Week 1: Politieke Communicatie PDF
Document Details
Uploaded by FinerPinkTourmaline7587
null
Tags
Summary
This document summarizes political communication, focusing on the interaction between politics, media, and the public. It details the functions of media in a democratic society, including informing the public, education, and platforming ideas. The document also examines threats to these functions, such as commercialisation and political actors controlling media content, highlighting the concepts of internal and external pluralism.
Full Transcript
Samenvatting Politieke communicatie **Week 1: Politieke communicatie** **Wat is politieke communicatie?** - De interactie tussen politiek, media en het publiek - Focus op machtsrelaties - Vrije media als vierde kracht (naast uitvoerende, wetgevende en controlerende macht) **Functies...
Samenvatting Politieke communicatie **Week 1: Politieke communicatie** **Wat is politieke communicatie?** - De interactie tussen politiek, media en het publiek - Focus op machtsrelaties - Vrije media als vierde kracht (naast uitvoerende, wetgevende en controlerende macht) **Functies van media in democratie:** 1. Informatie: infomeren van publiek 2. Educatie 3. Platform waar ideeën uitgewisseld kunnen worden 4. Waakhond: controle wat overheid doet 5. Kanaal: politieke boodschappen zo geuit worden In Nederland sterk **politiek parallelisme:** - Er zijn veel linkse en rechtse partijen en zo dus veel linkse en rechtse media 4. **Bedreigingen van deze 5 functies:** 1. **Commercialisering \> minder kwaliteitsvol politiek nieuws** - Ipv mensen informatie geven die ze nodig hebben \> informatie geven die ze willen hebben. Sensationeel nieuws. - ***Functie in bedreiging:*** Educatie. Platform (onder druk door pluralisme), waakhondfunctie 2. **Politieke actoren winnen controle over media inhoud** - Gebrek aan onafhankelijkheid - Gebrek aan pluralisme - Censuur, staatsomroepen, selectieve toekenning op politieke advertenties - **Functie in bedreiging**: Informatieve, Platformfunctie, waakhondfunctie, kanaalfunctie **Intern pluralisme:** in 1 nieuwsmedium worden verschillende stemmen gehoord. **Extern pluralisme:** zit niet in 1 krant maar extern tussen meerdere kranten. Oplossingen: - Negatieve persvrijheid: overheid doet stap terug -- ze bemoeien zich er niet mee - Positieve persvrijheid: overheid doet iets om die vrijheid te kunnen uitoefenen. 3. **Journalisten houden vast aan routines \>** gemakzucht, veiligheid, vermijden van risico's \> leiden door opinies van politieke elites. - ***Functie in bedreiging:*** waakhond en platformfunctie 4. **Publiek kan boodschappen niet begrijpen \>** onderscheid fake nieuws niet - Mensen begrijpen het minder door tv nieuws. - Leidt tot *dumbing down:* kunnen en willen politiek nieuws niet meer verwerken. \> Filterbubbel terecht. - ***Functie in bedreiging***: platformfunctie **Politieke systemen** - **Meerderheidsdemocratieën** - Twee-partijen systeem - 1 partij regeringen - Macht geconcentreerd bij uitvoerende macht - 'Individuele pluralisme' - De meerderheid heeft het voor het zeggen - Plurality voting system: partij met de meeste stemmen wint - **Consensusdemocratieën** - Meer partijensysteem - Coalitieregeringen - Macht gedeeld: uitvoerende en wetgevende macht - 'Organized pluralism' - Overeenstemming krijgen waar iedereen tevreden mee is - Proportionele representatie (als jij 10% van stemmen krijgt, heb je 10% aandeel in parlement) **Mediasystemen** - **4 dimensies en drie modellen** Afbeelding met tekst, Lettertype, ontvangst, schermopname Automatisch gegenereerde beschrijving **Dimensies: (meer uitleg)** **1. Ontwikkeling van de Massa Media** - Betekenis: Hoe volwassen, uitgebreid en invloedrijk de media zijn in een land. - Voorbeeld: In Scandinavië hebben publieke media een grote rol gespeeld in nationale cohesie, terwijl in de VS commerciële media domineren. **2. Politieke parallelisme** **Politiek Parallelisme **verwijst naar de mate waarin de media in een land een politieke partij, ideologie of bepaalde belangen weerspiegelen en ondersteunen. In landen waar politiek parallelisme aanwezig is, zijn de media vaak sterk verbonden met politieke groepen **3. Professionalisering** \> **Betekenis**: De mate van autonomie, ethiek en professionaliteit binnen de journalistiek. - **Voorbeeld**: In Nederland is de journalistiek relatief onafhankelijk, terwijl in sommige landen journalisten sterk onder druk staan van overheden of eigenaars. **4.Staatsinterventie** \> Betekenis: Hoeveel invloed heeft de overheid op de media? - **Voorbeeld**: In Rusland en China controleert de overheid sterk wat wordt gepubliceerd, terwijl in Duitsland publieke media onafhankelijk opereren ondanks staatsfinanciering. **Modellen:** 1. **Liberaal model:** Canada, groot brittanie, ierland, vs - 'Moderate pluralism' - Meerderheidsdemocratieën - Liberalisme: zwakke verzorgingsstaat - Weinig overheidsbemoeienis 2. **Democratie corporate model:** Belgie, denemarken, duitsland, nederland - Vroege democratisering met moderate pluralisme - Consensusdemocratieën - Sterk georganiseerde sociale groepen - Sterke verzorgingsstaat en economische overheidsingrijpen - Vroeger sterk extern pluralsme \> nu meer intern - Overheidsbemoeienis sterk \> grote beschermer van persvrijheid 3. **Polarized pluralist model**: Griekenland, italië, portufal, spane - Late democratisering met sterke polarisering - Zowel meerderheids als consensus - Organized pluralism, sterke rol politieke partijen - Autoritaire regimes - Elite georiënteerde pers - Pluralisme is extern **Hoe propaganda zichtbaar maken?** Indicatoren: - Interest linked frames: benadrukken van bepaalde perspectieven - Omission of criticism: niet het volledige beeld geven - Labelling and demonising: woordkeuze om een betekenis mee te geven Media & politiek is de mediatiseren belangrijk! **4 fasen van mediatisering:** 1. Wanneer media het **belangrijkste kanaal** worden tussen politiek en burgers 2. **Media wordt onafhankelijker**: ze selecteren en verwerken boodschappen eerst, niet zomaar. Professionelere politiek 3. Media worden zo onafhankelijk dat **andere actoren zich gaan aanpassen** aan de media \> politici aan media logica aanpassen 4. Politiek past zich niet alleen aan \> **internaliseert de medialogica over.** Media niet meer extern aan de politiek \> zitten in de kern **Nuance:** - Geen globale of alleen maar stijgende lijn - Media gaan nooit de politieke functies kunnen/willen overnemen - Mate van mediatisering afhankelijk van politieke en mediasysteem - Maar: op sociale media bijv volgen veel politici ook de media logica **Pluralisme** is een concept dat verwijst naar de erkenning en acceptatie van diversiteit binnen een samenleving **Week 2: Politieke agenda-setting & issue ownership** **Publieke agenda-setting:** - De onderwerpen waar de media vaak over berichten, worden ook de onderwerpen die publiek het interessants vindt. **Issue-ownership:** - Wanneer het publiek een bepaalde politieke partij beschouwd als meest geschikte partij om een onderwerp aan te pakken **Priming:** - Wanneer media bepalen wat mensen belangrijk vinden, onderwerpen etc. \> waardoor mensen op basis van die onderwerpen politieke actoren gaan beoordelen (heel sterk tijdens de verkiezingen) **Wat beïnvloedt de publieke agenda?** - Media Maar: 1. Altijd nog de realiteit - Obtrusive issues: iets waar je zelf ervaring mee hebt en in de realiteit tegenaan loopt - Non-obtrusive issues: iets waar je geen ervaring mee hebt en niet tegenaan loopt 2. Media houden misschien al rekening met wat het publiek belangrijk vindt uberhoupt 3. Mediaberichtgeving kan soms ook door 3^e^ partij gedomineerd worden: politiek. Invloed op gatekeeping proces in de media **Politieke agenda-setting:** Verwijst naar de mate waarin mediaberichtgeving invloed heeft op de prioriteiten en het gedrag van politieke actoren. Dus de overdracht van belang van onderwerpen van media naar de politiek **Aandacht = voorwaarden voor politieke actie** **PE (Punctuated equilibrium) theorie:** - Aandacht politieke elites = beperkt - Bounded rationaliteit: maar beperkt aantal aandacht voor beperkt aantal onderwerpen \> leidt tot stabiliteit - Vaak kleine stapjes verandering, maar wanneer veel aandacht van politici komt: leidt dit vaak tot snelle en sterke veranderingen in beleid \> Door media-aandacht **Waarom laat politiek zich beïnvloeden door de media?** - Bron van informatie voor politici - Reageren om te tonen dat ze dezelfde dingen belangrijk vinden als het publiek - Politici communiceren soms met elkaar via de media **Soorten reacties van politici:** **Substantieel:** er verandert echt iets in het systeem, permament **Symbolisch:** er verandert niet per se iets, maar wel reactie van empathie; mensen zich gehoord voelen 1. Geen reactie 2. Snelle substantiële reactie: COVID 19 3. Langzame substantiële reactie: invoering homohuwelijk 4. Snelle symbolische reactie: empathie of stilte voor schietincidenten VS 5. Langzame symbolische reactie: bijv excuses slavernij **Fields of green:** Azrout en collega's onderzoeken in dit kader hoe niche partijen, die vaak minder invloed hebben, toch zichtbaar kunnen worden in de media. Groene partijen worden vaak gezien als niche partijen, omdat ze een specifieke, kleinere doelgroep aanspreken, zoals mensen die zich sterk bezig houden met klimaatverandering, milieu en duurzaamheid. Deze partijen zijn vaak minder mainstream dan grotere, meer gevestigde partijen. Gevestigde politieke partijen hebben over het algemeen meer macht en invloed, wat hen een grotere nieuwswaarde geeft. **Voorbeeld** gevestigde partijen:\ Stel, de gevestigde partijen nemen een besluit over belastingverhoging of werkgelegenheid. Dit heeft een direct effect op veel mensen, dus dit nieuws zal snel de media halen. **2 dingen doen voor zichtbaarheid vergroten niche partijen:** 1. **Gebalanceere verslaggeving:** ook kleine partijen de kans krijgen 2. **De media's voorkeur voor conflict:** Niche partijen gebruik maken hiervan, door bijv tegen gevestigde orde in te gaan: sensatie **Wat is issue competitie?** - Concurrentiespel tussen verschillende politieke partijen om de aandacht en steun van publiek te krijgen voor bepaalde onderwerpen ***Dismissive Strategie* (Negeren)**: - Gevestigde partijen kiezen ervoor om het thema van de niche partij **te negeren**. - Dit ontnemt legitimiteit aan het onderwerp, omdat als de grotere partijen er niet over spreken, het publiek zou kunnen denken dat het geen belangrijk onderwerp is. - **Gevolg**: Minder aandacht voor de niche partij, omdat de media het onderwerp niet als belangrijk beschouwen. De niche partij krijgt minder zichtbaarheid. ***Accommodative Strategie* (Aannemen)**: - Gevestigde partijen nemen **dezelfde positie in als de niche partij** over. - Dit legitimeert het thema van de niche partij, maar doordat de grotere partijen het ook omarmen, krijgt de niche partij minder aandacht, omdat de grotere partijen meer middelen en platformen hebben om het onderwerp te behandelen. - **Gevolg**: Hoewel het thema legitimiteit krijgt, wordt de niche partij