Agent-Based Modelling Basics

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat wordt bedoeld met falsificatie in wetenschappelijke theorieën?

  • Een theorie kan nooit bewezen worden.
  • Alle uitspraken zijn gelijkwaardig.
  • Een theorie moet weerlegbare uitspraken doen. (correct)
  • Een theorie moet moeilijk te testen zijn.

Empirische observaties vormen de basis voor inductieve redenering.

True (A)

Wat is een voorbeeld van een empirisch tegenvoorbeeld?

Een geval waarin een voorspelde ziekte niet door medicatie werd genezen.

In de cyclus begint men met __________ en formuleren vervolgens een wet.

<p>observaties</p> Signup and view all the answers

Koppel de termen aan hun beschrijvingen:

<p>Falsificatie = Een theorie kan weerlegd worden. Inductie = Van specifieke observaties naar algemene uitspraken. Speltheorie = Analyse van beslissingsprocessen. Rationele agenten = Maximaliseren van eigenbelang in spellen.</p> Signup and view all the answers

Wat is het probleem bij inductie?

<p>Het verzamelen van genoeg gegevens om een natuurwet te bevestigen. (B)</p> Signup and view all the answers

In beperkte spellen is samenwerking altijd voordelig.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Een __________ agent wil zijn eigenbelang maximaliseren.

<p>rationele</p> Signup and view all the answers

Wat is volgens Kuhn de basis voor normale wetenschap?

<p>Nieuwe paradigma (A)</p> Signup and view all the answers

Volgens Quine is de gedachte dat taal vaststaat en onveranderlijk is juist.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat beweren verschillende theorieën met betrekking tot empirische observaties?

<p>Ze kunnen dezelfde gegevens verklaren.</p> Signup and view all the answers

De idee dat __________ altijd één vaststaand ding beschrijft, is volgens Quine onjuist.

<p>een woord</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende concepten aan hun beschrijving:

<p>Empirisch observaties = Bepalen niet eenduidig een theorie Taal = Een web van verbonden woorden Wiskundige modellen = Gebruik in natuurverschijnselen Dogma's van empirisme = Twee onjuiste gedachten volgens Quine</p> Signup and view all the answers

Wat is de kritiek van Kuhn op de verklaringen gebaseerd op empirische observaties?

<p>Ze kunnen niet duidelijk de geldigheid van een theorie bepalen. (D)</p> Signup and view all the answers

Volgens Quine kan de waarneembare wereld volledig worden onderscheiden van onze gedachten.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe kan het succes van taal worden getest volgens de informatie die gegeven is?

<p>Door wetenschappelijke experimenten.</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van agent-based modelling?

<p>Mieren die elkaar volgen om voedselbronnen te vinden. (C)</p> Signup and view all the answers

Reductionisme houdt in dat je de complexe wereld reduceert naar eenvoudigere waarheden.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat houdt demarcatie in?

<p>Het onderscheiden van wetenschap van pseudowetenschap.</p> Signup and view all the answers

De __________ van agenten beïnvloeden hun gedrag.

<p>variabelen</p> Signup and view all the answers

Koppel de begrippen aan hun uitleg:

<p>Emergent gedrag = Het effect van individuen op het collectief gedrag. Iteraties = Herhalingen waarin agenten nieuwe keuzes maken. Verificatie = Het verifiëren van een wetenschappelijke theorie. Ockham’s Scheermes = Kiezen voor de theorie met de minste aannames.</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van verificatie?

<p>Het meten van zwaartekracht. (B)</p> Signup and view all the answers

Ockham’s Scheermes stelt dat je voor de meest complexe hypothese moet kiezen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Beschrijf wat iteraties zijn in het context van agent-based modelling.

<p>Herhalingen waarin agenten een nieuwe keuze kunnen maken op basis van de nieuwe situatie.</p> Signup and view all the answers

Wat is de eerste stap in de Tit-for-Tat strategie?

<p>Begin met samenwerken (C)</p> Signup and view all the answers

De structuur van wetenschappelijke revoluties gaat altijd van normale wetenschap naar een crisis.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent 'anomalie' in de context van de structuur van wetenschappelijke revoluties?

<p>Een waarneming of experiment dat niet verklaard kan worden binnen het bestaande paradigma.</p> Signup and view all the answers

De fase waarin te veel anomalieën zich opstapelen wordt een ______ genoemd.

<p>crisis</p> Signup and view all the answers

Koppel de termen aan hun definities:

<p>Normale wetenschap = Periode in wetenschappelijk onderzoek Anomalie = Onverwachte waarneming Crisis = Overgang naar een nieuw paradigma Gestalte verschuiving = Plotselinge verschuiving in denken</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er tijdens een 'gestalte verschuiving'?

