Summary

This document discusses ionization energy, a concept in chemistry related to the energy required to remove an electron from an atom or ion. It includes examples and explanations of the factors influencing ionization energy. The document also includes sections on exceptions to standard trends. The material is suitable for secondary school chemistry students.

Full Transcript

THEMA 02 ATOOMBOUW H5 IONISATIE-ENERGIE LEERDOELEN IONISATIE-ENERGIE De ionisatie-energie IE (kJ/mol) is de hoeveelheid energie die nodig is om een elektron weg te halen bij een atoom in de gasfase  IE1  energie om een 1e elektron weg te halen  IE2  energie om een 2e elektron weg te hal...

THEMA 02 ATOOMBOUW H5 IONISATIE-ENERGIE LEERDOELEN IONISATIE-ENERGIE De ionisatie-energie IE (kJ/mol) is de hoeveelheid energie die nodig is om een elektron weg te halen bij een atoom in de gasfase  IE1  energie om een 1e elektron weg te halen  IE2  energie om een 2e elektron weg te halen  IE3  energie om een 3e elektron weg te halen  … 2 2 Uit de tabel valt meteen op dat IE1 < IE2 < IE3 < … VOORBEELD VERLOOP IONISATIE- ENERGIE 2 Be – 1 e-→ Be+ IE1 = 897 kJ/mol 1s2 2s2  [1s2 1 elektron weg uit het 2s- 2s1]+ orbitaal Be+ – 1 e-→ Be2+ IE2 = 1 [1s2 2s1]+  1 elektron weg uit het 2s- 756 kJ/mol [1s2]2+ orbitaal Het positieve ion trekt IE2 > IE1 harder aan de overgebleven elektronen [1s2]2+  [1s1]3+ 1 elektron weg uit het 1s- orbitaal 1s ligt dichter bij de kern dan 2s Be2+ – 1 e-→ Be3+ IE3 >> IE3 = 14 860 kJ/mol IE2 Be2+ heeft de stabiele edelgasconfiguratie WETMATIGHEDEN Bij eenzelfde atoom neemt de ionisatie-energie toe als  de lading van het ion groter wordt  de edelgasconfiguratie is bereikt WETMATIGHEDEN In eenzelfde groep  afstand tussen kern en elektronen wordt kleiner  grotere aantrekkingskracht op elektronen In eenzelfde periode  toenemend aantal protonen  grotere aantrekkingskracht op elektronen UITZONDERINGEN Be [He] 2s2 B heeft meer protonen dan Be dus grotere aantrekkingskrachten B [He] 2s2 2p1 dus verwachting is dat IE1 B > IE1 Be MAAR  Be heeft reeds een stabiele configuratie met een volledig gevuld subniveau  B bereikt deze configuratie door 1 elektron af te geven.  IE1 B < IE1 Be UITZONDERINGEN N [He] 2s2 2p3 O heeft meer protonen dan N dus grotere aantrekkingskrachten dus verwachting is dat IE1 O > IE1 N O [He] 2s2 2p4 MAAR  N heeft reeds een stabiele configuratie met een halfbezet subniveau  O bereikt deze configuratie door 1 elektron af te geven  IE1 O < IE1 N ELEKTRONENAFFINITEIT De elektronenaffiniteit EA is de energie die vrijkomt bij de opname van een elektron door een gasvormig atoom NIET KENNEN SAMENVATTING AAN DE SLAG O [He] 2s2 2p4  [[He] 2s2 2p3 ]1+ Zuurstof bekomt een halfgevuld subniveau (stabielere toestand) N [He] 2s2 2p3 Stikstof heeft reeds een halfgevuld subniveau AAN DE SLAG Het Mg2+-ion heeft op dat moment de zeer stabiele edelgasconfiguratie en wil deze graag behouden. AAN DE SLAG Kalium heeft een schil meer dan natrium dus het elektron van kalium ligt verder weg van de kern en laat bijgevolg gemakkelijker los. AAN DE SLAG Na IE1 is het atoom al een éénwaardig positief ion. Het is moeilijker om dan nog een tweede elektron te onttrekken.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser