Podcast
Questions and Answers
Wat is een belangrijk kenmerk van een dictatuur?
Wat is een belangrijk kenmerk van een dictatuur?
- Vrijheid van meningsuiting
- Censuur (correct)
- Reguliere verkiezingen
- Meerdere oppositiepartijen
Wat is een voordeel van directe democratie?
Wat is een voordeel van directe democratie?
- Verlies van stemprivacy
- Complexiteit van besluitvorming
- Bewustwording (correct)
- Minder inspraak van burgers
Welke van de volgende partijen is niet linkse sociaaldemocratisch?
Welke van de volgende partijen is niet linkse sociaaldemocratisch?
- GroenLinks
- SP
- PVDA
- VVD (correct)
Wat karakteriseert de rechtsprekende macht?
Wat karakteriseert de rechtsprekende macht?
Wat beschrijft het socialisme het beste?
Wat beschrijft het socialisme het beste?
Wat is een kenmerk van confessionele partijen?
Wat is een kenmerk van confessionele partijen?
Wat betekent 'progressief' in politieke termen?
Wat betekent 'progressief' in politieke termen?
Welke partij staat het meest bekend om haar focus op dierenrechten?
Welke partij staat het meest bekend om haar focus op dierenrechten?
Wat is de hoofdfocus van GroenLinks en PvdA?
Wat is de hoofdfocus van GroenLinks en PvdA?
Wat zijn de kenmerken van een democratie?
Wat zijn de kenmerken van een democratie?
Wat is een belangrijk kenmerk van de CU?
Wat is een belangrijk kenmerk van de CU?
Welke partij staat het meest bekend om zijn nationalistische standpunten?
Welke partij staat het meest bekend om zijn nationalistische standpunten?
Wat is de rol van de Eerste Kamer in de wetgevende macht?
Wat is de rol van de Eerste Kamer in de wetgevende macht?
Wat betekent een soevereine staat?
Wat betekent een soevereine staat?
Wat typeert het parlementair stelsel in Nederland?
Wat typeert het parlementair stelsel in Nederland?
Wat is een voornaamste functie van Montesquieu in de politieke filosofie?
Wat is een voornaamste functie van Montesquieu in de politieke filosofie?
Welke van de volgende uitspraken beschrijft een kenmerk van een dictatuur?
Welke van de volgende uitspraken beschrijft een kenmerk van een dictatuur?
Wat is een kenmerk van het confessionalisme?
Wat is een kenmerk van het confessionalisme?
Welke partij zou het meest sociaal democratisch georiënteerd zijn?
Welke partij zou het meest sociaal democratisch georiënteerd zijn?
Wat is een belangrijk aspect van het socialisme?
Wat is een belangrijk aspect van het socialisme?
Wat typeert het liberalisme?
Wat typeert het liberalisme?
Wat beschrijft een fundamenteel uitgangspunt van een ideologie?
Wat beschrijft een fundamenteel uitgangspunt van een ideologie?
Welke van de volgende partijstandpunten valt het meeste onder het zogenaamde rechtse beleid?
Welke van de volgende partijstandpunten valt het meeste onder het zogenaamde rechtse beleid?
Wat is een doelstelling van communisten?
Wat is een doelstelling van communisten?
Wat is het doel van een kiesdrempel in een verkiezingsstelsel?
Wat is het doel van een kiesdrempel in een verkiezingsstelsel?
Wat is een kenmerk van het districtenstelsel?
Wat is een kenmerk van het districtenstelsel?
Wat is een nadeel van het meerderheidsstelsel?
Wat is een nadeel van het meerderheidsstelsel?
Wat doet een communicatiedeskundige in een verkiezingscampagne?
Wat doet een communicatiedeskundige in een verkiezingscampagne?
Hoe beïnvloeden media opiniepeilingen het stemgedrag van kiezers?
Hoe beïnvloeden media opiniepeilingen het stemgedrag van kiezers?
Wat kunnen kiezers overwegen bij het evalueren van een partij?
Wat kunnen kiezers overwegen bij het evalueren van een partij?
Wat zou een groeiende invloed van influencers kunnen betekenen voor verkiezingen?
Wat zou een groeiende invloed van influencers kunnen betekenen voor verkiezingen?
Waarom kan strategisch stemmen belangrijk zijn voor kiezers?
Waarom kan strategisch stemmen belangrijk zijn voor kiezers?
Wat beschrijft populisme het beste?
Wat beschrijft populisme het beste?
Wat is een eigenschap van een antidemocratische partij?
Wat is een eigenschap van een antidemocratische partij?
Wat is de rol van 'zwevende kiezers' in de verkiezingen?
Wat is de rol van 'zwevende kiezers' in de verkiezingen?
Welke functie heeft een politieke partij NIET?
Welke functie heeft een politieke partij NIET?
Wat wordt bedoeld met evenredige vertegenwoordiging?
Wat wordt bedoeld met evenredige vertegenwoordiging?
Wat is een nadeel van het systeem van evenredige vertegenwoordiging?
Wat is een nadeel van het systeem van evenredige vertegenwoordiging?
