Samenvatting begrippen - Geweld tegen jeugdigen (PDF)
Document Details
Uploaded by AdequatePedalSteelGuitar342
Tags
Summary
Deze samenvatting beschrijft begrippen over geweld tegen jeugdigen, inclusief kindermishandeling en de samenhang met partnergeweld. De tekst behandelt de risicofactoren zoals alcohol- en drugsgebruik, psychische problemen en armoede, en verschillende vormen van geweld, zoals fysiek, psychisch en seksueel geweld. De tekst bespreekt tevens systeemgerichte benaderingen en de rol van de commisie de Winter, evenals historische en huidige aspecten van jeugdzorg.
Full Transcript
Samenvatting begrippen -- Geweld tegen jeugdigen. **[KINDERMISHANDELING EN GEWELD EN GEZINNEN. (WEEK 1)]** **Samenhang tussen partner geweld en kindermishandeling:** - In gezinnen waar partner geweld voorkmt, is de kans groot dat ook kindermishandeling plaatsvindt. - Kinderen zijn vaak g...
Samenvatting begrippen -- Geweld tegen jeugdigen. **[KINDERMISHANDELING EN GEWELD EN GEZINNEN. (WEEK 1)]** **Samenhang tussen partner geweld en kindermishandeling:** - In gezinnen waar partner geweld voorkmt, is de kans groot dat ook kindermishandeling plaatsvindt. - Kinderen zijn vaak getuige van geweld en ondervinden hier langdurige gevolgen van, ook al zijn ze geen direct slachtoffer. **Risicofactoren.** - Alcohol- en drugsgebruik, psychische problemen, en armoede verhogen de kans op geweld in het gezin. - Daarnaast zijn er gezinsprofielen zoals \'intieme terreur\' (eenzijdige controle en geweld door één partner) en \'situationeel geweld\' (geweld dat ontstaat door stressfactoren). **Systeemgerichte benadering.** - Deze benadering houdt rekening met de interacties tussen alle gezinsleden en hoe deze bijdragen aan het geweldspatroon. - Veiligheid moet centraal staan, zowel voor de kinderen als voor de volwassen slachtoffers. **Commisie de Winter:** - Een na onderzoek over psychisch seksueel en lichamelijk geweld in de jeugdzorg (vanaf 1945) - De naoorlogse jeugdzorg was vooral gericht op discipline en tucht, waarbij straffen vaak de norm waren. - Vanaf de jaren 70 begon men langzaamaan te erkennen dat geweld tegen kinderen een ernstig probleem was, maar het toezicht en de reacties van de overheid bleven zwak. **Vormen van GEWELD.** - Fysiek geweld: Veel kinderen werden geslagen, opgesloten of publiekelijk vernederd. - Psychisch geweld: Het gebruik van verbale vernedering en emotionele mishandeling. - Seksueel geweld: Dit vond vaak plaats in de residentiële zorginstellingen en pleeggezinnen, waarbij toezicht en signalering vaak faalden. **[INZICHTEN UIT HET ONDERZOEK NAAR GEWELD IN DE JEUGDZORG.]** **Impact op slachtoffers** - Veel Ex-pupillen rapporteerden ernstige lange termijneffecten, zoals problemen met sociale en intieme relaties, angststoornissen en depressie - Enkele ex- pupillen wisten de ervaringen te overleven zonder langdurige psychische schade, maar het merendeel ervoer grote problemen **Rol van de overheid en toezicht** - Het falen van de overheid om adequaat toezicht te houden en in te grijpen - De verzuiling binnen der zorginstellingen droeg bij aan het gebrek aan externe controle **Vraag 1: Welke mechanismen droegen bij aan het ontstaan van geweld in de jeugdzorg?** **1.1 Gebrek aan toezicht en controle** - **Historisch perspectief: In de periode van 1945 tot ongeveer de jaren \'70 was er weinig tot geen toezicht op wat er in instellingen gebeurde. De verzuilde organisaties, zoals katholieke of protestantse instellingen, hadden veel autonomie en er was nauwelijks overheidsbemoeienis.** - **Gevolg: Dit leidde ertoe dat geweld tegen kinderen vaak onopgemerkt bleef of werd genegeerd. Er was geen cultuur van openheid of verantwoording.** - **Parallellen nu: Hoewel het toezicht op de jeugdzorg nu beter is, zijn er nog steeds problemen met inconsistent of te afstandelijk toezicht. De communicatie tussen verschillende instanties is niet altijd optimaal, wat kan leiden tot situaties waarin signalen van mishandeling worden gemist.** **1.2 Hiërarchische structuren en machtsmisbruik** - **Historisch perspectief: De autoritaire structuur binnen zorginstellingen, waarin volwassenen en vooral personeel een bijna absolute macht hadden over de kinderen, zorgde voor een machtsdynamiek die geweld mogelijk maakte.** - **Gevolg: Dit leidde tot situaties waarin kinderen niet alleen fysiek mishandeld werden, maar ook vernederd en emotioneel misbruikt werden, vaak zonder dat zij iemand hadden om naar toe te gaan.** - **Parallellen nu: Macht is nog steeds een belangrijk aandachtspunt. In de huidige jeugdzorg kan de ongelijke machtsverhouding tussen professionals en kinderen leiden tot situaties waarin de stem van het kind onvoldoende wordt gehoord. Het blijft belangrijk dat professionals hun machtspositie reflecteren en dat er mechanismen zijn om deze macht te balanceren, zoals inspraak van kinderen in beslissingen die hen aangaan.** **1.3 Stigmatisering en isolatie van kinderen in de jeugdzorg** - **Historisch perspectief: Kinderen die in instellingen terechtkwamen, werden vaak gezien als \"problemen\" of \"gevallen\" die heropgevoed moesten worden. Dit leidde tot een cultuur van stigmatisering en het negeren van hun behoeften en rechten.** - **Gevolg: Deze kinderen werden geïsoleerd van de samenleving en vaak ook van toezicht door hun familie of externe instanties.** - **Parallellen nu: Hoewel de jeugdzorg tegenwoordig meer op het kind is gericht, blijven kinderen die uit huis geplaatst worden vaak sociaal geïsoleerd, wat kan leiden tot een gebrek aan toezicht van buitenaf. Dit benadrukt de noodzaak van een breder sociaal netwerk rondom elk kind, met betrokkenheid van familie, pleeggezinnen en externe mentoren.** **1.4 Cultuur van stilte en gebrek aan meldingsmogelijkheden** - **Historisch perspectief: Er was in het verleden geen veilige manier voor kinderen om geweld te melden. Er was een cultuur van stilte waarin klachten of meldingen van geweld niet serieus genomen werden.** - **Gevolg: Dit leidde ertoe dat geweld kon voortduren zonder dat het werd gestopt.** - **Parallellen nu: Hoewel er tegenwoordig meldingsmechanismen zijn zoals meldcodes, geven veel kinderen nog steeds aan dat ze zich niet veilig voelen om misstanden te melden. Er moet meer aandacht komen voor laagdrempelige, anonieme manieren voor kinderen om geweld te melden zonder angst voor repercussies.** **Vraag 2: Hoe kunnen we deze lessen toepassen in de huidige praktijk om geweld te voorkomen?** **2.1 Versterkt en geïntegreerd toezicht** - **Les: In het verleden was het toezicht zwak en versnipperd, wat leidde tot het voortbestaan van geweld.** - **Toepassing: Toezicht op jeugdzorg moet versterkt worden door interdisciplinaire samenwerking tussen instanties zoals scholen, gezondheidszorg en jeugdzorg. Hierdoor kan informatie sneller en beter gedeeld worden. Een proactieve benadering, waarin instellingen regelmatig en onaangekondigd worden gecontroleerd, kan geweldssituaties sneller aan het licht brengen.** **2.2 Macht en autoriteit opnieuw definiëren** - **Les: Het misbruik van macht en de autoritaire structuren maakten geweld in de jeugdzorg mogelijk.** - **Toepassing: Zorginstellingen moeten investeren in een cultuur waarin machtsrelaties worden erkend en gereflecteerd. Er moet meer nadruk komen op gelijkwaardige relaties, waarin de stem van het kind een centrale plaats inneemt. Trainingen in machtssensitiviteit en communicatie kunnen professionals helpen om op een bewuste manier om te gaan met hun machtspositie.** **2.3 Kind centraal stellen in beleid en praktijk** - **Les: De stem van het kind werd in het verleden vaak genegeerd, wat bijdroeg aan hun kwetsbaarheid voor geweld.** - **Toepassing: Kinderen moeten centraal staan in de besluitvorming over hun leven. Dit kan door het implementeren van kindvriendelijke procedures waarin hun stem serieus wordt genomen. Professionals moeten getraind worden in het luisteren naar en interpreteren van de behoeften en signalen van kinderen.** **2.4 Ontwikkelen van veilige en laagdrempelige meldsystemen** - **Les: In het verleden konden kinderen nergens terecht om geweld te melden.** - **Toepassing: Er moeten veilige, anonieme meldsystemen zijn die voor kinderen toegankelijk en begrijpelijk zijn. Kinderen moeten weten dat er altijd iemand is die hun verhaal serieus neemt en actie onderneemt. Dit kan door campagnes in zorginstellingen en scholen om kinderen bewust te maken van hun rechten en de meldmogelijkheden.** **2.5 Culturele verandering binnen de jeugdzorg** - **Les: De cultuur in veel jeugdzorginstellingen was in het verleden gericht op straffen en disciplinering, niet op zorg en veiligheid.