Immunologie Summary PDF
Document Details
![BeneficentHonor9783](https://quizgecko.com/images/avatars/avatar-20.webp)
Uploaded by BeneficentHonor9783
UGent
Tags
Summary
This document is a summary of immunology, covering basic concepts in innate and adaptive immunity. It discusses the principles behind these systems, different types of cells involved, and responses to various pathogens. The document also includes diagrams and images to further explain the discussed topics.
Full Transcript
Immunologie H1: Basic concepts in Immunology ================================ Priciples of innate immunity ---------------------------- Innate immuntiy = aangeboren immuniteit Alle bloedcellen zijn afkomstig van de **pluripotente hematopoëtische stamcellen** in het beenmerg:\ \ - Pluripotente st...
Immunologie H1: Basic concepts in Immunology ================================ Priciples of innate immunity ---------------------------- Innate immuntiy = aangeboren immuniteit Alle bloedcellen zijn afkomstig van de **pluripotente hematopoëtische stamcellen** in het beenmerg:\ \ - Pluripotente stamcellen - Progenitor cellen - Lymfoïde cellen, leukocyten\ en myeloïde cellen ILC = innate lymfoïd cell **Pathogenen** verschillen in grootte en levensstijl:\ - Virussen\ - Intracellulaire bacteriën\ - Extracellulaire bacteriën\ - Fungi\ - Parasieten **Vier niveaus van bescherming** tegen pathogenen:\ - Anatomische barrière (huid en mucosale oppervlakten)\ - Complement/antimicrobiële proteïnen\ - Innate immuunsysteem\ - Adaptief immuunsysteem ![](media/image2.png)**Myeloïde cellen** in immuniteit:\ Fagocytose en antigen presentatie Secretie effectormoleculen (antimicrobiële) Principles of adaptive immunity -------------------------------- **Lymfoïd weefsel** in het lichaam:\ - Primaire/centrale lymfoïde organen (thymus & beenmerg) differentiatie hematopoëtische stamcellen\ - Secundaire/perifere lymfoïde organen (tonsillen, milt, peyerse platen, appendix & lymfeknopen)\ initiatie adaptief immuunantwoord\ - Lymfe en lymfevaten vervoeren antigenen naar drainerende lymfeknopen + circulatie lymfocyten **Circulatie lymfocyten** na aanraking met antigen:\ - Naïeve lymfocyten naar lymfeknopen uit bloed (HEV)\ - Perifeer invaderende pathogenen opgenomen door dendritische cellen (DCn)\ - DCn infectieplaats drainerende lymfeknoop antigenpresentatie aan recirculerende T-lymfocyten\ (=naïeve T-lymfocyten, nog nooit geactiveerd)\ - T-cellen stimuleren B-cellen stimulatie & differentiatie\ - B- en T-cellen verlaten lymfeknopen als effectorcellen via efferente lymfevaten\ - Lymfocyten en lymfe keren terug naar bloed via thoracic duct **Organisatie lymfeknoop**:\ - Collecteert antigenen uit lymfe aangevoerd door afferente lymfevaten\ - Naïeve lymfocyten komen lymfeknoop binnen via High Endothelial Venules (HEV)\ - Geactiveerde lymfocyten verlaten lymfeknopen via efferente lymfevaten\ ![](media/image4.png) **Organisatie Peyerse platen** in darmmucosa:\ - Antigenen opgenomen door gespecialiseerde epitheelcellen M-cellen\ - M-cellen antigenen aan DCn presentatie aan T-cellen (+activatie B-cellen)\ BALT = bronchial-associated lymphoid tissue GALT = gut-associated lymphoid tissue MALT = mucosal-associated lymphoid tissue\ = GALT+BALT ![](media/image6.png)**Organisatie milt**: Milt collecteert antigenen vanuit bloed Rode pulpa verwijderen oude RBC\ Witte pulpa bevat lymfocyten H2: Innate immunity: The first lines of defense =============================================== 2.1 Anatomic barriers and initial chemical defenses ---------------------------------------------------- **Antwoord op een initiële infectie** in drie fases:\ - Tegenhouden door anatomische barrière preventie infectie\ FAIL\ - Herkenning door non-specifieke of breed specifieke factoren verwijderen infectie\ FAIL\ - Innate response: rekrutering effectorcellen verwijderen infectie\ FAIL\ - Adaptieve response: antigen naar lymfoïde organen & B- en T-cellen verwijderen infectie Vb. **Gespecialiseerde epithelia** als barrière:\ - Epidermis:\ \*verschillende epitheellagen water-ondoordringbare laag\ \*gedifferentieerde cellen in stratum granulosum secretie antimicrobiële defensines\ - Long/luchtwegen:\ \*Goblet cellen productie slijm (+beweging door cilia)\ \*Pneumocyten secretie antimicrobiële defensines\ - Darm:\ \*Goblet cellen productie slijm\ \* Paneth cellen secretie antimicrobiële defensines 2.2 The complement system and innate immunity ---------------------------------------------- Complement system = verschillende plasmaproteïnen die interageren met elkaar (domino effect)\ Sommige complement moleculen proteasen die zelf geactiveerd worden door proteolytische klieving\ basisvorm = inactief wijd verspreid in lichaam zonder negatief effect **Nomenclatuur:**\ - Negatieve (niet-actieve) complementen hoofdletter + nummer\ - Na klieving:\ \*groot fragment = b bindt op pathogeen\ \*klein fragment = a **Fases van complement actie**:\ - Herkenning niet eigen oppervlakte patroon\ - Activering protease cascade