.t. de nier.
    • Cystitis: Urinielider.
    • Urethra: Blaas.
    • Glomerulus: Plasbius.
    • Tubulus: Structuur van vaatkiwen, omgeven door het kapsel van Bowman, waar voorurine wordt geproduceerd.
    • Pyelum: Bekken.
    • Nephron: Bekken.
    • Polyurie: Overmatig plassen (totale volume) + geen polakisurie + verhoogde frequentie van urineren.
    • Polydipsie: Overmatig drinken.
    • Micitie: Het plassen.
    • -uri: M.b.t. de urine.
    • Strangurie: Moeite met plassen, persen op het plassen.
    • Polakisurie: Aanwezigheid van stenen in blaas en/of urinewegen ('urolith' - blaas/ urinewegen).
    • Dyssnergie: Afwijkende afstemming tussen twee functionele delen (bv. blaasserp en blaassfincter).

    Geslachtsapparaat

    • Testis (testes): Bal.
    • Epididymis: Bijbal.
    • Scrotum: Balzak.
    • Tunica: Kapsel, ommanteling.
    • Preputium: Voorhuids.
    • Ovaria: Eierstok.
    • Uterus: Baarmoeder.
    • Cervix: Baarmoederhals.
    • Partus: Bevallingen.
    • Abortus: Afbreken van zwangerschap.
    • Dystocia: Afwijkende en/of moeizame bevalling.
    • Neonat: Nieuwgeborene, pasgeborene.
    • Graviditeit: Dracht.

    Overige Termen

    • Hypo- (-thermie, -tensie, -xie): Te weinig/te lage (te lage temperatuur, te lage bloeddruk, te weinig zuurstof).
    • Hyper- (-thermie, -tensie): Te veel/te hoge (te hoge temperatuur, te hoge bloeddruk).
    • Normo- (-tensie, -thermie): Normaal, zoals het hoort (normale bloeddruk, normale temperatuur). Binnen referentie.

    Medicijnverdeling

    • Medicijnen voor dieren kunnen in vier verschillende categorieën worden ingedeeld, gebaseerd op de manier waarop ze verkrijgbaar zijn.
    • Deze categorieën zijn: Vrij, URA, UDA en UDD.
    • Vrij: Medicijnen in deze categorie zijn zonder recept verkrijgbaar bij dierenwinkels, dierenartspraktijken, apotheken of vergunninghouders.
    • URA: 'Uitsluiten op Recept Af te leveren'. Deze medicijnen kunnen alleen met een recept van een dierenarts worden gekocht. Het recept kan worden afgeleverd door de dierenarts zelf, de apotheek of een vergunninghouder, zoals een online webshop.
    • UDA: 'Uitsluitend door Dierenarts Af te leveren'. Deze medicijnen zijn alleen verkrijgbaar met een recept van een dierenarts. De dierenarts en geregistreerde apotheken mogen deze medicijnen afleveren.
    • UDD: 'Uitsluitend door Dierenarts toe te Dienen'. Deze medicijnen worden alleen door de dierenarts voorgeschreven en toegediend.
    • De toelichting op de medicijnen mag door de eigenaar zelf worden gegeven, of door een dierenverzorger, dierenartsassistent of dierenarts, afhankelijk van de categorie.
    • Voorbeelden van vrij verkrijgbare medicijnen zijn oorreinigers en voedingssupplementen.
    • Voorbeelden van URA-medicijnen zijn ontwormingsmiddelen en antiparasitica.
    • Voorbeelden van UDA-medicijnen zijn pijnstillers en antibiotica voor gezelschapsdieren.
    • Voorbeelden van UDD-medicijnen zijn antibiotica voor de veehouderij en anesthetica.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Description

    Test je kennis over anatomische termen zoals 'proximaal', 'distaal' en andere relevante posities. Deze quiz helpt je de betekenis en het gebruik van deze termen te begrijpen binnen de anatomie. Ideaal voor studenten in de gezondheidszorg of biologie.

    More Like This

    Medical Terminology Directions Quiz
    15 questions
    Anatomical Terms of Location Flashcards
    11 questions
    Anatomical Terms Quiz
    10 questions

    Anatomical Terms Quiz

    BetterAestheticism avatar
    BetterAestheticism
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser