Anatomie: botverbindingen quiz

AttentiveRainforest avatar
AttentiveRainforest
·
·
Download

Start Quiz

Study Flashcards

44 Questions

Wat is de functie van de membrana synovialis?

Het produceert synoviale vocht voor het gewricht

Wat is een belangrijke functie van het gewrichtskapsel?

Overdragen van informatie over de stand en beweging van een gewricht

Wat is de samenstelling van enthese?

De plaats waar pezen, ligamenten, fascia of kapsel aan het bot vastzitten

Wat zorgt voor de voeding van het kraakbeen?

Diffusie vanuit de bloedvaten van de beenderen

Wat waarborgt stabiliteit in een gewricht?

Ligamenten gemaakt uit bundels collageen (en elastische) vezels

Wat is een eigenschap van synovia?

'Gewrichtssmeer' dat aanwezig is in de gewrichtsholte

Wat is een eigenschap van het buitenste laag van het gewrichtskapsel?

Bestaat uit vezelig bindweefsel met veel collagene vezels.

Welk weefsel bevat geen zenuwen of bloedvaten?

Kraakbeen.

Wat is een functie van spieren in relatie tot het kapsel?

Het kapsel spannen en beschermen.

Wat is een voorbeeld van een junctura fibrosa?

Suturen

Wat is de verbindende component bij kraakbeenverbindingen?

Kraakbeen

Hoe wordt hyalien kraakbeen gevoed?

Via diffusie uit synoviaal vloeistof

Wat bedekt de gewrichtsvlakken in de meeste gewrichten?

Hyalien kraakbeen

Wat zijn chondrocyten?

Cellen die hyalien kraakbeen maken

Wat is een voorbeeld van junctura cartilaginea?

  • Synchondrosis (vb. tussen manubrium en sternum)

Wat is de functie van fagocytose in de cel?

Het opruimen van grotere solide materialen door gespecialiseerde cellen

Wat is de rol van ribosomen bij eiwitsynthese in de cel?

Het produceren van eiwitten met behulp van mRNA

Wat is een kenmerk van het endoplasmatisch reticulum (ER) in de cel?

Het is een buizensysteem waar eiwitten worden gesecreteerd als eerste stap in veranderingen

Wat is een functie van mitochondriën in de cel?

Zorgen voor energieproductie als energiefuël

Wat is een belangrijke eigenschap van het celmembraan?

Het scheidt het binnenste en buitenste milieu en laat CO2 en zuurstof door

Wat is een juiste beschrijving van eiwitsynthese in de cel?

Ribosomen produceren eiwitten met behulp van mRNA tijdens eiwitsynthese

Wat zijn de fasen van mitose in de juiste volgorde?

Interfase, proefase, metafase, anafase

Welke structuur vergroot het celoppervlak en is betrokken bij het adsorberen van stoffen?

Microvilli

Wat is een functie van epitheelcellen?

Reguleren celgroei en differentiatie

Wat is een kenmerk van klierepitheel?

Niet geverhard en secreteert voedingsstoffen

Wat zijn de juiste functies van intercellulaire juncties in epitheelcellen?

Houden cellen bij elkaar en maken communicatie mogelijk

Wat is een belangrijke functie van epitheel?

Afscheiding van stoffen en regulatie van celgroei

Welk type epitheel bekleedt de ureters, blaas en bovenste deel van de urethra?

Overgangsepitheel

Welke cellen bevatten absorptieve integrale eiwitten in het epitheel?

Myo-epitheelcellen

Waar vindt mitose plaats in het epitheel?

In de kiemlaag bij basale membraan

Welke cellen nemen vocht op via pinocytose?

Endotheelcellen

Welke cellen maken hormonen die vooruitsteken in het zenuwstelsel?

Endocriene cellen

Wat is het belangrijkste verschil tussen een prokaryote cel en een eukaryote cel?