overschaduwd door de gevestigde partij. ***Adversarial Strategie* (Tegenstrijdige Positie)**: - Gevestigde partijen nemen **een tegenstrijdige positie in** ten opzichte van de niche partij. Dit betekent dat ze zich verzetten tegen de standpunten van de niche partij, wat het conflict tussen de twee partijen vergroot. - **Gevolg**: Deze strategie legitimeert wel het thema van de niche partij, maar creëert tegelijkertijd conflict, wat de media vaak aantrekkelijk vinden. Media houden van conflicten, omdat dit spanning creëert en meer aandacht trekt. Er zijn twee soorten vragen: **mondelinge** en **schriftelijke** vragen, elk met hun eigen kenmerken en doelen: **Mondelinge vragen en het Vragenuur** - Het Vragenuur vindt wekelijks plaats op dinsdagmiddag en is bedoeld om actuele kwesties aan de orde te stellen. Kamerleden kunnen tot enkele uren voor het debat vragen indienen bij de voorzitter, waardoor het Vragenuur sterk gericht is op recente gebeurtenissen in het nieuws. **Schriftelijke vragen** - Schriftelijke vragen kunnen uitgebreider zijn en hoeven niet per se op actuele onderwerpen gericht te zijn. Ministers hebben weken tot maanden de tijd om antwoorden te geven **Rol in politieke agenda-setting** Parlementaire vragen spelen een belangrijke rol in westerse democratieën, zoals onderzocht door Vliegenthart en Walgrave (2011). Ze hebben drie hoofdfuncties: 1. **Controle op de regering:** Oppositieleden gebruiken vragen om de regering te confronteren en verantwoording af te dwingen. 2. **Uiten van de politieke agenda:** Vragen onthullen de prioriteiten van politieke partijen. 3. **Beïnvloeding van beleid:** Hoewel de impact vaak symbolisch en indirect is, proberen partijen met vragen invloed uit te oefenen op de besluitvorming. **[Deel 2: Dark politics]** Is een concept dat verwijst naar het gebruik van manipulatie, desinformatie en strategisch negatieve tactieken in de politieke arena. aarbij politici en partijen vaak dubieuze strategieën gebruiken om kiezers te beïnvloeden en macht te verkrijgen. Het gaat verder dan klassieke politieke manipulatie, omdat het vaak gepaard gaat met grootschalige desinformatie, polarisatie en manipulatie van emoties. 1. **Dark leaders on the rise** - **'Drunk dinner guests'** - Gebruik maken van manipulatieve strategieën om macht te behouden - Autoritarisme - Gebrek aan respect voor democratische normen - Gebruik van verdeeldheid voor politieke steun - Populistische tactieken - Boodschappen vaak emotioneel beladen **Big 5, socially desirable traits:** **Agreeableness:** meegaand, samenwerkend, empatisch **Conscientiousness:** betrouwbaar, doelgericht, georganiseerd **Emotioneel stabiel:** met stress omgaan **Extraversie:** sociaal, energiek en assertief iemand is **Openness:** open voor nieuwe dingen **Dark triat: social malevolent:** **Narcissism:** Overdreven gevoel van eigenwaarde, aandacht zoekend, enorme zelfpromotie **Psychopathy:** Impulsief, gebrek aan schuldgevoel, onverschillig **Machiaellianisme:** manipulatie, bedrog en sluwheid. Zelfzuchtig 2. **Dark leaders and Dark campaigns** - Campagnes met behulp van duistere tactieken - Ethische grenzen over om te manipuleren - Desinformatie - Polariserende boodschappen - Manipulatie van emoties 3. **Dark consequences** - Negatieve effecten die hieruit voortkomen - Verlies van vertrouwen in politiek - Versterken van polarisatie - Schade aan democratische waarden - Verminderde keuzevrijheid voor kiezers - Bijv: Covid-19, hun risicovolle en impuslieve beslissingen verergerde - Negativiteit is hoog in rechtse landen met PR-systemen en lager in linkse landen met hoge vrouwelijke representatie. [WG vragen:] **De vergelijking van de relatie tussen parlementsleden en journalisten met een tango:** - Tango is een dans waarin partners afhankelijk van elkaar zijn. Maar 1 partij de leiding neemt - Media en politieke actoren doen samen mee aan de dans, maar de media lijken vaker de dans te leiden. - Veel Kamervragen worden geïnspireerd door recente mediaberichtgeving \> vooral mondelinge vragen **Wat is negative campaigning? En wat zijn de drie \'traditionele\' redenen waarom het steeds vaker voorkomt?** - Gebruik van aanvallende strategieën in campagnes waarbij politici hun rivalen bekritiseren. - Doel om imago van tegenstander te schaden en zelf meer steun te ontvangen 2. **Proffesionalization van communicatiestrategie:** - Steeds professioneler geworden, meer budget - Meer onderzocht wat zwakke punten van tegenstanders zijn - Overtuigd negatieve boodschappen effectiever zijn 3. **Polarisatie:** - Leidt tot meer conflict en verdeeldheid\> vormt basis voor negatieve boodschappen 4. **Preferentie media negativiteit** - "If it bleeds, it leads": negatieve berichten trekken meer aadnacht - Meer aandacht \> kandidaten daardoor prikkel om negatief te zijn **Welke schadelijke systemische effecten kunnen de dark personalities van kandidaten en negative campaigning hebben?