amplificering/ C3 convertase\ - Inflammatie & fagocytose & lyse microbial membraan attack ![](media/image8.png)**Complement systeem pathways**:\ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ - Bij deficiëntie van C3 of vroegere hoger aantal bacteriële infecties\ - Bij deficiëntie van C5 of latere minder drastisch effect **Inflammatie:\ \ \ \ \ **![](media/image10.png)**\ **C5a is actiever dan C3a\ - lokaal effect op endotheel & immuuncellen **Fagocytose**:\ \ C3b gecoate bacterie bindt complement receptor op fagocyt\ + Binding C5a op C5a receptor activatie fagocytose **Membraan attack**:\ ![](media/image12.png)\ C5b bindt C6 en C7 en bindt membraan C8 bindt complex C9 rekrutering en polymerisatie\ porie H3: The induced responses of innate immunity ============================================ 3.1 Pattern recognition by cells of the innate immune system ------------------------------------------------------------- Pattern recognition receptors (PPRs) = innate immuunreceptoren die pathogen-associated molecular patterns (PAMPs) herkennen\ onderscheiden 'self' en 'nonself' **Fagocytose door macrofagen**:\ Magrofagen herkennen oppervlaktemoleculen op pathogenen en induceren fagocytose in fagolysosomen **Toll-like receptoren:\ **Herkennen PAMPs van bacteriën en virussen\ - In de celmembraan van DCn en macrofagen detecteren extracellulaire pathogenen\ - In de membraan van endosomen (intracellulair) detectie intracellulaire pathogenen of na afbraak **Gram-negatieve en -positieve bacteriën**:\ - Gram-positieve bacteriën celwand = matrix van peptidoglycanen\ - Gram negatieve bacteriën celwand = binnenste dunne peptidoglycaan-matrix en buitenste\ lipoploysacharide-membraan (LPS)\ peptidoglycaan kleurt met kristalviolet en dus bij gram-positieve ![](media/image14.png) **Bacterieel LPS activeert NFκβ**:\ - LPS wordt gebonden aan LPS-binding protein (LBP)\ - LPS wordt opgeladen op CD14 receptor\ - LPS-CD14 associeert met TLR-4 activaitie TLR-4\ - Activatie transcriptiefactor NFκβ inductie gentranscriptie & activering cel **Bacterieel LPS + TLR-4/CD14 induceert macrofagen en Langerhanscellen**:\ - Macrofagen productie cytokines en chemokines\ - Langerhanscellen in huid migratie naar lymfeknoop en maturatie\ \*immatuur = fagocyteren en macropinocyteren\ \*matuur = antigenpresentatie **TLR-3 en TLR-7 functies**:\ - Herkennen viraal RNA\ - TLR-3 bindt dsRNA expressie type I interferon genen (IFN-β)\ - TLR-7 bindt ssRNA expressie type I interferon genen (IFN-α en IFN-β) **NOD proteïnen**:\ - Herkennen bacteriën door peptidoclycanen\ - Dimerisatie NOD proteïnes (muramyl peptide)\ - Activatie NFκβ\ - Expressie inflammatoire cytokines (versterken immuunreactie) ![](media/image16.png)**Celschade activeert NLRP3 inflammasoom**:\ - Celschade K+ efflux\ - Chapperones dissociëren van NLRP3\ - Aggregatie verschillende NLRP3 moleculen\ - Activatie caspase\ - Activatie pro-inflammatoire cytokines door klieving 3.2 Induced innate responses to infection ------------------------------------------ **Infectie stimuleert inflammatory response**:\ - Infectie stimuleert macrofagen tot vrijzetting van cytokines en chemokines inflammatie\ - Cytokines = kleine eiwitten die respons induceren door binding aan specifieke receptoren\ - Chemokines = chemoattracantische cytokines\ - Interleukines = cytokines gesecreteerd door en inwerkend op leukocyten\ ![](media/image18.png) **Cytokines** geproduceerd door DCn en macrofagen:\ - IL-1β, TNF-α, IL-6 koorts, acute-fase respons & dilatatie BV\ - IL-8/CXCL8 chemotactisch\ - IL-12 NK-activatie en T~H~1 differentiatie **Adhesie moleculen** bij leukocyt interacties:\ - Selectines: P- en E-selectines\ \*geïnduceerd op endotheel door TNF-α en C5a\ \*binden specifieke suikers op oppervalkte van immuuncellen\ - Integrines: LFA-1\ \*conformationele verandering geïnduceerd door chemokines\ -Immunoglobin (Ig) superfamilie: ICAM-1 en ICAM-2\ \*geïnduceerd door TNF-α **Extravasatie** en diapedese:\ - Extravasatie = het proces van migratie van leukocyten uit de bloedbaan\ - Diapedese = 'kruipen' van leukocyten tussen endotheelcellen (onderdeel van extravasatie)\ \- Rolling adhesion = inductie (TNF-α of C5A) expressie P- en E-selectines op endotheelcellen\ kortstondige binding leukocyten rolling effect\ - Tight binding = inductie (TNF-α) ICAMs op endotheel + conformatieverandering van LFA-1 op leukocyten\ sterke binding leukocyten aan endotheel\ - Diapedese\ - Migration = migratie oiv chemokine gradiënt (IL-8) **Opm**: Systemische vrijstelling van TNF-α kan dodelijk zijn (systemische oedeem en bloedklonters) **Acute fase respons**:\ - Productie van acute-fase proteïnen in lever geïnduceerd door IL-1β, TNF-α en IL-6\ - Acute-fase proteïnen:\ \*C-reactive protein:\ ° bindt PC van LPS van bacteriën en schimmel opsonisatie en activering complement\ \* Mannose-bindend lectine:\ ° opsoniastie en activering complement **Interferonen (IFn)**:\ - Interferonen interfereren met virale replicatie\ - IFN-α en IFN-β:\ \* geproduceerd door