Een prokaryote cel heeft geen kernmembraan dat DNA scheidt van de rest van de cel, terwijl een eukaryote cel wel een kernmembraan heeft.

Wat is de rol van cholesterol in het lichaam?

Cholesterol zorgt voor de aanmaak van bepaalde hormonen en membranen.

Wat is het doel van fixeren en weefsel bewaren in het stappenplan voor het bestuderen van cellen en weefsel?

Om ervoor te zorgen dat de cellen niet uitdrogen en hun vorm behouden.

Wat is een kenmerk van hyalien kraakbeen?

Het bevat geen zenuwen of bloedvaten.

Wat is het doel van fasecontrastmicroscopie bij het bestuderen van cellen?

Om levende cellen te observeren zonder ze te kleuren.

Wat onderscheidt een lichtmicroscopisch beeld volgens de tekst?

In een lichtmicroscopisch beeld kunnen enkel de kern en het cytoplasma worden onderscheiden.

Wat is de belangrijkste functie van glad endoplasmatisch reticulum (ER) in de cel?

Het vervoeren van stoffen naar het golgiapparaat

Wat is de belangrijkste functie van het golgiapparaat in de cel?

Het ontvangen en verpakken van producten van het ER

Wat is een belangrijke functie van lysosomen in de cel?

Intracellulaire vertering en 'turn-over' van celcomponenten

Wat is een juiste beschrijving van microtubuli in de cel?

Eiwitnetwerken die betrokken zijn bij de verplaatsing van organellen binnen de cel en in de verplaatsing van de gehele cel

Wat is een juiste beschrijving van centrosomen in de cel?

Een punt buiten de celkern, waar eiwittrekdraden voor het cytoskelet worden aangemaakt

Wat is een juiste beschrijving van chromatine in de celkern?

Chromatine bestaat uit DNA gewonden rond histonen, basische eiwitten.

Study Notes

  • Mondslijmvlies: vochtig, behoudt celkernen. Overgangsepitheel: bekleedt ureters, blaas en bovenste deel urethra. Koepelvormige cells met wisselende vorm bij blaasuitrekking. Pseudogelaagd epitheel: neuro-epitheelcellen (smaak) en myo-epitheelcellen (contractie, bekleden exocriene klieren).

  • Epitheel: bevat polair georiënteerd apicaal en basaal uiteinde met geen bloedvaten. Cellen bevatten absorptieve integrale eiwitten.

  • Mitoese plaatsvindt in kiemlaag bij basale membraan. Klieren bestuurd door hormonen en zenuwstelsel met chemische boodschappers.

  • Epitheelcellen: absorberen ionen via ATP. Endotheel en mesotheelcellen opnemen vocht via pinocytose.

  • Endocriene cellen in epitheel: maken hormonen (polypeptiden, serotonine, adrenaline en noradrenaline) vooruitstekend in zenuwstelsel.

  • Myoepitheelcellen: omgeven exocriene klieren (stereoïden secreteren), tussen basale lamina en epitheelcellen, verbonden door gap junctions en desmosomen.

  • Bindweefsel: ondersteunen lichaam en organen, bestaat uit cellen, vezels, en grondsubstantie, verschijnen in embryoot (mesenchymcellen), fibroblasten maken collageen, elastine, glycoproteïnen en proteoglycanen.

  • Fibroblasten: afkomstig van mesenchymcellen, kleiner, weinig mitose, goed ontwikkeld ruw ER, actief golgi-apparaat.

  • Fibrocyten: niet-actieve fibroblasten, kleiner, weinig mitose, cytoplasma met uitlopers, bevat groeifactoren.

  • Macrofagen: afkomstig van bloedbaan circulerende monocyten, in weefsels uitgroeien tot macrofagen, goed ontwikkeld ruw ER, actief golgi-apparaat, veel lysosomen.

  • Mastcellen: ronde cellen vol basofiele secretiekorrels, histamine en heparine, in re reactieve stroma, verantwoordelijk voor allergische reacties.