** ?? **Week 3: Protest-paradigma** Journalistieke keuzes verklaren met **hierarchy of influencers model** ![Afbeelding met cirkel, diagram, schermopname, lijn Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image2.png) **Ideologisch level:** - Nationale identiteit, democratische rol - Media weerspiegelen vaak de dominante ideologie - Bijv: in een land zoals Noord-korea is de ideologische invloed zeer sterk **Extramedia level:** - Externe invloeden die invloed uitoefenen op media - Adverteerders, overheden, belangengroepen **Organisatie level:** - Nieuwsorganisaties \> regeltjes, warden en belangen - Budget, deadlines etc. **Media routines level:** Routines en werkwijzen van journalisten en redacties - Vaste regels en praktijken die bepalen wat nieuwswaardig is - Bepaalde bronnen altijd gebruiken, eerder kiezen voor conflict etc. - **Pseudo-events:** bewust gecreerde events door politieke actoren met als doel media-aandacht te genereren. Nieuwswaarden: - Fase 1: selectie van een event als ze potentieel nieuws hebben. Nieuwsfactoren: - Fase 2: constructie van nieuws, elementen kunnen toegevoegd worden om waarde toe te nemen. **Invidividuele level:** - Gender, ideologie, percepties van journalisten Nieuws = geen spiegelbeeld van de realiteit. - Publiek verwacht van wel - Journalisten zeggen vaak van wel Maar: De full news standard is niet realistisch. Er moet geselecteerd worden uit wat er in de realiteit gebeurt en daar moet nieuws gemaakt van worden. \> nieuws is dus een sociale constructie **Mensen beïnvloeden 3 effecten:** 5. Kennis 6. Opinies 7. Gedrag **Politieke participatie:** - Activiteiten die de bedoeling of het gevolg hebben dat het overheidsbeleid beïnvloed wordt. - Rechtstreeks: op het maken of implementeren van beleid zelf - Onrechtstreeks: via de selectie van politiek personeel **Verschillende vormen:** - Stemmen - Stemmen op bepaalde parti - Politicus contacteren - Lezersbrieven schrijven over iets wat moet veranderen - Geld geven aan of lid zijn van - Betrokkenheid bij campagne, bijv vrijwilliger - Praten over politieke thema's - Meelopen in protestmars, petities tekenen - Belasting betalen - Vandalisme, burgelijke ongehoorzaamheid **Actief versus passief! \> focus op actief, passief zou zijn: nieuws opvolgen** **Vrijwillig of onvrijwillig** - Belasting **Conventioneel VS onconventioneel** - Campagne of protest **Politieke participatie hiërarchie:** 8. **Gladiatorial Activities (Hoogste niveau)** Dit niveau omvat **de meest intensieve en actieve vormen van politieke participatie**. Hier nemen burgers actief deel aan het politieke proces, vaak met een leidende of organiserende rol. Het gaat om individuen die zich volledig engageren en zelf **\'in de politieke arena stappen\'**. - **Kenmerken:** Actieve deelname, hoge tijdsinvestering, en directe betrokkenheid bij politieke processen. 9. **Traditional Activities (Middelste niveau)** Burgers nemen hier deel aan politieke activiteiten, maar hun rol is **meer ondersteunend** en **minder intensief** dan die van de \"gladiatoren\". - **Kenmerken:** Middelmatige betrokkenheid, minder tijdsinvestering, en vaak ondersteunende rollen. - **Voorbeelden:** - Stemmen tijdens verkiezingen (een fundamentele, traditionele vorm van participatie). - Contact opnemen met een politicus of vertegenwoordiger (bijvoorbeeld via e-mail of een brief). - Deelname aan politieke bijeenkomsten of vergaderingen (zoals partijbijeenkomsten of debatten). - Petities ondertekenen om steun te tonen voor een bepaald onderwerp of initiatief. 10. **Spectator Activities (Onderste niveau)** Dit niveau verwijst naar de meest **passieve en laagdrempelige vormen van politieke participatie**. Burgers op dit niveau zijn slechts **toeschouwers** in het politieke proces en beperken hun betrokkenheid tot het **consumeren** van politiek nieuws of lichte activiteiten zonder directe actie. - **Kenmerken:** Lage betrokkenheid, minimale tijdsinvestering, en beperkte invloed op politieke uitkomsten. - **Voorbeelden:** - Politiek nieuws volgen via televisie, kranten of sociale media. - Praten over politiek met vrienden of familie (politieke discussies voeren zonder verdere actie). **Wat bepaalt mate van politieke participatie:** - Onderwijsniveau - Sociaal-economische status - Leeftijd en geslacht - Persoonlijkheidskenmerken - Sociaal kapitaal - **[Mediaberichtgeving]** - Digitale politieke participatie - Leeftijd: meer bij jongeren - Digitale skills **Online political participation (OPP):** - Meer passief en expressief - Moeten definities aangepast worden van PP? - Ja: om een goede link te behouden tussen meting en theorie en in lijn te blijven met de realiteit - Nee: aangezien OPP nog wel passief is, kan het een vals beeld geven. **Sociale bewegingen en protest:** - Vorm van politieke participatie - Alleen effectief als er media-aandacht is **3 belangrijke functies van media voor sociale bewegingen:** 11. Validatie: bevestigen dat het onderwerp belangrijk is 12. Mobilisering: mensen betrokken krijgen 13. Verbreding: andere groepen of partijen laten aanhaken Maar... **2 grote problemen:** **Toegang tot media:** - Strijd om media is lastig - **Journalistieke routines:** geen vaste sectie 'protest' - **Beperkte middelen:** geen PR enzo - **Nieuwswaarden**: vaak heeft originele boodschap niet veel nieuwswaarde **Portrettering in de media:** **Protest paradgima:** - Verwijst naar het patroon waarin de media sociale bewegingen en protesten vaak negatief of op een delegitimerende manier afbeelden. - Niet perse bewust - Meer aandacht voor event en vorm \> dan inhoud - Negatieve frames - Gebruik publieke opinie tegen hen (protest = minderheid) - Focus op elitebronnen Dan is media-aandacht niet gunstig Protest wellicht nog steeds best mogelijke optie - Door iets verassends of afwijkends te doen krijgen ze aandacht, maar daardoor wel vaak negatief **Wat helpt bij protest om nieuws te halen?** 14. Grootte/hoeveelheid 15. Verstoring 16. Symbolische actie (nieuwe sociale beweging) 17. Sterke organisatie (vakbonden) 18. Protest in het weekend **Medialogica?