viraal-geïnfecteerde cellen (activatie door TLR-3 en -7)\ \* induceren resistentie tegen virale replicatie in niet geïnfecteerde cellen\ ° activering genen mRNA afbraak\ ° inhibitie translatie virale (en gastheer) eiwitten\ \* induceren MHC klasse I expressie\ ° in geïnfecteerde cellen betere herkenning door CD8 T-cellen\ ° in niet-geïnfecteerde cellen resistentie tegen Natural Killer (NK) cellen\ \* activering NK-cellen, macrofagen en DCn\ - IFN-γ:\ \* geproduceerd door lymfocyten (niet gevolg van virale infectie)\ \* belangrijke rol in geïnduceerde immuunreactie tegen intracellulaire pathogenen ![](media/image20.png)**Natural Killer cellen** (NK-cellen) :\ - Bij virus infectie: eerste immuunantwoord productie IFN-α, IFN-β, TNF-α en IL12\ - Ook activatie van NK-cellen\ - Voor volledige eliminatie: CD8 cytotoxische T-lymfocyten NK-cellen:\ - Constitutief cytotoxisch (sterk verhoogd door IFN-α, IFN-β en IL12)\ - IL-12 geactiveerde NK-cellen belangrijke bron van IFN-γ\ - Ook belangrijk bij immuunafweer tegen tumorcellen\ - Expresseren zowel activerende als inhiberende receptoren balans bepaald activiteit ![](media/image22.png)Inhibitorische receptoren:\ - Als deze MHC klasse I moleculen op een andere cel herkennen\ inhibitie NK-cellen geen cytotoxische activiteit\ -Tumorcellen of viraal-geïnfecteerde cellen soms lagere MHC expressie\ geen of minder inhibitie van NK-cellen tumorcel gedood\ - Hebben lang cytoplasmatisch gedeelte met ITIM motief\ - ITIM = immunoreceptor tyrosine-based inhibitory motif\ - Na ligand binding fosforylatie ITIM binding met fosfaten Activerende receptoren:\ - Hebben kort cytoplasmatisch gedeelte\ - Associëren met EW met lang cytoplasmatisch gedeelte signalisatie\ - Hebben ITAM motief\ - ITAM = immunoreceptor tyrosine-based activation motif\ - Na ligand binding fosforylatie ITAM intracellulaire signaalcascade H4: Antigen recognition by B- and T-cell receptors ================================================== 4.1 The structure of a typical antibody molecule and the interaction with a specific antigen --------------------------------------------------------------------------------------------- ![](media/image24.png)**Immunoglobuline (Ig):\ **- Membraangebonden (naïeve B-cellen) = B-cel receptor (BCR)\ \* elke B-cel een Ig met 1 welbepaalde specificiteit\ \* 1 individu repertoire aan Igs\ - Gesecreteerd (plasmacellen) = antilichaam (Ab)\ \* plasmacel secreteert Ab met zelfde antigen-specificiteit als BCR \- Ig domein = ±110 AZ\ \* Variabel domein (V) veel variatie\ \* Constant domein (C) weinig variatie\ \* Y-vormige structuur met 3 delen van vergelijkbare grootte\ ° 2 armen V-domeinen\ ° lichaam C-domein \- Ig antilichaam = 150 kDa\ \* 2 identieke zware ketens\ ° 5 types bepalen isotype (IgM, IgD, IgG, IgA, IgE)\ ° IgG meest voorkomend bij mens (4 subklassen 1-4)\ \* 2 identieke lichte ketens\ ° 2 types Kappa (κ) en Lambda (λ) geen functioneel verschil **\ \ ** ![](media/image26.png)**Igs knippen adhv proteasen:\ -** Protease papaïne:\ \* 2 Fab fragmenten (fragment antigen binding)\ \* 1 Fc fragment (fragment crystalizable)\ - Protease pepsine:\ \* 1 F(ab')2 fragment\ \* Fc fragment in verschillende stukken **Flexible hinge regio**:\ - Een antilichaam molecule is flexibel\ \* in het scharnier gebied\ \* tussen V en C domeinen\ 1 Antilichaam kan 2 epitopen binden (die evt ook gebonden zijn door andere antilichamen) ![](media/image28.png)**Structuur van het Ig domein**:\ - β-strands (3,4 of 5) een β-sheet\ - 2 β-sheets van 1 Ig domein verbonden via disulfide-brug\ - C domein 4 + 3 β-sheets\ - V domein 4 + 5 β-sheets\ 'immunoglobulin-like' domein\ immunoglobuline superfamilie ![](media/image30.png)**Hypervariabele regio's in V domeinen**:\ - Hypervariabele regio's = HV regio (HV1, 2 en 3)\ \* gelegen in 3 loops\ \* vormen de antigeen specificiteit door vormen opp complementair met Ab\ complementary-determining regions (CDR)\ \* CDRs van zowel light en heavy chains bepalen specificiteit\ \* combinaties van L en H combinationele diversiteit\ - Framework regio's = FR regio (FR1, 2, 3 en 4) minder variabel\ \* vormen het structureel framework van een Ig domein ![](media/image32.png)**Antigenen binden in pockets, groeves of op uitstekende oppervlakten**: **Non-covalente krachten antigen-antilichaam complex**:\ - Oppervlakte complementariteit bepaald specificiteit\ - Niet-covalente bindingen bepaald affiniteit\ \* elektrostatische krachten (tegengestelde lading)\ \* waterstofbruggen\ \* van de Waals krachten\ \* hydrofobe krachten\ hoge zoutconcentraties, extreme pH-waarden of hoge epitoop concentraties verbreken interacties 4.2 Antigen recognition by T-cells ----------------------------------- **T-cell receptor (TCR)**:\ - structuur sterk vergelijkbaar met Fab fragment\ - TCR altijd membraangebonden\ - slechts 1 antigen bindingsplaats\ - 2 types TCRn:\ \* αβ T-cel receptoren\ \* γδ T-cel receptoren\ - V-regio, C-regio, scharnier regio, transmembranaire regio, kort cytoplasmatisch deel en disulfide binding ![](media/image34.png)**Epitopen in Igs en T-cel receptoren**:\ - Epitoop = deel van antigen waaraan antigenreceptoren binden\ \* conformationeel/discontinu herkende segmenten zijn discontinu in AZ-sequentie (wel in 3D)\ \* lineair/continu segment van polypeptide keten wordt herkend\ - Epitopen van antilichamen aan oppervlak van eiwitten\ \* continu of discontinu\ - Epitopen van TCR kunnen overal liggen\ \* ontvouwen of afbreken voor herkenning\ \* continu/lineair (herkent peptiden, geen eiwitten)\ \* TCR herkent enkel peptiden in 'major histocompatibility complex' (MHC)\ \* ligand = peptide + MHC molecule **MCH klasse I moleculen**:\ - 3D structuur:\ \* 'Onderste' domeinen \~ C domeinen Ig\ \* 'Bovenste' domeinen peptide-bindingsgroef\ \* α-keten van klasse I polymorf (bestaan varianten)\ \* β2-microglobuline klasse I niet polymorf\ - Peptide gebonden in uitgestrekte toestand, uiteinden sterk gebonden in groef\ \* binding leidt tot stabilisatie van expressie MHC moleculen op membraan\ - Peptide wordt gebonden via waterstofbruggen en ionische interacties:\ \* met carboxy- en amino-terminale uiteinden (identiek voor alle MHC I)\ \* met ankerresidu's (niet identiek voor 1 MHC I, wel verwant)\ ° verschillend voor andere MHC I allelen\ ° bepalen peptide-bindingsspecificiteit\ - MHC klasse I peptiden 8-10 AZ lang\ - Interactie αβ TCR met MHC klasse I:peptide complex:\ \* vooral CDRs maken contact\ \* CDR1 en CDR2 binden vooral met MHC\ \* CDR3 binden vooral peptide (CDR3 hoogste variabiliteit\ αβ TCR heeft dubbele specificiteit (zowel MHC als peptide) ![](media/image36.png)**MHC klasse II moleculen**:\ - 3D structuur vergelijkbaar:\ \* α&β-keten van klasse II polymorf (bestaan varianten)\ - Peptide gebonden in uitgestrekte toestand, uiteinden niet sterk gebonden (kunnen naar buiten steken)\ \* binding leidt tot stabilisatie van expressie MHC moleculen op membraan\ - Peptide wordt gebonden via waterstofbruggen:\ \* met ankerresidu's op posities 1, 4, 6 en 9 (verwante AZ)\ - MHC klasse II peptiden minstens 13 AZ lang\ - Interactie αβ TCR met MHC klasse I:peptide complex:\ \* CDR1 en CDR2 binden vooral met MHC\ \* CDR3 binden vooral peptide (CDR3 hoogste variabiliteit) ![](media/image38.png)![](media/image40.png)**Structuur CD4 en CD8 co-receptoren**:\ - Geëxpresseerd op T-lymfocyten\ - CD4 coreceptor:\ \* 1 keten\ \* 4 immuunglobuline-like domeinen & scharnier\ \* D1 \~ V-regio en D3-4 \~ C-regio\ - CD8 coreceptor:\ \* 2 ketens: α+α of α+β\ \* 1 immuunglobuline-like domein & disulfide brug\ \* Domein \~ V-regio\ - Binding CD4/8:MHC I of II noodzakelijk voor efficiënt T-cel antwoord **MHC molecule expressie**:\ - MHC klasse I moleculen:\ \* geëxpresseerd door alle lichaamscellen (behalve RBC)\ \* hoogste expressie in hematopoëtische cellen\ \* interferonen (IFNn) verhogen expressie\ - MHC klasse II moleculen:\ \* enkel aanwezig op antigeen-presenterende cellen en thymus epitheelcellen\ \* IFN-γ verhoogt expressie (induceert op negatieve cellen)\ - Verschillend expressiepatroon van MHC klasse I en II reflecteert verschillende functies CD4 en CD8\ T -lymfocyten\ \* CD4 en 8 T-cellen gestimuleerd door APCn APCn expresseren MHC klasse I en II\ \* CD8 cellen zijn cytotoxisch alle lichaamscellen expresseren MHC klasse I **De γδ TCR**:\ - γδ TCR herkent geen peptide\ - Herkent heat-shock proteïnen, gefosforyleerde liganden en mycobacteriële lipiden\ - Meestal geen MHC presentatie vereist\ \* bindt antilichaam rechtstreeks\ \* gepresenteerd door niet-klassieke MHC-moleculen H5: The generation of lymphocyte antigen receptors ================================================== 5.1 Primary immunoglobulin gene rearrangement ---------------------------------------------- **V-regio genen zijn geconstrueerd uit gen segmenten**:\ - Lichte keten:\ \* Variabel (V) gensegment (eerste 95-101 AZ)\ \* Joining (J) gensegement (tot 13 AZ)\ - Zware keten:\ \* V~H~\ \* J~H~\ \* Diversity (D) gensegment\ - Leader peptide (L)\ \* dirigeert eiwit\ \* wordt na translatie gekliefd\ - Disulfide bruggen gevormd na translatie\ - V ↔ (D) ↔ J herschikking\ - V(D)J ↔ C RNA splicing **Immuunglobuline gensegmenten**:\ - Gelokaliseerd in 3 clusters/genetische loci:\ \* λ locus (chr 22)\ \* κ locus (chr 2)\ \* zware keten locus (chr 14)\ - Zware keten locus bevat verschillenden C~H~ genen corresponderen met verschillende isotypes ![](media/image42.png)**Recombiantion signal sequence (RSS):\ -** V gensegment mag aleen herschikken met D of J segment, nooit met ander V segment\ - RSS zijn geconserveerde sequenties die V, D en J regionen flankeren\ \* Heptameer = geconserveerde sequentie van 7 nucleotiden\ \* Spacer = niet geconserveerd, 12 of 23 nucleotiden\ \* Nonameer = geconserveerde sequentie van 9 nucleotiden\ - 12/23 regel : gensegment geflankeerd met RSS met 12 bp spacer kan\ alleen recombineren met gensegment met RSS met 23 bp spacer\ - Recombinatie kan alleen optreden tussen gensegmenten van\ hetzelfde chromosoom**\ \ V-regio gen segmenten samengebracht door recombinatie:\ \ -** Een 12-bp-spaced RSS en een 23-bp-spaced RSS bij\ elkaar gebracht voor recombinatie\ - Voorwaarts georiënteerd V gen segment recombineert\ door het uit-loopen van het tussenliggend DNA\ - Omgekeerd georiënteerd V gen segment recombineert\ door het vormen van een coil ![](media/image44.png)- Recombination-activationg gene 1 (RAG-1) en RAG-2:\ \* enkel in B en T lymfocyten tijdens differentiatie\ \* knipt DNA streng met vorming haarspeld loop\ \* essentieel voor ontwikkeling lymfocyten\ **\ -** De haarspeld wordt op willekeurige plaats gekliefd 'palindromic' of P-nucleotiden\ - N -nucleotiden willekeurig toegevoegd door terminal deoxynucleotidyl transferase (TdT)\ \* TdT deficiëntie weinig junctionele variatie (geen block ontwikkeling lymfocyten)\ - Aantal P- en N- nucleotiden willekeurig niet altijd leesraam behouden of stopcodon\ niet-productieve herschikking niet-functioneel eiwit (bij 2/3 herschikkingen) \- CDR1 en CDR2 gecodeerd door V gensegment\ - CDR3 gelegen op junctie tussen V en J variabiliteit door willekeurig toevoegen P- en N-nucleotiden 5.2 T-cell receptor gene rearrangement --------------------------------------- **TCR αβ gensegmenten**:\ - gelokaliseerd in 2 clusters/genetische loci:\ \* α locus (chr 14) verschillende V en J segmenten & 1 C gensegment\ \* β locus (chr 7) verschillende V en J segmenten & 2 D en 2 C gensegmenten **Herschikking TCR**:\ - Hepta- en nonameer RSS + 12/23 regel\ - RAG-1 en RAG-2\ - P- en N-nucleotiden\ - Slechts 1 C domein voor α keten en 2 homologe C domeinen voor β keten **TCR γδ gensegmenten**:\ - gelokaliseerd in 2 clusters/genetische loci:\ \* δ locus is gelegen in α locus (voor α keten wordt δ locus gedeleteerd)\ \* γ locus op ander chromosoom 5.3 Structural variation in immunoglobulin constant regions ------------------------------------------------------------ **5 antilichaam isotypen**:\ - Wordt bepaald door keuze van C segment van zware keten\ - Verschillen in N-linked suikergroepen en aantal & locatie van disulfidebruggen\ - IgG 4 subklassen\ - IgA 2 subklassen\ - IgM en IgE extra C domein ipv scharnierregio \- V domein grote diversiteit, antigeenbinding\ - C domein isotype **Effectorfuncties C domein**:\ - Interactie Fc en complement activering complement cascade\ - Interactie Fc en Fc receptor activering fagocyten, mastcellen, basofielen en NK cellen\ - Zorgt voor specifieke lokalisatie van Ab IgA (mucus, traanvocht, moedermelk) en IgG (transplacentair) **IgM en IgD**:\ - Differentiële splicing van RNA (C regio) bepaald of IgM of IgD wordt afgeschreven (geen class switch!)\ - Immature B cellen klieving en polyadenylatie op polyadenylatieplaats pA1 vooral IgM\ - Mature B cellen ook klieving op pA2 zowel IgM als IgD\ - IgD slechts in kleine hoeveelheden op plasmacellen, functie IgD ongekend **Transmembranaire en gesescreteerde vormen** afgeleid van zelfde zware keten sequentie:\ - Zware keten:\ \* 2 exonen coderen voor respectievelijk membranair en cytoplasmatisch deel van membraan-\ gebonden Ig membraan coderende exonen (M1 en M2)\ \* 1 exon codeert voor het carboximaal uiteinde van gesecreteerd Ig secretie-coderend exon (SC)\ - Alternatieve splicing: 2 polyadenylatie signalen pAm en pAs\ - Immature en naïef mature B -cellen alleen membraan gebonden Ig (BCR) **Multimeren** van IgM en IgA:\ - Additioneel afzonderlijk polypeptide bevordert polymerisatie J keten (≠ J gensegment!)\ - Polymerisatie verhoogt de aviditeit (totale bindingssterkte alle antigeen-bindingsplaatsen)\ - IgA dimerisatie noodzakelijk voor transport doorheen epithelia, IgM pentameer H6: Antigen presentation to T lymphocytes ========================================= 6.1 The generation of α:β T-cell receptor ligands -------------------------------------------------- **T-cell herkenning**:\ - T-cellen herkennen geen natieve of solubele eiwitten\ - T-cellen herkennen cellen met intacellulaire pathogenen of componenten van pathogenen\ - T-cellen herkennen peptide fragmenten door APCn gepresenteerd op MHC moleculen\ - Antigeen processing APCn knippen natieve proteïnen in peptide fragmenten\ - Antigeen presentatie peptiden beschikbaar stellen op celoppervlak in groef van MHC moleculen **Celcompartimenten**:\ - 2 celcompartimenten in een cel:\ \* het cytosol in contact met de kern\ \* het vesiculair systeem in contact met extracellulair milieu\ ° ER, golgi, secretorische vesikels (naar buiten)\ ° endosomen (naar binnen)\ - Compartiment waarin peptide zich bevindt bepaald presentatie op MHC klasse I of II\ \* antigenen van cytosolische pathogenen MHC klasse I CD8 T lymfocyten\ \* intracellulaire bacteriën en parasieten endosomen MHC klasse II CD4 T lymfocyten\ \* extracellulaire pathogenen en toxinen endocytose MHC klasse II CD4 T lymfocyten ![](media/image46.png)**Het proteasoom**:\ - Een katalytisch protease complex (proteolytische activiteit in binnenste ringen)\ - 19S + 20S + 19S\ - Breekt proteïnen af tot peptiden\ - Ubiquitine-afhankelijk **TAP1 en TAP2 peptide transporter**:\ - MHC klasse I-bindende