Welke uitspraak over de functies van politieke partijen is correct?
Welke uitspraak over de functies van politieke partijen is correct?
Wat is het verschil tussen actief en passief kiesrecht?
Wat is het verschil tussen actief en passief kiesrecht?
Flashcards are hidden until you start studying
Study Notes
Machtsverdeling
- De trias politica: wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.
- Dictatuur: geen scheiding van machten, één persoon of groep heeft alle macht.
- Kenmerken dictatuur: geen vrijheid van meningsuiting, censuur, geen oppositiepartijen, schijnverkiezingen, belangrijke rol voor het leger.
- Ideologische indoctrinatie: systematisch en eenzijdig opdringen van ideeën zonder kritiek.
- Referendumvoordelen: directe democratie, bewustwording.
- Referendumnadelen: verdeeldheid, complexiteit.
- Kenmerken vrije verkiezingen: iedereen mag stemmen, meer dan één partij, anonieme stemming, toegang tot media, eerlijke regels voor tellen.
- De bijbel: biedt geen regeringsvorm, maar een regeringsnorm.
- Grondwet: regelt bevoegdheden en taken.
- Constitutionele monarchie: koningsmacht beperkt tot de grondwet.
- Indirecte democratie: volk stemt voor vertegenwoordigers.
- Directe democratie: volk beslist zelf via referendum.
Politieke Ideologieën
- Socialisme: linkse ideologie die gelijkwaardigheid, een steunende overheid, eerlijke verdeling van inkomen, kennis en macht, en bescherming van zwakkeren bepleit.
- Links:
- PvdA
- GroenLinks
- SP
- SCPVD
- Denk
- Volt
- Sociaal-democraten (PvdA, SP, GroenLinks): gericht op sociale zekerheid.
- Journalisme: midden, harmonie, aanvullende rol van de overheid, verantwoording van burgers voor elkaar.
- Confessionele partijen:
- CU
- CDA
- BBB
- SGP
- Liberalisme: rechtse ideologie die vrijheid, een terughoudende overheid, persoonlijke en economische vrijheid en de belangen van het individu en het bedrijfsleven bepleit.
- Rechts:
- Ja21
- VVD
- FVD
- PVV
- Progressief: vooruitstrevend, gericht op verandering.
- Conservatief: behoudend, gericht op behoud van bestaande waarden.
- Reactionair: achteruitstrevend, gericht op terugkeer naar eerdere toestanden.
- Ja21: nationale soevereiniteit, economische vrijheid, streng immigratiebeleid.
- SP: sociale gelijkheid, herverdeling, sterke verzorgingsstaat.
- NSC: burgerlijke hervorming, transparantie, sterkere rechtsstaat.
- PvdD: dierenrechten, duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid vanuit een ecologische invalshoek.
- Denk: sociale gelijkheid, inclusief bestrijding van racisme, rechten van minderheden.
- Volt: Europese samenwerking, duurzaamheid, sociale hervormingen met een progressieve visie.
- GroenLinks/PvdA: combinatie van progressief en sociaal-democratisch, gericht op duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid, een sterke verzorgingsstaat.
- CU: verbindt confessionele waarden met progressieve standpunten.
- BBB: pragmatische partij die opkomt voor boeren, platteland, nationale identiteit, klimaatbeleid.
- SGP: bijbelse waarden, gezinsleven, traditionele normen, kerk en staat zijn ongescheiden, de bijbel als richtlijn.
- PVV: nationalisme, streng immigratiebeleid, controle, behoud van cultuur.
- VVD: economische vrijheid, individuele verantwoordelijkheid.
- FVD: nationale eenheid, directe democratie, nationalistisch.
- D66: pragmatische partij, directe democratie, referendum, pro-Europa, gelijke kansen.
- CDA: bijbel als inspiratieboek, rentmeesterschap.
Politieke Systemen
- Soevereine staat: staat met duidelijke grenzen, hoogste gezag, alleenrecht op geweld.
- Politiek: keuzes maken die iedereen in een staat raken.
- Democratie (demos: volk, kratos: regeren) is de macht van velen.
- Directe democratie: volk beslist zelf via referendum.
- Indirecte/representatieve democratie: volk kiest vertegenwoordigers die beslissingen nemen.
- Trias politica (Montesquieu): scheiding van machten om machtsmisbruik te voorkomen.
- Wetgevende macht: maakt wetten.
- Uitvoerende macht: voert wetten uit.
- Rechterlijke macht: zorgt voor rechtvaardigheid.
- Kenmerken van een democratie: individuele vrijheid, grondrechten, beperking van macht van politie en leger, onafhankelijke rechtspraak, persvrijheid.
- Parlementair stelsel: parlement is hoogste orgaan.
- Constitutionele monarchie: macht van de koning is beperkt tot de grondwet.
- Presidentieel stelsel: parlement plus president die door het volk gekozen wordt.
- Dictatuur: alle macht is in handen van één persoon of groep, geen invloed voor burgers.
