Algemene Economie Hoofdstuk 1

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende definities geeft het beste weer wat economie bestudeert?

  • De productie van goederen en diensten.
  • De invloed van overheden op internationale handel.
  • De keuzes die mensen maken bij schaarse middelen. (correct)
  • De verdeling van rijkdom binnen de samenleving.

Wat wordt verstaan onder schaarste in de economie?

  • De gelijkmatige verdeling van rijkdom in de samenleving.
  • De behoefte aan goederen die onbeperkt is.
  • Een situatie waarin middelen overvloedig zijn.
  • De beperkte beschikbaarheid van middelen ten opzichte van behoeften. (correct)

Welke van de volgende opties valt onder de categorie van economische goederen?

  • Lucht
  • Zonlicht
  • Water in een fles (correct)
  • Natuur

Wat wordt er verstaan onder individuele behoeften?

<p>Persoonlijke behoeften van een individu. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe wijzigt schaarste in de tijd?

<p>De schaarste van middelen kan toenemen of afnemen afhankelijk van de omstandigheden. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van collectieve behoeften?

<p>Ze zijn wat de samenleving als geheel nodig heeft. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de gevolg van schaarste volgens de economische analyse?

<p>Mensen maken keuzes en geven alternatieve goederen op. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de kenmerken van behoefte?

<p>Ze hebben een rangorde en variëren in intensiteit. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het begrip 'activiteitsgraad' in de context van arbeid?

<p>Het percentage van de bevolking dat voor arbeid in aanmerking komt (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over de productiefactor natuur is correct?

<p>De ligging en bereikbaarheid beïnvloeden de economische waarde. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt verstaan onder 'afgeleide productiefactoren'?

<p>Kapitaal goeden die indirect bijdragen aan de consumptie (C)</p> Signup and view all the answers

Wat kenmerkt gebruiksgoederen in vergelijking met verbruiksgoederen?

<p>Ze hebben een langere tijdspanne van gebruik. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van investeren in reële kapitaalgoederen?

<p>Verhogen van de hoeveelheid kapitaalgoederen (A)</p> Signup and view all the answers

In welke fase van het productieproces neemt de waarde van geproduceerde goederen toe?

<p>In elk stadium van het proces (B)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft de productiefunctie?

<p>De relatie tussen inputs en output van productie (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn enkele voordelen van arbeidsverdeling en specialisatie in het productieproces?

<p>Deeltaak kan beter aansluiten bij aangeboren talenten. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er op korte termijn met consumptie en investeringen?

<p>Ze zijn alternatieven voor elkaar. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke term beschrijft de mentale toestand van arbeiders volgens Karl Marx?

<p>Aliënatie (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe leidt vooruitgang in technologische kennis tot een verschuiving van de productiemogelijkheden?

<p>Het creëert nieuwe en betere informatica-toepassingen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk kenmerk van een centraal geleide economie?

<p>Beslissingen worden genomen door een centraal orgaan. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een nadeel van centrale planning?

<p>Er is vaak een tekort aan flexibiliteit. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke factor heeft geen directe invloed op de verschuiving van de productiemogelijkheidscurve?

<p>Verbeteringen in de sociale structuur (C)</p> Signup and view all the answers

Wat staat centraal in het marktmechanisme?

<p>Prijsvorming (B)</p> Signup and view all the answers

Welke invloed heeft arbeidsverdeling op de vakbekwaamheid van werknemers?

<p>Het vergroot de routine en vakbekwaamheid. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het stijgend concaaf verloop in de productiefunctie?

<p>De toename van productie wordt steeds kleiner. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn opportuniteitskosten?

<p>De waarde van de beste alternatieve keuze die is opgegeven. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de gevolgen van onderbenutting van productiefactoren?

<p>De productie is lager dan mogelijk is. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een tekortkoming van het prijsmechanisme in een markteconomie?

<p>Het negeert de effecten van monopolievorming. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom nemen de opportuniteitskosten van graan toe bij hogere graanproductie?

<p>Omdat er meer kledingproductie moet worden opgegeven. (A)</p> Signup and view all the answers

Wie wordt beschouwd als de vader van de moderne economie?

<p>Adam Smith. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat illustreert de curve van productiemogelijkheden?

<p>De verschillende combinaties van geproduceerde goederen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de 'invisible hand' volgens Adam Smith?

<p>Een automatisch systeem dat economisch evenwicht creëert. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over de moderne gemengde economie is correct?

<p>De overheid heeft een rol in het reguleren van marktwerking. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke keuze is niet een voorbeeld van de verschillen in keuzes tussen landen?

<p>Verschillen in belastingen tussen landen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent het concept van 'afnemend marginaal product'?

