IER - Intro PDF

Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...

Summary

This document introduces intellectual property rights, highlighting the concept of freedom of enterprise and its exceptions, such as intellectual property rights. It discusses the different types of intellectual property rights and their implications for business.

Full Transcript

Intellectueel eigendomsrecht Inleiding De intellectuele eigendomsrechten in het algemeen zijn rechten die betrekking hebben op bepaalde voorwerpen. Men moet beseffen dat men altijd van het principe van vrijheid van ondernemen vertrekt, en dat de intellectuele eigendomsrechten een...

Intellectueel eigendomsrecht Inleiding De intellectuele eigendomsrechten in het algemeen zijn rechten die betrekking hebben op bepaalde voorwerpen. Men moet beseffen dat men altijd van het principe van vrijheid van ondernemen vertrekt, en dat de intellectuele eigendomsrechten een uitzondering op die vrijheid kunnen zijn. Vragen  Wat is intellectuele eigendom?  Voorbeelden? §1. Vrijheid van ondernemen Men vindt de vrijheid van ondernemen in : - De Décret d’Allarde (1791). Ik heb de vrijheid om te gaan kiezen wat ik wil ondernemen en ben niet beperkt tot wat mijn familie bijvoorbeeld heeft gedaan. Men heeft voor een lange tijd naar die Décret verwezen (« il sera libre à toute personne de faire tel négoce ou d'exercer telle profession, art ou métier qu'elle trouvera bon ») ; - Het WER. Sinds het aannemen van dit wetboek, is de vrijheid van ondernemen uitdrukkelijk opgenomen in art. II.3 en II.4 van dit wetboek. Wat zijn de gevolgen van die vrijheid ? - De vrijheid van mededinging : iedereen die zich in het economisch verkeer begeeft heeft het recht om diensten of waren aan te bieden, ook al zijn er actoren die soortgelijke diensten of waren aanbieden op dezelfde markt (onze markt is namelijk open). We mogen dus concurreren op de prijs of de kwaliteit van een product of een dienst ; - Dat betekent ook dat er, in principe, vrijheid van kopie is : er is geen beperking, tenzij die is opgenomen in de wet. Ex. Ik mag exact dezelfde broodjesbar dan iemand anders oprichten, recht tegenover die zijn broodjesbar. 1 Wat zijn de beperkingen op de vrijheid van ondernemen ? - De onrechtmatige daad : wie schade aan iemand berokkent, moet die vergoeden ; - Het verbod op oneerlijke mededinging (oneerlijke markt- en handelspraktijken). Ex. Consumenten lokken op basis van mededelingen die niet correct zijn is verboden (men moet kijken naar de consumentenwetgeving) ; - De intellectuele rechten : de vrijheid van kopie op een bescherm voorwerp is verboden. Als de creatie waar de concurrent gebruik van maakt, beschermd wordt door een van de intellectuele rechten (merkenrecht, auteursrecht en octrooirecht), kan ik die niet kopiëren. Stel dat een persoon een intellectueel recht heeft gekregen, dan kan die persoon verbieden dat andere mensen zijn beschermd voorwerp mogen kopiëren. Dit is dus een afwijking op het principe van de vrijheid van onderneming. o = Exclusieve rechten (monopolie) §2. Begrip « intellectuele rechten » A. De verschillende intellectuele rechten De speciale stages van Tomorrowland, de choreografie van een dans, de inhoud van les Misérables, de databank Strada lex zelf zowel als de inhoud ervan (rechtsleer en rechtspraak) … kunnen beschermd worden door het auteursrecht. De code van computerprogramma’s kan evenwel beschermd worden. De merken Coca-Cola, Delvaux, Apple,… hebben allemaal een naam en een logo. Je kan vaak aan de vorm van een product of de verpakking zien over welk merk het gaat (Ex. Vorm van de fles). Men heeft het hier over het merkenrecht. Enorm veel eigenschappen van telefoons kunnen beschermd worden: de interface van de telefoon, de hardware, de manier waarop gecommuniceerd wordt met stralingspalen, de batterijen,… kunnen beschermd worden door een octrooi. Octrooien gaan dus technische uitvindingen beschermen. Men heeft het hier over het octrooirecht. Uiteindelijk is er ook het modellenrecht. De bescherming van tekeningen en modellen strekt zich uit tot het uiterlijk van een voortbrengsel (product) of van een deel ervan. Het gaat dus om de vormgeving zelf van het product, en niet om het merk. Verschillende aspecten van hetzelfde voorwerp kunnen dus worden beschermd onder verschillende intellectuele rechten. Er bestaan vaak cumuls tussen het auteurs- en het 2 modellenrecht, of het merkenrecht en het modellenrecht. Telkens ga je moeten zoeken naar het aspect van het voorwerp dat beschermd wordt en wat er exclusief aan is. Handelingen worden beschermd, dus alleen de titularis van het recht heeft de mogelijkheid om de handeling uit te oefenen, bv. de titularis van een muziek is de enige die zijn muziek kan reproduceren (het liedje spelen, een opname van het liedje nemen, het liedje verkopen, …). Wil een derde toch die handelingen stellen, moet die daarvoor de toestemming krijgen van de auteur. B. Wat zijn intellectuele rechten ? De intellectuele rechten in het algemeen zijn rechten op immateriële, niet-tastbare goederen. Het voorwerp van de bescherming moet een zekere schepping van de geest zijn, een intellectuele creatie van de auteur : - Als we denken aan het auteursrecht, zoeken we naar het artistiek of litterair werk. Ex. Het is de roman zelf die beschermd wordt ; - Als we het over het merkenrecht hebben, gaan we kijken naar de onderscheidende tekens die kunnen aantonen dat een product afkomstig is van Godiva of van een ander merk bijvoorbeeld ; - Wat een uitvinding bretreft, heeft het octrooi(recht) betrekking op de uitvinding zelf, maar niet op de uitvoering ervan. Hetzelfde geldt voor design. De intellectuele eigendomsrechten zijn ook exclusieve rechten. De auteur van het immaterieel, niet-tastbaar goed heeft namelijk het recht, via zijn intellectueel recht, om bepaalde handelingen te verbieden (‘’monopolie’’). De rechthebbende titularis heeft alleen maar de exclusieve rechten die in de wet bepaald worden. Al de andere handelingen die niet in de wet vallen, zijn vrij. Ik kan mijn voorwerp ook exploiteren op een manier waaraan ik geld kan verdienen. Je kan ook een bepaald gebruik aan derden verbieden of juist een toelating (exploitatie) aan anderen. C. Waarom ‘’intellectuele rechten’’ ? Wat is de ratio, waarom zijn we gekomen tot dit systeem ? Ten eerste observeren we een redenering van incentives (= aanmoedigingen). We willen mensen aanmoedigen om creatief te zijn (incentive). Als zij met hun creativiteit creaties maken die interessant zijn voor iedereen, willen we dat ook gaan beschermen. 3 Ex. Stel dat je 10 jaar werkt aan een roman, maar je geen bescherming hebt, dan kan de uitgever zomaar het boek uitgeven, en de eerste persoon die het boek koopt, kan het kopiëren en dan ook beginnen te verkopen aan een lagere prijs. Als je als auteur weet dat je geen cent kan verdienen, ook al werk je jaren aan een project, heb je veel minder motivatie om ervoor te gaan werken en is er geen incentive meer om creatief te zijn. Maar eens je aan de beschermingsvoorwaarden voldoet, dan wordt uw product beschermd en kan je aan anderen verbieden om er kopieën van te maken. Een andere rechtvaardigingsgrond is dat we vinden dat het correct is dat mensen die creaties tot stand