Matrix 3.5A Hoofdstuk 4 Vergelijkingen en Ongelijkheden PDF

Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...

Summary

This document covers equations and inequalities, including first-degree equations and inequalities. It details various methods for solving equations and inequalities, including converting formulas and addressing problems with parameters. It explains how to address questions using mathematical language and provides exercises for practical application.

Full Transcript

# Vergelijkingen en ongelijkheden ## 4.1 Vergelijkingen van de eerste graad in één onbekende ### 1 Van gelijkheid naar vergelijking - De uitspraken 3.5-8=7 en 8-3=12 noem je een gelijkheid. - Een gelijkheid is een uitspraak bestaande uit twee getallenuitdrukkingen, gescheiden door het gelijkheids...

# Vergelijkingen en ongelijkheden ## 4.1 Vergelijkingen van de eerste graad in één onbekende ### 1 Van gelijkheid naar vergelijking - De uitspraken 3.5-8=7 en 8-3=12 noem je een gelijkheid. - Een gelijkheid is een uitspraak bestaande uit twee getallenuitdrukkingen, gescheiden door het gelijkheidsteken. - Vervang je in de gelijkheid 3.5-8=7 de factor 5 door de letter x, dan bekom je de uitspraak 3x-8=7. - Dit is geen propositie omdat je de waarheidswaarde van de uitspraak niet kent. - De waarheidswaarde van de uitspraak hangt af van de waarde van x. - Een dergelijke uitspraak noem je een predicaat. - Stelt x een reëel getal voor, dan noem je het predicaat 3x-8 = 7 een vergelijking in de onbekende x. - Neemt x de waarde 5 aan, dan is de uitspraak 3.x - 8 = 7 waar. - Je zegt: 5 is een oplossing van de vergelijking 3.x-8=7. - Neemt x de waarde 6 aan, dan is de uitspraak 3.x-8 = 7 niet waar, want 3.6-8 = 10 ≠ 7. - Je zegt: 6 is geen oplossing van de vergelijking 3x-8=7. - De oplossingenverzameling van de vergelijking x² = 49 bevat de getallen -7 en 7. - Geen enkel reëel getal voldoet aan de vergelijking x² = -25 omdat het linkerlid steeds positief is en het rechterlid steeds negatief. - De oplossingenverzameling bevat geen enkel reëel getal. ### 2 Een vergelijking van de eerste graad in één onbekende oplossen - Als je de vergelijking 5.(x+3)-6 = 2x + 1 herleidt naar nul en het linkerlid uitwerkt, bekom je na vereenvoudiging: 3x+8 = 0. - Je noemt daarom de vergelijking 5.(x+3)-6 = 2x + 1 een vergelijking van de eerste graad in x. - Een vergelijking van de eerste graad in één onbekende x is een vergelijking die te herleiden is tot de basisvorm ax + b = 0 met a ∈ R, b ∈ R. - Een vergelijking van de eerste graad in één onbekende oplossen betekent alle waarden zoeken van de onbekende die voldoen aan de vergelijking. ### 3 Bijzondere vergelijkingen van de vorm ax + b = 0 (a, b ∈ R) - Bekom je na het herleiden een vergelijking van de vorm ax + b = 0 met a ∈ R, b≠0, dan bekom je een vergelijking van de eerste graad in de onbekende x. - Deze vergelijking heeft juist één oplossing. - Bekom je na het herleiden een vergelijking van de vorm 0.x + b = 0, dan is deze vergelijking vals of strijdig. - Een valse of strijdige vergelijking is een vergelijking die te herleiden is tot de vorm 0.x = c, c ≠ 0. - Een valse vergelijking heeft geen oplossing. - Een onbepaalde of identieke vergelijking in x is een vergelijking die te herleiden is tot de vorm 0.x = 0. - Een onbepaalde vergelijking heeft elk reëel getal als oplossing. ### 4 Vergelijkingen in de vorm van een evenredigheid - Als de vergelijking een onbekende in de noemer heeft, dan moet je de voorwaarde opstellen waaraan die onbekende moet voldoen zodat die noemer niet nul zou zijn. - Anders gezegd: elke waarde voor de onbekende die voor een nul in de noemer zorgt, moet je uitsluiten. - Je stelt de bestaansvoorwaarde (BV) van de vergelijking op. - De bestaansvoorwaarde van een vergelijking is de voorwaarde waaraan de onbekende van de vergelijking moet voldoen zodat de vergelijking betekenisvol is. - Een vergelijking in de vorm van een evenredigheid los je op door de hoofdeigenschap bij evenredigheden (kruisproducten) toe te passen: a.d = b.c (b ≠ 0 ∧ d ≠ 0). ### 5 Bespreken van een vergelijking met een parameter - De oplossingenverzameling van de vergelijking ax + b = 0 verschilt naargelang de waarden van de coëfficiënten