peptiden in cytosol\ - MHC klasse I moleculen gesynthetiseerd in ER\ peptiden moeten naar ER getransporteerd worden\ - Transport door 2 ATP-afhankelijke transportmoleculen van de ER membraan TAP1 en TAP2\ \* heterodimeer TAP complex specificiteit voor peptiden met lengte van 8 of meer AZ **MHC klasse I van ER naar celmembraan**:\ - Nieuwgevormde MHC klasse I moleculen binden calnexine\ - Interactie met β2-microglobuline loskomen calnexine\ - Gedeeltelijk opgevouwen MHC molecule bindt TAP1/TAP2\ - ERAAP knipt peptide tot ideale lengte (\>8AZ)\ - Peptide bindt in groef MHC molecule en MHC compleet opvouwing\ - MHC verlaat ER en gaat via Golgi naar celmembraan **Sommige virussen interfereren met MHC klasse I presentatie**:\ - Inhibitie TAP werking\ - Weerhouden MHC klasse I moleculen in ER\ - Afbraak MHC klasse I moleculen ![](media/image48.png)**MHC klasse II**:\ - Presenteren extracellulaire pathogenen opgenomen door oa macrofagen en intracellulaire pathogenen\ in vesikels\ - Worden geproduceerd in ER, maar mogen geen cytosolische peptiden binden\ \* in ER wordt peptide-bindingsgroef bezet door de invariant chain\ \* invariant chain = trimeer & bindt 3 MHC klasse II moleculen\ \* blokkeert groeve voor ER peptiden en induceert transport naar lage-pH endosomaal comartiment\ \* zure proteasen knippen invariant chain enkel 'class II-associated invariant-chain peptide' CLIP\ - CLIP verhindert nog steeds binding van peptiden\ \* HLA-DM bindt MHC klasse II:CLIP complex\ \* stabilisatie MHC molecule en loslating CLIP\ - Peptiden kunnen binden en gepresenteerd worden op celmembraan\ - Kunnen net zoals klasse I ook lichaamseigen eiwitten binden ![](media/image50.png)**Cross-presentatie**:\ - Extracellulaire antigenen door MHC klasse I moleculen (=uitzondering)\ - Mechanisme onduidelijk **Autofagie**:\ - Cytosolische antigenen door MHC klasse II moleculen (=uitzondering)\ - Deel cytoplasma autofagosomen versmelten met lysosomen\ afbraak & presentatie 6.2 The major histocompatibility complex and its function --------------------------------------------------------- **MHC complex in mens** (HLA = Human Leukocyte Antigen) **genetisch**:\ - MHC complex meer dan 200 genen (chr 6) per gen tientallen allelen\ - Combinatie MHC allelen op 1 chromosoon = MHC haplotype\ - MHC klasse I genen: HLA-A, HLA-B en HLA-C\ \* β2-microglobuline gen (chr 15)\ \* TAP1 en TAP2 genen\ \* LMP genen (proteasoom)\ - MHC klasse II genen: α&β ketens van HLA-DP, HLA-DQ en HLA-DR (2 verschillende voor β keten)\ \* α&β ketens van HLA-DM\ \* gen invariant chain (chr 5)\ -MHC klasse III genen: coderen voor verschillende proteïnen met immunologische functie **MHC polymorfisme en polygenie**:\ - MHC polymorfisme:\ \* grote diversiteit aan MHC moleculen in populatie\ \* elk individu maximaal 2 verschillende allelen van elke MHC gen (homozygoot of heterozygoot) \- MHC polygenie:\ \* 1 individu kan verschillende verwante MHC genen met dezelfde funtie expresseren\ - Combinatie polymorfisme en polygenie grote diversiteit in individu en in populatie\ - In 1 individu:\ \* MHC klasse I max 3x2 = 6 moleculen\ \* MHC klasse II max 4x2x2 (α&β ketens) = 16 moleculen **Genconversie**:\ - Door evolutie gaf voorouder gen door duplicatie aanleiding tot meerder MHC genen\ - Creëren van nieuwe allelen door uitwisseling tussen MHC genen (misalignering tijdens meiose) **Allelische variatie in MHC moleculen**:\ - Vooral in bindingsgoref\ - Bepaald sequentie van de ankerresidu's van de peptiden die kunnen binden\ - Set van ankerresidu's sequentiemotief (belangrijk voor vaccinontwikkeling) **T-cell herkenning van antigenen met MHC moleculen**:\ - TCR herkent antigeen:MHC complex\ - CD8 T-lymfocyten zijn:\ \* virusspecifiek doden alleen cellen geïnfecteerd met bepaald virus\ \* MHC specifiek doden alleen geïnfecteerde cellen met zelfde MHC expressie als MHC molecule\ gebruikt voor positieve selectie in thymus MHC restrictie\ - Uizondering: superantigenen (bacterieel of viraal)\ \* stimuleert 1-20% van de T-cellen (ipv 1/10\^5)\ \* geen eiwitprocessing nodig\ \* bindt rechtsreeks op TCR (Vβketen) of MHC klasse II molecule H7: Lymphocyte receptor signaling ================================= 7.1 General principles of signal transduction and propagation -------------------------------------------------------------- **Proteïne kinasen als signaal**:\ - Fosforylatie door kinasen regulatie activiteit signalerend eiwit snel en omkeerbaar\ - Verschillende kinasen:\ \* tyrosine kinasen meestal eerste stap\ ° cytoplasmatisch deel: intrisieke tyrosine kinase activiteit\ (groeifactor receptoren)\ ° cytoplasmatisch deel: bindt aan tyrosine kinase\ = receptor geassocieerde tyrosine kinasen (TCR en BCR)\ \* serine of threonine kinasen volgende stappen\ \* histidine kinasen (niet in immuunsysteem)\ - Transactivering van proteïne tyrosine kinasen door transfosforylatie is\ belangrijke stap in signalering van celmembraan receptoren **Signalisatie stopzetten**:\ - Defosforylatie\ - Degradatie gefosforyleerd