** - **Toepassing: Het creëren van een cultuurverandering waarin de veiligheid en het welzijn van kinderen altijd voorop staan, is essentieel. Dit kan door ethische normen te versterken en continu reflectie- en supervisieprogramma\'s op te zetten voor professionals. Zorginstellingen moeten ervoor zorgen dat hun werkcultuur transparant is en gericht op vertrouwen, veiligheid en respect voor de rechten van het kind.** - In conflictscheidingen hebben ouders vaak langdurige en ernstige conflicten, die niet opgelost worden door juridische procedures. - Kinderen zitten vaak klem tussen beide ouders, wat leidt tot stress, loyaliteitsconflicten en in sommige gevallen zelfs parentificatie (waarbij het kind de ouderrol overneemt). - In conflictscheidingen komt huiselijk geweld (met name psychisch geweld) vaak voor, wat de situatie verder compliceert **Screening op partnergeweld.** - MASIC staat voor Multi-agency Safeguarding in Conflicts, een screeningtool die verschillende vormen van geweld in kaart brengt, waaronder fysiek, psychologisch en seksueel geweld. - Het belang van het afzonderlijk interviewen van beide ouders wordt benadrukt, omdat partnergeweld vaak niet direct zichtbaar is. - Vooral dwingende controle (een vorm van psychologisch geweld waarbij één partner macht uitoefent over de ander) kan een groot risico vormen voor de kinderen en de andere ouder - **Huiselijk geweld komt vaak voor in conflictscheidingen:** Uit onderzoek blijkt dat in een aanzienlijk aantal gevallen van conflictscheidingen (tot 99% voor psychologisch geweld) een vorm van huiselijk geweld aanwezig is. Het gaat hierbij niet alleen om fysiek geweld, maar vaak ook om psychologisch geweld zoals dwingende controle. - **Impact op de kinderen:** Kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld, zelfs zonder fysiek slachtoffer te zijn, kunnen ernstige emotionele en psychologische schade ondervinden. Dit kan leiden tot gedragsproblemen, angst, depressie, en een verhoogd risico op het ontwikkelen van agressief gedrag op latere leeftijd. - **Verhuld geweld:** In conflicten zijn gewelddadige handelingen soms verborgen of geminimaliseerd door de pleger, waardoor screening noodzakelijk is om de werkelijke situatie te identificeren en aan te pakken. Zonder specifieke screening kan huiselijk geweld over het hoofd worden gezien, wat de veiligheid van zowel de kinderen als de andere ouder in gevaar kan brengen. - **Signalen van dwingende controle:** - **Psychologisch en emotioneel geweld:** Een ouder probeert de ander te domineren of manipuleren door middel van angst, intimidatie, en voortdurende controle over dagelijkse activiteiten, zoals financiën, omgang met kinderen, of sociale contacten. - **Isolatie:** De pleger probeert de andere ouder te isoleren van vrienden, familie, of zelfs juridische bijstand, zodat deze geen steun kan vinden buiten de relatie. - **Controle over kinderen:** De kinderen worden soms gebruikt als een instrument van controle, waarbij één ouder de omgang van de andere ouder met de kinderen beperkt of conditioneert. - **Juridisch misbruik:** De pleger kan juridische middelen gebruiken om de scheiding te vertragen of ingewikkeld te maken, zoals het indienen van valse beschuldigingen of het oneigenlijk gebruik van juridische processen om controle uit te oefenen over de ander. - **Herkennen van dwingende controle:** - **Ongelijk machtsdynamiek:** Als een ouder de neiging heeft om alle beslissingen te controleren, zonder rekening te houden met de wensen van de andere ouder, kan dit een teken van dwingende controle zijn. - **Angst bij de andere ouder:** Wanneer de ene ouder bang lijkt te zijn voor de ander, of terughoudend is om openlijk te spreken over hun zorgen, kan dit wijzen op dwingende controle. - **Verhalen van de kinderen:** Kinderen kunnen indirecte signalen geven, zoals het praten over hoe één ouder strikte regels oplegt of kritiek heeft op alles wat de andere ouder doet. Dit kan wijzen op een onveilige gezinsdynamiek. - **Vroegtijdige interventie en signalering:** Professionals, zoals jeugdbeschermers, moeten in een vroeg stadium betrokken worden bij conflictscheidingen, vooral wanneer er signalen van geweld zijn. Screening op huiselijk geweld moet standaard onderdeel zijn van het proces. - **Betrekken van kinderen bij de besluitvorming:** Kinderen moeten op een leeftijdsadequate manier betrokken worden bij de besluitvorming, zodat hun stem gehoord wordt. Dit helpt bij het inschatten van de impact die de scheiding op hen heeft en zorgt ervoor dat hun belangen centraal staan. - **Samenwerking tussen instanties:** Professionele samenwerking tussen advocaten, maatschappelijk werkers, jeugdbeschermers, en de rechtspraak is van cruciaal belang om een holistisch beeld van de situatie te krijgen. Deze samenwerking zorgt ervoor dat signalen van geweld en controle niet over het hoofd worden gezien. - **Toepassen van passende interventies:** Professionals kunnen bijdragen door het aanbieden van specifieke interventies, zoals het opstellen van veiligheidsplannen voor de kinderen en het implementeren van beschermende maatregelen, zoals begeleide omgang of een tijdelijk contactverbod voor de pleger. - **Educatie van ouders over de impact van conflictscheidingen op kinderen:** Ouders kunnen vaak onderschatten hoe hun conflicten de kinderen beïnvloeden. Educatieprogramma\'s en therapieën kunnen ouders bewust maken van de schade die hun gedrag aanricht, wat de kans op escalatie vermindert. **Deel 3: gevolgen voor de jeugdbescherming en kindgerichte interventies** **Capaciteitsproblemen in de jeugdbescherming** - -Conflictscheidingen vormen een groot deel van de caseload van jeugdbeschermers (tussen 60% en 80%), waardoor ze overbelast zijn. - Deze casussen zijn veel complexer en vragen meer tijd dan andere jeugdbeschermingszaken. **Vroegtijdige signalering en triage** - Het advies benadrukt het belang van vroegtijdige signalering van conflictscheidingen om te voorkomen dat kinderen langdurig blootgesteld worden aan onveilige situaties. - Hoe eerder hulp geboden wordt, hoe groter de kans dat de situatie de-escalatie kan ondergaan en dat kinderen beschermd kunnen worden. **Aanbevelingen van de RSJ** - Overheid en jeugdzorginstanties moeten actief inzetten op het beschermen van kinderen door middel van tijdige, bewezen effectieve interventies. - Er moet meer aandacht komen voor preventieve hulpverlening in plaats van wachten tot een situatie escaleert en er ingegrepen moet worden. CASUS: Een gezin met twee ouders in conflictscheiding. De vader wordt beschuldigd van dwingende controle en de moeder heeft depressieve klachten. De kinderen vertonen gedragsproblemen, en er zijn vermoedens van emotionele mishandeling. **1. Interventies op korte termijn om de veiligheid van de kinderen te waarborgen:** 1. **Screening op huiselijk geweld en dwingende controle**: 1. De eerste prioriteit is om te screenen op de mate en ernst van het geweld in de gezinssituatie, met speciale aandacht voor dwingende controle door de vader en de emotionele mishandeling van de kinderen. Hiervoor kan een methodiek zoals de *MASIC* (Multi-Agency Safeguarding in Conflicts) worden ingezet (De Ruiter, 2020). 2. Door afzonderlijke gesprekken te voeren met beide ouders, kunnen meer concrete feiten over de mate van controle en eventuele psychische mishandeling naar boven komen. 2. **Veiligheidsplan voor de kinderen**: 3. Als er sprake is van directe bedreiging voor de kinderen, bijvoorbeeld als de dwingende controle of de conflicten escaleren, moet er een veiligheidsplan worden opgesteld. Dit kan inhouden dat de kinderen tijdelijk op een veilige plek worden ondergebracht, zoals bij familie of in een pleeggezin. 4. Ook kan er een contactverbod worden opgelegd aan de vader als uit de screening blijkt dat zijn controle zodanig is dat het welzijn van de kinderen ernstig wordt bedreigd(De Ruiter, 2020) en (RSJ). 3. **Psychologische hulp voor de moeder en kinderen**: 5. De moeder moet ondersteuning krijgen om met haar depressie om te gaan. Dit kan bestaan uit therapie of medicatie, afhankelijk van de ernst van haar klachten. Een depressieve ouder kan vaak niet volledig aanwezig zijn voor de kinderen, wat hun kwetsbaarheid vergroot. 6. De kinderen hebben eveneens psychologische ondersteuning nodig, zeker als er sprake is van emotionele mishandeling. Zij moeten geholpen worden om hun ervaringen te verwerken, zodat gedragsproblemen niet escaleren (RSJ). 4. **Gezinsgerichte therapie (waar mogelijk)**: 7. Indien de situatie het toelaat, kan het gezin ook worden betrokken in systeemtherapie om de communicatie te verbeteren en de schadelijke effecten van de conflicten te verminderen. Als dit te riskant is vanwege de aard van de dwingende controle, moet dit pas later worden overwogen(De Ruiter 2020). **2. Vroegtijdige betrokkenheid van jeugdbescherming:** 1. **Vroegtijdige screening en signalering in het kader van scheiding**: 1. De jeugdbescherming had in dit geval eerder betrokken kunnen worden als er tijdens de scheidingsprocedure signalen waren opgepikt van huiselijk geweld of dwingende controle. Dit benadrukt het belang van triage en vroege conflictdiagnose tijdens juridische scheidingsprocedures(RSJ). 