hebben gebracht, daarvoor vergoed worden. Het is namelijk niet eerlijk dat mensen van iets kunnen genieten zonder ervoor te betalen. Het is dus billijk/rechtvaardig dat een auteur zelf geld verdient dankzij zijn creatie, en niet enkel de uitgever, zijn agent,... Context: technologische vooruitgang, innovatie,… D. Welk soort van recht ? De intellectuele rechten zijn een 4e soort van recht, een sui-generiscategorie, naast de zakenrechten, vorderingsrechten en persoonlijkheidsrechten : - Zakenrechten : deze rechten geven ook exclusieve rechten op een bepaald materieel voorwerp (huis, computer,..). Ik kan, titularis zijnde, een persoon dus verbieden om mijn voorwerp te gebruiken. MAAR : o Zakenrechten hebben een materieel, tastbaar goed als voorwerp ; o Daarnaast zijn zakenrechten ook onbeperkt in de tijd. Ex. Zolang ik een huis heb en dat blijft bestaan, blijft mijn recht bestaan. Dat is niet het geval voor de intellectuele rechten, die beperkt zijn in de tijd ; o Ten derde zijn de gebruiken van de zakenrechten ook anders. De eigenaar van een voorwerp mag namelijk elk gerbruik verbieden (Ex. Die computer is van mij en je mag die niet gebruiken). Bij immateriële eigendomsrechten zijn enkel bepaalde gebruiken beschermd ; - Vorderingsrechten : deze rechten zijn ook immaterieel. Mijn vorderingsrecht ten aanzien van iemand bestaat namelijk los van een materieel voorwerp (Ex. Een papier waarop de schuld geschreven staat : als dat papier verdwenen is, blijft de schuld toch bestaan). Wat het verschil is tussen een vorderingsrecht en intellectuele 4 eigendomsrechten, is dat een vorderingsrecht tussen twee personen bestaat, terwijl intellectuele eigendomsrechten bestaan tussen de auteur en eender wie de creatie van die auteur zou willen gebruiken zonder zijn toestemming ; - Persoonlijkheidsrechten : deze rechten zijn ook immaterieel. Ik heb als individu het recht op een naam (of een ander persoonlijkheidsrecht), ongeacht of het neergelegd is op een fysieke drager. MAAR deze rechten hebben enkel betrekking tot de staat en bevoegdheid van de personen (ze zijn ook morele rechten genoemd), ze hangen dus altijd vast aan fysieke personen, wat niet het geval is bij intellectuele eigendomsrechten (die meer gericht zijn tot het vermogensrecht). E. Wettelijke basis - Het aanvullend protocol bij Verdrag tot Bescherming van de rehten van de mens (art. 1 : bescherming van eigendom) ; - Het Handvest van de Grondrechten van de EU (art. 17: recht op eigendom) ; - Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom (1883) : o Octrooirecht, merken, tekeningen en modellen, handelsnamen, geografische aanduidingen, oneerlijke mededinging o Minimumbescherming o Nationale behandeling: elke staat moet de onderdanen van andere verdragsluitende staten dezelfde behandeling geven als haar eigen onderdanen. Bv: BE gaat octrooien beschermen, als een Hollander iets in BE uitvindt moet ze de Hollander haar octrooien beschermen zoals ze het voor de Belgen doet => geen discriminatie tvv de nationalen van eigen lidstaat o Recht van voorrang: De datum van eerste registratie (octrooi, merk, tekening en model) geldt in andere verdragsluitende staten binnen bepaalde termijn. De voorwerpen moeten nieuw zijn: je kan alleen een bescherming krijgen als je uitvinding nieuw is. De eerste datum van publicatie geldt als eerste datum van registratie in alle octrooibureaus van alle lidstaten aan het verdrag - Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (“TRIPs”) – Annex 1C bij het Akkoord tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (1994) 5 – Auteursrecht, merken, geografische aanduiding, tekening