<p>Elke extra eenheid arbeid leidt tot een lagere toename in productie. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de eerste hypothese van de economische analyse?

<p>Mensen reageren op prikkels en passen hun gedrag aan. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke term verwijst naar goederen waarvan de consumptie door de overheid wordt aangemoedigd?

<p>Merit goods. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat beïnvloedt de allocatie van middelen in de economie het meest?

<p>De afweging tussen verschillende productiegoederen. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke factor is essentieel voor Adam Smiths visie op economische welvaart?

<p>Vrije concurrentie. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een ongeprijsd neveneffect van productie?

<p>Milieuvervuiling. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent 'marginaal' in de context van economische analyses?

<p>De invloed van een kleine verandering in een variabele op een andere. (C)</p> Signup and view all the answers

Wanneer kiest een rationele beslissingnemer ervoor een actieplan niet aan te passen?

<p>Als de marginale kosten groter zijn dan de marginale opbrengsten. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van positieve economische analyse?

<p>Het beschrijven van gevolgen en implicaties voor de arbeidsmarkt. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat onderscheidt een statische analyse van een dynamische analyse?

<p>Statische analyse veronderstelt onveranderlijke relevante factoren gedurende de analyse. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen deductieve en inductieve methoden in economische analyse?

<p>Deductieve methoden vertrekken vanuit axioma's, inductieve uit feitelijke observaties. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent ceteris paribus in economische analyses?

<p>Alle factoren blijven constant behalve de onderzochte variabele. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van marginale kosten?

<p>De extra kosten om één eenheid meer te produceren. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende analyses vraagt om maatschappelijke waardeoordelen?

<p>Normatieve analyse. (C)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Wat is economie?

De studie van keuzeproblemen die iedereen ervaart, waarbij beperkte middelen geconfronteerd worden met talrijke behoeften.

Individuele behoefte

Een wens of noodzaak van een individu om een tekort aan te vullen.

Arbeidsmarkt

De totale hoeveelheid arbeidskrachten die beschikbaar zijn in een land.

Collectieve behoefte

Een wens of noodzaak van een samenleving als geheel om een tekort aan te vullen.

Signup and view all the flashcards

Schaarse middelen

Middelen die beperkt beschikbaar zijn en dus niet in alle behoeften kunnen voorzien.

Signup and view all the flashcards

Activiteitsgraad

Geeft percentage aan van de totale bevolking dat voor arbeid in aanmerking komt.

Signup and view all the flashcards

Natuur

Natuurlijke rijkdommen (zoals grondstoffen en energie) die voor de productie worden gebruikt.

Signup and view all the flashcards

Schaarste

De situatie waarin middelen en tijd beperkt zijn, waardoor niet alle doelstellingen kunnen worden gerealiseerd.

Signup and view all the flashcards

Keuzeproblematiek

Het proces waarbij economische analyse de keuzes van individuen, bedrijven en overheden onderzoekt, en de maatschappelijke gevolgen daarvan.

Signup and view all the flashcards

Kapitaal

Productiemiddelen die door mensen zijn gemaakt.

Signup and view all the flashcards

Het productieproces

Het proces waarin productiefactoren worden gecombineerd om producten of diensten te creëren.

Signup and view all the flashcards

Consumentensoevereiniteit

De gedachte dat consumenten vrij zijn om hun eigen keuzes te maken, zonder tussenkomst van de overheid.

Signup and view all the flashcards

Economische goederen

Goederen en diensten die schaars zijn en nuttig zijn, en waarvoor dus een prijs betaald moet worden.

Signup and view all the flashcards

Productiefunctie

De relatie tussen de hoeveelheid productiefactoren die worden gebruikt en de hoeveelheid output die wordt geproduceerd.

Signup and view all the flashcards

Consumptiegoederen

Goederen die direct voldoen aan consumentenbehoeften.

Signup and view all the flashcards

Investeren

Het verhogen van de hoeveelheid reële kapitaalgoederen, door consumptie uit te stellen.

Signup and view all the flashcards

Productiefunctie X = f(L,N,K)

De totale hoeveelheid output die geproduceerd kan worden met een bepaalde hoeveelheid arbeid (L), natuur (N) en kapitaal (K).

Signup and view all the flashcards

Marginaal product van arbeid

Toename in de hoeveelheid output die resulteert uit een extra eenheid arbeid. Bij afnemende marginale meeropbrengsten neemt de toename in output steeds kleiner.

Signup and view all the flashcards

Productiemogelijkhedencurve

Alle mogelijke combinaties van de productie van goederen die kunnen worden geproduceerd met volledige benutting van beschikbare productiefactoren.

Signup and view all the flashcards

Onderbenutting

Een situatie waarbij de productiefactoren niet volledig worden benut, waardoor de output lager is dan de maximale output.

Signup and view all the flashcards

Niet haalbaar

Een situatie die onhaalbaar is met de huidige productiemiddelen.

Signup and view all the flashcards

Opportuniteitskosten

De kosten van het opgeven van de productie van een goed om meer van een ander goed te produceren.

Signup and view all the flashcards

Allocatie van middelen

Het probleem van het beslissen hoe schaarse productiefactoren het beste worden ingezet en gealloceerd om de maximale output te genereren.

Signup and view all the flashcards

Productiemogelijkheden verruimen

Het vergroten van de productiemogelijkheden van een land door meer of betere productiefactoren te gebruiken.

Signup and view all the flashcards

Arbeidsverdeling

De verdeling van taken binnen een productieproces, waarbij elke persoon gespecialiseerd is in een specifieke taak.

Signup and view all the flashcards

Aliënatie

Mentale toestand van vervreemding van de productie, veroorzaakt door sterke specialisatie in arbeid.

Signup and view all the flashcards

Vooruitgang in technologische kennis

De verbetering van de technologieën en het gebruik van geavanceerdere kapitaalgoederen, wat leidt tot verhoogde productiviteit.

Signup and view all the flashcards

Economische ordening

Het geheel van regels, instituties en tradities die de economische activiteit in een land bepalen.

Signup and view all the flashcards

Centrale planning

Een economisch systeem waarbij alle belangrijke economische beslissingen worden genomen door een centraal orgaan, gebaseerd op een plan.

Signup and view all the flashcards

Marktmechanisme

Een economisch systeem waarbij vraag en aanbod de prijzen bepalen en de markt de allocatie van middelen regelt.

Signup and view all the flashcards

Markt

De plaats waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten en de ruilvoorwaarden worden vastgesteld.

Signup and view all the flashcards

Markteconomie

Een economisch systeem waarbij de prijs van goederen en diensten wordt bepaald door vraag en aanbod.

Signup and view all the flashcards

Prijsmechanisme

Een mechanisme dat informatie over relatieve schaarste en nut van goederen en diensten doorgeeft aan consumenten en producenten.

Signup and view all the flashcards

Gemengde economie

Een economisch systeem dat een mix is van marktwerking en overheidsinterventie.

Signup and view all the flashcards

Publieke of collectieve goederen

Goederen en diensten die door hun specifieke kenmerken niet gemakkelijk kunnen worden verhandeld op de vrije markt.

Signup and view all the flashcards

De onzichtbare hand

Een abstracte kracht die ervoor zorgt dat individueel eigenbelang samenwerkt om welvaart te creëren.

Signup and view all the flashcards

Volmaakte mededinging

Een belangrijke voorwaarde voor de efficiëntie van de markteconomie, waarbij veel verkopers en kopers zijn die geen macht hebben om de prijs te beïnvloeden.

Signup and view all the flashcards

Economische wetenschap

De studie van hoe mensen keuzes maken wanneer ze te maken hebben met schaarse middelen en onbeperkte behoeften.

Signup and view all the flashcards

Hypotheses van de economische analyse

De basisprincipes van de economische analyse, gebaseerd op het idee dat mensen reageren op prikkels en hun gedrag aanpassen.

Signup and view all the flashcards

Marginaal denken

Als we kijken naar hoe een kleine verandering in één factor van invloed is op een andere factor, spreken we van marginaal denken.

Signup and view all the flashcards

Marginale kosten

De kosten die je maakt door één extra eenheid te produceren noemen we marginale kosten.

Signup and view all the flashcards

Marginale kosten en opbrengsten

Een rationele beslissingnemer zal een actie alleen uitvoeren als de voordelen (marginale opbrengsten) groter zijn dan de nadelen (marginale kosten).

Signup and view all the flashcards

Positieve analyse

Een economische analyse die de gevolgen en implicaties beschrijft zonder oordelen te vellen.

Signup and view all the flashcards

Normatieve analyse

Een economische analyse die een oordeel velt over de wenselijkheid van een bepaalde situatie of beleid.

Signup and view all the flashcards

Statische analyse

Een analyse die economische verschijnselen bestudeert zonder rekening te houden met de tijd.

Signup and view all the flashcards

Dynamische analyse

Een analyse die de verandering in de tijd van economische verschijnselen bestudeert.

Signup and view all the flashcards

Deductie

Een methode waarbij men vanuit algemene principes of uitgangspunten nieuwe conclusies trekt.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Samenvatting Algemene Economie

  • De cursusdienst van de faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen biedt samenvattingen, examenvragen en voorbeeldexamens op hun forum.
  • Studenten kunnen door medestudenten bijgehouden materiaal vinden op www.weduc.be.