  • Het endoplasmatisch reticulum (ER) is verdeeld in glad ER (zonder ribosomen) en ruw ER (met ribosomen).

  • Glad ER is continuous met het ruw ER, heeft geen ribosomen, en is voornamelijk actief in het vervoeren van stoffen naar het golgiapparaat.

  • Het ER is ook betrokken bij de synthese van steroïde hormonen, degradatie van hormonen en farmaca, synthese van fosfolipiden en glycogeen, en het opslaan en verstoring van calciumionen in spiercellen.

  • Het golgiapparaat ontvangt producten van het ER en werkt post-translationeel. Het verpakt producten en kleeft er een adres op om later op de juiste bestemming te geraken.

  • Lysosomen zijn betrokken in de intracellulaire vertering en "turn-over" van celcomponenten. Ze zijn kleine vesikels met hydrolytische enzymen die bestaan uit een grote verscheidenheid aan stoffen, met name in cellen die fagocyteren.

  • Na het fusie van een lysosoom met een fagosoom vinden de verterende enzymen contact met de inhoud en ontstaat een secundair lysosoom. De verteerde producten kunnen door de membranen in het cytoplasma diffunderen, terwijl de resten achterblijven in het residueel lichaam.

  • Secretiegranules of korrels bevatten producten die worden opgeslagen totdat ze een signaal ontvangen. Dan volgt de secreetie van de producten, die geconcentreerd en omgeven zijn door een membraan.

  • Het cytoskelet is een netwerk van eiwitten die microtubuli, microfilamenten, en intermediaire filamenten bouwen en cellen vormen. Ze spelen een rol in de verplaatsingen van organellen binnen de cel en in de verplaatsing van de gehele cel. De energie wordt geleverd via motor eiwitten en ATP.

  • Microtubuli zijn in het cytoplasma, in cytoplasmische uitstulpingen, en in cilia en flagella. Ze kunnen verschillende micrometers lang blijven bestaan en zijn gebouwd uit twee soorten tubuline.

  • Centrosomen vormen een spoelfiguurtje dat acteeuw functioneert als organiserend centrum tijdens mitose. Het is een punt buiten de celkern, waar de eiwittrekdraden voor het cytoskelet worden aangemaakt.

  • Actinefilamenten vormen een ketting van dimeren dat het contractiel apparaat in spiercellen vormt. Ze spelen ook een rol in endocytose, exocytose, de beweging van celorganellen, en in het bewegen van de cel.

  • Intermediaire filamenten van de familie keratinen zijn gevonden in de opperhuid, haren, nagels, hoorn, hoeven, veren, en andere cellen, en bestaan uit ongeveer 20 eiwitten.

  • Cytoplasmatische depots zijn tijdelijke bestanddelen van het cytoplasma, bestaande uit metabolieten zoals vetdruppels, glycogeen, secretie korrels, pigmenten en lipofuscin.

  • Het cytoplasma of cytosol is het overige deel van de cel, ongeveer de helft van de celvolume. Het is relatief viskeus en biedt een raamwerk voor vrije enzymen die beter functioneren wanneer ze in een bepaalde volgorde werken dan wanneer ze "ad random" botsen.

  • De celkern bevat DNA, de moleculaire machinerie om DNA te dupliceren, drie types RNA, en andere elementen zoals de kernmembraan, chromatine, een nucleolus en een matrix.

  • De kernmembraan is een dubbel, gescheiden membranen met fibreuze lamina, uit eiwitten en laminen voor stabiliteit, en anionkere histonen, en aan de binnenzijde ribosomen.

  • Chromatine bestaat uit DNA en gewonden rond histonen. De kern bevat twee soorten chromatine: heterochromatine, dikker en basaler, en euchromatine, fijner en korreliger.