2. Door scheidingsmediators, advocaten en kinderbeschermingsorganisaties te trainen in het vroegtijdig herkennen van risicofactoren zoals psychische klachten bij ouders of signalen van dwingende controle, kan jeugdbescherming eerder worden ingeschakeld. 2. **Preventieve hulpverlening voor ouders**: 3. Indien de moeder in een eerder stadium toegang had gehad tot mentale gezondheidszorg, zou dit haar veerkracht hebben vergroot en de kans op het ontwikkelen van depressie verkleind. Het tijdig aanbieden van ouderondersteuningsprogramma\'s kan helpen om ouders te leren hoe zij tijdens scheiding hun conflicten kunnen beheren en de kinderen zo min mogelijk blootstellen aan de schadelijke gevolgen. 4. Het aanbieden van psycho-educatie aan beide ouders over de impact van hun conflicten op de kinderen zou ook preventief kunnen werken(De Ruiter, 2020) (RSJ). 3. **Vroegtijdige inzet van multidisciplinaire teams**: 5. Bij scheidingen waarbij vermoedens van partnergeweld of dwingende controle bestaan, kan een multidisciplinair team bestaande uit juristen, jeugdbeschermers, psychologen en maatschappelijk werkers worden ingezet om het gezin te ondersteunen. Dit zorgt ervoor dat de signalen van geweld en controle vanuit verschillende hoeken worden opgepikt en geadresseerd (RSJ). 4. **Aandacht voor de rechten van het kind**: 6. In conflictscheidingen zoals deze moet de stem van het kind centraal staan. Vroegtijdige betrokkenheid van jeugdbescherming betekent ook dat kinderen actief betrokken worden bij de besluitvorming over hun eigen veiligheid. Dit helpt om hun welzijn beter te beschermen (RSJ). Week 2: **Criminele uitbuiting onder jongeren.** - Criminele uitbuiting van jongeren = Mensenhandel - Criminele uitbuiting: als iemand gedwongen wordt om te bedelen, stelen of andere criminele activiteiten uit te voeren en de buit moet afdragen aan de uitbuiter. - Het moeten ronselen van nieuwe slachtoffers van mensenhandel is ook een vorm van criminele uitbuiting. - Het belangrijk je te beseffen dat deze daders die dus gedwongen worden om strafbare dingen te doen, eigenlijk slachtoffers zijn. Ze moeten geholpen worden. **Non punishment principe voor slachtoffers van mensenhandel.** **Non-punishment principe:** voor slachtoffers van mensenhandel geldt het non-punishment principe. Dit betekent dat ze niet mogen worden gestraft voor strafbare feiten die zij onder dwang, gedurende de uitbuitingsperiode hebben begaan. Zeker wanneer het gaat om gedwongen criminaliteit dan is dit principe belangrijk voor slachtoffers. Katvangers: Een **katvanger** is iemand die in naam [eigenaar](https://nl.wikipedia.org/wiki/Eigendom) of [houder](https://nl.wikipedia.org/wiki/Houderschap) is van een voertuig, bedrijf, bankrekening of iets dergelijks, met als doel om de werkelijke eigenaar of houder buiten bereik van de justitiële autoriteiten te houden. De katvanger hoeft meestal alleen maar wat aanvraag- of registratieformulieren in te vullen en krijgt daarvoor een kleine of in sommige gevallen een hoge vergoeding van de werkelijke houder, die deze zaak voor illegale activiteiten gebruikt. Een katvanger is derhalve een [stroman](https://nl.wikipedia.org/wiki/Stroman_(politiek)) die zich voor criminele doeleinden laat gebruiken. **Armoede als oorzaak:** **Professioneel handelen bij een vermoeden van mensenhandel** - WIN TIJD Verzin bv een smoes zodat u tijd heeft na te denken. - MAAK CONTACT Stuur het gesprek richting mogelijke signalen. Houd rekening met de mogelijke aanwezigheid van de dader en de veiligheid van het slachtoffer. - KUNT U HET MOGELIJKE SLACHTOFFER ALLEEN SPREKEN? Doe dit dan. Slachtoffers weten soms zelf niet dat ze slachtoffer zijn. Onderzoek de signalen, vraag naar de afhankelijkheidsrelatie en of iemand weg kan. - OVERLEG -- RAADPLEEG DESKUNDIGHEID Overleg met een collega en schakel eventueel advies in door de helpdesk van CoMensha te bellen, of de politie. - **Definitie van criminele uitbuiting:** Jongeren worden onder dwang betrokken bij strafbare activiteiten zoals drugshandel, diefstal, of zakkenrollen. - **Kwetsbare groepen:** Jongeren in onstabiele thuissituaties of met een licht verstandelijke beperking (LVB) lopen een verhoogd risico. - **Blinde vlek bij professionals:** Scholen en jeugdzorg herkennen vaak niet wanneer jongeren uitgebuit worden, waardoor slachtoffers als daders worden gezien. - **Belang van samenwerking tussen instanties:** De aanpak van criminele uitbuiting vereist een integrale benadering waarbij scholen, jeugdzorg, politie, en gemeentes samenwerken. **Toelichting:** Studenten moeten in staat zijn signalen van criminele uitbuiting te herkennen en begrijpen hoe ze kunnen bijdragen aan de aanpak hiervan binnen hun werkveld. Dit omvat het herkennen van gedragsveranderingen en het belang van een multidisciplinaire aanpak om de jongeren te beschermen. DISCUSSIE: Jongeren worden op verschillende manieren geronseld voor criminele uitbuiting, waarbij daders inspelen op hun kwetsbaarheden. Hier zijn enkele veelvoorkomende methoden: 1. **Grooming en Manipulatie:** Criminelen winnen het vertrouwen van jongeren door hen in eerste instantie vriendschap, geld, of spullen aan te bieden. Dit kan bijvoorbeeld beginnen met het geven van \'gratis\' cadeaus of drugs, waarna ze de jongeren later onder druk zetten om dit terug te betalen door criminele activiteiten te verrichten. 2. **Groepsdruk:** Jongeren, vooral die zich sociaal geïsoleerd voelen, worden vaak geronseld via groepsdruk. Ze willen erbij horen of onderdeel worden van een groep, waardoor ze sneller instemmen met illegale activiteiten om geaccepteerd te worden. 3. **Gebruik van Dreigementen en Intimidatie:** Nadat een jongere een kleine taak heeft uitgevoerd, zoals het afleveren van drugs, zetten criminelen hen onder druk met dreigementen. Ze dreigen bijvoorbeeld hun familie of vrienden iets aan te doen als ze niet doorgaan met de illegale activiteiten. 4. **Misleiding:** Jongeren kunnen worden misleid over de aard van de taken die ze moeten uitvoeren. Ze denken misschien dat ze een onschuldige klus doen (bijvoorbeeld pakketjes bezorgen), terwijl ze in werkelijkheid betrokken raken bij drugshandel of andere illegale activiteiten. 5. **Gebruikmaken van Kwetsbaarheden:** Jongeren die in armoede leven, met een onstabiele thuissituatie, of met mentale of intellectuele beperkingen (zoals een LVB) zijn extra vatbaar voor uitbuiting. Criminelen maken misbruik van hun gebrek aan weerbaarheid en hun behoefte aan aandacht en stabiliteit. 6. **Online Werving:** In de huidige tijd gebruiken criminelen ook social media om jongeren te benaderen. Ze kunnen via platforms als Instagram of Snapchat jongeren verleiden met mooie verhalen over snel geld verdienen of een glamoureuze levensstijl. **2. Wat zijn signalen van criminele uitbuiting?** - **Gedragsveranderingen:** Jongeren worden plotseling agressief, angstig, of trekken zich terug. Hun schoolprestaties verslechteren snel zonder duidelijke reden. - **Nieuwe contacten:** Jongeren komen in contact met oudere, onbekende personen buiten hun reguliere sociale kring. Ze beginnen mogelijk geheimzinnige telefoongesprekken te voeren of bezoeken regelmatig bepaalde plekken. - **Financiële veranderingen:** Jongeren beschikken ineens over geld of dure spullen zonder een logische verklaring (bijvoorbeeld nieuwe kleding, gadgets, of cash geld). - **Verandering in gewoontes:** Ze gaan minder vaak naar school, hebben vaker problemen met regels of vallen op door het missen van afspraken. - **Fysieke tekenen van mishandeling:** Blauwe plekken of verwondingen die niet goed worden uitgelegd, of tekenen van stress en angst zoals slapeloosheid of nachtmerries. - **Tegenstrijdige verklaringen:** Jongeren geven vage of tegenstrijdige verklaringen over waar ze zijn geweest of met wie ze omgaan. - **Verhoogd risicogedrag:** Gebruik van alcohol of drugs kan toenemen, evenals betrokkenheid bij kleine criminaliteit of regelmatige interactie met de politie. **3. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat wij (scholen en professionals) beter voorbereid zijn om slachtoffers van uitbuiting te herkennen?