eiwit (ubiquitinatie)\ - Internalisatie en afbraak celmembraan receptoren (lysosomen) **Amplificatie signaal**:\ - Kinase cascade (elk kinase kan meerdere substraten activeren)\ - Second messengers (vb Ca^2+^ vrijstelling) 7.2 Antigen receptor signaling and lymphocyte activation --------------------------------------------------------- ![](media/image52.png)**T-cel receptor (TCR) complex** :\ - TCR : 2 klonaal variabele ketens (kunnen niet signaleren)\ \* antigeen-bindend\ - CD3 complex: 1 CD3γ, 1 CD3δ en 2 CD3ε\ extracellulair 1 Ig-like domein, membranair negatief geladen AZ, intracellulair 1 ITAM\ \* celmembraanexpressie van TCR\ \* signalisatie\ - 2 Ϛ ketens:\ kort extracellulair stuk, intracellulair 3 ITAMs\ (=immunoreceptor tyrosine-based activation motif)\ \* signalisatie ![](media/image54.png)**Coreceptoren met TCR**:\ - TCR + CD4/CD8 door binding met MHC:peptide kinase Lck (aan CD4/8) fosforyleert ITAMs\ - ZAP70 bindt op gefosforyleerde ITAMs activatie ZAP70 door Lck\ - Signalisatie cascade met kinasen, fosfatasen en second messengers\ - Activatie transcriptiefactoren NFκβ, NFAT en AP-1\ - Inductie gentranscriptie celdeling en differentiatie T-cel **B-cel receptor (BCR) complex**:\ - BCR: 2 zware en 2 lichte ketens (klonaal variabel\ \* antigeen-bindend\ - Igβ en Igα ketens (niet variabel)\ extracellulair 1 Ig-like domein, intracellulair 1 ITAM\ \* signalisering **Signalisatieweg TCR en BCR grote lijnen**:\ **Andere cellen kunnen ook associeren met ketens die ITAMs bevatten**:\ - NK cellen, macrofagen en neutrofielen\ - Mastcellen en basofielen 7.3 Co-stimulatory and inhibitory receptors modulate antigen receptor signaling in T en B lymphocytes ------------------------------------------------------------------------------------------------------ **Coreceptor CD28**:\ - Co-stimulatorische receptor van T-cellen\ - Liganden: B7.1 en B7.2 alleen geëxpresseerd op antigen-presenterende cellen\ - Stimulatie van TCR en CD28 expressie verschillende genen oa cytokine IL-2\ - Naïeve T cellen alleen CD28\ - Geactiveerde T cellen ook CTLA4 (inhiberend!) bindt ook B7 moleculen maar met hogere affiniteit **Inhiberende receptoren**:\ - Bevatten in cytoplasmatisch deel ITIMs (=immunoreceptor tyrosine-based inhibition motif)\ - ITIMs recruteren en activeren fosfatasen (inhiberen signalen van activerende receptoren)\ - CTLA4, sommige Fc receptoren, inhiberende NK receptoren ![](media/image56.png)**Coreceptor CD40**:\ - Co-stimulatorische receptor van B-cellen\ - Ligand: CD40L geëxpresseerd op helper T-cellen\ - Activatie BCR en CD40 activatie transcriptiefactor NFκβ induceert genexpressie **JAK-STAT pathway**:\ - Binding cytokine op specifieke receptor\ - Dimerisatie receptorketens\ - Activatie receptor-geassocieerde tyrosine kinasen van de\ Janus kinase (JAK) familie\ - JAKs fosforyleren & activeren elkaar en fosforyleren tyrosines\ - Signal transducers en activators of transcription (STATs) worden gebonden en gefosforyleerd\ - STATs dimeriseren, transloceren naar nucleus en induceren gentranscritptie **Signalering door TNF receptor TNFR-I**:\ - TNF bindt\ - TNFR trimeriseert en bindt adaptor TRADD\ \* celdood: TRADD recruteert FADD caspase 8 activatie\ \* inductie gentranscriptie: TRADD recruteert RIP en TRAF2 **Signalering door Fas**:\ - Fas behoort tot TNF receptor familie\ - Fas heeft cytoplasmatisch 'death' domein dat FADD bindt na trimerisatie caspase 8 apoptose\ - Gebruikt voor opruimen geactiveerde lymfocyten na klaren pathogeen en het doden van andere cellen\ door cytotoxische CD8 cellen en NK-cellen\ - Mutaties kunnen leiden tot abnormale accumulatie van geactiveerde T-lymfocyten H8: The development of B and T lymphocytes ========================================== 8.1 Development of B lymphocytes --------------------------------- ![](media/image58.png)**Ontwikkeling uit de hematopoëtische stamcel**:\ \ - Kan alle bloedceltypes genereren en kan zichzelf vernieuwen\ \ \ - Kan alle bloedceltypes genereren maar kan zichzelf niet vernieuwen\ \ \ \ \ - Genereert alle lymfocyt-cellen\ \ \ - Vanaf hier 'committed' tot bepaald celtype (NK/B/T)\ \ \ \ \ \ \ **B-cel ontwikkeling**:\ - Ontwikkeling progenitorcellen in beenmerg (afhankelijk van interacties met beenmerg stroma)\ - Progenitorcellen herschikken Ig genen\ - Immature B-cellen expresseren IgM op celmembraan\ - Negatieve selectie: herkenning zelf-antigenen apoptose\ - Immature B-cellen migreren naar periferie en matureren\ - Mature naïeve B-cellen expresseren IgM en IgD op celmembraan\ - Mature B-cel bindt vreemd antigen en activeert\ - Geactiveerde B-cellen sectreteren Ab plasmacellen\ - Class-switch vorming IgG/A/E\ - Plasmacellen keren terug naar beenmerg\ - Vorming geheugencellen in beenmerg en lymfoïd weefsel **Interacties stromacellen voor B-cel differentiatie**:\ - Multipotente progenitorcellen expresseren FLT3 receptor bindt FLT3 ligand op stromacellen\ - Common lymfoïde progenitorcellen expresseren IL-7 receptor bindt IL-7 op stromacellen\ - Vroege & late pro-B-Cellen