en model, octrooi, topografieën, bedrijfsgeheimen – Nationale behandeling – “Most-Favoured-Nation Treatment”: voordeel dat aan onderdanen van één verdragsstaat toegekend wordt moet aan de onderdanen van alle verdragstaten toegekend worden. – Minimumbescherming – Handhaving Voor de intellectuele eigendomsrechten heb je telkens een wettelijk kader nodig die het principe, de eventuele uitzonderingen enz. uitlegt. De intellectuele eigendomsrechten worden op verschillende niveaus geregeld, en elk niveau heeft zijn eigen territorium volgens het territorialiteitsbeginsel : - Belgisch niveau - Benelux niveau - Europees niveau - Internationaal niveau Belgisch niveau Dit niveau is het territorium voor het intellectueel recht in het algemeen, het auteursrecht en octrooi. Het auteursrecht is heel erg beïnvloed door het internationaal en Europees niveau, maar telkens moeten de richtlijnen, de internationale wetgeving enz., geïmplimenteerd worden op het Belgisch niveau. Het is de Belgische wetgeving die gaat bepalen aan welke voorwaarden een creatie moet voldoen om te worden beschermd. Elk Europees land bepaalt dus zijn eigen voorwaarden voor de bescherming van creaties (Ex. Een werk dat in Duitsland wordt beschermd, gaat misschien niet worden beschermd in België omdat de regels anders zijn). Mensen die beschermde voorwerpen gaan exploiteren in verschillende landen, gaan bijgevolg telkens moeten nakijken wat de voorwaarden, de uitzonderingen in elk land zijn ; - Wetboek Economisch Recht (WER) o Boek XI - Intellectuele Eigendom en bedrijfsgeheimen o Boek I – Definities o Boek IX, XV en XVII - Procedures, sancties 6 Benelux niveau Dit niveau is het territorium voor merken, tekeningen en modellen. Er zijn geen merken die alleen maar in België gelden, hetzelfde voor tekeningen en modellen. Je hebt dus ofwel een merk voor het hele BENELUX territorium, ofwel heb je geen merk. Er is bijgevolg geen gedeeltelijk bestaan van een bepaald merk, tekening of model ; Europees niveau Dit niveau is het territorium voor merken, tekeningen en modellen. Zij kunnen namelijk worden toegekend voor het niveau van de hele Europese Unie. Ex. Coca Cola heeft merken op alle mogelijke niveaus : de naam wordt beschermd op het Benelux niveau, maar ze zullen ook een Europees merk hebben. Dit is belangrijk, omdat je voor het regime, de regels die van toepassing zijn in elk territorium, naar verschillende instrumenten (verdragen) moet gaan kijken ; Internationaal niveau De internationale regels (verdragen) moeten telkens worden omgezet in Belgische, Benelux of Europese wetgeving. Als je een probleem moet oplossen, moet je kijken over welk niveau we het hebben : nationaal, Europees of Benelux? Het is namelijk zo dat, volgens het territorium over hetwelke we het hebben, je verschillende instrumenten moet gaan consulteren. Voor merkenrecht, namaak, zal de bescherming in Benelux bijvoorbeeld ruimer zijn dan in de Europese Unie (4 gronden voor namaak in Benelux tegen 3 maar in de EU). 1. Belgisch niveau De kern van de wetgeving op het Belgisch niveau vind je terug in het Wetboek Economisch Recht : - Boek XI – Intellectuele eigendom en bedrijfsgeheimen ; - Boek I – Definities - Boek IX, XV en XVII – Procedures, sancties 2. Internationaal niveau - Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom (1883) : internationaal is dit Verdrag fundamenteel : 7 o Ten eerste heeft men het over een minimumbescherming. Verdragsluitende landen moeten namelijk tekeningen, modellen, merken, octrooien,… erkennen. Details (de bescherming zelf) worden aan de nationale wetgving overgelaten. o Daarnaast is er ook de