** - **Training en bewustwording:** Regelmatige trainingen voor leerkrachten, jeugdzorgmedewerkers en andere betrokkenen over de signalen van criminele uitbuiting. Dit kan helpen om alert te zijn op subtiele veranderingen in gedrag en sociale kringen. - **Betere samenwerking tussen instanties:** Zorg voor een sterke samenwerking tussen scholen, jeugdzorg, politie en welzijnsorganisaties. Het delen van informatie tussen deze instanties kan helpen om sneller slachtoffers te identificeren. - **Aanstellen van zorgcoördinatoren:** Zorg voor gespecialiseerde medewerkers in scholen die verantwoordelijk zijn voor het monitoren van kwetsbare jongeren en die vroegtijdig kunnen ingrijpen. - **Laagdrempelige rapportagemogelijkheden:** Creëer veilige manieren voor jongeren om hun situatie te rapporteren, bijvoorbeeld via vertrouwenspersonen of anonieme meldpunten. - **Vergroten van weerbaarheid van jongeren:** Investeer in programma's die jongeren trainen in sociale vaardigheden, weerbaarheid en het herkennen van manipulerend gedrag. - **Regelmatige monitoring van risicogroepen:** Jongeren die opgroeien in onveilige of instabiele situaties moeten extra aandacht krijgen, vooral als ze meerdere risicofactoren vertonen, zoals gedragsproblemen of sociaal isolement. **DRILLRAP EN ONLINE STRAATCULTUUR:** - Drillrapcultuur: Een subcultuur waarin geweld, confrontaties en provocaties centraal staan, vaak ondersteund door gewelddadige muziek en beelden op social media. - Online en offline gedrag: Jongeren die deelnemen aan drillrap maken gebruik van platforms zoals Instagram, Snapchat, en Telegram om gewelddadige daden uit te dagen en zichzelf te presenteren als gevaarlijk en machtig. - Gevolgen van drillrap: De online drillcultuur kan leiden tot fysieke gewelddadige confrontaties, waarbij jongeren elkaar uitdagen op basis van zogenaamde 'postcode wars' en gewelddadige imago's. - Verschuiving naar digitalisering: De straatcode is getransformeerd naar een digitale code, wat betekent dat geweld niet langer alleen op straat plaatsvindt maar ook op social media zichtbaar is. Toelichting: Studenten moeten weten hoe de drillrapcultuur werkt en hoe deze bijdraagt aan de escalatie van geweld onder jongeren. Ze moeten inzicht hebben in hoe deze cultuur online wordt gemanipuleerd om status te verkrijgen en hoe dit invloed heeft op jongeren in kwetsbare posities. **Weerman et al. (2022)** - Onderzoek naar wapengebruik onder jongeren in Rotterdam\ Dit onderzoek richt zich op het wapenbezit en -gebruik onder jongeren, waarbij vooral wordt gekeken naar steekwapens, vuurwapens en andere wapens. Er is specifiek gekeken naar de motivatie van jongeren om wapens te dragen en de invloed van hun sociale omgeving. **Prevalentie van Wapenbezit en --Gebruik** - Ongeveer 7,4% van de jongeren in Rotterdam draagt een steekwapen en 2,3% een vuurwapen. Jongens zijn vaker betrokken bij wapenbezit dan meisjes, hoewel meisjes ook substantieel vertegenwoordigd zijn in deze cijfers. Dit wijst op een groeiend probleem van wapenbezit onder jongeren. **Motivaties voor Wapengebruik** - Jongeren noemen onveiligheid als de belangrijkste reden om een wapen te dragen. Daarnaast wordt wapenbezit gezien als een manier om respect en status te verwerven binnen de straatcultuur. Sommige jongeren zien wapens zelfs als een \'cool\' attribuut of dragen ze uit nieuwsgierigheid. **Risicogroepen voor Wapenbezit** - Jongeren die wapens dragen, hebben vaak een zwakkere band met school en ouders. Ze ervaren meer onveiligheid en hebben meer conflicten in hun sociale omgeving. Ook zijn ze vaker betrokken bij andere vormen van crimineel gedrag en hebben ze grotere vriendengroepen die wapenbezit normaliseren. **Sociale Context van Wapenbezit** - Jongeren worden vaak beïnvloed door hun sociale omgeving. Wapens worden niet alleen gedragen uit zelfverdediging, maar ook omdat anderen in hun omgeving dit doen. Het gebruik van social media, waar geweld en wapenbezit soms worden verheerlijkt, speelt een rol in deze dynamiek. **De Rol van Social Media** - Social media dragen bij aan de normalisatie van geweld en wapens onder jongeren. Jongeren zien berichten en video\'s van leeftijdsgenoten die met wapens poseren, wat de indruk wekt dat het dragen van wapens een manier is om respect en status te verkrijgen in hun sociale omgeving. **Aanbevelingen voor Interventie** - Het onderzoek beveelt aan om preventieve maatregelen te nemen, zoals educatieprogramma\'s op scholen die zich richten op het verminderen van onveiligheidsgevoelens en het vergroten van sociale vaardigheden. Daarnaast is samenwerking tussen scholen, jeugdzorg en de politie essentieel om risicogroepen beter te monitoren en tijdig in te grijpen. **Effectieve Aanpak van Wapenbezit** - Een succesvolle aanpak van wapenbezit moet zich richten op de achterliggende sociale problemen, zoals armoede en gebrek aan sociale cohesie. Het versterken van de band tussen jongeren en hun omgeving, zoals familie en school, kan helpen om wapenbezit te verminderen. Ook het bieden van veilige ontmoetingsplekken en positieve alternatieven voor jongeren is van groot belang. **Belang van Monitoring en Samenwerking** - Regelmatige monitoring van jongeren die betrokken zijn bij wapens is cruciaal. Samenwerking tussen verschillende instanties, zoals scholen, politie en jeugdzorg, kan helpen om jongeren die risico lopen beter te ondersteunen en uit criminele netwerken te houden. **Wie in anonimiteit verkeert, kan gekke dingen doen.** **\ FACTSHEET: van der Wiele (2023) - *Messengeweld door piepjonge daders: De invloed van anonimiteit en online omgeving*** **Belangrijke Inhoud:** - **Messengeweld onder jongeren:** Er is een toename van gewelddadige incidenten waarbij zeer jonge daders betrokken zijn, vaak met steekwapens zoals messen. - **Rol van anonimiteit:** Jongeren handelen vaak anoniem in online ruimtes, wat hen ertoe aanzet om gewelddadiger te handelen dan ze in de fysieke wereld zouden doen. - **Sociale media als katalysator:** Platforms zoals Snapchat en Instagram worden gebruikt om geweld te coördineren en te verergeren. Jongeren voelen groepsdruk en krijgen aanzien door hun daden online te delen. - **Gevolgen voor het onderwijs:** Scholen moeten zich beter voorbereiden om om te gaan met deze vorm van jeugdcriminaliteit, bijvoorbeeld door training in mediawijsheid en het omgaan met geweld onder jongeren. **\"Wie in de anonimiteit verkeert, kan gekke dingen doen\"** over messengeweld en de invloed van online anonimiteit op jongeren: 1. **Messengeweld onder jongeren neemt toe:** Jonge daders bezitten gevaarlijke wapens, zoals machetes, wat leidt tot ernstige steekincidenten. 2. **Online anonimiteit versterkt gewelddadig gedrag:** Jongeren voelen zich minder geremd door anonimiteit op sociale media. 3. **Scholen en professionals zijn niet goed voorbereid:** Er is een grote kloof tussen de online wereld van jongeren en de kennis van docenten. [Tien aanbevelingen voor een oplossing](https://hetccv.nl/themas/high-impact-crimes/wapens-en-jongeren-toolbox/) (1) 1\. Herziening veiligheidsbeleid op scholen - Scholen moeten effectieve maatregelen nemen om messenbezit te voorkomen, zoals duidelijke veiligheidsprocedures en controles, zonder de veiligheid van leerlingen in gevaar te brengen. 2\. Aanpassen landelijke veiligheidsmonitor - Gegevensverzameling over wapens verbeteren, zodat scholen trends in wapenbezit kunnen herkennen en interventies kunnen afstemmen op de risicofactoren. 3\. Geef jongeren een stem - Betrek jongeren actief bij het ontwikkelen van oplossingen voor messencriminaliteit. Dit versterkt hun eigenaarschap en verantwoordelijkheid binnen de schoolgemeenschap. 4\. Gebruik incidenten als leermoment - Incidenten rondom messen kunnen worden gebruikt om jongeren bewust te maken van de gevolgen van geweld en hen te laten nadenken over alternatieven. 5\. Samenwerking met wijkagenten intensiveren - Werk nauw samen met wijkagenten en politie om risicovolle jongeren te identificeren en snel te kunnen ingrijpen wanneer nodig. 6\. Schoolpersoneel opleiden over messencriminaliteit - Schoolpersoneel moet getraind worden om signalen van messencriminaliteit te herkennen en op een veilige manier met gewelddadige situaties om te gaan. 7\. Definieer 'normaal' gedrag - Creëer duidelijke gedragsnormen samen met de schoolgemeenschap en communiceer wat als acceptabel gedrag wordt beschouwd, zowel op school als online. 8\. Zoek positieve rolmodellen - Introduceer positieve rolmodellen die jongeren kunnen inspireren om te kiezen voor geweldloze oplossingen en gezonde manieren van conflictbemiddeling. 9\. Mediawijsheid vergroten - Stimuleer mediawijsheid bij jongeren, zodat ze bewuster omgaan met de invloed van sociale media op hun gedrag, met name met betrekking tot geweld en groepsdruk. 