** - Sociale bewegingen krijgen niet veel aandacht \> terwijl ze hun best doen net zoals politici, mediatraning, persberichten, pseudo-events - Werkt niet \> tenzij grote, sterke organisaties - Andere regels voor **politieke outsiders** - **Insiders** moet professioneel zijn, maar sociale bewegingen moeten vooral oprecht en authentiek overkomen **Sociale media rol** Facebook: likes, langere berichten, geschikt voor sterke, nauwe banden. Sociale druk en versterking nauwe banden! Twitter: eenrichtings volgers, snelheid, kortere berichten \> zwakkere, lossere banden. Nieuwe informatie bij geïnteresseerden brengen + directe communicatie bij protest zelf Dus protest aanpakken via [verschillende kanalen.] Sociale media delen originele nieuwsinhoud en reproduceren (minstens deels) het **protestparadigma**, Dit creëert een extra filter: **media logica**, wat de nadruk legt op elementen als **rellen, confrontaties, spektakel** en **debatten** in de berichtgeving. **8 tips protest:** 19. **Aangepaste aanpak:** specifieke doelen, publieken, strategieën: nieuwe situatie= soms andere aanpak 20. Gebruik tijdelijke en **toevallige opportuniteiten:** gebruik ene momentum in de media als het zich aandient 21. Herken **structurele opportuniteiten**: protest in weekend, periode met minder politiek nieuws 22. **Size matters:** wees met veel 23. **Creatief:** als je niet met veel bent, wees creatief 24. Zorg voor **duidelijke, concrete coherente boodschap** 25. **Gedraag je,** geweld enkel voor noodgevallen: maar haalt de media wel 26. **Zoek bekende medestanders:** **Week 4: personaliseren in politiek** - De verschuiving van aandacht in de politiek van partijen naar individuele politici - Focus op personen **Waarom?** - Verzwakken van de traditionele banden (ontzuiling) - Evoluties in media (meer visueel willen, commercialisering, sociale media, technologische evoluties) - Publiek wil sensatie Verschillende actoren om het te bekijken: 27. Publiek: mensen gaan meer voor personen stemmen dan partijen 28. Politiek: individuele politici en hun prive leven naar voren schuiven 29. Media: stellen de politiek voor als persoonlijk gevecht, aandacht verschuift naar mens ipv idee **2 vormen:** 1. **Individualisering:** focus ligt op individuele politici ipv de gehele partij. Kwaliteiten van diegene in de politiek. Verschuiving van partij naar politici *Algemene visibility:* shifts naar individuele politici. Bijv: heel groot hun eigen hoofd op campagne. *Geconcentreerde visibility (presidentialisering):* shifts naar leiders. Bijv putin of Mark Rutte 2. **Privatisering:** politici delen persoonlijke details over hun leven: zoals familie, hobby's. Dus niet alleen politiek relevante karaktereigenschappen. Verschuiving van publieke naar persoonlijke. *Persoonlijke karakteristieken:* shifts naar niet-politieke eigenschappen. Bijv: pieter omzicht die geprezen wordt voor zijn oprechtsheid en doorzettingsvermogen. *Persoonlijke leven:* shifts naar prive leven en persoonlijke interesses. Bijv: Jesse klaver met zijn gezin op instagram **Privatisering is veel schadelijker!** **Bewuste VS onbedoelde personalisering:** 1. **Zelfpersonalisering:** politici personalisering zichzelf bewust (vaak geprivatiseerd): vaak via sociale media. Dus bijvoorbeeld Jesse Klaver doet waarschijnlijk bewust zijn familie op instagram **Drie types van zelfpersonalisering: (voorbeelden geven!)** - **Professioneel:** als er iets wordt gezegd \> dan ga je vanuit politicus competenten uiten. *Voorbeeld:* Een minister deelt een foto van zichzelf tijdens een internationale klimaattop met de boodschap: *\"Ik zet mij vandaag samen met wereldleiders in voor een groenere toekomst. Actie tegen klimaatverandering is nu harder nodig dan ooit.\"* - **Emotionele:** Bijv medeleven tonen als er een ramp is. *Voorbeeld:* **Jesse Klaver (GroenLinks)** uitte zijn medeleven na de aardbevingen in Turkije en Syrië: *\"De beelden van de aardbevingen zijn hartverscheurend. Mijn gedachten zijn bij de slachtoffers en hun families. Nederland staat klaar om te helpen waar mogelijk.\"* - **Private:** informatie over je privéleven deelt. **Rob Jetten (D66)** heeft in interviews en op sociale media openlijk gesproken over zijn liefde voor hardlopen en zijn deelname aan marathons. Hij deelt dit regelmatig: *\"Hardlopen houdt mijn hoofd helder en geeft me energie om vol voor onze plannen te gaan.\"* 2. **Externe personalisering:** wanneer media, collega's, vrienden etc. politici gepersonaliseerd presenteren zonder dat diegene dit wil. Weinig bewijs voor **personaliseringstrend** in de media (dit was vroeger ook al) **+Varieert** per politiek systeem, leeftijd, intensiteit van kiesstrijd, cultuur, geslacht Bijv: bij vrouwen personalisering niet teveel. **Meer personalisering goed of slecht?** - Minder beleidsinhoud: minder politieke kennis, politieke participatie etc. - Toegenomen effect genderstereotypering, vrouwen worden als minder professioneel gezien - Discrepantie tussen perceptie van macht en echte macht - Als politici dichter bij mensen staat: is bedrog nog erger. - Maar: ook middel om mensen te bereiken met bepaalde politieke inhoud = positief **Infotainment:** Informatie wordt overgebracht op een entertaining manier + politici wordne interessante gasten. **Nieuws:** Verschillende visies tonen, kritische vragen stellen **Infotainment:** Lichter van toon, minder kritisch, weinig onderbrekingen - Voor politici heel belangrijk in welke show ze komen \> hoe ze eruit gaan komen **Gevaren deelnamen:** - Sommige mensen zullen je aanrekenen dat het een makkelijke manier is om jezelf in de kijker te zetten - Het werkt niet als je et niet overtuigend doet (charisma, persoonlijkheid): je kan koud en onpersoonlijk overkomen of het kan er eg onproffesioneel uitzien. **Positieve effecten:** 30. Persoonlijke informatie delen = positieve indruk 31. Zelf-relativerende humor: menselijker 32. Positieve framing = positief beeld **[Politieke kennis = moderator in effect van personalisering.]