nationale behandeling, waardoor de bescherming die opgenomen is in de nationale wetgeving van een bepaald land, ten goed moet komen aan de onderdanen van ALLE verdragsluitende landen. Ex. Een Belgische onderneming die een merk in de VS heeft, mag niet worden gediscrimineerd. Dat merk moet namelijk dezelfde rechten genieten dan de eigen onderdanen ; o Het recht van voorrang : merken, octrooien, tekeningen en modellen moeten geregistreerd worden (≠ auteursrecht die je hebt door het feit van je creatie). Ik moet dus naar een administratie gaan die gaat kijken of mijn uitvinding aan de wettelijke voorwaarden voldoet. Belangrijk is dat het gaat over nieuwe creaties, uitvindingen, tekeningen en modellen. Als ik een globale onderneming heb, wil ik mijn merk beschermen in alle territoria waar ik actief ben. Dat is moeilijk en bijna administratief onmogelijk om je merk op hetzelfde moment beschermd te krijgen. Wat gebeurt er als ik dat niet doe ? In merkenrecht, als een concurrent ziet dat een bepaald product is geregistreerd in een bepaald land, zou die concurrent dat merk kunnen gaan kopiëren en registreren in het land waar het nog niet is beschermd. Daarom hebben we het recht van voorrang : als ik een registratie heb in een land, heb ik voorrang in alle andere verdragsluitende lidstaten om binnen een bepaalde termijn mijn registratie te vervolledigen, zonder dat ik die eerste datum ga verliezen. - Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (‘’TRIPS’’) – Annex 1C bij het Akkoord tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (1994) 8 F. Eigenschappen Er moet een wettelijk kader zijn met de omschrijving van het beschermd voorwerp, wie de oorspronkelijke houder is, welke de exclusieve rechten zijn, de prerogatieven (exploitatie), de overdracht van rechten (contract, licentie),.. Deze wetten zijn erga omnes en voor alle intellectuele eigendomsrechten zijn er bijzondere procedures voor hun handhaving. 1. Voorwerp Voor alle intellectuele eigendomsrechten, is het belangrijk dat het gaat om een immaterieel, niet-lichamelijk, niet-tastbaar voorwerp. Ex. Computerprogramma, technologe, literair werk, model, chemische formule, logo,… Voor elk van de intellectuele eigendomsrechten, is het ook essentieel om te weten dat niet zomaar elke creatie van de geest kan worden beschermd : de creatie moet niet banaal zijn : - Wat het auteursrecht betreft, moet het een oorspronkelijke creatie zijn ; - Voor het octrooirecht kijkt men naar de inventiviteit ; - Bij het merkenrecht is het onderscheidend vermogen van belang ; - Wat de tekeningen en modellen betreft, is het eigen karakter dat telt. 2. Immateriële/materiële eigendom Het onderscheid en de relatie tussen het materiële en immateriële eigendom is dat ze van elkaar onafhankelijk zijn. Intellectuele rechten zijn namelijk autonoom en bestaan los van de materiële rechten (ik kan ze onafhankelijk overdragen). Ex. Ik kan met mijn telefoon doen, wat de zakelijke rechten mij als eigenaar toelaten om te doen (verkopen, uitlenen, gebruiken, vernietigen,…). Daarentegen zitten in mijn telefoon heel veel octrooien, tekeningen en modellen en zelfs auteursrecht waarmee ik niets mee mag doen. Ik ben namelijk titularis van het materieel eigendomsrecht, maar niet van het immaterieel eigendomsrecht. IR kan ook geïncorporeerd worden in materieel voorwerp - Eigenaar materieel voorwerp niet noodzakelijk eigenaar intellectueel recht - Verschillende prerogatieven o Aankoop,bezit,verlies,verkoop,schenking van drager (materieel ER) o Reproductie(kopie),exploitatie,licentie,overdracht van IR 9 3. Vermogenselement Alle intellectuele