- Kenmerken van een dictatuur: beperkte vrijheid, geen onafhankelijke rechtspraak, censuur, schijnverkiezingen, geen oppositiepartijen.
- Soorten dictaturen: ideologisch, religieus/theocratisch, militair.
- Ideologie: samenhangend geheel van ideeën over de samenleving.
- Normen en waarden: gedragsregels, principes.
- Sociaal-economische verhoudingen: verdeling van welvaart.
- Links: minder ongelijkheid, rol van de overheid om kansen te creëren.
- Rechts: minder bemoeienis van de overheid, individuele verantwoordelijkheid, inkomensverschillen zijn onvermijdelijk.
- Stromingen:
- Socialisme: gelijkheid, solidariteit, herverdeling.
- Confessionalisme: organische staatsopvatting, verantwoordelijkheid voor elkaar, rentmeesterschap, harmonie, aanvullende rol van de overheid.
- Liberalisme: vrijheid, individuele verantwoordelijkheid, vrije markt, beperkte rol van de overheid.
- Ont-ideologisering: verdwijnen van ideologie als leidraad.
- Pragmatisme: tijdelijke oplossingen, afhankelijk van het probleem.
- Ecologisme: focus op milieuvriendelijkheid en duurzaamheid.
- Populisme: stem van het volk, daadkracht, nationalistisch, vaak in tijden van crisis.
- Progressief: vooruitstrevend, gericht op verandering.
- Conservatief: behoudend, gericht op behoud van bestaande waarden.
- Extreem conservatief: reactionair, achteruitstrevend, terugkeren naar oude toestanden.
- Kosmopolitisme: globalisering, tegenovergestelde van nationalisme.
Politieke Partijen
- Politieke partij: groep mensen met dezelfde ideeën.
- One-issue partijen: vertegenwoordigen een specifieke doelgroep.
- Antidemocratische partijen: tegen de rechtsstaat.
- Functies van partijen:
- Wensen en eisen in hun programma.
- Vorming van de mening in de samenleving.
- Interesseren, selecteren, integreren, articuleren, informeren, participatie.
- Zwevende kiezers: keuze afhankelijk van moment, persoonlijkheid van partijleider.
- EU: vermindert nationale soevereiniteit, partij moet hierdoor samenwerken.
- SP: sociaal-democratisch, Lilian Marijnissen.
- GroenLinks/PvdA: progressief, pragmatisch, sociaal-democratisch, Frans Timmermans.
- Denk: pro-islamitisch, Farid Azarkan.
- Volt: pro-Europa, Laurens Dassen.
- NSC: conservatief, Pieter Omtzigt.
- CU: confessioneel, Mirjam Bikker.
- D66: pragmatisch, Rob Jetten.
- CDA: pragmatisch, Sybrand van Haersma Buma.
- SGP: confessioneel, Kees van der Staaij.
- Ja21: Lilian Marijnissen.
- PVV: nationalist, Geert Wilders.
- VVD: liberaal, Mark Rutte.
- FVD: nationalistisch, Thierry Baudet.
Kiesrecht en Kiesstelsels
- Actief kiesrecht: recht om te kiezen.
- Passief kiesrecht: recht om gekozen te worden.
- Kiesniveaus: rijk (Tweede Kamer), provincie (Provinciale Staten), gemeente (Gemeenteraad), waterschappen, Europees Parlement.
- Evenredige vertegenwoordiging: alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over zetels.
- Zetel: stoel in de Tweede Kamer of gemeenteraad.
- Kiesdeler: aantal geldige stemmen dat nodig is om een zetel te krijgen.
- Voordelen van evenredige vertegenwoordiging: iedere stem telt even zwaar, meerderheid van de bevolking wordt vertegenwoordigd.
- Nadelen van evenredige vertegenwoordiging: langdurige debatten, onoverzichtelijk, kleinere partijen hebben meer spreekrecht.
- Kiesdrempel: minimumpercentage stemmen om mee te doen in de zetelverdeling, voorkomt versnippering.
- Districtenstelsel: land wordt verdeeld in districten, één afgevaardigde per district.
- Voordelen van het districtenstelsel: kiezers kennen kandidaten beter, regionale vertegenwoordiging.
- Nadeel van het districtenstelsel: stemmen kunnen verloren gaan, focus op lokale belangen.
- Meerderheidsstelsel: kandidaat met de meeste stemmen in een district wint.
- Spin doctor: communicatiedeskundige die kandidaten adviseert over media-imago, strategieën.
- Mediacratie: media heeft een grote invloed op kiezers, "regeert" soms.
- Aandachtspunten bij het stemmen:
- Standpunten: verkiezingsprogramma, partijwebsite.
- Eigen belangen: student, ondernemer, conservatief, liberaal etc.
- Kans van de partij: rol bij het vormen van een kabinet.
- Aantrekkingskracht van de lijsttrekker: persoonlijkheid, debatteren etc.
- Voorkeursstemmen: stemmen op een kandidaat die lager op de lijst staat.
- Kiesdeler: 25% van de kiesdeler nodig om in de Tweede Kamer te komen met voorkeursstemmen.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.