** - Met weinig kennis, kan je minder gemakkelijk weerstaan aan positieve boodschappen - Met meer kennis ga je andes verwerken (ELM), je kan dan beter zwakke argumenten counteren **Exemplificatietheorie** en meedoen aan infotainment: Verklaart dat als mensen concrete, positieve voorbeelden hebben van politici in infotaianments, hierdoor het algemene oordeel over hen kan beinvloeden. Door infotainments worden ze menselijker, sympathieker en toegankelijker waardoor mensen meer vertrouwen kunnen hebben in de politiek. **[Politieke satire en agenda-setting]** Agenda-setting: De media heeft veel succes in het vertellen wat mensen moeten denken - Welke issues op de publieke agenda gezet worden Satiristen: spreken vaak de waarheid van macht [VERDER SAMENVATTEN!] **Exemplificatietheorie:** Beschrijft hoe mensen hun perceptie van een onderwerp of gebeurtenis vormen op basis van concrete voorbeelden (exemplars) die ze zien of horen, vaak via de media. Legt uit hoe concrete voorbeelden in communicatie een onevenredig grote invloed kunnen hebben op hoe mensen informatie interpreteren en daarnaar handelen. **Tentamenvraag:** Beeld je in dat je zelf een pr-expert bent voor een bekend politicus. Die politicus wil van jou weten wat hij/zij beter wel en beter niet zou doen op het vlak van personalisering en meedoen aan info/entertainment. Leg goed uit waarom je bepaalde keuzes maakt. Politici waarvoor je werkt: 1. **Dick Schoof, NL:** - Premier van Nederland, hij is nieuw. Weten nog weinig over hem. 2. **Claudia scheinbaum pardo, Mexico** - President van Mexico, allereerste vrouwelijke president. Joodse achtergrond, doctora genoemd: gepromoveerd in natuurkunde. Hoogopgeleid. Ze wil een nieuw mexico, veel verandering teweegbrengen. 3. **JD vance, verenigde staten** - Vice president van Amerika, van Trump. Eerst anti-trump en nu VP. Conservatieve man. Tegen oorlogen, tegen abortus, als je democratisch bent: vind je hem een lul. Heel nationalistisch 4. **Xi Jinpin, China** - Leider van China, niet zo democratisch. Totalitair regime. Geen tegenspraak. Communistische partij. Hij kan voor altijd president blijven - Krachtig leiderschap uitstralen - Info programma's, geen entertainment. - Zelf langsgaan om bomen te planten = voor groener china. En dan CC tv uitzenden. - Speech over Chinese droom - Nationalistisch, voor militair \> dus mensen proberen in dat nationalistische gevoel te laten komen. 5. **Giorgia Meloni, italië** - Extreem rechts, anti-maffia, migratie, beetje tegen lgbtq+, zelfde geslacht mochten niet samen ouderschap hebben. **Week 5 Populisme** **Politieke Polarisatie:** **Complex concept** dat verwijst naar toenemende verdeeldheid in de politiek of samenleving. **Verschillende soorten polarisatie belangrijk** 33. **Elite polarisatie:** - Grote ideologische verschillen en afstanden tussen politieke partijen en hoge mate van homogeniteit binnen partijen (partijen intern eensgezind) - Soms dus ook toegenomen vijandigheid tussen politieke elites - Voorbeeld: in de VS staan republikeinen en democraten ver van elkaar en hebben ze intern een sterke overeenkomst binnen hun partij. 3. **Ideologische polarisatie:** 2soorten hierin: - **Divergentie:** toegenomen verdeeldeid in publiek over specifieke onderwerpen (extremere punten etc.) - **Sorting: grotere** afstemming tussen partij-identiteit en issue-posities: dus dat politieke voorkeur van mensen steeds beter overeenkomt met hun standpunten. - **[Belangrijk:]** geen sterke divergentie, maar wel toenemende afstemming. Kiezers groeien ideologisch uit elkaar. 4. **Affectieve polarisatie:** - Verwijst naar de emotionele kloof tussen burgers met verschillende partijvoorkeuren. - Mensen worden positiever over hun eigen partij en negatiever over andere partijen - Er ontstaan negatieve of boze gevoelens **De consequenties van polarisatie** 1. **Ideologische polarisatie** - **Moeilijker consensus te bereiken**: Door grotere ideologische verschillen kunnen politieke partijen moeilijker overeenstemming vinden over beleid. 2. **Affectieve polarisatie** - **Wantrouwen**: Samenwerken wordt vrijwel onmogelijk als politieke tegenstanders elkaar wantrouwen. - **Legitimiteitscrisis**: In het ergste geval accepteren burgers niet langer de legitimiteit van de winnaar als hun eigen partij verliest. - **Sociale gevolgen**: Affectieve polarisatie beïnvloedt het dagelijks leven, bijvoorbeeld bij daten, vriendschappen of op de banenmarkt (afkeer van mensen met andere politieke opvattingen). - **Positieve kant**: Polarisatie verhoogt politieke interesse en deelname. Een zekere mate van polarisatie is daarom functioneel voor democratieën. **Affectieve polarisatie \ ideologische polarisatie** Affectieve polarisatie gerelateerd aan ideologie? - **Group conflict theory:** afkeer is het gevolg van feit dat anderen tot een andere groep/team behoren (vergelijkbaar met afkeer tegen andere sportteams) - **Ideologische conflict theory**: afkeer is het gevolg van feit dat politiek andersdenkenden andere ideologische standpunten innemen Grotere idealogische afstand (als gevolg van sortering) kan dus affectieve polarisatie vergroten. - Affectieve polarisatie kan ook resulteren in meer extreme ideologische posities. **Elite