eigendomsrechten hebben een economische waarde en kunnen een vermogensvoordeel uitmaken. Het gaat om de bescherming van de exploitatie van het voorwerp : - Het auteursrecht beschermt het reproductierecht en de mededeling aan het publiek ; - Het octrooirecht beschermt de productie van een uitvinding en de gebruik van het procédé ; - Bij het merkenrecht gaat het over verschillende gebruiken die beschermd worden in het economisch verkeer. Dit is hetzelfde bij tekeningen en modellen. Het gaat telkens om exclusieve rechten die dienen om bepaalde exploitatiehandelingen te verbieden of juist toe te staan. Die rechten kunnen ook aangewend worden om een licentie te geven of een overdracht te organiseren. 4. Beperkt in de tijd Al de intellectuele eigendomsrechten zijn beperkt in de tijd, zijn voor een bepaalde termijn gedefinieerd, en dat in tegenstelling tot de materiële eigendom. Het beschermingstermijn verschilt per type van IR in wet. Eens een beschermingstermijn voorbij is, is het aan iedereen vrij om iets na te maken zonder toestemming moeten te krijgen of zonder te moeten betalen (“publiek domein”) : - Auteursrecht: 70 jaar pm ; - Naburige rechten: 50/70 jaar na prestatie/fixatie ; - Databank (sui generis): 15 jaar ; - Octrooi: 20 jaar ; - Kwekersrecht: 25 jaar ; - Tekeningen/modellen: 5 jaar (is maximum 5 keer verlengbaar dus max. 25 jaar) ; - Merkenrecht: 10 jaar (onbeperkte verlenging!). De ratio is de afwijking op de vrije mededinging, we moeten een afweging maken tussen de aanmoediging/de beloning voor de schepper en het voordeel van de innovatie, creativiteit voor de maatschappij (algemeen belang). 10 5. Beperkt in ruimte (territorialiteit) Per intellectueel eigendomsrecht, gaat men altijd moeten kijken naar de beschermingsomvang : wat kan ik doen zonder dat ik de toestemming moet vragen van de rechthebbende of mijn concurrent ? Men moet dus kijken naar verschillende parameters (beschermingsomvang) : - Wat is beschermd, wat niet ? - Hoe dicht mag ik komen bij een bepaalde creatie zonder er voor toestemming te moeten vragen ? Ex. In auteursrecht moet ik balanceren tussen inspiratie of kopie. - Ga ik de prerogatieven gebruiken of niet ? - Wat zijn de uitzonderingen ? Val ik binnnen de uitzonderingen ? - Wat is de totale beschermingsomvang van het intellectueel eigendomsrecht ? => Als we teveel bescherming gaan geven, dan hebben concurrenten namelijk weinig ruimte om te functioneren : nieuwe innovatieve en creatieve ideeën worden dan belemmerd. Principes achter internationale verdragen: minimum bescherming, nationale behandeling, recht van voorrang §3. Types intellectuele rechten Er is een onderscheid tussen artistieke en industriële rechten. De artistieke rechten bestaan uit : - Het auteursrecht ; - De naburige rechten die vaak voorkomen in combinatie met auteursrechten. Ex. Performers, acteurs, muzikanten, dansers,.. => prestaties die vaak verbonden zijn aan auteursrechten omdat bijvoorbeeld een danser een beschermde choreografie gaat opvoeren ; - Een databank (sui generis). (Geen IR maar wel innovatie-gerelateerd: bedrijfsgeheimen) 11 Wat de industriële rechten betreft : - Octrooirecht ; - Tekeningen en modellen ; - Kwekersrecht ; - Topografieën van halfgeleiderproducten (chips) ; - Merkenrecht ; - Geografische aanduiding, oorsprongsbenaming. A. Artistieke rechten 1. Auteursrechten Bij auteursrechten is er een automatische bescherming. Er is namelijk geen registratie nodig. De auteursrechten komen in heel uiteenlopende domeinen tevoorschijn (literaire creaties, films, muziek, dans, journalistiek, design, wetenschap, architectuur, computerprogramma’s,…). Wat wordt er onder het auteursrecht beschermd ? Auteurswerken, op voorwaarde dat de expressie of de vorm aan een bepaald niveau van oorspronkelijkheid moet voldoen. Banale expressies worden dus niet beschermd. Het is de auteur van de oorspronkelijke creatie die recht heeft op het auteursrecht, maar ook op bepaalde morele rechten. Oorspronkelijk was het de bedoeling om cultuur aan te moedigen en de verspreiding van de kennis, van innovatie in de vorm van wetenschappelijke literatuur. 