10\. Stimuleer emotionele en sociale competenties - Ondersteun jongeren in het ontwikkelen van emotionele en sociale vaardigheden, zodat ze beter in staat zijn om conflicten vreedzaam op te lossen en veerkrachtig om te gaan met moeilijke situaties. **Seksueel misbruik:** **Herkennen van seksueel misbruik:** - Verborgen Karakter: Seksueel misbruik gebeurt vaak in het geheim, zonder getuigen, waardoor het voor de buitenwereld moeilijk te herkennen is. Het is belangrijk om alert te zijn op subtiele signalen en gedragsveranderingen bij kinderen. - Manipulatie door de Dader: Misbruikers gebruiken vaak manipulatie, dreiging of verleiding om hun slachtoffers stil te houden. Begrip van deze dynamieken is essentieel om slachtoffers te ondersteunen. **De Impact van Seksueel Misbruik op Kinderen** - **Dubbelleven van het Kind:** Kinderen proberen vaak hun normale leven voort te zetten, terwijl ze inwendig worstelen met de gevolgen van misbruik. Dit dubbelleven kan leiden tot een innerlijke chaos en psychische problemen. - **Schuld en Schaamte:** Veel kinderen die misbruik hebben meegemaakt, geven zichzelf de schuld of schamen zich, wat hen ervan weerhoudt om over hun ervaringen te praten. **Overlevingsmechanismen van Slachtoffers:** - Tonic Immobility: Een automatische, fysieke reactie op extreme angst of stress kan leiden tot immobiliteit, waardoor slachtoffers niet in staat zijn om zich te verzetten tegen het misbruik. Dit mechanisme is belangrijk om te begrijpen, zodat kinderen niet onterecht de schuld krijgen van hun passiviteit. - Meewerken aan Misbruik als Overlevingstactiek: Kinderen kunnen het gevoel hebben dat ze medeplichtig zijn aan het misbruik, maar dit is vaak een overlevingsmechanisme om zo snel mogelijk uit de situatie te komen. **Triggers en Herbeleving:** - Triggers: Slachtoffers van seksueel misbruik kunnen later in hun leven getriggerd worden door bepaalde geluiden, geuren, of situaties die hen doen terugdenken aan het misbruik. Het is belangrijk om triggers te herkennen en te begrijpen hoe deze het gedrag van een kind kunnen beïnvloeden. - Fysiologische Reacties: Het lichaam van slachtoffers kan op deze triggers reageren met stressreacties zoals paniek, hartkloppingen of zweten. Deze reacties maken deel uit van het biologische stresssysteem. **\ ** **De Rol van Loyaliteit en Bescherming:** - Loyaliteit aan de Dader: Kinderen voelen soms een zekere loyaliteit naar hun misbruiker, vooral als deze iemand uit de familie of een naaste is die ook positieve dingen doet voor het kind. Dit kan het voor het kind moeilijker maken om het misbruik te onthullen. - Beschermen van de Familie: Kinderen zwijgen vaak om hun ouders of familie te beschermen tegen de emotionele pijn van het uitkomen van het misbruik. Deze diepe loyaliteit naar hun ouders kan ervoor zorgen dat kinderen jaren zwijgen over wat er is gebeurd. **Schaamte en Angst voor Ongeloof:** - Schaamtegevoelens: Vooral tieners schamen zich vaak voor wat er is gebeurd, wat hen ervan kan weerhouden om over het misbruik te praten. Schaamte is een krachtige emotie die het zwijgen versterkt. - Angst voor Ongeloof: Kinderen vrezen vaak dat hun ouders, familie of anderen hen niet zullen geloven. Dit kan worden versterkt door de manipulatie van de dader, die het kind heeft overtuigd dat niemand hem of haar zal geloven. **Effectieve Ondersteuning Bieden:** - Kalme Reactie van Ouders: Voor ouders is het cruciaal om kalm en ondersteunend te reageren wanneer een kind het misbruik onthult. Een heftige reactie kan ervoor zorgen dat het kind zich terugtrekt of details achterhoudt. **Bewustzijn van Culturele en Familiale Factoren:** - **Culturele Taboes en Familie-eer:** In sommige culturen is er een sterke druk om misbruik binnen de familie te verbergen vanwege schaamte, eer, of de angst om uitgesloten te worden. Dit kan een enorme psychologische druk op het kind uitoefenen en hen belemmeren om hulp te zoeken. **Het Belang van Vertrouwen en Veiligheid:** - Creëren van een Veilig Ruimte: Het is essentieel dat een kind zich veilig voelt om over het misbruik te kunnen praten. Bouw een vertrouwensband op, waarbij het kind zich niet veroordeeld voelt, en waar geduld en empathie de basis vormen. - Niet Forceren, Wel Beschikbaar Zijn: Het is belangrijk om te weten dat kinderen tijd nodig hebben om hun verhaal te doen. Wees geduldig zijn en geef het kind de ruimte om op hun eigen tempo te praten. [De Neurosequentiële Ontwikkelingstheorie](https://www.youtube.com/watch?v=FOCTxcaNHeg&list=PLdiFYtWl5AkWSn9j_kvWvEzg1-N4M9y1j&index=10) - Volgens Bruce Perry ontwikkelt het brein zich van onder naar boven, van primitieve naar hogere functies. - \"Hersenen ontwikkelen zich in fasen en trauma beïnvloedt de lagere delen van de hersenen (zoals het limbisch systeem) eerder dan hogere functies (zoals logisch denken). - \"Trauma in vroege stadia kan blijvende schade toebrengen aan de regulatie van emoties en gedrag. **Enkele mogelijke signalen van trauma en verwaarlozing:** - Emotionele onthechting - Extreem afhankelijk gedrag - Teruggetrokken gedrag - Veel agressie - Moeite met het aangaan van relaties **Manieren om vertrouwen op te bouwen:** - Creëer voorspelbare routines - Wees geduldig, herhaal patronen van veiligheid - Geef het kind controle over kleine keuzes om autonomie te ontwikkelen **WEEK 3:** **Oefentoets in de PPt** **Even terug naar Tina's wereld.** 1. **Invloed op hersenontwikkeling** - Hersenstructuren zoals de hersenstam, limbisch systeem (diëncefalon) en Neocortex worden door vroegkinderlijk trauma beïnvloed. - Deze structuren zijn essentieel voor basisfuncties (zoals stressreacties en emotie), en bij trauma wordt hun ontwikkeling verstoord. - Vooral de amygdala (betrokken bij angstreacties) en de hippocampus (betrokken bij geheugenvorming) kunnen disfunctioneren of onderontwikkeld raken. De neocortex, die verantwoordelijk is voor hogere cognitieve functies zoals plannen en impulscontrole, ontwikkelt zich vaak trager, wat leidt tot problemen met zelfregulatie. 2. **Verandering in Stressrespons** - Het stressresponssysteem wordt door trauma overactief, waardoor kinderen sneller in een \"vecht-of-vlucht\"-modus komen. Dit wordt gestuurd door verhoogde activiteit in de hersenstam en het limbisch systeem, met name de amygdala. - Herhaald trauma kan leiden tot een aanhoudende verhoogde aanmaak van stresshormonen zoals cortisol, wat toxisch kan zijn voor de hersenen en bijdraagt aan chronische stress. - Hierdoor kunnen kinderen een constante staat van alertheid ontwikkelen, wat hun emotionele en gedragsmatige stabiliteit ondermijnt. 3. **Gedrags- en Emotionele Gevolgen** - -Gedrag en emoties worden direct beïnvloed door de neurale netwerken die zich vormen in reactie op trauma. Veranderingen in de neurotransmitterbalans, zoals verhoogde noradrenaline (wat angst kan versterken) en verlaagde serotonine (wat kan bijdragen aan depressieve symptomen), spelen een rol in emotionele instabiliteit. - Kinderen met trauma hebben vaak een overactieve amygdala, waardoor ze intens en snel reageren op dreiging. - Door een minder ontwikkelde hersenschors hebben ze ook moeite om impulsen te beheersen, wat zich kan uiten in agressie of impulsiviteit. 4. **Effectiviteit van Therapeutische Interventies** - **Therapie kan de hersenplasticiteit benutten** om herstel te bevorderen. Door interventies zoals Perry's Neurosequentiële Model van Therapeutics (NMT) kunnen getraumatiseerde hersenen leren zich opnieuw te verbinden en normale functies herstellen. - Deze therapie richt zich op de hersenstam en limbisch systeem voordat het werkt aan hogere cognitieve functies, zodat basisveiligheid en regulatie hersteld kunnen worden. - Activiteiten zoals lichaamswerk en relatiegerichte therapie helpen bij het reguleren van het zenuwstelsel, wat de structuur en functie van neurale netwerken herstelt. 5. **Rol van Omgevingsfactoren** - **Een ondersteunende omgeving is essentieel** voor het herstel van de hersenontwikkeling. Consistente, voorspelbare zorg en veilige relaties dragen bij aan het herstel van hersenstructuren die door trauma beschadigd zijn. - Positieve omgevingsfactoren verminderen de overactiviteit van het stresssysteem en stimuleren de groei van neurale verbindingen, wat kinderen helpt om veerkrachtiger en emotioneel stabieler te worden. - De aanwezigheid van ondersteunende volwassenen helpt ook om nieuwe, gezonde associaties te vormen in het brein, wat helpt bij de verwerking van negatieve herinneringen en emoties. **[EEN NIEUWE THEORIE OVER TRAUMA]** Een Complexe Verkenning van Invloeden van Ouderlijke Dynamieken, Traumaresponsen & Traumabonds\ (H3 & H9 LePera) **5 aanwijzigen voor ongediagnosticeerd ontwikkelingstrauma (vroegkinderlijk trauma)** 1. Voortdurende obstakels ondanks optimisme: De persoon blijft optimistisch en zet zich in om vooruitgang te boeken, maar ervaart steeds weer tegenslagen en komt niet op het gewenste punt in het leven. - -Koppeling met H3: onopgelost trauma leidt tot een constante strijd om authentieke behoeften te vervullen. Mensen zoals Christine, beschreven in H3, blijven vastlopen in herhalende patronen en saboterend gedrag, ondanks hun optimistische pogingen om vooruit te komen. Dit komt doordat trauma onbewust het zelfvertrouwen en het gevoel van eigenwaarde ondermijnt. - Koppeling met H9: mensen zijn geneigd om zichzelf herhaaldelijk te saboteren door zich vast te klampen aan oude, vertrouwde dynamieken die niet in hun voordeel werken. Het verlangen naar vertrouwdheid in relaties en situaties, zelfs als deze schadelijk zijn, zorgt ervoor dat mensen vast blijven zitten, ongeacht hun positieve instelling. 