Polarisatie \ affectieve polarisatie** - Wanneer poltieke actoren uit elkaar groeien (elite) kan hun publiek ook uit elkaar groeien. - Negatieve campagne zet tegenstander neer als bedreiging **High-choice environemt:** burgers hebben toegang tot veel media, waaronder: **Partisan media:** media die sterk partijgebonden is. = Mensen die sterk gepolariseerd zijn kiezer vaker voor Partisan media \> om mening te bevestigen. **Sociale media \> Filter bubbels en echo chambers** **Filter bubbels:** wanneer algoritmes vooral info laten zien die aansluit bij iemand bestaande opvattingen. Tegengestelde meningen worden dus nauwelijks zichtbaar. **Echo chambers:** online omgevingen waarin mensen vooral dezelfde meningen horen, wat hun bestaande overtuiging versterkt. **Populisme definitie (VOOR TENTAMEN)** Populisme is een ideeënsysteem dat de samenleving ziet als verdeeld in **twee homogene en tegengestelde groepen**: de **\'pure mensen\'** tegenover de **\'corrupte elite\'**. Volgens dit idee moet politiek de **algemene wil van het volk** (volonté générale) vertegenwoordigen en tot uitdrukking brengen. **Voor het volk en tegen de elite. Politieke populistisch zegt: wij horen als politiek bij het volk.** - Voor het volk, het pure zuivere volg met de juiste intenties, homogene groep (jullie denken allemaal hetzelfde) - Tegen elite (andere politici, gevestigde media, grote bedrijven) - Hele volk heeft 1 stem, zelfde belangen - Thin centered ideologie **Wat is niet populisme:** - Emotionele en simplistische discourse - Opportunisten - Anti-immigratie/ extreem rechts - Eurosceptisime of anti-establisment/ regering =Populaire Ideen van populisme **Populistische communicatie:** - Opkomend onderzoeksveld dat richt op inhoud, mechanismen en effecten van populisme als communicatievorm. **Belangrijkste kenmerken van populistische boodschap:** 34. Pro-volk 35. Anti-elite 36. Algemene wil **Thin Ideology:** Populisme is geen volledige ideologie, eerder een thema dat kan worden toegepast binnen andere ideologische stromingen. Geen specifieke visie over hoe de samenleving moet worden georganiseerd. **Voordelen populisme:** - - Betrokkenheid politiek. Mensen activeren\> bereikt veel mensen **3 techinal affordances waarom sociale media handig is voor populisme:** 1. Anonimiteit \> mensen durven wat hardere uitspraken te doen 2. Gemeenschap \> gevoel dat je erbij hoort \> makkelijk je eigen mensen vinden 3. Asynchroniteit \> **3 mechanismes die belangrijk zijn waardoor populistische communicatie kiezers overtuigen:** 1. **Schuldtoewijzing \>** toeschrijving van schuld \> aan een bepaalde groep de buitenlanders, de elite \> boosheid aanwakkert 2. **Sociale identiteit \>** benadrukt 'wij' en 'zij' waardoor groepsidentiteit wordt versterkt 3. **Emoties \>** ze spelen erg in op hoop en trots, of boosheid en angst wakkert aan. **Week 6 internationale journalistiek** Buitenlands nieuws kan worden onderverdeeld op basis van: - **Locatie** - **Betrokkenheid** **Puur binnenlands nieuws:** nieuws dat alleen in eigen land plaatsvindt. **Binnenlands nieuws met buitenlandse betrokkenheid:** buitenlandse partijen spelen een rol. \> Buitenlandse bedrijven inversteren in NL-economie **Buitenlands nieuws met binnenlandse betrokkenheid:** link met thuisland \> Nederlandse groep beklimt de mount everest. **Puur buitenlands nieuws:** geen binnenlandse link. **Global Journalism:** - Journalisten die systematisch onderzoeken hoe mensen, acties, problemen en levensomstandigheden in verschillende delen van de wereld met elkaar verbonden zijn. **Voorbeeld:** hoe overstromingen in Pakistan gevolgen hebben voor katoenprijzen in Europa. **Waarom meer internationaal nieuws?** - Globalisering, grenzen vervagen 37. **Financiële afhankelijkheid:** alle markten zijn verbonden 38. **Migratiedynamieken:** migratiepatronen zorgen voor culturele veranderingen 39. **Grensoverschrijdende bedrijven/** mensen: multinationals, zoals Apple in Azië produceren en wereldwijd verkopen 40. **Globale bewustwording:** problemen zoals corona of klimaat overstijgen landsgrenzen 41. **Nieuwe mediatechnologie:** afstanden worden kleiner door technologie. Via sociale media kunnen we meekijken bij protesten in Hongkong **Buitenlands nieuws paradox (of Global news paradox)** Ondanks globalisering: - Minder of gelijkblijven buitenlands nieuws - Daling in inversteringen in buitenlandse verslaggeving Waarom? - Buitenlands nieuws is duur - Levert minder op Buitenlands nieuws is dus 1e slachtoffer in bezuinigingen in journalistiek [Oplossing: **Domesticatie**] - Buitenlands nieuws wordt geframed en gepresenteerd op een manier dat het relevanter is voor het publiek in thuisland. Domesticatie van buitenlands nieuws: Iets wat in het buitenland gebeurt \> je op bepaalde manier presenteert zodat het relevant is voor het thuisland. **Inhoud bij domesticatie:** - Link met thuisland expliciet genoemd. \> Nederlands slachtoffer in een ramp in Thailand \> deze geïnterviewd. - Overdrijven van de betrokkenheid van het thuisland \> nederland die meedoet aan een project in Buitenland maar niet zo'n groot aandeel heeft wordt in nieuws als heel groot aandeel gepresenteerd. **Natuurlijke domesticatie:** 4. Juta leerdam op de bokswedstrijd van Jake Paul. Nederlandse link, wel natuurlijk want zij is daar en de vriendin van Jake. **Geen natuurlijke domesticatie: journalistieke keuze geweest** 5. Bijv: lijntjes gaan zoeken waarom het relevant is voor Nederlanders: rampgebied in Thailand \> Nederlander die daar is gaan interviewen 6. Correspondent die verslaggeeft op een andere plek die verslaggeeft voor Nederland. 7. Nederlands voorbeeld tegenover een politiek schandaal in ander land, om tegenover te zetten. Maken van buitenlands nieuws 2 fases: Fase 1: selectie van buitenlands nieuws als potentieel nieuwsitem Fase 2: constructie van het nieuwsitem: elementen toe voegen die het interessanter maken. - De hoofdredactie overtuigen - Publiek interesseren **Nieuwswaarden:** 1. Frequency: hoe snel en plotseling iets gebeurt 2. Threshold: hoe groter de gebeurtenis 3. Unambiguity: hoe duidelijk en eenduidig het nieuws is 4. Meaningfulness: relevantie, hoe meer het het land raakt 5. Consonance: verwachtingen van publiek bevestigen 6. Unexpectedness: hoe verassender, hoe beter 7. Continuity: een verhaal dat al in nieuws is 8. Composition: evenwicht binnen het journaal 9. Reference to elite nations: gebeurtenissen in invloedrijke landen meer aandacht zoals VS of China 10. Reference to elite people: wereldleiders of beroemdheden 11. Reference to persons: menselijke verhalen maken aantrekkelijk 12. Reference to something negative: slecht nieuws, conflict Extra nieuwswaarden: - Celebrity - Entertainment - Good news, bijv medische doorbraak - Magnitude - Surprise Bij **domesticatie** wordt buitenlands nieuws zo gebracht dat het relevant wordt voor het Nederlandse publiek. Dit gebeurt door bijvoorbeeld: 1. Een **Nederlander** te bellen die betrokken is bij het evenement. 2. Een Nederlander die in het buitenland woont (maar niet betrokken is) aan het woord laten. 3. Een **Nederlandse reporter** ter plaatse een stand-up laten doen. 4. In Nederland iemand interviewen die uit het betrokken land komt. 5. **Nationale symbolen** gebruiken, zoals Nederlandse vlaggen, bedrijven of bekende locaties. **Hoe wordt buitenlands nieuws gemaakt?** **Correspondenten:** Lokale kennis en netwerk, expertise gebied Wel duur **Parachutejournalisten:** Worden tijdelijk naar buitenland gestuurd om te richten op gebeurtenis Flexibel en goedkoper, maar nadeel: vaak episdoisch nieuws en gebruik veel elitebronnen **Lokale mensne of amateurs:** Lokale netwerken en goedkoper, niet altijd controleerbaar en risico op kwaliteitsproblemen **Nieuwsagentschappen:** Mensen verkopen aan redacties, Goedkoper en snel beschikbaar maar soms minder origineel en oppervlakkig. Correspondenten: kwalitatiever nieuws, meer aandacht voor sociale onderwerpen **Indexing theory (**voornamelijk in buitenland): nieuws vooral gekleurd door de belangen van dominante politieke elites. **Belangrijk: public dimplomacy** - Inspanningen van een regering om een buitenlands publiek te informeren en beïnvloeden. - Voorbeeld: Voice of America, internationele omroep, Amerikaanse regering oefent haar invloed uit via dit kanaal. **3 Legitimeringsnarratieven:** 42. Exlusionary narrative: stellen dat andere staadsmedia zich met propaganda bezighouden, en zij zichzelf als objectieve journalist: ondanks de staatsfinanciering 43. Fuzzyfying narrative: gebruik van woorden zoals 'soft power' om macht te verzwakken. 44. Inversion narrative: omdat ze staadsgefinancierd worden\> minder commerciele druk waardoor ze stellen kwalitatieve journalistiek te leveren. **Buitenlands nieuws objectief?:** Verschillende vormen die dit in twijfel trekken - Embedded journalisme - Journalisten in conflictgebied en reizen rond onder bescherming van leger \> beperkte vrijheid om berichten te publiceren. - Journalism of attachment - Journalisten kiezen soms bewust een kant in conflict en dit komt duidelijk naar boven - Openlijk: expliciet een standpunt innemen - Subtieler: bepalen wat wel en niet aan bod komt - Voorbeeld: uva demonstraties doet journalist alleen verslag over 1 kant en belicht niks anders - **Vredesjournalistiek:** - Vermidjen van polarisatie Journalisten moeten altijd beiden kanten onpartijdig belichten *Empathie is not sympathie:* Op zn minst beiden partijen begrijpen, belangrijk om je in te leven in beiden groepen: maar je hoeft niet beiden kanten sympathiek te vinden. *Voorbeeld:* - Journalisten over de oorlog Palestina-Israel, beiden kanten uitgebreid kunnen belichten. - Uva demonstarties: volkskrant beiden kanten verteld - Macabi supporters **Kritiek op peace journalisme;** - Niet per se objectiever - Oplossen van conflicten complexer dan vredige boodschap - Moeilijk te combineren met traditionele nieuwswaarden zoals snelheid en eenvoud **Digital journalism:** 4 problemen die dynamiek tussen inclusie en exclusie in academisch onderzoek op domein van digitale journalistiek: 13. **Gebrek aan representativiteit:** Global North (14%) domineert het onderzoek. De onderzoeken gaan over globar north. Dus gebrek aan representativiteit voor de hele wereld. Onderzoek richt zich op westerse platformen \> terwijl ze in het zuiden hele andere platformen gebruiken. 14. **Gebrek aan reflexiviteit:** mensen zijn er niet bewust van dat we niet representatief zijn. Gebrek aan reflectie. Voorbeeld: hoe landen die niet in global north zitten: ons bombarderen met fake news. Terwijl: wij ook fake nieuws verspreiden. 15. **Te veel centrum denken:** noorden wordt gezien als de norm. Globale noorden zijn centrale punt: wij weten alles het beste. 16. **Gebrek aan breed wereldbeeld:** gevolg van te veel centrum denken. Alles wat buiten het noorden valt: is exotisch, speciaal, gek. In een ander land: is de journalistiek niche, exotisch. Actualisatie: overdrijven of verbergen van informatie voor belang van punt dat journalist wil maken **Voorbeeld:** Bekijk hoorcollege week 6: tips voor tentamen leren **Week 7 future journalism**