idem + expresseren Kit receptor bindt stem cell factor (SCF)\ - Pre-B-cel expresseert adhesiemoleculen en IL-7 receptor bindt IL-7 en CAMs (cel adhesion molecules)\ - Transcriptiefactoren: Pax-5 essentieel voor B-lymfocyten, Ikaros essentieel voor T/B/NK-lymfocyten ![](media/image60.png)**Genherschikkingen tijdens B-cel differentiatie**:\ \ \ \ \ \ \ - Herschikking zware keten eerst D/J daarna V/DJ\ \* Indien herschikking productief celmembraanexpressie van zware keten met surrogate lichte keten\ ° surrogate lichte keten gevormd door λ5 en VpreB (deficiëntie blokkering differentiatie)\ \* Signalisatie van pre-B receptor stopzetten herschikking en start celdeling\ ° stopzetten herschikking zodra productieve herschikking gebeurd slechts 1 van 2 allelen van\ zowel zware als lichte keten wordt geëxpresseerd = allelische exclusie\ - Herschikking lichte keten\ \* Indien productief expressie IgM BCR\ ° lichte keten is κ of λ, κ wordt eerst herschikt verhouding in mens 2:1 = isotypische exclusie\ \* Indien niet productief rescue door verdere genherschikking (verwijdert vorige niet-productieve)\ ° 5Jκ gensegmenten, kan dus tot vijfmaal gebeuren evt gevolgd door λ herschikking\ - Mature B-cellen expresseren ook IgD door alternatieve splicing\ - Essentiele eiwitten:\ \* RAG-1 en RAG-2 essentieel voor genherschikking (B&T)\ \* TdT junctionele diversiteit (N-nucleotiden) (B&T) niet essentieel voor genherschikking\ \* λ5 en VpreB essentieel voor preBCR expressie\ \* Igα en Igβ essentieel voor expressie en signalisatie van preBCR en BCR\ \* CD19 specifiek celmembraan molecule voor B-cellen **Antigeen afhankelijke screening van immature B-cellen** (beenmerg):\ - Geen antigeen tijdens differentiatie\ \* normale ontwikkeling IgM en IgD\ - Multivalent antigeen (self molecule)\ \* apoptose = klonale deletie\ \* receptor editing\ ° stopzetten differentiatie (RAG genen blijven actief)\ ° verdere herschikking lichte keten + expressie met oude zware keten\ ° nog steeds zelf-antigeen herkenning opnieuw lichte keten herschikking of apoptose\ ° geen zelf-antigeen herkenning meer stopzetten RAG expressie en verdere differentiatie\ - Solubel divalent antigeen (self molecule)\ \* anergie (weinig IgM, veel IgD) cel kan niet reageren op antigen\ - Lage affiniteits of solubele monovaltente antigenen (self molecule)\ \* geen signaal, klonaal ignorant cel kan niet reageren op antigen **B-cellen completeren maturatie in de milt**:\ - Transitionele B-cellen follikel maturatie+overlevingssignalen folliculaire/marginale zone B-cellen\ - Transitionele B-cellen die niet in de follikel geraken sterven af na 2-3 dagen ('vechten' om signalen) 8.2 Development of T lymphocytes --------------------------------- ![](media/image62.png)**T-cel ontwikkeling**:\ - Ontwikkeling progenitorcellen in beenmerg en thymus (afhankelijk van interacties met thymus stroma)\ - Progenitorcellen herschikken TCR genen\ - Immature T-cellen expresseren TCR op celmembraan\ - Positieve selectie: herkenning zelf-MHC moleculen\ - Negatieve selectie: herkenning zelf-antigenen apoptose\ - Mature naïeve T-cellen migreren naar periferie en matureren\ - Mature T-cel bindt vreemd antigen en activeert\ - Geactiveerde CD4 T cellen migreren naar plaats van infectie\ activeren macrofagen\ - Geactiveerde CD4 T cellen migreren naar B-cel rijke zones\ activeren B-cellen\ - Geactiveerde CD8 T cellen doden geïnfecteerde cellen\ - Vorming geheugencellen in lymfoïd weefsel **Organisatie thymus** (mens):\ - Cortex: immature thymocyten, macrofagen, corticale epitheelcellen\ - Medulla: mature thymocyten, macrofagen, dendritische cellen,\ medullaire epitheelcellen\ - Geen functionele thymus aantal T lymfocyten sterk gereduceerd\ - Thymus epitheelcellen en thyomocyten geven nodige stimuli voor\ differentiatie aan elkaar **Twee soorten T-cellen worden geproduceerd**:\ - Meeste immature thymocyten expresseren geen TCR:\ \* dubbel negatieve (DN) geen CD4 of CD8\ \* triple negatieve (TN) geen CD4, CD8 of CD3\ - Deze cellen differentiëren in:\ \* TCR γδ cellen blijven meestal negatief voor CD4 en CD8, wel co-expressie van CD3\ \* TCR αβ cellen mature CD4 of CD8 enkel-positieve (SP) cellen **Genherschikkingen tijdens αβ T-cel differentiatie**:\ - Herschikking β segmenten\ \* indien productief celmembraanexpressie met surrogate α keten (preTCRαβ) en CD3\ ° deficiëntie voor pTα (surrogaat) keten geen mature T-cellen\ \* stopzetting β herschikking, expressie CD4 en CD8 (DP) en activering celdeling (± 80% DP)\ ° allelische exclusie\ - Herschikking α segmenten\ \* indien productief celmembraanexpressie met β segment en CD3\ \* Indien niet productief rescue door verdere genherschikking (verwijdert vorige niet-productieve)\ ° 60Jα gensegmenten, kan dus tot zestigmaal gebeuren\ \* genherschikking nog niet stopgezet veel T-cellen expresseren 2 verschillende α ketens\ \ - Positieve selectie verlies van CD4 of CD8 en stopzetting genherschikking\ - Negatieve selectie apoptose\ - Mature CD4 of CD8 enkel-positieve (SP) cellen (\