2. Blijvende vermoeidheid ondanks gezonde levensstijl: Hoewel de persoon bewust bezig is met een gezonde levensstijl, blijft een aanhoudend gevoel van uitputting bestaan, en ontbreekt het aan energie. - -**Koppeling met H3**: de adaptieve copingmechanisme, spelen hier een rol. Mensen raken vaak zo uitgeput door hun innerlijke conflicten en het vermijden van emoties dat ze chronische vermoeidheid ervaren. Deze uitputting komt voort uit het voortdurende onderdrukken van pijnlijke gevoelens en herinneringen. - **Koppeling met H9**: Wanneer iemand continu het gevoel heeft andermans verwachtingen of behoeften te moeten vervullen (zoals beschreven in de voorbeelden van problematische relaties), raakt het zenuwstelsel overbelast en blijft vermoeidheid bestaan, zelfs als ze zichzelf fysiek goed verzorgen. 3. Plotselinge onrust of emotionele gevoelloosheid: De persoon wordt soms onverwacht overspoeld door intense onrust of angst, zonder duidelijke oorzaak. Aan de andere kant kan het ook zijn dat de persoon moeite heeft om überhaupt iets in het lichaam te voelen. - -**Koppeling met H3**: dissociatie als gevolg van chronische stress en overweldigende ervaringen kan ontstaan. Deze dissociatie uit zich in onrust en gevoelloosheid als overlevingsstrategie, waarbij mensen hun emoties niet volledig kunnen ervaren. Het afwisselend gevoel van intensiteit en gevoelloosheid komt vaak voort uit onbewuste traumareacties. - **Koppeling met H9**: om emotionele pijn te vermijden, ontwikkelen mensen onbewust een patroon van emotionele afstandelijkheid. Deze defensieve onthechting leidt tot gevoelloosheid of juist intense onrust, afhankelijk van de situatie, omdat de persoon geleerd heeft om niet in verbinding te staan met hun eigen emoties. 4. Problematische relaties en het negeren van eigen behoeften: Er is een patroon van aangetrokken worden tot ongezonde relaties en het negeren van \"rode vlaggen.\" Dit gaat vaak gepaard met een neiging om bevestiging te zoeken door voortdurend aardig te zijn, ten koste van eigen behoeften. - -**Koppeling met H3**: mensen met onopgelost trauma zijn vaak geneigd zijn hun eigen behoeften te onderdrukken ten gunste van anderen, om zo goedkeuring te krijgen. Dit resulteert in een patroon van ongezonde relaties, waarbij iemand zijn eigen grenzen en behoeftes negeert. - **Koppeling met H9**: traumaverbindingen, waarbij men onbewust zoekt naar relaties die destructief zijn, omdat deze dynamieken bekend aanvoelen. De neiging om liefde te verwarren met zelfopoffering (altijd "lief zijn") is een kenmerk van traumaverbindingen en komt voort uit het verlangen om verbinding te vinden door anderen tevreden te stellen, ten koste van het eigen welzijn. 5. Blijvende klachten ondanks diverse therapieën: Ondanks langdurige inzet in verschillende vormen van therapie en helingstechnieken blijven de klachten hardnekkig aanwezig, zonder wezenlijke verlichting. - -**Koppeling met H3**: conventionele therapieën zijn beperkend voor mensen die lijden aan diepgewortelde trauma's. Omdat trauma diep in het lichaam en het zenuwstelsel geworteld is, zijn traditionele cognitieve therapieën vaak niet voldoende om deze reacties op te lossen. Hierdoor blijven symptomen aanhouden, ondanks de inzet in verschillende helingsmodaliteiten. - **Koppeling met H9**: mensen met verstoorde hechtingspatronen hebben vaak moeite om echt open te staan voor therapie, omdat hun vertrouwen in anderen beschadigd is. Een gebrek aan vertrouwen in zichzelf en hun ervaringen leidt ertoe dat ze onbewust barrières opwerpen, waardoor therapieën minder effectief zijn. - **Beperking tot Acute Trauma's: ACE's focust enkel op grote, acute traumatische ervaringen en mist aandacht voor kleine t-trauma's zoals chronische emotionele verwaarlozing.** - **Onvoldoende Aandacht voor Relationeel Trauma: ACE's houdt geen rekening met subtiele, relationele trauma's binnen gezinssituaties, zoals afhankelijkheid van prestaties voor ouderlijke goedkeuring.** - **Geen Insluiting van Sociale en Culturele Trauma's: Trauma door racisme, seksisme en armoede blijft buiten beschouwing, ondanks de invloed van deze factoren op welzijn.** - **Negeert Intergenerationele Trauma's: Er is geen aandacht voor trauma dat van generatie op generatie wordt doorgegeven.** - **Geen Rekening met Complex Trauma: De ACE's-test mist herkenning van complex trauma door langdurige stress en emotionele verwaarlozing.** - **Ontwikkeling van Maladaptieve Copingstrategieën: zoals pleaser-gedrag, perfectionisme en emotionele terugtrekking, wat emotionele groei belemmert.** - **Laag Zelfbeeld en Zelfvervreemding: het ontwikkelen van een onzeker zelfbeeld, waarbij eigenwaarde afhangt van externe goedkeuring, wat leidt tot vervreemding van het authentieke zelf.** - **Moeite met Emotionele Regulatie: het onderdrukken van gevoelens, wat leidt tot moeite met het herkennen en beheersen van emoties en vergroot het risico op angst en depressie.** - **Problemen in Interpersoonlijke Relaties: wantrouwen en moeilijkheden met kwetsbaarheid in relaties, vaak door een onderliggende angst voor afwijzing of verlatenheid.** - **Chronische Stress en Fysieke Gezondheidsproblemen: verhoogd risico op lichamelijke klachten zoals vermoeidheid en hoofdpijn door een constant verhoogd stressniveau.** - **Risico op Psychische Stoornissen: verhoogde kans op angststoornissen, depressie en laag zelfbeeld, vaak onopgemerkt en onbehandeld vanwege het subtiele karakter van kleine t-trauma's.** - **Adaptieve en maladaptieve copingstrategieën** - Copingstrategieën worden ontwikkeld als reactie op moeilijke, vaak pijnlijke ervaringen, vooral in de kindertijd. Sommige van deze strategieën kunnen helpen om gezond om te gaan met uitdagingen en emoties (adaptief), terwijl andere strategieën, hoewel ze op korte termijn bescherming bieden, op de lange termijn schadelijk zijn voor de psychische gezondheid (maladaptief) - Adaptieve strategieën dragen bij aan emotionele veerkracht en ondersteunen het verwerken van emoties op een gezonde manier. - Maladaptieve strategieën bieden vaak kortdurende verlichting maar zijn op de lange termijn schadelijk voor het emotioneel en psychologisch welzijn **Adaptieve Copingstrategieën** - **Emotionele Uitdrukking:** Emoties op een gezonde manier uiten, bijvoorbeeld door te praten met vrienden, schrijven, of creatief bezig zijn. - **Probleemoplossend Gedrag:** Actief zoeken naar oplossingen voor problemen en uitdagingen aanpakken in plaats van vermijden. - **Zoeken van Sociale Steun:** Contact zoeken met vrienden, familie, of een therapeut om emotionele steun en perspectief te krijgen. - **Mindfulness en Lichaamsgerichte Praktijken:** Technieken zoals meditatie, ademhalingsoefeningen, en yoga toepassen om bewust in het moment te zijn en stress te verminderen. - **Cognitieve Herstructurering:** Negatieve denkpatronen onderzoeken en vervangen door realistischer, positieve gedachten. - **Grenzen Stellen en Zelfzorg:** Eigen behoeften respecteren en grenzen stellen aan wat je aankunt, om overbelasting te voorkomen. - **Positieve Zelfpraat:** Negatieve gedachten vervangen door ondersteunende en bemoedigende zelfpraat om zelfvertrouwen op te bouwen. - **Oefenen van Zelfcompassie:** Vriendelijk en begripvol naar jezelf zijn, vooral tijdens moeilijke momenten, en jezelf behandelen met geduld en zachtheid. - **Structuur en Routine Creëren:** Een dagelijkse routine of structuur aanhouden om een gevoel van controle en stabiliteit te behouden. - **Fysieke Zelfzorg:** Zorgen voor voldoende slaap, beweging, en gezonde voeding om lichamelijke en geestelijke gezondheid te bevorderen. **Maladaptieve Copingstrategieën** - **Dissociatie:** Mentaal 'wegvliegen' of jezelf afsluiten van emoties en de omgeving om stress of pijn te vermijden. - **Pleaser-gedrag:** Eigen behoeften negeren en voortdurend anderen tevreden willen stellen uit angst voor afwijzing. - **Perfectionisme:** Altijd proberen om alles perfect te doen om gevoelens van onzekerheid te onderdrukken, vaak gepaard met angst voor falen. - **Overmatig Piekeren:** Steeds weer negatieve gedachten herhalen zonder tot oplossingen te komen, wat de stress verhoogt. - **Overcontrole (controleren):** Het voortdurend controleren van situaties of mensen om onzekerheid te vermijden en een gevoel van veiligheid te creëren. - **Vermijding:** Het vermijden van moeilijke emoties, situaties, of relaties, waardoor groei en verwerking van emoties worden geblokkeerd. - **Sociale Isolatie:** Je terugtrekken van anderen uit angst voor oordeel of kwetsbaarheid, wat kan leiden tot eenzaamheid. - **Verslavingsgedrag:** Terugvallen op middelen