a en b. - Je kunt wel de verschillende mogelijkheden onderzoeken a.d.h.v. verschillende waarden van m. - Je noemt m de parameter van de vergelijking. - Een parameter stelt een variabel getal voor dat je niet moet berekenen, maar dat wel de oplossing of het aantal oplossingen van de vergelijking bepaalt. - Een vergelijking met een parameter bespreken betekent dat je voor elke waarde van de parameter vertelt hoe de oplossingenverzameling eruitziet. ## 4.2 Vraagstukken oplossen met vergelijkingen - Lees het vraagstuk aandachtig en onderstreep de gegevens. - Noteer wat je als onbekende x kiest. - Zet het vraagstuk om in wiskundetaal. - Je bekomt een vergelijking of ongelijkheid. - Los de vergelijking of ongelijkheid op. - Formuleer een antwoordzin. - Controleer je antwoord. ## 4.3 Omvormen van formules - Noteer alle termen die de onbekende bevatten links, alle andere termen rechts. - Deel beide leden door de coëfficiënt van de onbekende. - Vul de gekende gegevens in en bereken. - Formuleer een antwoordzin. ## 4.4 Ongelijkheden van de eerste in één onbekende ### 9 Ongelijkheid - definities - De uitspraken 2-3-8<7, 8<9, 3.5≤12, 6>4 en 3+2≥4 noem je een ongelijkheid. - Een ongelijkheid is een uitspraak bestaande uit twee getallenuitdrukkingen, gescheiden door een ongelijkheidsteken. - Een ongelijkheid kan waar of onwaar zijn. - Ongelijkheden in dezelfde zin: de ongelijkheden hebben hetzelfde ongelijkheidsteken. - Ongelijkheden in tegengestelde zin: de ene ongelijkheid heeft het omgekeerde ongelijkheidsteken van de andere. - Vervang je in de ongelijkheid 2.3-8<7 de factor 3 door de letter x, dan bekom je de uitspraak 2x-8 <7. - Dit is geen propositie omdat je de waarheidswaarde van de uitspraak niet kent. - De waarheidswaarde van de uitspraak hangt af van de waarde van x. - Een dergelijke uitspraak noem je een predicaat. - Stelt x een reëel getal voor, dan noem je het predicaat 2x-8 <7 een ongelijkheid in de onbekende x. ### 10 Eigenschappen van een ongelijkheid - Vermeerder of verminder je beide leden van een ongelijkheid met eenzelfde reëel getal, dan bekom je een gelijkwaardige ongelijkheid in dezelfde zin. - Vermenigvuldig je (deel je) beide leden van een ongelijkheid met (door) eenzelfde strikt positief reëel getal, dan bekom je een gelijkwaardige ongelijkheid in dezelfde zin. - Vermenigvuldig je (deel je) beide leden van een ongelijkheid met (door) eenzelfde strikt negatief reëel getal, dan bekom je een gelijkwaardige ongelijkheid in tegengestelde zin. ### 11 Een ongelijkheid van de eerste graad in één onbekende - Als je de ongelijkheid 5.(x+3)-6< 2x + 1 herleidt naar nul en het linkerlid uitwerkt, bekom je na vereenvoudiging: 3x+8< 0. - Je noemt daarom de ongelijkheid 5.(x+3)-6 < 2x + 1 een ongelijkheid van de eerste graad in x. - Een ongelijkheid van de eerste graad in één onbekende x is een ongelijkheid die te herleiden is tot de basisvorm ax + b ≤ 0 met a ∈ R, b ∈ R. - Neemt x de waarde 4 aan, dan is de uitspraak x - 3 ≤ 7 waar. - Je zegt: 4 is een oplossing van de ongelijkheid x - 3 ≤ 7. - Neemt x de waarde 15 aan, dan is de uitspraak x - 3 ≤ 7 niet waar want 15-3 = 12 12 ≥ 7. - Je zegt: 15 is geen oplossing van de ongelijkheid x - 3 ≤ 7. - Elk getal kleiner dan of gelijk aan 10 voldoet aan de ongelijkheid x - 3 ≤ 7. - Je zegt: De oplossingenverzameling van de ongelijkheid x - 3 ≤ 7 is een interval. ### 12 Een ongelijkheid van de eerste graad in één onbekende oplossen - Werk de haakjes weg. - Maak alle termen uit beide leden gelijknamig, werk dan deze noemers weg en vereenvoudig beide leden. - Breng alle termen met de onbekende naar het LL en alle andere termen naar het RL. - Vereenvoudig beide leden. - Deel beide leden door de coëfficiënt van de onbekende. - Vereenvoudig. - Noteer de oplossingsverzameling en stel ze grafisch voor. ## 4.5 Vraagstukken oplossen met ongelijkheden van de eerste graad in één onbekende - Lees het vraagstuk aandachtig en onderstreep de gegevens. - Maak indien nodig een figuur. - Noteer wat je als onbekende x kiest. - Zet het vraagstuk om in wiskundetaal. - Je bekomt een ongelijkheid. - Los de ongelijkheid op. - Formuleer een antwoordzin. - Controleer je antwoord. ---

Use Quizgecko on...
Browser
Browser