Hoofdstuk 1: Wat is economie?

  • Economie is de menswetenschap die zich bezighoudt met keuzeproblemen die iedereen tegenkomt.
  • Deze principes kunnen leiden tot betere beslissingen.
  • Schaarse middelen: middelen die beperkt beschikbaar zijn.
  • Schaarste: wanneer middelen en tijd beperkt zijn, en niet genoeg zijn voor alle doelstellingen. Dit leidt tot keuzeproblemen, onderzocht door economische analyse.
  • Menselijke en maatschappelijke behoeften: het verlangen naar voldoening van tekorten, zowel individueel als collectief.
  • Kenmerken van behoeften: verschillende intensiteit en rangorde tussen personen, variatie in de tijd en omstandigheden.
  • Economische goederen: Materiële goederen en immateriële diensten die schaars zijn én nut hebben.
  • Niet-schaarse goederen: vrije goederen, zoals lucht.
  • Opportuniteitskosten: waarde van het beste opgegeven alternatief bij een keuze

Hoofdstuk 2: Economie - Een definitie

  • Economie is de sociale wetenschap die zich bezighoudt met het beheer van schaarse middelen.
  • Allocatie van middelen: toewijzing van schaarse middelen aan verschillende doeleinden.
  • Distributieprobleem: hoe worden de voordelen van productie verdeeld?
  • Stabiliteitsprobleem: optimaal gebruik van beschikbare middelen.
  • Wat? Hoeveel?: Keuze van goederen en diensten en hun hoeveelheden, rekening houdend met schaarste.
  • Hoe?: Verschillende combinaties van productiefactoren (arbeid, materiaal, kapitaal) voor productie.
  • Waar?: Locatie van de productie.
  • Voor wie?: Verdeling van de voordelen van de productie in de maatschappij.

Hoofdstuk 3: Het productieproces

  • Productiefactoren: Arbeid (fysisch en intellectueel), natuur (natuurlijke rijkdommen) en kapitaal (geproduceerde productiemiddelen).
  • Productieproces: Stappen waarbij de waarde van goederen toeneemt.
  • Economische goederen: consumptiegoederen (duurzaam en verbruiksgoed) en kapitaalgoederen (productie van andere goederen), primaire en afgeleide productiefactoren.
  • Productiefunctie: verband tussen inputs (productiefactoren) en output (productie).
  • X = f(L, N, K): (Output is afhankelijk van Arbeid, Natuur, Kapitaal)

Hoofdstuk 4: Productiemogelijkheden

  • Productiemogelijkhedencurve: mogelijke combinaties van productie van goederen met beschikbare middelen.
  • Kans van productcombinaties, bij volle aanwending van productiefactoren.
  • Onderbenutting (inefficiënte productie) en Niet haalbare productie.

Hoofdstuk 5: Verruimen van productiemogelijkheden

  • Meer/betere productiefactoren: Verhoging van middelen of productiviteit.
  • Arbeidsverdeling: specialisatie van arbeid (efficiënter).
  • Technologie vooruitgang: verbetering van productiemethodes.
  • Economische ordening verandering: nieuwe contexten.

Hoofdstuk 6: Marktmechanisme vs Centrale Planning

  • Marktmechanisme: prijssysteem als basis voor vraag en aanbod.
  • Centrale planning: Centraal orgaan reguleert de productie en distributie.
  • Moderne gemengde economie: Mix van markt en overheid interventies.

Hoofdstuk 7: Economische analyse

  • Hypothesen van economische analyse: mensen reageren op prikkels, optimaliserend gedrag, gelijke omstandigheden.
  • Marginaal denken: kleine veranderingen in een variabele beinvloeden een andere variabele.
  • Positieve analyse: Feitelijke gevolgen en beschrijving.
  • Normatieve analyse: Waardeoordelen over wenselijkheid.
  • Statische en dynamische analyse: statisch = geen tijd, dynamisch = invloed van de tijd.
  • Deductie en inductie: deductie = algemene regels naar conclusies, inductie = observaties naar patronen.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

ECO2013 Economic Principles Quiz
21 questions
Econ 2301 Chapter 2 Quiz
33 questions

Econ 2301 Chapter 2 Quiz

InvulnerableGold2463 avatar
InvulnerableGold2463
Economic Principles and Scarcity
40 questions

Economic Principles and Scarcity

FirstRateCombination1913 avatar
FirstRateCombination1913
Introduction to Economics
5 questions

Introduction to Economics

SportyTimpani9326 avatar
SportyTimpani9326
Use Quizgecko on...
Browser
Browser