2. Naburige rechten De naburige rechten zijn verwant aan de auteursrechten, in die zin, dat ze prestaties beschermen die vaak voorkomen bij het auteursrecht. Ex. De opvoering, uitvoering en performance van de opvoerende kunstenaar wordt beschermd. Maar hierbij wordt ook de investering in de vastlegging en verspreiding door de producent van fonogrammen, film of nog de omroeporganisatie beschermd door naburige rechten. 12 3. Databankenrechten Databankrechten hebben betrekking op de creatie van de databank zelf. Het is dus een auteursrecht, het gaat namelijk om de oorspronkelijke structuur/vorm ervan. Het is sui generis, namelijk de investering in de samenstlling van databanken. B. Industriële rechten 1. Octrooirechten Het octrooirecht beschermt uitvindingen op voorwaarde dat de uitvinding zich situeert in een technisch domein (mechanica, farmaceutica, elektronica, biotechnologie,…) en dat de uitvinding nieuw, inventief (geen banale uitvinding), industrieel toepasbaar en wettelijk toegelaten is. Er is een toekenningsprocedure/registratie nodig en dat kan op het Europees en Belgisch niveau. Weten dat er een nieuw octrooi met eenheidswerking werd geïmplementeerd. 2. Tekeningen en modellen Functioneel gezien zijn alle broeken hetzelfde, maar je kan er wel de vorm van aanpassen, en er dus een nieuwe vormgeving aan geven (fantasies, sluitingen, glitters, gaten,…). Men heeft het over gebruiksvoorwerpen (Ex. Een handtas) (‘’design’’). Het moet nieuw zijn, met een eigen karakter. Er is een bepaalde toekenningsprocedure voor wat het octrooirecht betreft (Beneluxbureau voor Intellectuele Eigendom, en Harmonisatiebureau voor de interne markt), en loopt vaak samen met het auteursrecht. 3. Kwekersrechten Het kwekersrecht gaat plantenrassen gaan beschermen. Er moet sprake zijn van nieuwheid, en het product moet onderscheidbaar, homogeen en bestendig zijn. Men heeft het ook over een geldige rasbenaming en, net zoals de twee vorige rechten, is er een toekenningsprocedure (België en EU). 4. Topografieën van halfgeleiderproducten (chips) 5. Merkenrecht De bedoeling van het merkenrecht is om de mogelijkheid te bieden aan een onderneming om een merk toe te brengen aan een bepaald product ter identificatie (om aan te tonen dat het van die specifieke onderneming is). Het teken (woord, logo, afbeelding, kleur) moet een 13 onderscheidend vermogen hebbe (beschikbaarheid en toelaatbaarheid). Er is hier ook sprake van een toekenningsprocedure (Benelux Bureau voor Intellectuele Eigendom en Harmonisatiebureau voor de Interne Markt). 6. Geografische aanduiding - Landbouwproduct of levensmiddel - Afkomstig is uit een bepaalde regio - Bepaalde hoedanigheid, faam of een ander kenmerk aan geografische oorsprong toegeschreven - Productie en/of de verwerking en/of de bereiding in bepaald geografisch gebied Vragen  Wat zijn intellectuele rechten? o Welke kenmerken hebben intellectuele rechten? o Welke types van intellectuele rechten zijn er? o Heb ik eigen voorbeelden van elk van de intellectuele rechten?  Wat is het verschil tussen materiële eigendom en intellectuele eigendom? 14

Use Quizgecko on...
Browser
Browser