  • De nucleolus is bolvormig en rijk aan rRNA, het daarvoor coderend DNA en eiwit. Hier wordt rRNA gebonden aan uit cytoplasma afkomstig eiwit.

  • De kernmatrix is de resterende ruimte in de kern, tussen het chromatine en het nucleolus.

  • De kernmembranen zijn gescheiden door een ruimte, met fibreuze lamina aan de binnenzijde en polyribosomen aan de buitenzijde, en in de spleet kunnen tijdelijk eiwitten worden opgeslagen.

  • Op sommige plaatsen in de membranen zijn er poriën, maar enkel kleine ionen en moleculen kunnen vrij door, terwijl grotere stoffen vereisen een receptor en een actief transport.

  • Chromatine is opgebouwd uit DNA en gewonden rond histonen, basische eiwitten. Heterochromatine is dikker en meer gecondenseerd en lijkt uit als basofiele klompjes in de kern, terwijl euchromatine fijner en korreliger is.

  • In cellen van vrouwelijke mammalia is er een klompje chromatine terug te vinden dat één van de twee X chromosomen vertegenwoordigt: het geslachtschromatine. Het is genetisch inactief en terug te vinden bij de kernmembraan.

  • Het geslachtschromatine is een bolvormig lichaam dat zich bevindt buiten de kernmembranen en is niet denkbeeldig bij mannelijke individuen. Het is genetisch inactief en niet terug te vinden bij de kernmembranen van mannelijke individuen.

  • Het geslachtschromatine is een belangrijke bron van het genetisch inactief materiaal in de celkern. Het is vooral gevonden in cellen van de primaire oöcyten en zygooten en wordt later in het ontwikkelingsproces verwijderd door het proces van meiose.

  • De nucleolus is de belangrijkste plek waar ribosomen worden gebouwd en bestaan uit een bolvormige structuur van ribonucleoproteïnen, ongeveer 250 Å in diameter. Het is gevat in een bolvormige kernmembranaan en is rijk aan rRNA, ribosomen en ribonucleoproteïnen.

  • De nucleolus is de plek waar ribosomalen worden gebouwd, en bestaat uit een bolvormige structuur van ribonucleoproteïnen. De meeste nucleolen zijn 250 Å in diameter, maar deze afmetingen kunnen variëren.

  • De nucleolus is het centrale deel van de celkern en wordt gevormd door een massa van nucleoolen, ribonucleoproteïnen, en ribosomen. De hoofdtaak van de nucleolus is de synthese van rRNA, dat de ribosomen vormt.

  • De nucleolus is een belangrijke locus van ribosoombiogenese. Het is een centrale structuur van de celkern, hoogstwaarschijnlijk 500-1000 Å in diameter, gevormd door ribonucleoproteïnen, ribosomen, en rRNA. De nucleolus bestaat uit een structuur van fibreuze stralen, de nucleolonemata, die de ribosomen produceren.

  • De nucleolus is de plek waar ribosomen worden gebouwd, en bestaat uit een structuur van ribonucleoproteïnen, ribos

Test je kennis over de verschillende soorten botverbindingen, zoals junctura fibrosa en junctura cartilaginea. Leer over syndesmosen, suturen, membrana interossea en synchondrosis.

Make Your Own Quizzes and Flashcards

Convert your notes into interactive study material.

Get started for free

More Quizzes Like This

Anatomie van de wervelkolom
34 questions

Anatomie van de wervelkolom

AttentiveRainforest avatar
AttentiveRainforest
Periosteum en endostea
39 questions

Periosteum en endostea

UserFriendlyLepidolite13 avatar
UserFriendlyLepidolite13
Anatomische termen quiz
10 questions

Anatomische termen quiz

BeautifulTriumph avatar
BeautifulTriumph
Anatomische termen quiz
10 questions

Anatomische termen quiz

DeservingHeptagon avatar
DeservingHeptagon
Use Quizgecko on...
Browser
Browser