<p>Er is een plotselinge verschuiving in de manier van denken. (C)</p> Signup and view all the answers

De pre-paradigma fase wordt gekenmerkt door consensus onder wetenschappers.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het gevolg van een te grote stapeling van anomalieën?

<p>Het paradigma wordt niet langer als betrouwbaar gezien.</p> Signup and view all the answers

Signup and view all the answers

Flashcards

Tit-for-Tat / Copycat

Een strategie in speltheorie die behelst: eerst samenwerken, vervolgens de tegenstander spiegelen door vals te spelen als hij vals speelde, en tenslotte weer samenwerken als de voormalige vals speler bereidheid toont om samen te werken.

Paradigma

Een verzameling van instrumenten, concepten, metafysische ideeën en methoden die tijdens een specifieke periode en in een specifieke discipline als wetenschappelijk worden beschouwd.

Normale Wetenschap

De periode waarin wetenschappers werken binnen een algemeen aanvaard paradigma.

Anomalie

Een waarneming of experiment dat niet verklaard kan worden binnen het bestaande paradigma.

Signup and view all the flashcards

Crisis

Een periode waarin te veel of te belangrijke anomalieën zich opstapelen en het paradigma niet langer als betrouwbaar wordt gezien.

Signup and view all the flashcards

Gestalte Verschuiving

Een plotselinge verschuiving in de manier waarop wetenschappers naar de wereld kijken, vaak gekenmerkt door een 'aha-moment'.

Signup and view all the flashcards

Pre-Paradigma

Een periode van verwarring en discussie waarin verschillende concurrerende theorieën bestaan. Er is nog geen consensus over het nieuwe paradigma.

Signup and view all the flashcards

Structuur van Wetenschappelijke Revolutie

De overgang van een oud naar een nieuw paradigma, meestal gekenmerkt door een periode van conflict en debat.

Signup and view all the flashcards

Falsificeerbaarheid

Een theorie moet voorspellingen doen die mogelijk weerlegd kunnen worden door observaties.

Signup and view all the flashcards

Empirische gegevens

Waarneembare feiten en gegevens die gebruikt worden om hypotheses te testen.

Signup and view all the flashcards

Empirische cyclus

Een proces van observaties, theorievorming, hypothesen en testen om kennis te vergaren.

Signup and view all the flashcards

Inductieprobleem

Het maken van algemene uitspraken op basis van specifieke observaties.

Signup and view all the flashcards

Speltheorie

Een model dat het beslissingsproces van mensen analyseert, in de context van interactie tussen individuen.

Signup and view all the flashcards

Rationele agenten

In de speltheorie wordt aangenomen dat mensen rationeel handelen en hun eigenbelang maximaliseren.

Signup and view all the flashcards

Beperkte spellen

Spellen waarin spelers een eindig aantal beurten hebben, waardoor strategisch denken en vals spelen in de eindfase een rol kunnen spelen.

Signup and view all the flashcards

Onbeperkte spellen

Spellen die herhaaldelijk worden gespeeld, waardoor samenwerking en reputatievorming een belangrijke rol spelen.

Signup and view all the flashcards

Agent-based modelleren

Een model dat simpel gedrag van individuele 'agenten' (bijvoorbeeld mieren) gebruikt om complex groepsgedrag te simuleren. Agenten volgen simpele regels die hun interactie met de omgeving bepalen.

Signup and view all the flashcards

Agenten

De individuen in een agent-based model die simpele regels volgen om te reageren op hun omgeving.

Signup and view all the flashcards

Emergent gedrag

Het complexere gedrag dat ontstaat door de simpele interacties van individuele agenten, zoals een verkeersopstopping.

Signup and view all the flashcards

Iteraties

De herhalingen in een agent-based model waar agenten beslissingen kunnen nemen op basis van hun omgeving, zoals bestuderen hoe voetgangers hun route kiezen.

Signup and view all the flashcards

Variabelen

De eigenschappen van agenten die hun gedrag beïnvloeden, zoals de snelheid van een auto in een verkeersmodel.

Signup and view all the flashcards

Reductionisme

Het vereenvoudigen van complexe systemen tot de meest basale elementen om ze te begrijpen, zoals het analyseren van watercirculatie in een eenvoudig watersysteem.

Signup and view all the flashcards

Ockham's Scheermes

Het principe dat de meest simpele verklaring voor een fenomeen de beste verklaring is, zoals kiezen voor een simpele zwaartekrachtstheorie.