zoals alcohol, drugs, of voedsel om emoties te verdoven en pijn te onderdrukken. - **Zelfbeschadiging:** Het gebruiken van fysieke pijn om emotionele pijn te onderdrukken, wat op korte termijn verlichting geeft maar op lange termijn schadelijk is. **Ouderdynamieken en Archetypen** - Ouderlijke dynamieken en archetypen beschrijven specifieke gedrags- en interactiepatronen van ouders, die diepgaande invloed kunnen hebben op de emotionele en psychologische ontwikkeling van hun kinderen. Deze dynamieken, vormen kinderen, en leiden tot kleine t trauma's en maladaptieve copingstrategieën. Het idee van ouderlijke archetypen helpt om inzicht te krijgen in hoe bepaalde terugkerende gedragingen van ouders bijdragen aan patronen die kinderen later in hun leven kunnen beïnvloeden. **Traumaverbindingen** - Een psychologisch fenomeen waarbij individuen vastzitten in schadelijke relatiepatronen die ontstaan uit onopgeloste trauma\'s uit de kindertijd. Deze verbindingen zorgen ervoor dat individuen vaak emotioneel afhankelijk zijn van relaties die hen stress en onzekerheid bezorgen. Dit leidt tot een cyclus van aantrekken en afstoten, gevolgd door gevoelens van schaamte, onrust, en zelfverraad. In heling speelt authenticiteit een rol: het cultiveren van authentieke zelfliefde en het erkennen van eigen behoeften is essentieel om los te breken van traumatische relaties. Authenticiteit bevordert emotionele stabiliteit en creëert ruimte voor gezondere verbindingen. **Traumaverbindingen en hechtingstheorie** - Traumaverbindingen ontstaan wanneer mensen patronen herhalen die ze als kind hebben geleerd. Hechtingstheorie suggereert dat volwassenen hun kinderlijke hechtingspatronen voortzetten, waarbij veilige hechtingen gezonde relaties bevorderen, terwijl onveilige hechtingen juist voor toxische relaties kunnen zorgen. **De dynamiek van traumaverbindingen** - Dit patroon wordt vaak gekenmerkt door een voortdurende wisselwerking tussen nabijheid en afstand, waarbij de een hunkert naar nabijheid en de ander zich terugtrekt. Dit mechanisme weerspiegelt vaak de onvoorspelbaarheid van een ouder in de kindertijd, wat spanning creëert. **Verslaving aan stress en trauma** - Personen kunnen emotioneel afhankelijk worden van de stress en spanning die bij traumaverbindingen horen, waardoor ze zich levend voelen. Het lichaam kan deze stress zelfs interpreteren als 'liefde', wat zorgt voor een chemische verslaving aan intense emoties. - Het doorbreken van traumaverbindingen vereist bewustwording van de oude patronen die deze dynamieken voeden. Identificatie van deze patronen, zoals voortdurend mensen willen behagen of het niet kunnen aangeven van grenzen, kan helpen om relaties te verbeteren. **Het belang van authentieke verbinding met zichzelf (!) en met andere (!)** - Denk aan Dr. Bruce Perry\'s concept van een \"genezende gemeenschap\" - het creëren van een ondersteunende, trauma-sensitieve omgeving waar individuen, vooral die met een traumaverleden, zich veilig, gerespecteerd en verbonden kunnen voelen. - In een genezende gemeenschap ligt de nadruk op het opbouwen van gezonde, vertrouwensvolle relaties die herstel en veerkracht bevorderen. Het gaat erom dat de ervaringen van elk individu worden begrepen en dat interacties worden afgestemd op hun behoeften, met name op het gebied van emotionele en sociale steun. - Denk nu aan dat traumaverbindingen gebaseerd zijn op oa. stress en onzekerheid, een cyclus van aantrekken en afstoten, gevoelens van schaamte, onrust, en zelfverraad. - **HOE AUTHENTIEKE ZELF LIEFDE EN HET ERKENNEN VAN EIGEN BEHOEFTEN BEGELEIDEN?** **[ZIKOS AFDELING ]** **Bevindingen:** - Intensieve isolatie en afzondering: Jongeren in ZIKOS-afdelingen ervaren veel tijd alleen op hun kamer, wat vaak niet gerechtvaardigd lijkt te zijn. Er is sprake van een extreem repressief klimaat waarbij isolatie wordt ingezet, niet alleen voor de veiligheid maar ook als strafmiddel. Deze afzondering kan dagen duren en leidt tot ernstige eenzaamheid en verergering van mentale problemen. - Gebrek aan passende psychologische zorg: De ZIKOS-afdelingen zijn ontworpen voor jongeren met psychiatrische problemen, zoals emotie-regulatiestoornissen en suïcidaliteit. Echter, de deskundigheid van het personeel blijkt vaak onvoldoende voor het omgaan met deze complexe problematiek. Het personeel heeft niet altijd de juiste opleiding, wat leidt tot onjuiste of schadelijke benaderingen, zoals het gebruik van strafmaatregelen in plaats van therapeutische interventies. - Verwaarlozing en onveilige omstandigheden: Jongeren hebben aangegeven dat hun basale behoeften vaak niet vervuld worden. Er zijn meldingen van verwaarlozing, zoals beperkte toegang tot water, gebrek aan warmte in de wintermaanden, en onvoldoende toegang tot sanitaire voorzieningen. In sommige gevallen moesten jongeren lange tijd wachten om naar de wc te kunnen of kregen ze geen dekens of kussens in isolatie, wat hun verblijf fysiek en emotioneel schadelijk maakt. - Psychisch, fysiek en seksueel geweld: Er zijn meldingen van geweld binnen de ZIKOS-afdelingen, wat een verdere laag van onveiligheid toevoegt. Jongeren ervaren fysiek geweld en psychische intimidatie, wat bijdraagt aan een diepgeworteld wantrouwen en trauma. De omstandigheden zijn voor sommige jongeren dermate zwaar dat het hun situatie onhoudbaar maakt. - Onvoldoende controle en verantwoording: Er lijkt een tekort aan effectief toezicht door toezichthouders zoals de inspectie en betrokken instanties. Veel misstanden worden systematisch genegeerd, en het ontbreken van een robuuste methodiek draagt bij aan het voortduren van onveilige omstandigheden. Jongeren en hun familieleden die klachten indienen, ervaren vaak dat er niet adequaat op hun signalen wordt gereageerd. - Aanbeveling tot sluiting en structurele hervormingen: Het rapport concludeert dat de ZIKOS-afdelingen permanent gesloten zouden moeten worden vanwege het onmenselijke karakter van de zorg die er wordt verleend. Ook wordt aanbevolen om de focus te verleggen naar zorg op maat buiten gesloten settings, waarbij de wensen en behoeften van de jongeren leidend zijn. Er wordt gepleit voor meer expertise in het omgaan met complexe gedrags- en psychiatrische problematiek en een diepgaande cultuurverandering binnen de jeugdzorg. - **Herstel van basisveiligheid**: Perry beschrijft in Hoofdstuk 1 de behoefte aan voorspelbare routines en een gevoel van veiligheid voor kinderen met trauma. Voor jongeren in een gesloten instelling, zoals ZIKOS, biedt een voorspelbare omgeving stabiliteit en voorkomt het dat zij in hun angstreacties blijven hangen. Perry benadrukt dat veiligheid essentieel is voordat therapie effectief kan zijn. Dit principe kan in ZIKOS worden toegepast door fysieke ruimtes te creëren waar jongeren zich kunnen terugtrekken zonder de angst voor straf, bijvoorbeeld door een kalmerende ruimte zonder isolement. - **Structuur en rituelen**: In Perry's benadering is structuur belangrijk om jongeren met trauma\'s het gevoel te geven dat zij controle kunnen opbouwen over hun omgeving. Hoofdstuk 9 van LePera biedt aanvullend inzicht door te wijzen op het belang van routines voor zelfregulatie en emotioneel welzijn. Dagelijkse rituelen, zoals gezamenlijke momenten voor reflectie of mindfulness, kunnen jongeren helpen hun emoties beter te reguleren in een veilige context. Dit ondersteunt het herstel van het innerlijke gevoel van rust en veiligheid. (Denk ook terug aan de gedereguleerd autonoomzenustelsel) - **Mentoren en veilige hechting**: Een van Perry\'s centrale uitgangspunten is dat heling plaatsvindt in de context van relaties. Dit betekent dat jongeren in instellingen zoals ZIKOS baat hebben bij stabiele, positieve relaties met mentoren. In Hoofdstuk 1 schetst Perry hoe een stabiele relatie jongeren kan helpen om nieuwe hechtingspatronen te ontwikkelen, wat cruciaal is voor hun herstel. Mentoren die regelmatig tijd doorbrengen met jongeren kunnen werken aan het opbouwen van wederzijds vertrouwen en begrip. Het idee is dat jongeren, net als \"Tina\", leren dat relaties kunnen bijdragen aan hun veiligheid in plaats van aan angst en stress. - **Groepsactiviteiten en verbinding**: Groepsactiviteiten zoals gezamenlijke maaltijden, creatieve projecten en sport bieden jongeren de mogelijkheid om positieve relaties te ontwikkelen. LePera legt uit dat deze sociale verbindingen kunnen helpen om het patroon van aantrekken en afstoten te doorbreken, wat een veelvoorkomende dynamiek is voor jongeren met een traumaverleden. Door regelmatige groepsactiviteiten in te bouwen, ervaren jongeren dat relaties ook een bron van steun kunnen zijn, in plaats van alleen conflicten en spanning te brengen. **Emotionele Regulatie en Zelfzorg Ondersteunen** - **Emotieregulatie training**: Zowel Perry als LePera benadrukken het belang van het aanleren van emotieregulatie technieken. Jongeren die met traumatische stress leven, hebben vaak geen gezonde copingmechanismen ontwikkeld. Door trainingen in ademhalingstechnieken en lichaamsgerichte therapie in te voeren, leren jongeren om kalm te blijven tijdens stressvolle momenten. Dit helpt hen om niet meer in dezelfde intense emotionele achtbaan te schieten die zij mogelijk associëren met hechting en liefde. - **Kalmeringsstrategieën zonder straf**: In plaats van straffen zoals isolatie, kunnen jongeren ondersteund worden met kalmerende interventies, zoals het aanbieden van rustige ruimtes, rustgevende muziek, en zintuiglijke hulpmiddelen. Perry en LePera benadrukken beide dat jongeren met trauma vaak afwijzing of straf associëren met hun emotionele uitbarstingen, wat hen weerhoudt om te leren hoe zij met emoties om kunnen gaan. Het bieden van niet-strafende kalmeringsstrategieën helpt jongeren om op een gezonde manier met hun emoties in contact te komen zonder angst voor afwijzing. - -**Focussen op sterke punten en groei**: Perry\'s werk suggereert dat jongeren met trauma veel baat hebben bij een benadering die hun sterke kanten erkent. Veel jongeren in instellingen zoals ZIKOS voelen zich gevangen in een negatief zelfbeeld. Door deze jongeren te erkennen voor hun successen, welke dan ook, wordt hun zelfvertrouwen versterkt. In LePera's visie (Hoofdstuk 3) leren jongeren op deze manier dat hun waarde niet afhankelijk is van externe goedkeuring, wat essentieel is voor het ontwikkelen van gezonde, niet-afhankelijke relaties. - **Positieve bekrachtiging in plaats van straf**: In plaats van negatieve aandacht of straf voor ongewenst gedrag, kan positieve bekrachtiging jongeren aanmoedigen om constructief gedrag te herhalen. LePera stelt dat straffen vaak een patroon van emotionele afhankelijkheid versterkt, omdat jongeren de goedkeuring van anderen nodig hebben om hun zelfbeeld te bevestigen. Door in ZIKOS positieve bekrachtiging in te voeren, ontwikkelen jongeren een interne bron van waardering en zelfvertrouwen, onafhankelijk van de goedkeuring van anderen. **Traumasensitief kijken** - **Herkennen van trauma-responsen**: In lijn met Perry's inzichten, moeten (ZIKOS-)professionals trauma-reacties bij jongeren herkennen, begrijpen en in lijn met het Neurosequentiële Model inteveniëren. LePera benadrukt in Hoofdstuk 9 dat het herkennen van trauma-responsen essentieel is om empathisch en zonder oordeel te reageren op jongeren. Deze kijkbril helpt om gedrag niet als manipulatie te zien, maar als overlevingsmechanismen, wat een ondersteunend en begripvol klimaat creëert. - **Reflectieve supervisie en zelfzorg voor personeel**: Perry stelt dat professionals in staat moet zijn om zelf met stress en emoties om te gaan om effectief te kunnen werken met getraumatiseerde jongeren. Reflectieve supervisie biedt personeel de mogelijkheid om hun eigen reacties en emoties te bespreken, zodat zij jongeren kunnen ondersteunen zonder hun eigen emoties te projecteren. Dit draagt bij aan een stabiele en compassievolle omgeving die noodzakelijk is voor trauma-herstel. **Ruimte voor Zelfexpressie en Autonomie** - Autonomie bevorderen door keuzes: Perry en LePera benadrukken het belang van autonomie voor jongeren in herstelprocessen. Door jongeren in ZIKOS keuze-opties te geven in hun dagelijkse leven -- zoals deelname aan activiteiten -- wordt hun gevoel van eigenwaarde versterkt. Autonomie helpt hen om een positief zelfbeeld te ontwikkelen, wat een tegenwicht biedt voor de destructieve patronen van afhankelijkheid en zelfverloochening die vaak voortkomen uit traumaverbindingen. - Creatieve expressie als therapeutisch middel: Perry en LePera pleiten voor het gebruik van creatieve activiteiten, zoals kunst, schrijven en muziek, als een manier om jongeren te helpen hun emoties te uiten zonder angst voor afwijzing. Deze benadering biedt jongeren de kans om hun innerlijke ervaringen op een veilige manier te verwerken. Het helpt hen om interne conflicten los te laten en bij te dragen aan positieve identiteitsvorming, wat belangrijk is voor hun herstel**.** Posttraumatische wijsheid - Perry heeft het over veerkracht en vergelijkt het met een nerf bal versus een klerenhanger. Je herstelt maar nooit meer in dezelfde vorm. Men denkt dat veerkracht een nerfbal is maar het is eigenlijk die ijzen klerenhanger (zie blz 202) - Moeilijk te zeggen of de hersenen veranderen na trauma de beste indicatoren zijn functionele veranderingen What if the bear comes home every night? - Perry spiegelt in dit hoofdstuk een veilig en responsieve opvoeder/gezinssituatie met een kind wat opgroeit in angst. De gevolgen van de angst kunnen zijn: - *Nieuwe dingen en uitdagingen worden niet aangegaan* Wat mogelijk kan helpen volgens Perry - **Ritme (sport, dans, bewegen)** - **Eigen momentum laten kiezen mbt het praten over het trauma en het kind hierin zelfregie geven** - **Het hebben van een verbondenheid en een eigen gemeenschap (zie voorbeeld casus Ally) stimuleert veerkracht = helende gemeenschap** - **Juist de kracht van deze helende gemeenschappen worden met de toegenomen individualisatie gemist in de huidige maatschappij** **Perry: Ons brein, onze vooroordelen, onze systemen** - **Onderwijs heeft te weinig middelen om kinderen met trauma's goed op te vangen of te begeleiden-\> er zijn onrealistische verwachtingen met betrekking totm wat het onderwijs kan doen (maar 30 tot 50% van de kinderen in the public school system hebben 3 of meer belastende jeugd ervaringen)** - **Aantal voorbeelden van actie-reactie waar docenten geen idee hebben waar het (storende) gedrag van de leerling vandaan komt (zie beschrijving interactie jongen met zijn docent Engels op blz 237)** **Het diep geworteld trauma van racism** Macht en Verbondenheid in Trauma - Macht: Herstel van zeggenschap over eigen keuzes. - Verbondenheid: Opbouwen van vertrouwen en wederkerigheid. - Autonomie: Zelfstandigheid in besluitvorming. - Keuzemogelijkheden: Opties die cliënten in staat stellen hun eigen pad te kiezen. - **Dynamiek van trauma:** - Trauma ondermijnt controle en vertrouwen. - Herstel begint met kleine stappen richting autonomie. Rol van de hulpverlener - **Neutraliteit**: Een onbevooroordeelde houding van de hulpverlener. - **Empathie**: Vermogen om mee te leven met de ervaringen van de cliënt. - **Macht**: Het vermijden van dominantie over de cliënt. Therapeutische Relatie: Overdracht & Tegenoverdracht - **Overdracht:** - Cliënten projecteren emoties op de therapeut (bijv. woede of idealisatie). - Voorbeeld: Eva's wantrouwen naar de professional. - **Tegenoverdracht:** - Emoties van de therapeut als reactie op de cliënt. - Belang van bewustzijn en supervisie om professioneel te blijven. - **Balans vinden:** Dialectiek tussen nabijheid en afstand - **Re-enactment:** een kans om onderliggende trauma\'s te identificeren en te verwerken. Het doel is om het patroon te doorbreken en meer controle te krijgen over gedrag en emoties. Behandelingscontract en Grenzen - **Behandelingscontract:** - Definieert verwachtingen, doelen, en grenzen. - Voorkomt escalatie in complexe groepsdynamieken. - **Grenzen en veiligheid:** - Respecteer de autonomie van cliënten. - Herken emotionele triggers (bijvoorbeeld spanning in groepssettingen). Trauma-Informed Care (TIC) - **Definitie:** TIC is een benadering die erkent dat **iedereen** (dus ook de professional) potentieel trauma kan hebben ervaren, met een focus op veiligheid, regulatie, en verbinding. **Vier pijlers van TIC:** 1. Realizing 2. Recognizing 3. Responding 4. Retraumatization - *\"Wat betekent traumasensitief werken voor jullie in de praktijk?\"* Impact van Trauma op Professionals **Trap van Intensiteit:** 1. **Indirecte Traumatisering**: Beginpunt van stress door werk met trauma, zonder diepe emotionele impact. 2. **Compassiemoeheid**: Verminderde empathie en motivatie door herhaald contact met trauma. 3. **Secundaire Traumatisering**: Emotionele impact waarbij symptomen van trauma lijken op die van PTSS. 4. **Plaatsvervangende Traumatisering**: Blijvende innerlijke veranderingen in persoonlijkheid en wereldbeeld. 5. **Burn-out**: Eindpunt van langdurige stress, niet exclusief trauma-gerelateerd, met emotionele en fysieke uitputting. **Zelfzorg: Praktische Technieken** - **Voor de werk/interventie:** - Reflecteer op eigen emoties en valkuilen - Stel duidelijke kaders en afspraken - **Tijdens de interventie:** - Gebruik non-verbale communicatie en ademhalingstechnieken zoals de \"4-7-8 ademhaling\" - Zorg voor co-regulatie door een kalme, voorspelbare houding - **Na de interventie:** - Plan herstelactiviteiten zoals mindfulness, wandelen, of journaling - Bespreek ervaringen in intervisie of supervisie - **Langetermijnbenadering:** - Creëer een werk-privébalans en stel grenzen, zoals niet thuiswerken zonder noodzaak