Signup and view all the flashcards

Demarcatie

Het onderscheiden van echte wetenschap van pseudowetenschap, zoals het zien van astrologie als onwetenschappelijk in tegenstelling tot astronomie.

Signup and view all the flashcards

Nieuw paradigma

Een nieuw paradigma wordt algemeen aanvaard en wordt de basis voor normale wetenschap.

Signup and view all the flashcards

Kuhns kritiek op verificatie en falsificatie

Empirische observaties bepalen niet eenduidig de geldigheid van een theorie. Twee verschillende theorieën kunnen dezelfde gegevens verklaren.

Signup and view all the flashcards

Dogma van Empirisme (1)

De gedachte dat taal vaststaat en onveranderlijk is en duidelijk verbonden is met de waarneembare wereld.

Signup and view all the flashcards

Dogma van Empirisme (2)

De gedachte dat we de waarneembare wereld kunnen onderscheiden van onze gedachten en de realiteit kunnen reduceren tot enkel waarneembare entiteiten.

Signup and view all the flashcards

Taal en empirische realiteit

Omdat de twee dogma's van empirisme onjuist zijn, heeft taal volgens Quine geen duidelijke één-op-één link met objecten in de echte wereld.

Signup and view all the flashcards

Webmetafoor van Quine

Taal is meer een web van relaties tussen woorden dat slechts de randen van de empirische realiteit raakt.

Signup and view all the flashcards

Succes van taal

Een set woorden kan succesvoller zijn in het beschrijven van de empirische realiteit. Het succes van de taal kan worden getest door wetenschappelijke experimenten.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Agent-Based Modelling

  • A model where simple individual (agent) behaviour leads to complex group behaviour.
  • Agents react to their environment based on simple rules.
  • Example: simulating ant behaviour in finding food sources.

Agents

  • Individuals in a model with specific behaviours.
  • Example: ants in an ant colony.

Emergent Behaviour

  • The overall effect resulting from the collective actions of individuals.
  • Example: traffic jams caused by individual driver behaviour.

Iterations

  • Cycles/repetitions within the model where agents adapt to changing conditions.
  • Example: when participants in a simulation make their next action based on the updated state.

Variables

  • Characteristics of agents that influence their behaviour.
  • Example: speed of a car in a traffic model.

Reductionism

  • Simplifying complex phenomena to basic, essential elements.
  • Example: considering gravity as a fundamental force instead of a complex interaction.

Ockham's Razor

  • Favouring simpler explanations when multiple explanations exist.
  • Example: selecting the most straightforward explanation to a scientific phenomenon, given two or more equally viable options.

Demarcation

  • Distinguishing science from non-science.
  • Example: differentiation between astrology and astronomy.

Verification

  • Showing that a scientific theory can be proven true.
  • Example: proving a prediction about the outcomes of a physical process and using experiments to confirm.

Falsification

  • Showing that a scientific theory can be proven false.
  • Example: making a prediction that, upon not being proven true will falsify the original hypothesis.

Empirical

  • Observable and measurable facts.
  • Example: recording temperature changes.

Empirical Cycle

  • Observing phenomena, identifying patterns, forming hypotheses, and testing these hypotheses.
  • Example: observing bird migration patterns, developing a hypothesis about their route, and testing it using observation data.

Inductive Problem

  • How to create universal statements based on specific observations.
  • Example: observing the sun rising every day raises the question of whether this will always occur.

Game Theory

  • A model analysis of decision-making among interacting entities.
  • Example: a buyer negotiating price in a deal.

Rational Agents

  • Agents motivated by self-interest within a game.
  • Example: a player in a game trying to maximize their own profit.

(Un)constrained Games

  • Games with a finite or infinite number of possible moves.
  • Example: choosing whether to cooperate with another party in a game.

Tit-for-Tat/Copycat

  • A successful game strategy, initially cooperating and then following the other player's previous action.
  • Example: in a game where players alternate between cooperating and not cooperating, tit-for-tat is a successful strategy.

Paradigm

  • The current accepted theories, methods, and approaches in a field of science.
  • Example: classical physics.

Structure of Scientific Revolutions

  • The process of scientific change from an established paradigm to a new one.
  • Example: the shift from Newtonian physics to Einstein's theory of relativity.

Scientific Criticism

  • Analysis of the limitations of verification and falsification as parts of methodology.
  • Example: Quine's argument that observable facts don't determine the truth of a theory.

Language and Empirical Reality

  • The relationship between language (and thoughts) and the physical world around us (empirical reality).
  • Example: understanding that words don't have a direct correspondence to specific, singular objects.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser